Difference between revisions of "Robyns, Walter (1901-1986)"

From Bestor
Jump to: navigation, search
(Biografie)
m
 
(18 intermediate revisions by 2 users not shown)
Line 1: Line 1:
[[category:Wetenschappers]][[category:Geboorte 1901-1925]][[category: Natuurkundige]] [[category: Plantkundige]] [[category:Professor]][[category: Professor aan de KUL]]
+
[[category:Scientifiques]][[category:Naissance 1901-1925]][[category: Botanistes]] [[category: Physiciens]] [[category: Professeurs KULeuven]] [[category: Professeurs KULeuven-UCLouvain]] [[category: Membres KVAB]][[Category:Biologistes cellulaires]]
 +
<div style="text-align:right;">[http://www.bestor.be/wiki_nl/index.php/Robyns,_Walter_(1901-1986) NL]</div>
 +
[[file:Robyns Walter.jpg|250px|right]]
 +
Botaniste spécialiste de la systématique végétale, directeur du [[Jardin botanique national de Belgique - Nationale plantentuin van België|Jardin botanique national de Belgique]], né à Alost le 25 mai 1901 et décédé à Uccle le 27 décembre 1986. Père de [[Robyns, André (1935-2003)|André Robyns]].
 +
<br/>
 +
===Biographie===
 +
<br/>Water Robyns fut proclamé docteur en sciences à l’[[Université de Louvain|Université catholique de Louvain]], section botanique, à l’âge de 22 ans.<ref> Buffel, K., "In Memoriam Walter Robyns", in: ''Jaarboek 1986'', Bruxelles: KVAB, 242.</ref> Il travailla à Kew du 1er novembre 1924 au 15 avril 1925.<ref> Lawalrée, A.,  [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0022.php "De plantkunde"], in: Robert Halleux ''et al.'' (red.), ''Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000'', vol. 1, Bruxelles: Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, 253.</ref> En 1923, il fut nommé assistant au [[Jardin botanique national de Belgique - Nationale plantentuin van België|Jardin botanique de l’État à Bruxelles]] et cinq années plus tard, il fut promu conservateur. En 1931, Robyns obtint le siège de directeur, succédant à [[Wildeman, Émile Auguste Joseph de (1866-1947)|Émile De Wildeman]]. Il resta à ce poste jusqu’en 1966, date à laquelle il fut nommé directeur honorifique. [[Demaret, Fernand (1911-2008)|Fernand Demaret]] lui succéda.<ref> Buffel, K., "In Memoriam Walter Robyns", in: ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB, 242.</ref> Robyns fut co-responsable du déménagement du jardin botanique vers son nouvel emplacement, dans le domaine du château de Boechout, à Meise. Les travaux commencèrent en 1939 et les nouveaux terrains furent mis en service en 1951.<br/>
  
Plantkundige gespecialiseerd in plantensystematiek geboren op 25 mei 1901 en overleden in 1986.  
+
En parallèle à ce travail de scientifique-fonctionnaire au Jardin botanique de l’État, Robyns mena une carrière académique. En 1926, il fut nommé chargé de cours à l’[[Université de Louvain]] et en 1928, il fut promu professeur. Il donnait entre autres des cours de Notions de Botanique et des cours d’introduction aux spermaphytes et à la génétique. De 1950 à 1952, Robyns fut doyen de la Faculté des Sciences ; et en 1954, le Laboratoire de Systématique végétale et de Phytogéographie fut créé sous son impulsion. C’est aussi dans ce laboratoire qu'était conservé l’herbier de l’Institut Carnoy.  En 1971, Robyns fut admis à l’éméritat.<ref> Lawalrée, A., [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0022.php "De plantkunde"], in: Robert Halleux ''et al.'' (red.), ''Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000'', vol. 1, Bruxelles: Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, 253.</ref> <br/>
  
===Biografie===
+
La gestion des paysages naturels fut une passion pour Robyns toute sa vie durant. Entre 1932 et 1934, il lutta en continu pour la fondation du Parc National Albert et des autres parcs naturels congolais. De même, après la guerre, il proposa la création de réserves naturelles sur le sol belge. Ces propositions conduisirent à l’achat des deux premières réserves naturelles de Belgique par le Ministère de l’Agriculture, à savoir les dunes du Westhoek (La Panne) et les Hautes Fagnes.<ref> Buffel, K.,"In Memoriam Walter Robyns", in: ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB, 243.</ref> Robyns fut nommé membre de la [[Académie royale des sciences des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique - Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten| Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten]] en 1938. En 1947, il fut désigné comme président de l’Académie. Il reçut pour son 85e anniversaire la [[Médaille d’or de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten]].<ref>''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB, 57.</ref> En 1929, il fut reçu membre de l’[[Académie Royale des Sciences d’Outre-Mer - Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen|Institut Royal Colonial]] et en devint directeur en 1952. La Commission royale des Monuments et des Sites le compta aussi parmi les siens. De plus, Robyns fut cofondateur et membre de l’International Association for Plant Taxanomy. Il participa aussi à plusieurs Congrès internationaux de Botanique. En 1935, il fut élu secrétaire de l’importante Sous-section de Nomenclature.<ref> "Robyns Walter", in: ''De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden'', Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, 219.</ref><br/>
  
Robyns werd geboren in Aalst op 25 mei 1901.  Aan de KUL studeerde hij natuurwetenschappen. Op 22 jarige leeftijd promoveerde hij tot doctor in de wetenschappen, afdeling plantkunde. <ref> Buffel, K., "In Memoriam Walter Robyns", In: ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB,  p. 242.</ref>
 
Hij werkte van 1 november 1924 tot 15 april 1925 in Kew (Groot-Brittannië).<ref>Lawalrée, A., [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0022.php De plantkunde] In: Robert Halleux ''et al.'' (red.) ''Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000'', vol. 1, Brussel, Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, p.253.</ref> 
 
In 1923 werd hij benoemd tot assistent aan de Rijksplantentuin in Brussel.  In 1928 werd hij aangesteld als conservator, drie jaar later werd hij directeur. Hij behield deze functie tot in 1966.<ref> Buffel, K., "In Memoriam Walter Robyns", In: ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB,  p. 242.</ref>  Hij was tevens medeverantwoordelijk voor de verplaatsing van de plantentuin naar zijn nieuwe locatie, het kasteeldomein van Boechout bij Meise.  De werken startten in 1939 en de nieuwe locatie werd in gebruik genomen in 1951.
 
Parallel hiermee bouwde hij een academische carrière uit.  In 1926 werd hij benoemd tot docent en in 1928 werd hij hoogleraar aan de KUL.
 
Hij doceerde er onder meer Beginselen der Plantkunde en inleidende vakken over zaadplanten en genetica. Van 1950 tot 1952 was hij decaan van de Faculteit Wetenschappen en in 1954 werd onder zijn impuls het Laboratorium voor Plantensystematiek en Plantenaardrijkskunde opgericht. In dit laboratorium werd ook het Harbarium van het Carnoy Instituut ondergebracht.<br/>
 
Hij werd toegelaten tot het emeritaat in 1971.<ref>Lawalrée, A., [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0022.php De plantkunde] In: Robert Halleux ''et al.'' (red.) ''Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000'', vol. 1, Brussel, Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, p.253.</ref><br/>   
 
Daarnaast had hij belangstelling voor natuurbeheer, zo deed hij heel wat inspanningen om de oprichting van het Nationale Albertpark en andere Kongolese Parken in de jaren 1932 tot 1934 te realiseren.
 
Na de oorlog deed hij analoge voorstellen voor de oprichting van nationale natuurreservaten op Belgisch grondgebied. Deze voorstellen resulteerde in de aankoop van de eerste twee reservaten door het Ministerie van Landbouw, namelijk dat van de Westhoekduinen (De Panne) en dat van de Hoge Venen.<ref> Buffel, K., "In Memoriam Walter Robyns", In: ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB,  p. 243.</ref><br/>
 
 
<br/>
 
<br/>
Hij werd in 1938 benoemd tot lid van de [[Académie royale des sciences des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique - Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten|Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten]].  Hij was tevens lid van de Klasse van de Wetenschappen.  In 1947 werd hij benoemd tot voorzitter van de Academie. Hij ontving voor zijn 85ste verjaardag een gulden penning.<ref>''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB,  p. 57.</ref>
 
Naast zijn lidmaatschap van de Academie was hij ook nog lid van andere wetenschappelijke genootschappen en instellingen. In 1929 werd hij lid en in 1952 directeur van de Koninklijke Academie voor Koloniale Wetenschappen. 
 
Hij was tevens lid van de Koninklijke Academie voor Overzeeese Wetenschappen, van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen en stichtend lid van de International Association for Plant Taxanomy. Ook werkte hij mee aan verschillende internationale botanische Congressen. In 1935 werd hij dan ook verkozen tot secretaris van de belangrijke Subsectie Nomenclatuur.<br/>
 
Hij overleed op 27 december 1986 in Ukkel. <ref>"Robyns Walter", In: ''De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden'', Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p.219.</ref>
 
  
===Werken===
+
===Travaux===
 +
Le doctorat de Robyns traitait de la manière dont le fuseau mitotique intervenait dans la division cellulaire chez les spermatophytes. La cytologie n’était cependant pas son seul thème de recherche.<ref> Buffel, K.,"In Memoriam Walter Robyns", in: ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB,  242.</ref> Il étudia aussi la systématique végétale et la phytogéoraphie. <ref>"Robyns Walter", in: ''De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden'', Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, 219.</ref> À Kew (Grande-Bretagne), il écrivit une monographie sur l’espèce ''Vangueria Jussieu'' (''Rubiaceae''). Cette monographie, en date de 1927, fut la première d’une longue série sur les ''Rubiaceae'', poursuivie par ses élèves.<ref> Lawalrée, A., [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0022.php "De plantkunde"], in: Robert Halleux ''et al.'' (red.), ''Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000'', vol. 1, Bruxelles, Dexia/La Renaissance du Livre, 2001,  253.</ref>
  
Zijn doctoraat handelde over de wijze waarop bij zaadplanten de kerndelingsspoel tussenkomt in de celding. Cytologie was echter niet zijn enige onderzoeksthema. <ref> Buffel, K., "In Memoriam Walter Robyns", In: ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB,  p. 242.</ref>
+
<br/>Au Jardin Botanique de Bruxelles, Robyns étudia la croissance des plantes d’Afrique Centrale. Son intérêt pour la végétation de cette région du monde naquit à l’époque de son voyage d’étude à travers le Congo belge, entre 1925 et 1926, au service du Ministère des Colonies. Il publia toute une série d’études phytogéographiques et botaniques sur base de ses observations de voyage et d'herborisation.
Hij was tevens gespecialiseerd in de plantensystematiek en plantenaardrijkskunde. <ref>"Robyns Walter", In: ''De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden'', Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p.219.</ref>   In Kew (Groot-Brittannië) schreef hij een monografie over het geslacht Vangueria Jussieu (Rubiaceae).  Deze monografie verscheen in 1927 en was de eerste van een hele reeks over de Rubiaceae, deze reeks werd voortgezet door leerlingen van Robyns.<ref>Lawalrée, A., [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0022.php De plantkunde] In: Robert Halleux ''et al.'' (red.) ''Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000'', vol. 1, Brussel, Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, p.253.</ref>  
+
<br/>Au Jardin Botanique, il fut directeur de plusieurs publications devenues des classiques, notamment l’''Algemene Flora van België'' et l’''Iconografische Flora van de Kongolese Fungi''.<ref> Buffel, K., "In Memoriam Walter Robyns", in: ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB,  243.</ref> Robyns fut de plus l’initiateur de la ''Flore générale du Congo belge et du Ruanda-Urundi''. Pour publier ce travail, un comité exécutif, présidé par Robyns, se réunit pour la première fois en 1942.
 +
Robyns reçut divers prix en récompense de ses travaux : le [[Prix de l’Académie Royale de Belgique]], le [[Prix Léo Errera]] (1926-1928), le [[Prix Émile Laurent]] (1926-1929) et le [[Prix Agathon De Potter]] (1940-1942).<ref> "Robyns Walter", in: ''De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden'', Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, 219.</ref><br/>  
 +
<br/>
  
Aan de plantentuin bestudeerde hij de plantengroei van het vroegere Belgische Centrale Afrika.  Zijn interesse voor de Middenafrikaanse vegetatie begon met zijn studiereis doorheen Belgisch Congo in 1925 en 1926 in opdracht van het Ministerie van Koloniën.
+
===Publications===
Hij maakte een hele reeks van fytogeografische en vegetatiekundige studies bestaande uit waarnemingen die zijn samengevat uit studiereizen en herborisaties.
+
Voir entre autres :
Bovendien was hij aan de Nationale Plantentuin verantwoordelijk voor de realisatie van een aantal standaardwerken namelijk: ''Flora van Centraal-Afrika'', een ''Algemene Flora van België'' en een ''Iconografische Flora van de Kongolese Fungi''. <ref> Buffel, K., "In Memoriam Walter Robyns", In: ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB, p. 243.</ref>
+
* "On the State of the Congo Flora", in: ''Annals of the Missouri Botanical Garden'', 52 (1965), 427-431.
Zijn onderzoek kwam vooral de flora van tropisch Afrika ten goede.<ref>Lawalrée, A., [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0022.php De plantkunde] In: Robert Halleux ''et al.'' (red.) ''Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000'', vol. 1, Brussel, Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, p.253.</ref>
+
* "Over plantengroei en flora der kopervelden van Opper-Katanga", in: ''Natuurwetenschappelijk Tijdschrift'', 14, 101–106.
Voor zijn onderzoek ontving hij verschillende prijzen: laureaat ARB, Leo Erreraprijs (1926-1928), Laurentprijs (1926-1929) en de Agathon De Potterprijs (1940-1942).<ref>"Robyns Walter", In: ''De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden'', Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p.219.</ref>
+
*''Flore des Spermatphytes du Parc national Albert'', Institut des Parcs nationaux du Congo belge, 3 volumes.
 +
* "Préface", in: ''Flore du Congo belge et du Ruanda-Urundi. Spermatophytes'', volume 1.
 +
* "Le genre Remusiata Schott (Aracée) au Congo belge", in: ''Annales de la Société Scientifue de Bruxelles'', ser. B, 51, 222–225.
 +
* "Les parcs nationaux du Congo Belge", in: ''Revue Des Questions Scientifiques'', 1937.
 +
* "Contribution à l'étude des formations herbeuses du district forestier central du Congo Belge", in: ''Mém, Inst. Roy. Colon. Belge'', 5, 1936.
 +
* (Avec A. Louis), ''Beschouwingen over polyembryonie en polyspermie bij bedektzadigen'', Antwerpen, 1942, 106 p.  
 +
* (Avec  A. Lawalrée), "Nouvelle contribution a l'étude des Thesium (Santalaceae) du Congo et du Ruana-Urundi. Bull", In: ''Bulletin du Jardin Botanique de l'Etat à Bruxelles'', 31 (1961), 511-528.
 +
* ''Flore Agrostologique du Congo Belge et du Randa-Urundi. II. - Panicées'', Bruxelles, 1934, 386 p.
 +
* (met  S. H. LAMB), "Preliminary ecological survey of the island of Hawaii", in: ''Bulletin du Jardin Botanique de l'Etat à Bruxelles'', 15 (1939), 1-293.
  
===Publicaties===
 
* "On the State of the Congo Flora", In: ''Annals of the Missouri Botanical Garden'', 1965, 52: 427-431
 
* "Over plantengroei en flora der kopervelden van Opper-Katanga.", In: ''Natuurwetenschappelijk Tijdschrift'', 14:101–106.
 
*''Flore des Spermatphytes du Parc national Albert''., 3 volumes,  Institut des Parcs nationaux du Congo belge.
 
* "Préface", In: ''Flore du Congo belge et du Ruanda-Urundi. Spermatophytes'', Vol. I.
 
* "Le genre Remusiata Schott (Aracée) au Congo belge", In: ''Ann. Soc. Scient. Brux.'', ser. B, 51: 222–225.
 
* "Les parcs nationaux du Congo Belge.", In: ''Revue Des Questions Scientifiques'', Maart, 1937
 
* "Contribution à l'étude des formations herbeuses du district forestier central du Congo Belge", In: ''Mém, Inst. Roy. Colon. Belge'', 5, 1936.
 
* met Louis, A., ''Beschouwingen over polyembryonie en polyspermie bij bedektzadigen''. Antwerpen , Standaard, 1942, 106 p.
 
* met Lawalrée, A., "Nouvelle contribution a l'étude des Thesium (Santalaceae) du Congo et du Ruana-Urundi. Bull", In: ''Jard. Bot. Brux.'', 1961, 31: 511-528.
 
* ''Flore Agrostologique du Congo Belge et du Randa-Urundi. II. - Panicées''. Bruxelles, Goemare, 1934, 386 p.
 
 
<br/>
 
<br/>
 +
===Bibliographie===
  
===Bibliografie===
+
* "Robyns Walter.", in: ''De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden'', Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, 219.
 
+
* Buffel, K., "In Memoriam Walter Robyns", in: ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB,  242-244.
* "Robyns Walter.", In: ''De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden'', Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p.219
+
* Lawalrée, A., [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0022.php "De plantkunde"], in: Robert Halleux ''et al.'' (red.), ''Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000'', vol. 1, Bruxelles, Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, 253.
* Buffel, K., "In Memoriam Walter Robyns", In: ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB,  p. 242-244.
 
* Lawalrée, A., [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0022.php De plantkunde] In: Robert Halleux ''et al.'' (red.) ''Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000'', vol. 1, Brussel, Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, p.253.
 
 
 
 
 
<br/>
 
<br/>
  
===Nota’s===
+
===Notes===
  
 
<references/>
 
<references/>

Latest revision as of 08:58, 28 January 2021

Robyns Walter.jpg

Botaniste spécialiste de la systématique végétale, directeur du Jardin botanique national de Belgique, né à Alost le 25 mai 1901 et décédé à Uccle le 27 décembre 1986. Père de André Robyns.

Biographie


Water Robyns fut proclamé docteur en sciences à l’Université catholique de Louvain, section botanique, à l’âge de 22 ans.[1] Il travailla à Kew du 1er novembre 1924 au 15 avril 1925.[2] En 1923, il fut nommé assistant au Jardin botanique de l’État à Bruxelles et cinq années plus tard, il fut promu conservateur. En 1931, Robyns obtint le siège de directeur, succédant à Émile De Wildeman. Il resta à ce poste jusqu’en 1966, date à laquelle il fut nommé directeur honorifique. Fernand Demaret lui succéda.[3] Robyns fut co-responsable du déménagement du jardin botanique vers son nouvel emplacement, dans le domaine du château de Boechout, à Meise. Les travaux commencèrent en 1939 et les nouveaux terrains furent mis en service en 1951.

En parallèle à ce travail de scientifique-fonctionnaire au Jardin botanique de l’État, Robyns mena une carrière académique. En 1926, il fut nommé chargé de cours à l’Université de Louvain et en 1928, il fut promu professeur. Il donnait entre autres des cours de Notions de Botanique et des cours d’introduction aux spermaphytes et à la génétique. De 1950 à 1952, Robyns fut doyen de la Faculté des Sciences ; et en 1954, le Laboratoire de Systématique végétale et de Phytogéographie fut créé sous son impulsion. C’est aussi dans ce laboratoire qu'était conservé l’herbier de l’Institut Carnoy. En 1971, Robyns fut admis à l’éméritat.[4]

La gestion des paysages naturels fut une passion pour Robyns toute sa vie durant. Entre 1932 et 1934, il lutta en continu pour la fondation du Parc National Albert et des autres parcs naturels congolais. De même, après la guerre, il proposa la création de réserves naturelles sur le sol belge. Ces propositions conduisirent à l’achat des deux premières réserves naturelles de Belgique par le Ministère de l’Agriculture, à savoir les dunes du Westhoek (La Panne) et les Hautes Fagnes.[5] Robyns fut nommé membre de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en 1938. En 1947, il fut désigné comme président de l’Académie. Il reçut pour son 85e anniversaire la Médaille d’or de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten.[6] En 1929, il fut reçu membre de l’Institut Royal Colonial et en devint directeur en 1952. La Commission royale des Monuments et des Sites le compta aussi parmi les siens. De plus, Robyns fut cofondateur et membre de l’International Association for Plant Taxanomy. Il participa aussi à plusieurs Congrès internationaux de Botanique. En 1935, il fut élu secrétaire de l’importante Sous-section de Nomenclature.[7]


Travaux

Le doctorat de Robyns traitait de la manière dont le fuseau mitotique intervenait dans la division cellulaire chez les spermatophytes. La cytologie n’était cependant pas son seul thème de recherche.[8] Il étudia aussi la systématique végétale et la phytogéoraphie. [9] À Kew (Grande-Bretagne), il écrivit une monographie sur l’espèce Vangueria Jussieu (Rubiaceae). Cette monographie, en date de 1927, fut la première d’une longue série sur les Rubiaceae, poursuivie par ses élèves.[10]


Au Jardin Botanique de Bruxelles, Robyns étudia la croissance des plantes d’Afrique Centrale. Son intérêt pour la végétation de cette région du monde naquit à l’époque de son voyage d’étude à travers le Congo belge, entre 1925 et 1926, au service du Ministère des Colonies. Il publia toute une série d’études phytogéographiques et botaniques sur base de ses observations de voyage et d'herborisation.
Au Jardin Botanique, il fut directeur de plusieurs publications devenues des classiques, notamment l’Algemene Flora van België et l’Iconografische Flora van de Kongolese Fungi.[11] Robyns fut de plus l’initiateur de la Flore générale du Congo belge et du Ruanda-Urundi. Pour publier ce travail, un comité exécutif, présidé par Robyns, se réunit pour la première fois en 1942. Robyns reçut divers prix en récompense de ses travaux : le Prix de l’Académie Royale de Belgique, le Prix Léo Errera (1926-1928), le Prix Émile Laurent (1926-1929) et le Prix Agathon De Potter (1940-1942).[12]

Publications

Voir entre autres :

  • "On the State of the Congo Flora", in: Annals of the Missouri Botanical Garden, 52 (1965), 427-431.
  • "Over plantengroei en flora der kopervelden van Opper-Katanga", in: Natuurwetenschappelijk Tijdschrift, 14, 101–106.
  • Flore des Spermatphytes du Parc national Albert, Institut des Parcs nationaux du Congo belge, 3 volumes.
  • "Préface", in: Flore du Congo belge et du Ruanda-Urundi. Spermatophytes, volume 1.
  • "Le genre Remusiata Schott (Aracée) au Congo belge", in: Annales de la Société Scientifue de Bruxelles, ser. B, 51, 222–225.
  • "Les parcs nationaux du Congo Belge", in: Revue Des Questions Scientifiques, 1937.
  • "Contribution à l'étude des formations herbeuses du district forestier central du Congo Belge", in: Mém, Inst. Roy. Colon. Belge, 5, 1936.
  • (Avec A. Louis), Beschouwingen over polyembryonie en polyspermie bij bedektzadigen, Antwerpen, 1942, 106 p.
  • (Avec A. Lawalrée), "Nouvelle contribution a l'étude des Thesium (Santalaceae) du Congo et du Ruana-Urundi. Bull", In: Bulletin du Jardin Botanique de l'Etat à Bruxelles, 31 (1961), 511-528.
  • Flore Agrostologique du Congo Belge et du Randa-Urundi. II. - Panicées, Bruxelles, 1934, 386 p.
  • (met S. H. LAMB), "Preliminary ecological survey of the island of Hawaii", in: Bulletin du Jardin Botanique de l'Etat à Bruxelles, 15 (1939), 1-293.


Bibliographie

  • "Robyns Walter.", in: De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden, Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, 219.
  • Buffel, K., "In Memoriam Walter Robyns", in: Jaarboek 1986, Brussel: KVAB, 242-244.
  • Lawalrée, A., "De plantkunde", in: Robert Halleux et al. (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000, vol. 1, Bruxelles, Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, 253.


Notes

  1. Buffel, K., "In Memoriam Walter Robyns", in: Jaarboek 1986, Bruxelles: KVAB, 242.
  2. Lawalrée, A., "De plantkunde", in: Robert Halleux et al. (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000, vol. 1, Bruxelles: Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, 253.
  3. Buffel, K., "In Memoriam Walter Robyns", in: Jaarboek 1986, Brussel: KVAB, 242.
  4. Lawalrée, A., "De plantkunde", in: Robert Halleux et al. (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000, vol. 1, Bruxelles: Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, 253.
  5. Buffel, K.,"In Memoriam Walter Robyns", in: Jaarboek 1986, Brussel: KVAB, 243.
  6. Jaarboek 1986, Brussel: KVAB, 57.
  7. "Robyns Walter", in: De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden, Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, 219.
  8. Buffel, K.,"In Memoriam Walter Robyns", in: Jaarboek 1986, Brussel: KVAB, 242.
  9. "Robyns Walter", in: De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden, Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, 219.
  10. Lawalrée, A., "De plantkunde", in: Robert Halleux et al. (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000, vol. 1, Bruxelles, Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, 253.
  11. Buffel, K., "In Memoriam Walter Robyns", in: Jaarboek 1986, Brussel: KVAB, 243.
  12. "Robyns Walter", in: De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden, Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, 219.