Van de Velde, Albert Jacques Joseph (1871-1956)
Biografie
Van de Velde begon zijn opleiding als middelbare scholier aan het Koninklijk Atheneum van Gent. Hierna schreef hij zich in aan de wetenschapsfaculteit van de Universiteit van Gent. Zijn promotie tot doctor in de natuurwetenschappen volgde in 1893. Van de Velde was ondertussen sinds 1891 als preparotor en daarna als assistent van Théodore Swarts aan de Faculteit Scheikunde van de rijksuniversiteit aan de slag. In 1900 liep hij stage op het Institut Pasteur van Lille. In hetzelfde jaar werd hij benoemd tot bestuurder van het chemisch laboratorium van de stad Gent. Dit ambt bekleedde hij 32 jaar lang. Onder zijn leiding groeide het uit tot een volwaardig chemisch-bacteriologisch analyselaboratorium. Van de Velde richtte een dienst op voor de controle van eetwaren zoals melk, boter, water en brood, voor het bacteriologisch onderzoek ervan en het bestrijden van vervalsingen.
Van de Velde was ook leraar in het technisch onderwijs in Gent. De brouwerijschool, waar hij les gaf, vormde hij om tot het Hoger Instituut voor de Gistingsbedrijven. Hij ontving in 1949 de ere-titel van ingenieur in de gistingsbedrijven. In 1920 benoemde men hem tot docent algemene chemie aan de Rijkslandbouwhogeschool. In 1925 werd Van de Velde aangesteld als titularis van de leergangen microbiologie en scheikunde van de levensmiddelen aan de Faculteit Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit van Gent. In 1932 volgde zijn promotie tot gewoon hoogleraar en in 1938 werd hij tot decaan van de Faculteit Geneeskunde verkozen. In 1941 werd hij toegelaten tot het emeritaat, maar hij werd in 1944 terug in dienst geroepen tot februari 1945 en bij Besluit van de Regent officieel toegelaten tot het emeritaat.
Tijdens de oorlog was Van de Velde lid van de Hoge Raad voor Volksopleiding, raadgever van het provinciaal comité van het Belgische Rode Kruis, provinciaal voorzitter in 1944 en voorzitter in 1948. Na zijn emeritaat zette hij zich in voor de oprichting van het Museum Historiae Scientiarium.[1]
Hij richtte het Museum voor Wetenschap en Techniek op, dat in 1948 te Gent werd geopend.[2]
Van de Velde was stichtend lid van Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten. Binnen de Academie was hij één van de iniatiefnemers van de Bestendige Commissie voor de Geschiedenis van de Wetenschappen. Hij werd voorzitter van deze commissie. Van de Velde was een actief lid van het Kruidkundig Genootschap Dodonaea en was medestichter van het Vlaams Natuur- en Geneeskundig Congres in 1897. Twee jaar lang was hij voorzitter van de Société Chimique de Belgique (1904-1905). Hij werd in 1919 werkend lid en van 1939 tot 1956 ere-lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Van de Velde was ook lid van verschillende internationale genootschappen: Deutsche Chemische Gesellschaft, Société chimique de France, American Chemical Society, Nederlandse Chemische Vereniging, Institut International du Froid en Centre international de Synthèse (section Histoire des Sciences). Van de Velde won verschillende prijzen. Hij was laureaat van de universitaire wedstrijd voor de periode 1893-1895. In 1907 was hij laureaat ARB. Hij werd benoemd tot Ridder wegens Landbouwkundige Verdienste.
Werken
Biochemicus, bacterioloog en historicus van de wetenschappen met publicaties op het gebied van de algemene chemie, organische chemie, analytische chemie, biochemie, microbiologie, enzymologie, voedingsleer, plantenfysiologie, landbouw, wetgeving en geschiedenis van de wetenschappen.[3]
Hij oriënteerde zijn onderzoek in de richting van de enzymologie.[4]
Hij schreef een 12-tal publicaties over het bestrijden van vervalsingen in de voedselproducties, waarbij hij vooral aandacht besteedde aan de wetgeving op dit gebied.
Zijn betrokkenheid bij Dodonaea resulteerde in de publicatie van een verhandeling uit twee delen: De kieming der Spermatophyten.[5]
Vulgarisatie van de wetenschappen
Albert Van de Velde was na de Tweede Wereldoorlog mede verantwoordelijk voor de toenemende belangstelling voor de wetenschapsgeschiedenis. Hij schreef voornamelijk bijdragen over de scheikunde en de biologie. Het was vooral na zijn emeritaat in 1941 dat hij zich inzette voor de vulgarisatie van de wetenschappen in brede lagen van de maatschappij, in het bijzonder steunend op voorbeelden uit de wetenschapsgeschiedenis.
In 1945 publiceerde hij Lichtzuilen uit het verleden, een verzameling biografieën van Yperman, Vesalius, Dodoens, Stevin, van Helmont en Palfijn.
Hij was actief als spreker op talrijke herdenkingen, onder meer bij het vierde eeuwfeest van Simon Stevin in 1948. Voor het bij die gelegenheid gepubliceerde gedenkboek maakte hij een volledige bibliografie op van alle werken die geschreven zijn door en over Stevin.
Tot zijn beste werk behoren de twaalf deeltjes van de Zuid- en Noord-Nederlandsche Bibliographie over Natuur- en Geneeskunde tot 1800, verschenen tussen 1937 en 1941. In 1928 schreef hij een geschiedenis van het Kruidkundig Genootschap Dodonaea (1887-1927) en in 1944 over Het Vlaamsch Natuur- en Geneeskundig Congres van zijn oorsprong in 1897 tot in 1944. In 1942 maakte hij een uitgave van de geschriften van Julius MacLeod.[6]
Publicaties
- "A. J. J. Van de Velde (1871-1956)", in: Theo Luykx (red.), Liber Memorialis 1913-1960. Deel II: Faculteit der Geneeskunde, Gent, 1960, 205-225. Met exhaustieve publicatielijst.
- "Lijst met publicaties catalogus Universiteit van Gent" geconsulteerd op 17/09/2010 om 12u.
Bibliografie
- Thiery, M., "Albert J.J. van de Velde (1871-1956). Polymath, wetenschapshistoricus en stichter van het ‘Museum Historiae Scientiarium’ te Gent". in H. Beukers en R. van Hee (red.), Inleiding in het beoefenen van de ‘geschiedenis der geneeskunde’ in het bijzonder in de Lage Landen (Themanummer Geschiedenis der Geneeskunde 6 (2000), 251-258).
- Gillis, Jan "Van de Velde Albert Jacques Joseph", In: Nationaal Biografisch Woordenboek, vol 5, Brussel: Paleis der Academiën, 1972, kol. 915-918.
- "Portret van A.J. Van de Velde"
Nota’s
- ↑ Jan Gillis, "Van de Velde Albert Jacques Joseph", in: Nationaal Biografisch Woordenboek, vol 5, Brussel: Paleis der Academiën, 1972, kol. 915-918.
- ↑ Vanpaemel, Geert,"Bijlage Wetenschapsgeschiedenis in België", in: Halleux, Robert, Opsomer, Carmélia en Vandersmissen, Jan, Geschiedenis van de wetenschappen in België van de Oudheid tot 1815, Brussel 1998, 430-431.
- ↑ "Van de Velde Albert J.J", In: De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden, Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p.278.
- ↑ Brachet, Jean, "Esquisse d'une histoire de la biochemie, de la biologie cellulaire et de biologie moléculaire en Belgique", In:Florilège des Sciences en Belgique, vol. 2, Brussel, 1980, ARB, p. 313.
- ↑ Gillis, Jan "Van de Velde Albert Jacques Joseph", In: Nationaal Biografisch Woordenboek, vol 5, Brussel: Paleis der Academiën, 1972, kol. 915-918.
- ↑ Vanpaemel, Geert,"Bijlage Wetenschapsgeschiedenis in België", in: Halleux, Robert, Opsomer, Carmélia en Vandersmissen, Jan, Geschiedenis van de wetenschappen in België van de Oudheid tot 1815, Brussel 1998, 430-431.