Difference between revisions of "Vijfjaarlijkse Prijzen van de Belgische regering"

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
m (→‎Een nationaal pantheon van wetenschapstalent)
m (→‎Noten)
 
(54 intermediate revisions by 2 users not shown)
Line 1: Line 1:
−
[[Category:Wetenschappelijke prijzen]][[Category:Creatie 1826-1850]]
+
<div style="text-align:right;">[http://www.bestor.be/wiki/index.php/Prix_Quinquennaux_d%C3%A9cern%C3%A9s_par_le_Gouvernement_belge FR]</div> [[Category:Wetenschappelijke prijzen]][[Category:Creatie 1826-1850]]
−
Prijzen die vanaf 1845/50 door de Belgische overheid werden uitgereikt ter erkenning van uitmuntende werken in verschillende disciplines, waaronder wetenschappen. Aanvankelijk vijfjaarlijks, later tienjaarlijks.
+
Prijzen die vanaf 1845/1851 door de Belgische overheid werden uitgereikt ter erkenning van uitmuntende werken in verschillende disciplines, waaronder wetenschappen. Aanvankelijk vijfjaarlijks, later tienjaarlijks.
  
−
<br/>Frans: Prix quinquennaux décernés par le gouvernement belge<br/>
+
<br/>Frans: ''Prix quinquennaux décernés par le gouvernement belge''<br/>
  
 
<br/>
 
<br/>
 
===Historiek===
 
===Historiek===
 
====Een nationaal pantheon van topwetenschappers====
 
====Een nationaal pantheon van topwetenschappers====
−
In 1851 riep de Belgische overheid, op voorstel van de [[Académie royale des sciences des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique - Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten|Koninklijke Academie]], een vijfjaarlijkse prijskamp voor een uitmuntende werkstuk in de domeinen natuurwetenschappen en de fysica en wiskunde in het leven.<ref>Eerder al had de overheid vijfjaarlijkse prijzen voor de vaderlandse geschiedenis, literatuur, ethiek en politicologie uitgeschreven. Na 1851 werden ook nog driejaarlijkse wedstrijden voor Nederlandstalige en Franstalige dramatiek uitgeschreven. Tegen de jaren 1860 konden Belgische geleerden in maar liefst negen disciplines voor de erkenning van de overheid kampen.</ref> Vanaf 1859 konden ook geleerden uit de medische wetenschappen beginnen hopen om in de prijzen te vallen. Naast glorie verstrekte de staatsprijs hen namelijk ook geldelijke genoegens. In de ogen van de overheid was de concours vooral een gelegenheid om talent van eigen bodem in de kijker te zetten. Dat was mooi meegenomen voor een jonge natie als België, die haar bestaansrecht te bewijzen had.  
+
In 1851 riep de Belgische overheid, op voorstel van de [[Académie royale des sciences des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique - Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten|Koninklijke Academie]], een vijfjaarlijkse prijskamp voor een uitmuntende studie in de domeinen natuurwetenschappen en fysica/wiskunde in het leven.<ref>Eerder al had de overheid vijfjaarlijkse prijzen voor vaderlandse geschiedenis, literatuur en ethiek/politicologie uitgeschreven. Na 1851 werden ook nog driejaarlijkse wedstrijden voor Nederlandstalige en Franstalige dramatiek in het leven geroepen. Tegen de jaren 1860 konden Belgische geleerden in maar liefst negen disciplines voor de erkenning van de overheid kampen.</ref> Vanaf 1859 konden ook geleerden uit de medische wetenschappen gaan hopen om nationale glorie en eer te oogsten.  
  
−
<br/>De invulling van de staatsprijskampen voor de wetenschapsafdelingen viel onder de verantwoordelijkheid van de [[Académie royale des sciences des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique - Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten|Koninklijke Academie]]. De  leden van de Klasse van Wetenschappen zouden de redactie van de verschillende wedstrijdreglementen en het protocol voor de evaluatie van ingezonden werken op zich nemen. De [[Académie royale de médecine de Belgique |Academie voor Geneeskunde]] stond in voor de invulling van de prijskamp in de afdeling medische wetenschappen. Ook de samenstelling van de beoordelingsjury’s van zeven peer reviewers lag volledig in handen van de Academie. Deze jury’s zouden een selectie maken van topwerken die in de loop van de voorbije vijf jaar waren verschenen. Uit dit kruim van de Belgische wetenschapswereld zouden zij, indien mogelijk, een winnend werk aanduiden.  
+
<br/>Naast glorie verschafte de staatsprijs ook aardsere genoegens - een geldsom van vijfduizend frank (KB 1851). Dit was een mooie meevaller voor geleerden die altijd om financiering verlegen zaten. Maar in de ogen van de overheid was de concours bovenal een gelegenheid om talent van eigen bodem in de kijker te zetten. Voor een jong land als België was een dergelijke prijsuitreiking een krachtig instrument voor het bevestigen van een eigen identiteit ten overstaan van de buurlanden.
 +
 
 +
<br/>De invulling van de staatsprijskampen voor de wetenschapsafdelingen viel onder de verantwoordelijkheid van de [[Académie royale des sciences des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique - Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten|Koninklijke Academie]]. De  leden van de Klasse van Wetenschappen zouden de redactie van de verschillende wedstrijdreglementen en het protocol voor de evaluatie van ingezonden werken op zich nemen. De [[Académie royale de médecine de Belgique |Academie voor Geneeskunde]] stond in voor de invulling van de prijskamp in de afdeling medische wetenschappen. Ook de samenstelling van de beoordelingsjury’s van zeven ''peer reviewers'' lag volledig in handen van de Academie. Deze jury’s zouden een selectie maken van topwerken die in de loop van de voorbije vijf jaar waren verschenen. Uit dit kruim van de Belgische wetenschapswereld zouden zij, indien mogelijk, een winnend werk aanduiden. Bij gebrek aan een topper, zouden zij de geldprijs verdelen over min of meer waardevolle werken, bij wijze van stimulans of subsidie.
  
 
<br/>
 
<br/>
  
 
====Wat is topwetenschap?====
 
====Wat is topwetenschap?====
−
Maar wat wás topwetenschap eigenlijk? Volgens de juryleden van de prijs voor wis- en natuurkunde was originaliteit essentieel. Studies die nieuwe ideeën of ontdekkingen lanceerden gaven blijk van het genie van de auteur, en waren daarom superieur aan overzichtswerken die geen zeldzaam talent demonstreerden. Eén jurylid was het daar grondig mee oneens: waarom zouden eruditie en zin voor synthese niet even waardevol zijn als originaliteit? Zijn oordeel werd echter door zijn collega’s niet gevolgd.
+
Maar wat wás topwetenschap eigenlijk? Volgens de juryleden van de prijs voor wis- en natuurkunde was originaliteit essentieel. Studies die nieuwe ideeën of ontdekkingen lanceerden gaven blijk van het genie van de auteur, en waren daarom superieur aan overzichtswerken, die geen zeldzaam talent demonstreerden. Eén jurylid was het daar grondig mee oneens: waarom zouden eruditie en zin voor synthese niet even waardevol zijn als originaliteit? Zijn oordeel werd echter door de collega’s niet gevolgd.
  
−
<br/>In de ogen van de jury was wetenschap bovendien een onderneming die met nobele opoffering gepaard moest gaan. In 1857 plaatsten de juryleden van de natuurwetenschappelijke afdeling de geologische kaart van [[Dumont, André-Hubert (1809-1857) | André Dumont]] buitenspel, omdat dit oeuvre het resultaat van een 18 jaar lang, rijkelijk gesubsidieerde overheidsopdracht was. De auteur had niet zoals de meeste andere geleerden met tijdsgebrek en geldschaarste moeten kampen. Een dergelijk oeuvre laten meedingen zou de strijd dus ongelijk maken en dat was ontoelaatbaar. Kortom, wetenschap bedrijven betekende dus ook: bloed, zweet en tranen storten.
+
<br/>In de ogen van de jury was wetenschap bovendien een onderneming die met nobele opoffering gepaard moest gaan. In 1857 plaatsten de juryleden van de natuurwetenschappelijke afdeling de geologische kaart van [[Dumont, André-Hubert (1809-1857) | André Dumont]] buitenspel, omdat dit oeuvre het resultaat van een 18 jaar lang, rijkelijk gesubsidieerde overheidsopdracht was. De auteur had niet zoals de meeste andere geleerden met tijdsgebrek en geldschaarste gekampt. Een dergelijk oeuvre laten meedingen zou de strijd dus ongelijk maken en dat was ontoelaatbaar. Kortom, topwetenschap bedrijven betekende dus ook: bloed, zweet en tranen storten.<ref>De academie stond met die opvatting niet veraf van de overheid die de prijs als een recompensatie en niet als een subsidie of aanmoediging had geconcipieerd.</ref>
  
−
<br/>De academieleden van de prijskamp van de natuurwetenschappen waren het er ook roerend over eens dat hun staatsprijs enkel zuiver wetenschappelijke onderwerpen mocht bekronen. Toegepaste wetenschap zou het ‘eminent wetenschappelijk karakter’ van de wedstrijd op de helling zetten. De Belgische beleidsmakers dachten daar duidelijk anders over toen ze de prijs voor sierteelt, landbouw- en tuinbouwkunde openstelden. Zij evalueerden topwetenschap dan ook vooral op hun maatschappelijke toepasbaarheid. De académiciens gaven in hun verslag van de eerste prijskamp beleefd hun ongenoegen hierover te kennen. Maar, voegden ze er fijntjes aan toe, omdat toch geen enkel werk in de toegepaste domeinen de kwaliteitsnormen had gehaald was de kwestie niet aan de orde geweest… Ze zou overigens ook nooit aan de orde zijn, want geen enkel landbouw- of tuinbouwkundig werk sleepte ooit een staatsprijs in de wacht. Kortom, de Belgische overheid leverde dan wel het prijzengeld, maar het was de Academie die de facto besliste over de invulling van de prijs en dus over wat ‘topwetenschap’ betekende. Zij polijste dit concept volledig naar eigen smaak.  
+
<br/>De academieleden van de prijskamp van de natuurwetenschappen waren het er ook roerend over eens dat hun staatsprijs enkel zuiver wetenschappelijke onderwerpen mocht bekronen. Toegepaste wetenschap zou het ‘eminent wetenschappelijk karakter’ van de wedstrijd op de helling zetten. De Belgische beleidsmakers dachten daar duidelijk anders over toen ze de prijs voor sierteelt, landbouw- en tuinbouwkunde openstelden. Zij evalueerden topwetenschap dan ook vooral op hun maatschappelijke toepasbaarheid. De académiciens gaven in hun verslag van de eerste prijskamp beleefd hun ongenoegen hierover te kennen. Maar, voegden ze er fijntjes aan toe, omdat toch geen enkel werk in de toegepaste domeinen de kwaliteitsnormen had gehaald was de kwestie niet aan de orde geweest… Ze zou overigens ook nooit aan de orde zijn, want geen enkel landbouw- of tuinbouwkundig werk sleepte ooit een staatsprijs in de wacht. Kortom, de Belgische overheid leverde dan wel het prijzengeld, maar het was de Academie die ''de facto'' besliste over de invulling van de prijs en dus over wat ‘topwetenschap’ betekende. En zij polijste dit concept volledig naar eigen smaak...  
  
−
<br/>Het lijkt erop dat de Prijzen voor de wetenschapsafdelingen rond het einde van de eeuw grondig werden hervormd. Er kwamen meer prijzen, voor een waaier aan disciplines, waaronder dierkunde, zuivere wiskunde, toegepaste wiskunde, mineralogie en geologie. Elk van deze prijzen werd nog slechts om de tien jaren uitgereikt. Meer dan vroeger kon de Staatsprijs nu, naast de bekroning van een specifieke studie, ook een volledige loopbaan van een wetenschapper eren.
+
<br/>Het lijkt erop dat de prijzen voor de wetenschapsafdelingen rond het einde van de eeuw grondig werden hervormd. Er kwamen meer prijskampen, voor een waaier aan disciplines, waaronder dierkunde, zuivere wiskunde, toegepaste wiskunde, mineralogie en geologie. Elk van deze prijzen werd nog slechts om de tien jaren uitgereikt. Meer dan vroeger kon de Staatsprijs nu, naast de bekroning van een specifieke studie, ook een volledige loopbaan van een wetenschapper eren.
 
   
 
   
 
<br/>
 
<br/>
−
====De eerste laureaten====
 
−
[[File: Van Beneden PJ.png|left|180px|Van Beneden, Pierre-Joseph (1809-1894)]][[File: André_Dumont_(1809-1857).jpg|180px|left|André-Hubert Dumont (1809-1857)]] De eerste Staatsprijs in de Natuurwetenschappen voor de periode 1 januari 1847 tot 31 december 1951 bekroonde niet één maar drie laureaten. De jury stelde dat het onmogelijk was geweest om te kiezen tussen werken uit zo uiteenlopende domeinen. Het eerste was de [http://books.google.be/books?id=Qh4OAAAAQAAJ&printsec=frontcover&hl=fr#v=onepage&q&f=false ''Description des animaux fossiles qui se trouvent dans le terrain carbonifère de la Belgique''], van de paleontoloog [[De Koninck, Laurent-Guillaume (1809-1887)|Laurent-Guillaume De Koninck]] (1842-1844 en 1851). De jury loofde onder meer de nauwgezetheid van het werk en de overtuigende presentatie van een aantal nieuwe genres en dat op een nog maagdelijk onderzoeksdomein.<ref>Het supplement dat De Koninck in 1851 toevoegde maakte dat zijn publicatie in aanmerking kwam voor de vijfjaarlijkse prijs. ''Description des animaux fossiles qui se trouvent dans le terrain carbonifère de la Belgique. Supplément'', Luik, 1851.</ref> De Konincks publicatie lag in de lijn van een prijsvraag waarmee de Academie zelf tien jaar eerder het onderzoek naar dit onontgonnen studiegebied had proberen aanzwengelen. De juryleden staken zichzelf dan ook pluimen op de hoed. Op de gedeelde eerste plaats stond ook de [http://gdz.sub.uni-goettingen.de/dms/load/img/?PPN=PPN129323659_0022&DMDID=dmdlog7 "Mémoire sur les terrains ardennais et rhénan de l’Ardenne, du Rhin, du Brabant et du Condroz"], (1847) van de Luikse hoogleraar geologie [[Dumont, André-Hubert (1809-1857) |André Dumont]], dat door de jury als ‘een van de meest opmerkelijke studies in de beschrijvende geognosie’ werd genoemd. Ook de Leuvense mariene bioloog [[Van Beneden, Pierre-Joseph (1809-1894) |Pierre Van Beneden]] sleepte met zijn publicatie waarin hij het tegenbewijs op de theorie van spontane generatie leverde de prijs in de wacht [http://www.biodiversitylibrary.org/item/101746#page/7/mode/1up (''Recherches sur la faune littorale de Belgique: Les vers cestoïdes'', 1850).
 
  
−
[[File: Plateau.JPG|left|180px|Plateau, Joseph-Antoine-Ferdinand (1801-1883)]] <br/>De jury van de eerste Staatsprijs in de Wis- en Natuurkunde, voor de periode 1 januari 1849 tot 31 december 1953, had heel wat minder moeite om een winnaar aan te duiden, ook al omdat er in dit domein weinig concurrentie was. De logische keuze was de mémoire Sur les phénomènes que présente une masse liquide libre et soutraite à l’action de la pesanteur (1843 en 1849), waarin de befaamde fysicus [[Plateau, Joseph-Antoine-Ferdinand (1801-1883) |Joseph Plateau]] zijn procedé om vloeistoffen aan de zwaartekracht te onttrekken uiteenzet. De jury, onder voorzitterschap van [[Quetelet, Lambert-Adolphe-Jacques (1796-1874) |Adolphe Quetelet]] loofde het werk omdat het door zijn studie van de oppervlakteverschijnselen een nieuw elan aan het onderzoek van de moleculaire aantrekkingskrachten had gegeven.  Plateau had daarmee de wetenschappelijke reputatie van België  in het buitenland vergroot.<ref>De andere leden van de jury waren de wiskundige [[Steichen, Michel (1804-1891) |Michel Steichen]], [[Brasseur, Jean-Baptiste (1802-1868) | Jean-Baptiste Brasseur]], Lamarle, H. Valerius, Martens, en L. De Koninck. ([[De Koninck, Laurent-Guillaume (1809-1887)|Laurent-Guillaume De Koninck]] ?)[[</ref> Het rapport van de jury vermeldde geen andere kandidaten. Die waren er klaarblijkelijk niet. Dit geeft goed aan in wat voor armoede het Belgisch natuurkundig onderzoek op dit moment verkeerde.
+
===De eerste laureaten===
 +
<gallery perrow="4" widths="220" heights="200">
 +
File:André_Dumont_(1809-1857).jpg| '''André Dumont, Staatsprijs voor Natuurwetenschappen 1851'''
 +
File:Van Beneden PJ.png|'''Pierre Van Beneden, Staatsprijs voor Natuurwetenschappen 1851'''
 +
File:De_Koninck.JPG|'''Laurent De Koninck, Staatsprijs voor Natuurwetenschappen 1851'''
 +
File:Plateau.JPG|'''Joseph Plateau, Staatsprijs voor Wis- en Natuurkunde 1853'''
 +
</gallery>
 +
De eerste Staatsprijs in de Natuurwetenschappen voor de periode 1847-1951 bekroonde niet één maar drie laureaten. De jury stelde dat het onmogelijk was geweest om te kiezen tussen werken uit zo uiteenlopende domeinen. Het eerste was de [http://books.google.be/books?id=Qh4OAAAAQAAJ&printsec=frontcover&hl=fr#v=onepage&q&f=false ''Description des animaux fossiles qui se trouvent dans le terrain carbonifère de la Belgique''], van de paleontoloog [[De Koninck, Laurent-Guillaume (1809-1887)|Laurent-Guillaume De Koninck]] (1842-1844 en 1851). De jury loofde onder meer de nauwgezetheid van het werk en de overtuigende presentatie van een aantal nieuwe genres en dat op een nog maagdelijk onderzoeksdomein.<ref>Het supplement dat De Koninck in 1851 toevoegde maakte dat zijn publicatie in aanmerking kwam voor de vijfjaarlijkse prijs. ''Description des animaux fossiles qui se trouvent dans le terrain carbonifère de la Belgique. Supplément'', Luik, 1851.</ref> De Konincks publicatie lag in de lijn van een prijsvraag waarmee de Academie zelf tien jaar eerder het onderzoek naar dit onontgonnen studiegebied had proberen aanzwengelen. De juryleden staken zichzelf dan ook pluimen op de hoed.
 +
 
 +
<br/>Op de gedeelde eerste plaats stond ook de [http://gdz.sub.uni-goettingen.de/dms/load/img/?PPN=PPN129323659_0022&DMDID=dmdlog7 ''Mémoire sur les terrains ardennais et rhénan de l’Ardenne, du Rhin, du Brabant et du Condroz''], (1847) van de Luikse hoogleraar geologie [[Dumont, André-Hubert (1809-1857) |André Dumont]], dat door de jury als ‘een van de meest opmerkelijke studies in de beschrijvende geognosie’ werd genoemd. Ook de Leuvense mariene bioloog [[Van Beneden, Pierre-Joseph (1809-1894) |Pierre Van Beneden]] sleepte met zijn publicatie waarin hij het tegenbewijs op de theorie van spontane generatie leverde de prijs in de wacht [http://www.biodiversitylibrary.org/item/101746#page/7/mode/1up (''Recherches sur la faune littorale de Belgique: Les vers cestoïdes'', 1850)].
 +
 
 +
<br/>De jury van de eerste Staatsprijs in de Wis- en Natuurkunde, voor de periode 1849-1953, had heel wat minder moeite om een winnaar aan te duiden, ook al omdat er in dit domein weinig concurrentie was. De logische keuze was de mémoire ''Sur les phénomènes que présente une masse liquide libre et soutraite à l’action de la pesanteur'' (1843 en 1849), waarin de befaamde fysicus [[Plateau, Joseph-Antoine-Ferdinand (1801-1883) |Joseph Plateau]] zijn procedé om vloeistoffen aan de zwaartekracht te onttrekken uiteenzet. De jury, onder voorzitterschap van [[Quetelet, Lambert-Adolphe-Jacques (1796-1874) |Adolphe Quetelet]] loofde het werk onder meer omdat het de wetenschappelijke reputatie van België  in het buitenland had vergroot.<ref>De andere leden van de jury waren de wiskundige [[Steichen, Michel (1804-1891) |Michel Steichen]], [[Brasseur, Jean-Baptiste (1802-1868) | Jean-Baptiste Brasseur]], Lamarle, H. Valerius, Martens, en L. De Koninck. ([[De Koninck, Laurent-Guillaume (1809-1887)|Laurent-Guillaume De Koninck]]?)</ref> Het rapport van de jury vermeldde geen andere kandidaten. Die waren er klaarblijkelijk niet. Dit geeft goed de armoede weer waarin het Belgisch natuurkundig onderzoek op dit moment verkeerde.
 +
 
 +
<br clear ="all">
 +
 
 +
===Latere laureaten===
 +
'''Vijfjaarlijkse prijs van de Belgische Regering voor Natuurlijke Wetenschappen - Prix Quinquennal des Sciences Naturelles décerné par le gouvernement belge'''
 +
*1ste periode (1847-1851): [[De Koninck, Laurent-Guillaume (1809-1887)|Laurent-Guillaume De Koninck]] - [[Dumont, André-Hubert (1809-1857) |André Dumont]] - [[Van Beneden, Pierre-Joseph (1809-1894) |Pierre Van Beneden]]
 +
*2de periode (1852-1856): [[Kickx, Jean (1803-1864)|Jean Kickx]], ''Recherches pour servir à la flore cryptogamique des Flandres'', 1810-1855 – [[Selys Longchamps, Michel-Edmond baron de (1818-1900)|De Selys-Longchamps]], ''Monographie des Caloptérygines'', 1854 - [[De Koninck, Laurent-Guillaume (1809-1887)|Laurent-Guillaume De Koninck]], ''Recherches sur les Crinoïdes du terrain carbonifère de la Belgique'' - [[Wesmael, Constantin (1798-1872)|Constantin Wesmael]], verscheidene notities in de ''Bulletins de l'Académie'', die voortbouwen op zijn publicatie ''Tentamen Ichneumonum Belgii'', in de ''Mémoires de l'Académie'' (1845)
 +
*3de periode (1857-1861):[[Van Beneden, Pierre-Joseph (1809-1894) |Pierre Van Beneden]], ''Recherches sur la faune littoral de la Belgique'', 1861<ref>De Staatsprijzen werden vanaf 1859 ondeelbaar.</ref>
 +
*4de periode (1862-1866):[[Van Beneden, Pierre-Joseph (1809-1894) |Pierre Van Beneden]], ''Recherches sur la faune littorale de la Belgique'', 1866
 +
*5de periode (1867-1871): [[Carnoy, Jean-Baptiste (1836-1899) | Jean-Baptiste Carnoy]]
 +
*6de periode (1872-1876):[[Van Beneden, Édouard Joseph Louis Marie (1846-1910)|Edouard Van Beneden]]
 +
*7de periode (1877-1881): [[De Koninck, Laurent-Guillaume (1809-1887)|Laurent-Guillaume De Koninck]]
 +
*8ste periode (1882-1886): [[Van Beneden, Édouard Joseph Louis Marie (1846-1910)|Edouard Van Beneden]]
 +
*9de periode (1887-1891): [[Van Beneden, Édouard Joseph Louis Marie (1846-1910)|Edouard Van Beneden]]<br/>Hierna vervangen door Tienjaarlijkse Prijzen.
 +
 
 +
<br/>'''Vijfjaarlijkse  prijs van de Belgische Regering voor Wis- en Natuurkundige wetenschappen - Prix Quinquennal des Sciences Physiques et Mathémathiques décerné par le gouvernement belge'''
 +
*1ste periode (1849-1853): [[Plateau, Joseph-Antoine-Ferdinand (1801-1883)|Joseph Plateau]]
 +
*2de periode (1854-1858): Geen winnaar
 +
*3de periode (1859-1863): [[Stas, Jean-Servais (1813-1891) |Jan Stas]], ''Recherches sur les rapports réciproques des poids atomiques''
 +
*4de periode (1864-1868): [[Plateau, Joseph-Antoine-Ferdinand (1801-1883)|Joseph Plateau]], ''Recherches sur les figures d'équilibre'', de negen laatste delen (1856-1868) (bedoeld als loopbaanbekroning)
 +
*5de periode (1869-1873): [[Gloesener, Michel (1794-1876) |Michel Gloesener]]
 +
*6de periode (1874-1878): [[Houzeau de Lehaie, Jean-Charles (1820-1888) |Jean-Charles Houzeau de Lehaie]]
 +
*7de periode (1879-1883): [[Le Paige, Constantin Marie Michel (1852-1929) |Constantin Le Paige]]
 +
*8ste periode (1884-1888): [[Spring, Walthère-Victor (1848-1911) |Walthère Spring]]
 +
*9de periode (1889-1893): [[Massau, Junius (1852-1909)|Massau Junius]]<br/>Hierna vervangen door Tienjaarlijkse Prijzen.
 +
 
 +
<br/>'''Tienjaarlijkse prijs van de Belgische Regering voor Fysica en Chemie - Prix décennal des Sciences Physiques et Chimiques décerné par le gouvernement belge'''
 +
<br/>Opvolger  van Vijfjaarlijkse Prijs voor Wis- en Natuurkunde
 +
*Overgangsperiode (1894-1898): [[Henry, Louis (1834-1913)|Louis Henry]] (chemie)
 +
*2de periode (1899-1908): [[Van der Mensbrugghe, Gustave-Léonard (1835-1911) |Gustave Van der Mensbrugghe]] (natuurkunde)
 +
*3de periode (1909-1918): [[Swarts, Frédéric Jean Edmond (1866-1940) |Frédéric Swarts]] (chemie)
 +
*4de periode (1919-1928): [[Bruylants, Pierre Joseph Marie Louis (1885-1950) |Pierre Bruylants]] (chemie)
 +
 
 +
<br/>'''Tienjaarlijkse prijs van de Belgische Regering voor Chemie - Prix décennal de Chimie décerné par le gouvernement belge'''
 +
*1steperiode (1929-1938): [[Mund, Walter Émile Marie (1892-1956)|Walter Mund]]
 +
*2de periode (1939-1948): [[Jungers, Joseph-Charles (1908-1993)|Joseph-Charles Jungers]]
 +
<br/>
 +
*xde periode (1960-1970): [[Smets, Georges (1915-1991)|Georges Smets]]
 +
 
 +
<br/>'''Tienjaarlijkse Prijs van de Belgische Regering voor Natuurkunde - Prix décennal de Physique décerné par le gouvernement belge'''
 +
*1ste periode (1919-1928): [[Verschaffelt, Jules Émile (1870-1955) |Jules Verschaffelt]] (Uitgereikt in 1931)<ref> Ten gevolge van een conflict over de toekenning van de Prijs 1919-1928 aan Pierre Bruylants werd de staatsprijs voor Fysica en Chemie in 1931 in twee aparte concours gedeeld. De uitslag werd onterecht beschouwd, omdat men verwachtte dat jaar een natuurkundige gekroond te zien. Het dispuut mondde uit in een fikse communautaire rel.</ref>
 +
*2de periode (1929-1938): [[Manneback, Charles Lambert Marie Joseph (1894-1975) |Charles Manneback]]
 +
*3de periode (1939-1948): [[Van Itterbeek, Augustinus Franciscus (1904-1968)|Augustinus Van Itterbeek]]
 +
 
 +
 
 +
<br/>'''Tienjaarlijkse prijs van de Belgische Regering voor Zuivere wiskunde - Prix décennal des Mathématiques Pures décerné par le gouvernement belge'''
 +
*1ste periode (1894-1903): [[Vallée Poussin, Charles-Jean Gustave Nicolas baron de la (1866-1962)|Charles-Jean de la Vallée Poussin]]
 +
*2de periode (1904-1913): [[Demoulin, Alphonse Adolphe Auguste (1869-1947) |Alphonse Demoulin]] (Uitgereikt in 1919)
 +
*3de periode (1914-1923): [[Vallée Poussin, Charles-Jean Gustave Nicolas baron de la (1866-1962)|Charles-Jean de la Vallée Poussin]]
 +
*4de periode (1924-1933): [[Servais, Clément Joseph (1862-1935)|Clément Servais]]. Bedoeld als een loopbaanbekroning
 +
*5de periode (1934-1943): [[Godeaux, Lucien Auguste (1887-1975)|Lucien Godeaux]] (Uitgereikt in 1950)
 +
*6de periode (1944-1953): [[Lepage, Théophile Henri Joseph (1901-1991) |Théophile Lepage]]
 +
*7de periode (1954-1963): ?
  
 
<br/>
 
<br/>
−
====Latere laureaten====
+
'''Tienjaarlijkse prijs van de Belgische Regering voor Toegepaste wiskundige wetenschappen - Prix décennal des Mathématiques Appliquées décerné par le gouvernement belge'''
−
'''Vijfjaarlijkse Staatsprijs in de Natuurwetenschappen''':
+
*1ste periode (1894-1902): [[Césaro, Giuseppe Raimondo Pio (1849-1939)|Giuseppe Cesaro]]
−
*Periode 1 januari 1852 tot 31 december 1856:  
+
*2de periode (1903-1912): [[Stroobant, Paul Henri (1868-1936)|Paul Stroobant]]
−
[[Kickx, Jean (1803-1864) |Kickx], Recherches pour servir à la flore cryptogamique des Flandres, 1810-1855 – [[Selys Longchamps, Michel-Edmond baron de (1818-1900) |De Selys-Longchamps Monographie des Caloptérygines (1854) - [[De Koninck, Laurent-Guillaume (1809-1887)|Laurent-Guillaume De Koninck]], Recherches sur les Crinoïdes du terrain carbonifère de la Belgique. En Wesmael, verscheidene notities in de Bulletins de l'Académie, die voortbouwen op zijn publicatie Tentamen Ichneumonum Belgii, in de Mémoires de l'Académie (1845)
+
*3de periode (1913-1922): [[De Donder, Théophile Ernest (1872-1957) |Theophile de Donder]]
−
*Periode 1 januari 1857 tot 31 december 1861: Pierre Van Beneden, Recherches sur la faune littéraire de la Belgique, 1861<ref>De Staatsprijzen werden vanaf 1859 ondeelbaar.</ref>
+
*4de periode (1923-1932): [[Hanocq, Charles|Charles Hanocq]]
−
*Periode 1 januari 1862 tot 31 december 1866: Pierre Van Beneden, Recherches sur la faune littorale de la Belgique. 1866 ? met eervolle vermeldingen voor Dupont en Chapuis
+
*5de periode (1932-1942): [[Lemaître, Georges Henri Joseph Édouard (1894-1966)|Georges Lemaître]]
 +
*6de periode (1943-1952): [[Van den Dungen, François Henri Antoine (1898-1965)|Frans Van den Dungen]]
 +
*7de periode (1953-1962): [[Ledoux, Paul Joseph (1914-1988)|Paul Ledoux]]
 +
 +
<br/>'''Tienjaarlijkse prijs van de Belgische Regering voor Plantkundige Wetenschappen - Prix décennal des Sciences Botaniques décerné par le gouvernement belge'''
 +
<br/>Opvolger van Vijfjaarlijkse Prijs voor Natuurlijke wetenschappen
 +
*Overgangsperiode (1892-1898): [[Cogniaux, Alfred (1841-1916) |Alfred Cogniaux]]
 +
*2de periode (1899-1908): [[ Massart, Jean Baptiste (1865-1925) | Jean Massart]]
 +
*3de periode (1909-1918): [[Marchal, Élie (1839-1923)|Elie Marchal]] en [[Marchal, Émile Jules Joseph (1871-1954) |Emile Marchal]]
 +
*4de periode (1919-1928): [[Wildeman, Émile Auguste Joseph de (1866-1947) |Emile de Wildeman]]
 +
*5de periode (1929-1938): Geen winnaar
 +
*6de periode (1939-1948): [[ Martens, Pierre (1895-1981)|Pierre Martens]]
 +
*?? : [[Hauman, Lucien Léon (1880-1965)|Lucien Hauman]]
 +
 +
<br/>'''Tienjaarlijkse Prijs van de Belgische regering voor Dierkundige Wetenschappen - Prix décennal des Sciences Zoologiques décerné par le gouvernement belge'''
 +
*1ste periode (1892-1901): [[Bambeke, Charles Eugène Marie van (1829-1918)|Charles van Bambeke]]
 +
*2de periode (1902-1911): [[Pelseneer, Paul (1863-1945)|Paul Pelseneer]]
 +
*3de periode (1912-1921): [[Lameere, Auguste Alfred Lucien Gaston (1864-1942)|Auguste Lameere]]
 +
*4de periode (1922-1931): [[Willem, Victor Antoine Joseph (1866-1952)|Victor Willem]], ''Les manoeuvres respiratoires chez les Poissons et les Amphibiens''
 +
*5de periode (1932-1941): [[Frédéricq, Henri Robert Antoine (1887-1980)|Henri Frédéricq]]
 +
*6de periode  (1942-1951): [[Brien, Paul Louis Philippe (1894-1975)|Paul Brien]]
  
−
<br/>'''Vijfjaarlijkse  Staatsprijs in de Wis- en Natuurkunde'''
+
<br/>'''Tienjaarlijkse Prijs van de Belgische Regering voor Mineralogische (delfstofkundige) Wetenschappen – Prix décennal des Sciences Minéralogiques décerné par le gouvernement belge''' (Geologie?)
−
*Periode 1 januari 1854 tot 31 december 1958: geen winnaar
+
Opvolger  van Vijfjaarlijkse prijs voor natuurwetenschappen
−
*Periode 1 januari 1859 tot 31 december 1963: Jan stas, Recherches sur les rapports réciproques des poids atomiques.
+
*Overgangsperiode (1892-1896): [[Briart, Alphonse (1825-1896)|Alphonse Briart]], ''La géologie des environs de Fontaine-l'Êvêque et de Landelies'' (1894)
−
*Periode 1 januari 1864 tot 31 december 1968: Joseph Plateau., Recherches sur les figures d'équilibre, de negen laatste delen (1856-1868) De prijsuitreiking kwam op die manier bijna neer op een lifetime achievement award.
+
*2de periode (1897-1906): [[Lohest, Maximin Marie Joseph (1857-1926)|Maximin Lohest]]
−
Met eervolle vermeldingen voor Gloesener en Stas.<ref>Gloesener,Traité général des applications de l'électricité (tome III), Gloesener, De l'Importance du principe du renversement du cou rant, etc., (deel 2); Stas, Recherches nouvelles sur les lois des proportions chi miques, Plateau. Recherches sur les figures d'équilibre d'une masse liquide sans pesanteur.</ref>
+
*3de periode (1907-1916): [[Cornet, Jules (1865-1929)|Jules Cornet]], ''Tectonique et morphologie du Katanga'' (1908) (Uitgereikt in 1920)
 +
*4de periode (1917-1926): [[Renier, Armand Marie Vincent Joseph (1876-1951)|Armand Renier]]
 +
*5de periode (1927-1936): [[Polinard, Edmond Pierre Joseph (1891-1954) |Edmond Polinard]]
 +
*6de periode (1937-1946): [[Asselberghs, Étienne, Paul, Charles (1889-1959) |Etienne Asselberghs]] ''L'Eodevonien de l'Ardenne et de ses régions voisines''
 +
*7de periode  (1947-1956): ?
 +
*xde periode: [[Lecompte, Marius Joseph (1902-1970)|Marius Lecompte]]
  
−
'''Vijfjaarlijkse Staatsprijs in de Medische wetenschappen''':
+
<br/>
−
*Periode 1 januari 1856 tot 31 december 1960: Van Kempen, Manuel d'anatomie générale (1860), en Expériences physiologiques sur- la transmission de la sen sibilité et du mouvement dans la moelle épinière (1859)
+
'''Vijfjaarlijkse Prijs van de Belgische Regering voor Medische Wetenschappen - Prix Quinquennal des Sciences Médicales décerné par le gouvernement belge''':
−
*Periode 1 januari 1861 tot 31 december 1965: geen winnaar
+
*1ste periode (1856-1860): Van Kempen, ''Manuel d'anatomie générale'' (1860) en ''Expériences physiologiques sur- la transmission de la sensibilité et du mouvement dans la moelle épinière'' (1859)
 +
*2de periode (1861-1965): Geen winnaar
 +
*3de periode (1866-1870): ?
 +
*4de periode (1870-1875): [[Masius, Jean-Baptiste-Nicolas-Voltaire (1836-1912)|Jean-Baptiste Masius]]
 +
*xde periode (1886-1890): [[Vanlair, Constant François (1839-1914)|Constant Vanlair]]
 +
*1906 : [[Bordet, Jules Jean Baptiste Vincent (1870-1961) |Jules Bordet]]
 +
*1910 : [[Nolf, Pierre Adrien Émile Louis (1873-1953)|Pierre Nolf]]
 +
*xde periode (1941-1945): [[Dalcq, Albert Maurice Antoine (1893-1973)|Albert Dalcq]]
 +
*1972: [[Brachet, Jean Louis Auguste (1909-1988)|Jean Brachet]]
  
 
<br/>
 
<br/>
  
 
===Referenties===
 
===Referenties===
−
*[https://books.google.be/books?id=O4lBAAAAcAAJ&printsec=frontcover&hl=nl&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=onepage&q&f=false Les prix Quinquennaux et Triennaux en Belgique: rapports officiels 1850-1870], Brussel, 1870.
+
*''Archief Académie Royale de Belgique'', Archives Contemporaines [1816], Administration générale, Prix.
−
*Archief Académie Royale de Belgique, Archives Contemporaines [1816], Administration générale, Prix.
+
*[https://books.google.be/books?id=O4lBAAAAcAAJ&printsec=frontcover&hl=nl&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=onepage&q&f=false ''Les prix Quinquennaux et Triennaux en Belgique: rapports officiels 1850-1870''], Brussel, 1870.  
 
* Vanpaemel, Geert, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0012.htm ''De natuurkunde''], in: {{Halleux 1}}, 125 en 130-131.
 
* Vanpaemel, Geert, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0012.htm ''De natuurkunde''], in: {{Halleux 1}}, 125 en 130-131.
−
* Dewalque, G., Les sciences minérales devant les jurys des prix quinquennaux des sciences naturelles, Brussel, 1897.  
+
* Dewalque, G., ''Les sciences minérales devant les jurys des prix quinquennaux des sciences naturelles'', Brussel, 1897.  
−
* [http://opteron1.kbr.be/gif/LOT/74373_1_1_27/74373_1_1_27_024.pdf  Tableau général des prix quinquennaux de la Classe des lettres: annexe au rapport de la Commission mixte daté du 7 novembre], s.l., 1881.
+
* [http://opteron1.kbr.be/gif/LOT/74373_1_1_27/74373_1_1_27_024.pdf  ''Tableau général des prix quinquennaux de la Classe des lettres: annexe au rapport de la Commission mixte daté du 7 novembre''], s.l., 1881.
−
*Gachard, [ http://opteron1.kbr.be/gif/LOT/86897_1_17/86897_1_17_006.pdf Rapport aux classes des sciences et des lettres sur le réglement des prix quinquennaux], 1851.
+
*Gachard, [http://opteron1.kbr.be/gif/LOT/86897_1_17/86897_1_17_006.pdf ''Rapport aux classes des sciences et des lettres sur le réglement des prix quinquennaux''], 1851.
  
 
<br/>
 
<br/>
 +
 
===Noten===
 
===Noten===
−
<references>
 

Latest revision as of 07:53, 12 February 2018

Prijzen die vanaf 1845/1851 door de Belgische overheid werden uitgereikt ter erkenning van uitmuntende werken in verschillende disciplines, waaronder wetenschappen. Aanvankelijk vijfjaarlijks, later tienjaarlijks.


Frans: Prix quinquennaux décernés par le gouvernement belge


Historiek

Een nationaal pantheon van topwetenschappers

In 1851 riep de Belgische overheid, op voorstel van de Koninklijke Academie, een vijfjaarlijkse prijskamp voor een uitmuntende studie in de domeinen natuurwetenschappen en fysica/wiskunde in het leven.[1] Vanaf 1859 konden ook geleerden uit de medische wetenschappen gaan hopen om nationale glorie en eer te oogsten.


Naast glorie verschafte de staatsprijs ook aardsere genoegens - een geldsom van vijfduizend frank (KB 1851). Dit was een mooie meevaller voor geleerden die altijd om financiering verlegen zaten. Maar in de ogen van de overheid was de concours bovenal een gelegenheid om talent van eigen bodem in de kijker te zetten. Voor een jong land als België was een dergelijke prijsuitreiking een krachtig instrument voor het bevestigen van een eigen identiteit ten overstaan van de buurlanden.


De invulling van de staatsprijskampen voor de wetenschapsafdelingen viel onder de verantwoordelijkheid van de Koninklijke Academie. De leden van de Klasse van Wetenschappen zouden de redactie van de verschillende wedstrijdreglementen en het protocol voor de evaluatie van ingezonden werken op zich nemen. De Academie voor Geneeskunde stond in voor de invulling van de prijskamp in de afdeling medische wetenschappen. Ook de samenstelling van de beoordelingsjury’s van zeven peer reviewers lag volledig in handen van de Academie. Deze jury’s zouden een selectie maken van topwerken die in de loop van de voorbije vijf jaar waren verschenen. Uit dit kruim van de Belgische wetenschapswereld zouden zij, indien mogelijk, een winnend werk aanduiden. Bij gebrek aan een topper, zouden zij de geldprijs verdelen over min of meer waardevolle werken, bij wijze van stimulans of subsidie.


Wat is topwetenschap?

Maar wat wás topwetenschap eigenlijk? Volgens de juryleden van de prijs voor wis- en natuurkunde was originaliteit essentieel. Studies die nieuwe ideeën of ontdekkingen lanceerden gaven blijk van het genie van de auteur, en waren daarom superieur aan overzichtswerken, die geen zeldzaam talent demonstreerden. Eén jurylid was het daar grondig mee oneens: waarom zouden eruditie en zin voor synthese niet even waardevol zijn als originaliteit? Zijn oordeel werd echter door de collega’s niet gevolgd.


In de ogen van de jury was wetenschap bovendien een onderneming die met nobele opoffering gepaard moest gaan. In 1857 plaatsten de juryleden van de natuurwetenschappelijke afdeling de geologische kaart van André Dumont buitenspel, omdat dit oeuvre het resultaat van een 18 jaar lang, rijkelijk gesubsidieerde overheidsopdracht was. De auteur had niet zoals de meeste andere geleerden met tijdsgebrek en geldschaarste gekampt. Een dergelijk oeuvre laten meedingen zou de strijd dus ongelijk maken en dat was ontoelaatbaar. Kortom, topwetenschap bedrijven betekende dus ook: bloed, zweet en tranen storten.[2]


De academieleden van de prijskamp van de natuurwetenschappen waren het er ook roerend over eens dat hun staatsprijs enkel zuiver wetenschappelijke onderwerpen mocht bekronen. Toegepaste wetenschap zou het ‘eminent wetenschappelijk karakter’ van de wedstrijd op de helling zetten. De Belgische beleidsmakers dachten daar duidelijk anders over toen ze de prijs voor sierteelt, landbouw- en tuinbouwkunde openstelden. Zij evalueerden topwetenschap dan ook vooral op hun maatschappelijke toepasbaarheid. De académiciens gaven in hun verslag van de eerste prijskamp beleefd hun ongenoegen hierover te kennen. Maar, voegden ze er fijntjes aan toe, omdat toch geen enkel werk in de toegepaste domeinen de kwaliteitsnormen had gehaald was de kwestie niet aan de orde geweest… Ze zou overigens ook nooit aan de orde zijn, want geen enkel landbouw- of tuinbouwkundig werk sleepte ooit een staatsprijs in de wacht. Kortom, de Belgische overheid leverde dan wel het prijzengeld, maar het was de Academie die de facto besliste over de invulling van de prijs en dus over wat ‘topwetenschap’ betekende. En zij polijste dit concept volledig naar eigen smaak...


Het lijkt erop dat de prijzen voor de wetenschapsafdelingen rond het einde van de eeuw grondig werden hervormd. Er kwamen meer prijskampen, voor een waaier aan disciplines, waaronder dierkunde, zuivere wiskunde, toegepaste wiskunde, mineralogie en geologie. Elk van deze prijzen werd nog slechts om de tien jaren uitgereikt. Meer dan vroeger kon de Staatsprijs nu, naast de bekroning van een specifieke studie, ook een volledige loopbaan van een wetenschapper eren.


De eerste laureaten

  • André Dumont, Staatsprijs voor Natuurwetenschappen 1851

  • Pierre Van Beneden, Staatsprijs voor Natuurwetenschappen 1851

  • Laurent De Koninck, Staatsprijs voor Natuurwetenschappen 1851

  • Joseph Plateau, Staatsprijs voor Wis- en Natuurkunde 1853

De eerste Staatsprijs in de Natuurwetenschappen voor de periode 1847-1951 bekroonde niet één maar drie laureaten. De jury stelde dat het onmogelijk was geweest om te kiezen tussen werken uit zo uiteenlopende domeinen. Het eerste was de Description des animaux fossiles qui se trouvent dans le terrain carbonifère de la Belgique, van de paleontoloog Laurent-Guillaume De Koninck (1842-1844 en 1851). De jury loofde onder meer de nauwgezetheid van het werk en de overtuigende presentatie van een aantal nieuwe genres en dat op een nog maagdelijk onderzoeksdomein.[3] De Konincks publicatie lag in de lijn van een prijsvraag waarmee de Academie zelf tien jaar eerder het onderzoek naar dit onontgonnen studiegebied had proberen aanzwengelen. De juryleden staken zichzelf dan ook pluimen op de hoed.


Op de gedeelde eerste plaats stond ook de Mémoire sur les terrains ardennais et rhénan de l’Ardenne, du Rhin, du Brabant et du Condroz, (1847) van de Luikse hoogleraar geologie André Dumont, dat door de jury als ‘een van de meest opmerkelijke studies in de beschrijvende geognosie’ werd genoemd. Ook de Leuvense mariene bioloog Pierre Van Beneden sleepte met zijn publicatie waarin hij het tegenbewijs op de theorie van spontane generatie leverde de prijs in de wacht (Recherches sur la faune littorale de Belgique: Les vers cestoïdes, 1850).


De jury van de eerste Staatsprijs in de Wis- en Natuurkunde, voor de periode 1849-1953, had heel wat minder moeite om een winnaar aan te duiden, ook al omdat er in dit domein weinig concurrentie was. De logische keuze was de mémoire Sur les phénomènes que présente une masse liquide libre et soutraite à l’action de la pesanteur (1843 en 1849), waarin de befaamde fysicus Joseph Plateau zijn procedé om vloeistoffen aan de zwaartekracht te onttrekken uiteenzet. De jury, onder voorzitterschap van Adolphe Quetelet loofde het werk onder meer omdat het de wetenschappelijke reputatie van België in het buitenland had vergroot.[4] Het rapport van de jury vermeldde geen andere kandidaten. Die waren er klaarblijkelijk niet. Dit geeft goed de armoede weer waarin het Belgisch natuurkundig onderzoek op dit moment verkeerde.


Latere laureaten

Vijfjaarlijkse prijs van de Belgische Regering voor Natuurlijke Wetenschappen - Prix Quinquennal des Sciences Naturelles décerné par le gouvernement belge


Vijfjaarlijkse prijs van de Belgische Regering voor Wis- en Natuurkundige wetenschappen - Prix Quinquennal des Sciences Physiques et Mathémathiques décerné par le gouvernement belge


Tienjaarlijkse prijs van de Belgische Regering voor Fysica en Chemie - Prix décennal des Sciences Physiques et Chimiques décerné par le gouvernement belge
Opvolger van Vijfjaarlijkse Prijs voor Wis- en Natuurkunde


Tienjaarlijkse prijs van de Belgische Regering voor Chemie - Prix décennal de Chimie décerné par le gouvernement belge



Tienjaarlijkse Prijs van de Belgische Regering voor Natuurkunde - Prix décennal de Physique décerné par le gouvernement belge



Tienjaarlijkse prijs van de Belgische Regering voor Zuivere wiskunde - Prix décennal des Mathématiques Pures décerné par le gouvernement belge


Tienjaarlijkse prijs van de Belgische Regering voor Toegepaste wiskundige wetenschappen - Prix décennal des Mathématiques Appliquées décerné par le gouvernement belge


Tienjaarlijkse prijs van de Belgische Regering voor Plantkundige Wetenschappen - Prix décennal des Sciences Botaniques décerné par le gouvernement belge
Opvolger van Vijfjaarlijkse Prijs voor Natuurlijke wetenschappen


Tienjaarlijkse Prijs van de Belgische regering voor Dierkundige Wetenschappen - Prix décennal des Sciences Zoologiques décerné par le gouvernement belge


Tienjaarlijkse Prijs van de Belgische Regering voor Mineralogische (delfstofkundige) Wetenschappen – Prix décennal des Sciences Minéralogiques décerné par le gouvernement belge (Geologie?) Opvolger van Vijfjaarlijkse prijs voor natuurwetenschappen


Vijfjaarlijkse Prijs van de Belgische Regering voor Medische Wetenschappen - Prix Quinquennal des Sciences Médicales décerné par le gouvernement belge:

  • 1ste periode (1856-1860): Van Kempen, Manuel d'anatomie générale (1860) en Expériences physiologiques sur- la transmission de la sensibilité et du mouvement dans la moelle épinière (1859)
  • 2de periode (1861-1965): Geen winnaar
  • 3de periode (1866-1870): ?
  • 4de periode (1870-1875): Jean-Baptiste Masius
  • xde periode (1886-1890): Constant Vanlair
  • 1906 : Jules Bordet
  • 1910 : Pierre Nolf
  • xde periode (1941-1945): Albert Dalcq
  • 1972: Jean Brachet


Referenties


Noten

  1. ↑ Eerder al had de overheid vijfjaarlijkse prijzen voor vaderlandse geschiedenis, literatuur en ethiek/politicologie uitgeschreven. Na 1851 werden ook nog driejaarlijkse wedstrijden voor Nederlandstalige en Franstalige dramatiek in het leven geroepen. Tegen de jaren 1860 konden Belgische geleerden in maar liefst negen disciplines voor de erkenning van de overheid kampen.
  2. ↑ De academie stond met die opvatting niet veraf van de overheid die de prijs als een recompensatie en niet als een subsidie of aanmoediging had geconcipieerd.
  3. ↑ Het supplement dat De Koninck in 1851 toevoegde maakte dat zijn publicatie in aanmerking kwam voor de vijfjaarlijkse prijs. Description des animaux fossiles qui se trouvent dans le terrain carbonifère de la Belgique. Supplément, Luik, 1851.
  4. ↑ De andere leden van de jury waren de wiskundige Michel Steichen, Jean-Baptiste Brasseur, Lamarle, H. Valerius, Martens, en L. De Koninck. (Laurent-Guillaume De Koninck?)
  5. ↑ De Staatsprijzen werden vanaf 1859 ondeelbaar.
  6. ↑ Ten gevolge van een conflict over de toekenning van de Prijs 1919-1928 aan Pierre Bruylants werd de staatsprijs voor Fysica en Chemie in 1931 in twee aparte concours gedeeld. De uitslag werd onterecht beschouwd, omdat men verwachtte dat jaar een natuurkundige gekroond te zien. Het dispuut mondde uit in een fikse communautaire rel.
Retrieved from "https://www.bestor.be/wiki_nl/index.php?title=Vijfjaarlijkse_Prijzen_van_de_Belgische_regering&oldid=20816"