Difference between revisions of "Marchandise, Clément (1864-1909)"
m (→Biografie) |
m |
||
(5 intermediate revisions by the same user not shown) | |||
Line 1: | Line 1: | ||
− | <div style="text-align:right;">[FR]</div> | + | <div style="text-align:right;">[https://www.bestor.be/wiki/index.php/Marchandise,_Cl%c3%a9ment_(1864-1909) FR]</div> |
− | + | [[File:Marchandise clement.png|right|350px|Bron: "Clément Marchandise", in: La Tribune Horticole, 4, (1909), 775-776.]] [[category:Wetenschappers]][[category:Plantkundigen]][[category:Geboorte 1851-1875]][[category:Botanische tuinen]][[category: Beleidsexperten-Ambtenaren]] | |
Plantkundige, tuinbouwkundige en medewerker aan de [[Nationale plantentuin van België – Jardin botanique national de Belgique|Jardin botanique de Bruxelles]]. Geboren in 1864 in Aineffe en gestorven in 1909. | Plantkundige, tuinbouwkundige en medewerker aan de [[Nationale plantentuin van België – Jardin botanique national de Belgique|Jardin botanique de Bruxelles]]. Geboren in 1864 in Aineffe en gestorven in 1909. | ||
<br/> | <br/> | ||
===Biografie=== | ===Biografie=== | ||
− | Marchandises opleiding liep van de middelbare school in Waremme naar de Rijkstuinbouwschool van Vilvoorde, waar hij in 1887 een diploma van tuinbouwkundige behaalde. Hij kreeg in hetzelfde jaar een positie in de school aangeboden. In de daaropvolgende drie jaar klom hij er op tot tuinier, ''chef-de-culture'' en ten slotte tot docent bloementeelt en plantkunde, ter vevanging van leraal Duchesne. Marchandises praktisch geïnspireerde artikels over tuinbouwkunde werden door het ministerie van Landbouw opgemerkt. In opdracht van minister Maurice Van der Bruggen maakte hij verschillende studiereizen, onder meer naar de Botanische tuin van Kew, waarvan een verslag in het ''Bulletin de l’Agriculture'' werd opgenomen.<ref> "Rapport sur un voyage d’études relatives à l’horticulture entrepris en Angleterre en avril 1901", in: ''Bulletin de l’Agriculture'', 17 (1901), 535-551.</ref>Het ministerie beriep zich ook op zijn diensten bij het uitwerken van bloemendecoratieprojecten voor de spoorwegstations. In 1902 werd Marchandise daarenboven aangesteld om hoogleraar [[Laurent, Émile Ghislain (1861-1904)|Emile Laurent]], die op studiereis naar Congo vertrok, te vervangen. En in hetzelfde jaar benoemde de landbouwminister Marchandise tot adjunct chef-de-culture onder Louis Lubbers in de [[Nationale plantentuin van België – Jardin botanique national de Belgique|Rijksplantentuin]].<ref>Zijn benoeming werd geregeld door het koninklijk besluit van 31 januari 1902.</ref> Marchandises taak bestond erin om de experimentele en siergewassen en later ook de koude serres en tuinen te onderhouden. Met het oog op een grote herinrichting van de Plantentuin ondernam Marchandise in de zomer van 1903 een studiereis langs de botanische tuinen van Nancy, Zurich, Genève en Frankfurt. Ook dit maal toonde hij een grote belangstelling voor de decoratieve inrichting van de tuinen.<ref>Het verslag van deze reis verscheen eveneens in de ''Bulletin de l’ Agriculture''. "Compte rendu d’un voyage d’études entrepris en août et septembre 1902", 19 (1903), 1209-1227.</ref> In 1903 werd Marchandise gepromoveerd tot ‘chef-de-culture’, ter vervanging van de op pensioengestelde Lubbers. Hij werd bovendien belast met het beheer over de collectie van [[Massart, Jean Baptiste (1865-1925)|Jean Massart]]. | + | Marchandises opleiding liep van de middelbare school in Waremme naar de Rijkstuinbouwschool van Vilvoorde, waar hij in 1887 een diploma van tuinbouwkundige behaalde. Hij kreeg in hetzelfde jaar een positie in de school aangeboden. In de daaropvolgende drie jaar klom hij er op tot tuinier, ''chef-de-culture'' en ten slotte tot docent bloementeelt en plantkunde, ter vevanging van leraal Duchesne. Marchandises praktisch geïnspireerde artikels over tuinbouwkunde werden door het ministerie van Landbouw opgemerkt. In opdracht van minister Maurice Van der Bruggen maakte hij verschillende studiereizen, onder meer naar de Botanische tuin van Kew, waarvan een verslag in het ''Bulletin de l’Agriculture'' werd opgenomen.<ref> "Rapport sur un voyage d’études relatives à l’horticulture entrepris en Angleterre en avril 1901", in: ''Bulletin de l’Agriculture'', 17 (1901), 535-551.</ref> Het ministerie beriep zich ook op zijn diensten bij het uitwerken van bloemendecoratieprojecten voor de spoorwegstations. In 1902 werd Marchandise daarenboven aangesteld om hoogleraar [[Laurent, Émile Ghislain (1861-1904)|Emile Laurent]], die op studiereis naar Congo vertrok, te vervangen. En in hetzelfde jaar benoemde de landbouwminister Marchandise tot adjunct chef-de-culture onder Louis Lubbers in de [[Nationale plantentuin van België – Jardin botanique national de Belgique|Rijksplantentuin]].<ref>Zijn benoeming werd geregeld door het koninklijk besluit van 31 januari 1902.</ref> Marchandises taak bestond erin om de experimentele en siergewassen en later ook de koude serres en tuinen te onderhouden. Met het oog op een grote herinrichting van de Plantentuin ondernam Marchandise in de zomer van 1903 een studiereis langs de botanische tuinen van Nancy, Zurich, Genève en Frankfurt. Ook dit maal toonde hij een grote belangstelling voor de decoratieve inrichting van de tuinen.<ref>Het verslag van deze reis verscheen eveneens in de ''Bulletin de l’ Agriculture''. "Compte rendu d’un voyage d’études entrepris en août et septembre 1902", 19 (1903), 1209-1227.</ref> In 1903 werd Marchandise gepromoveerd tot ‘chef-de-culture’, ter vervanging van de op pensioengestelde Lubbers. Hij werd bovendien belast met het beheer over de collectie van [[Massart, Jean Baptiste (1865-1925)|Jean Massart]]. |
<br/>Met Marchandise verzekerde de Plantentuin zich van een geprivilegieerd contact met de tuinbouwsector en tuinbouwkundige persorganen. Als redacteur van ''La Tribune Horticole'', veelschrijver van artikels over tuinbouwkunde in ''Revue de l’Horticulture Belge et Etrangère'' en als conferencier was Marchandise namelijk een gekend figuur in de Belgische tuinbouw. Marchandise introduceerde in de Plantentuin de ideeën van esthetiek en decoratie, tegenover de rigide wetenschappelijke indelingen in systematische plantenbedden. Hij creëerde er een ornamentele Italiaanse tuin. Ook hield Marchandise vanaf 1903 zijn educatieve conferenties over sierteelt ook in de lokalen van de Plantentuin. Het daaropvolgende jaar werd deze lessenreeks uitgebreid met andere tuinbouwkundige thema’s. Marchandise was het ook die het bestuur van de Plantentuin aanraadde om sierplanten te kweken en tuinbouwkundig onderzoek te doen. In 1908 ruilde Marchandise de Plantentuin in voor een positie als inspecteur bij de zopas opgerichte tuinbouwkundige afdeling van de Landbouwkundige Dienst (Office Rural) aan het ministerie van Landbouw.<ref>Marchandise had zelf voor de oprichting van deze dienst geijverd.</ref> Zijn cumulatie van verschillende functies – hij was op dat moment nog steeds docent aan de landbouwschool van Vilvoorde en conferencier – zette kwaad bloed bij sommigen die het katholieke ministerie partijpolitieke voortrekkerij verweten. Ook beweerden kwatongen dat Marchandise zijn vader, een tuinbouwer, bevoordeelde bij overheidsopdrachten. | <br/>Met Marchandise verzekerde de Plantentuin zich van een geprivilegieerd contact met de tuinbouwsector en tuinbouwkundige persorganen. Als redacteur van ''La Tribune Horticole'', veelschrijver van artikels over tuinbouwkunde in ''Revue de l’Horticulture Belge et Etrangère'' en als conferencier was Marchandise namelijk een gekend figuur in de Belgische tuinbouw. Marchandise introduceerde in de Plantentuin de ideeën van esthetiek en decoratie, tegenover de rigide wetenschappelijke indelingen in systematische plantenbedden. Hij creëerde er een ornamentele Italiaanse tuin. Ook hield Marchandise vanaf 1903 zijn educatieve conferenties over sierteelt ook in de lokalen van de Plantentuin. Het daaropvolgende jaar werd deze lessenreeks uitgebreid met andere tuinbouwkundige thema’s. Marchandise was het ook die het bestuur van de Plantentuin aanraadde om sierplanten te kweken en tuinbouwkundig onderzoek te doen. In 1908 ruilde Marchandise de Plantentuin in voor een positie als inspecteur bij de zopas opgerichte tuinbouwkundige afdeling van de Landbouwkundige Dienst (Office Rural) aan het ministerie van Landbouw.<ref>Marchandise had zelf voor de oprichting van deze dienst geijverd.</ref> Zijn cumulatie van verschillende functies – hij was op dat moment nog steeds docent aan de landbouwschool van Vilvoorde en conferencier – zette kwaad bloed bij sommigen die het katholieke ministerie partijpolitieke voortrekkerij verweten. Ook beweerden kwatongen dat Marchandise zijn vader, een tuinbouwer, bevoordeelde bij overheidsopdrachten. | ||
− | <br/> Marchandise zetelde een tijdlang in de adviesraad van de Rijksplantentuin. Hij was lid van de Association des | + | <br/> Marchandise zetelde een tijdlang in de adviesraad van de Rijksplantentuin. Hij was lid van de [[Association des anciens élèves de l'Ecole de Horticulture de l'Etat de Vilvorde]]. |
<br /> | <br /> | ||
Line 23: | Line 23: | ||
===Bibliografie=== | ===Bibliografie=== | ||
* "Clément Marchandise", in: ''La Tribune Horticole'', 4, (1909), 775-776. | * "Clément Marchandise", in: ''La Tribune Horticole'', 4, (1909), 775-776. | ||
+ | *Diagre, Denis, ''Le Jardin botanique de Bruxelles. 1826-1912. Reflet de la Belgique, enfant de l'Afrique'', Brussel: Académie royale de Belgique. Editions, 2012, diverse pagina's zie index. | ||
+ | <br/> | ||
− | |||
===Noten=== | ===Noten=== | ||
− | <references> | + | <references/> |
Latest revision as of 15:05, 19 February 2021
Plantkundige, tuinbouwkundige en medewerker aan de Jardin botanique de Bruxelles. Geboren in 1864 in Aineffe en gestorven in 1909.
Contents
Biografie
Marchandises opleiding liep van de middelbare school in Waremme naar de Rijkstuinbouwschool van Vilvoorde, waar hij in 1887 een diploma van tuinbouwkundige behaalde. Hij kreeg in hetzelfde jaar een positie in de school aangeboden. In de daaropvolgende drie jaar klom hij er op tot tuinier, chef-de-culture en ten slotte tot docent bloementeelt en plantkunde, ter vevanging van leraal Duchesne. Marchandises praktisch geïnspireerde artikels over tuinbouwkunde werden door het ministerie van Landbouw opgemerkt. In opdracht van minister Maurice Van der Bruggen maakte hij verschillende studiereizen, onder meer naar de Botanische tuin van Kew, waarvan een verslag in het Bulletin de l’Agriculture werd opgenomen.[1] Het ministerie beriep zich ook op zijn diensten bij het uitwerken van bloemendecoratieprojecten voor de spoorwegstations. In 1902 werd Marchandise daarenboven aangesteld om hoogleraar Emile Laurent, die op studiereis naar Congo vertrok, te vervangen. En in hetzelfde jaar benoemde de landbouwminister Marchandise tot adjunct chef-de-culture onder Louis Lubbers in de Rijksplantentuin.[2] Marchandises taak bestond erin om de experimentele en siergewassen en later ook de koude serres en tuinen te onderhouden. Met het oog op een grote herinrichting van de Plantentuin ondernam Marchandise in de zomer van 1903 een studiereis langs de botanische tuinen van Nancy, Zurich, Genève en Frankfurt. Ook dit maal toonde hij een grote belangstelling voor de decoratieve inrichting van de tuinen.[3] In 1903 werd Marchandise gepromoveerd tot ‘chef-de-culture’, ter vervanging van de op pensioengestelde Lubbers. Hij werd bovendien belast met het beheer over de collectie van Jean Massart.
Met Marchandise verzekerde de Plantentuin zich van een geprivilegieerd contact met de tuinbouwsector en tuinbouwkundige persorganen. Als redacteur van La Tribune Horticole, veelschrijver van artikels over tuinbouwkunde in Revue de l’Horticulture Belge et Etrangère en als conferencier was Marchandise namelijk een gekend figuur in de Belgische tuinbouw. Marchandise introduceerde in de Plantentuin de ideeën van esthetiek en decoratie, tegenover de rigide wetenschappelijke indelingen in systematische plantenbedden. Hij creëerde er een ornamentele Italiaanse tuin. Ook hield Marchandise vanaf 1903 zijn educatieve conferenties over sierteelt ook in de lokalen van de Plantentuin. Het daaropvolgende jaar werd deze lessenreeks uitgebreid met andere tuinbouwkundige thema’s. Marchandise was het ook die het bestuur van de Plantentuin aanraadde om sierplanten te kweken en tuinbouwkundig onderzoek te doen. In 1908 ruilde Marchandise de Plantentuin in voor een positie als inspecteur bij de zopas opgerichte tuinbouwkundige afdeling van de Landbouwkundige Dienst (Office Rural) aan het ministerie van Landbouw.[4] Zijn cumulatie van verschillende functies – hij was op dat moment nog steeds docent aan de landbouwschool van Vilvoorde en conferencier – zette kwaad bloed bij sommigen die het katholieke ministerie partijpolitieke voortrekkerij verweten. Ook beweerden kwatongen dat Marchandise zijn vader, een tuinbouwer, bevoordeelde bij overheidsopdrachten.
Marchandise zetelde een tijdlang in de adviesraad van de Rijksplantentuin. Hij was lid van de Association des anciens élèves de l'Ecole de Horticulture de l'Etat de Vilvorde.
Publicaties
- "Rapport sur un voyage d’études relatives à l’horticulture entrepris en Angleterre en avril 1901", in: Bulletin de l’Agriculture, 17(1901), 535-551.
- "Compte rendu d’un voyage d’études entrepris en août et septembre 1902", in: Bulletin de lAgriculture, 19 (1903), 1209-1227.
- Conseils pratiques pour la decoration florale des stations [de chemin de fer], Brussel, 1906
- Traite de floriculture : culture des plantes d’appartement, de serre froide et d’orangerie, Brussel, 1906
- La culture des plantes sur les fenêtres des classes et des préaux dans les écoles, Brussel.
Bibliografie
- "Clément Marchandise", in: La Tribune Horticole, 4, (1909), 775-776.
- Diagre, Denis, Le Jardin botanique de Bruxelles. 1826-1912. Reflet de la Belgique, enfant de l'Afrique, Brussel: Académie royale de Belgique. Editions, 2012, diverse pagina's zie index.
Noten
- ↑ "Rapport sur un voyage d’études relatives à l’horticulture entrepris en Angleterre en avril 1901", in: Bulletin de l’Agriculture, 17 (1901), 535-551.
- ↑ Zijn benoeming werd geregeld door het koninklijk besluit van 31 januari 1902.
- ↑ Het verslag van deze reis verscheen eveneens in de Bulletin de l’ Agriculture. "Compte rendu d’un voyage d’études entrepris en août et septembre 1902", 19 (1903), 1209-1227.
- ↑ Marchandise had zelf voor de oprichting van deze dienst geijverd.