Difference between revisions of "Soete, Walter (1912-2002)"

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
(Biografie)
m
 
(14 intermediate revisions by 2 users not shown)
Line 1: Line 1:
 +
<div style="text-align:right;">[https://www.bestor.be/wiki/index.php/Soete,_Walter_(1912-2002) FR]</div>
 +
[[category:Wetenschappers]][[category:Geboorte 1901-1925]] [[category: Ingenieurs]] [[category:Burgerlijk Bouwkundige Ingenieurs]] [[category:Professoren]] [[category:Professor aan de RUG]][[category: Leden KVAB]]
 
Burgerlijk bouwkundig ingenieur gespecialiseerd in lastechnieken, geboren te Blankenberge op 28 februari 1912 en overleden te Merelbeke op 20 december 2002.
 
Burgerlijk bouwkundig ingenieur gespecialiseerd in lastechnieken, geboren te Blankenberge op 28 februari 1912 en overleden te Merelbeke op 20 december 2002.
  
[[category:Wetenschappers]][[category:Geboorte 1901-1925]] [[category: Ingenieurs]] [[category:Burgerlijke Bouwkundige Ingenieurs]] [[category:Professoren]] [[category:Professor aan de RUG]]
 
<br/>
 
 
===Biografie===
 
===Biografie===
Walter Soete werd geboren te Blankenberge op 28 februari 1912. Hij volgde middelbaar onderwijs in Blankenberge en Oostende. Hij studeerde voor ingenieur aan de [[Rijksuniversiteit van Gent]]. Hij nam actief deel aan de strijd om de vernederlandsing van de Rijksuniversiteit van Gent. Zo was hij voorzitter van de Vlaamse Technische Kring.<br/>
+
Walter Soete werd geboren te Blankenberge op 28 februari 1912. Hij volgde middelbaar onderwijs in Blankenberge en Oostende. Hij studeerde voor ingenieur aan de [[Rijksuniversiteit van Gent]]. Hij nam als student actief deel aan de strijd om de vernederlandsing van de Rijksuniversiteit van Gent. Zo was hij voorzitter van de Vlaamse Technische Kring.<br/>
In 1934 promoveerde hij tot burgerlijk bouwkundig ingenieur, waarbij hij één van de eerste was die uitsluitend in het nederlands was opgeleid. [[De Beer, Edward (1911-1994)|Edward De Beer]] was een generatiegenoot.
+
In 1934 promoveerde hij tot burgerlijk bouwkundig ingenieur, waarbij hij één van de eerste was die uitsluitend in het nederlands was opgeleid. [[De Beer, Edward (1911-1994)|Edward De Beer]] was een generatiegenoot. Walter Soete vervulde zijn dienstplicht in het 1ste artillerie regiment gelegerd te Gent. Nadien werd hij benoemd tot assistent van professor J.Goossens aan het ''Laboratorium voor Weerstand van Materialen'', dit labo was opgericht in 1890. <br/>
Hij vervulde zijn dienstplicht bij het 1ste artillerie regiment gelegerd te Gent. <br/>
+
In het academiejaar 1938-1939 ging hij met een beurs studeren aan de ''Ecole Supérieure de Soudure Autogène''. Hij promoveerde hier tot ''Ingénieur Soudeur''. Hij nam deel aan de 18-daagse veldtocht en na een korte krijgsgevangenschap keerde hij terug naar de Rijksuniversiteit van Gent. <br/>
Nadien werd hij benoemd tot assistent van professor J.Goossens aan het ''Laboratorium voor Weerstand van Materialen'', dit labo was opgericht in 1890. <br/>
+
Hij werd op 1 oktober 1941 bevorderd tot werkleider. In juni 1942 werd hij geassocieerde van het [[Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek|NFWO]]. Hij leidde van 1 februari 1943 tot eind 1945 tijdelijk de Wetenschappelijke Dienst van het ''Belgisch Instituut voor Lastechniek''. Nadien vertrok hij op studieverblijf naar de USA. Na zijn terugkeer uit de USA doceerde hij de postuniversitaire cursus over ''propriétés physico-chimiques des métaux en rapport avec la soudabilité''. <br/>
In het academiejaar 1938-1939 ging hij met een beurs studeren aan de ''Ecole Supérieure de Soudure Autogène''. Hij promoveerde hier tot ''Ingénieur Soudeur''. <br/>
+
Op 1 januari 1946 werd hij benoemd tot docent en belast met de cursus ''veerkracht en weerstandsvermogen van materiaal''. In 1950 werd hij hoogleraar.<ref> Vandepitte, Daniël, "Soete Walter", In: ''Nationaal Biografisch Woordenboek'', vol. 19, Brussel: Paleis der Academiën, 2002, kol. 848-854.</ref> <br/>
Hij nam deel aan de 18-daagse veldtocht en na een korte krijgsgevangenschap keerde hij terug naar de Rijksuniversiteit van Gent. <br/>
+
Hij doceerde ook de sterkteleer, de materiaalkennis en de lastechniek.<ref> Vandepitte, Daniël, "In memoriam Walter Soete", In:''Jaarboek 2003'', Brussel: KVAB, p. 138-141.</ref> In 1946 werd hij benoemd tot directeur van Laboratorium voor Weerstand van Materialen.  Walter Soete leidde dit laboratorium tot aan zijn emeritaat in 1982. Het laboratorium werd in hetzelfde jaar herdoopt tot ''Laboratorium Professor Soete voor Weerstand van Materialen en Lastechniek''. <br/>
Hij werd op 1 oktober 1941 bevorderd tot werkleider. In juni 1942 werd hij geassocieerde van het [[Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek|NFWO]]. <br/>
+
Vanaf 1 oktober 1957 was hij verbonden aan de pas opgerichte Faculteit van de Toegepaste Wetenschappen. Vanaf 3 maart 1966 bekleedde hij de leerstoel ''Weerstand van Materialen en Lastechnologie''. <br/>
Hij leidde van 1 februari 1943 tot eind 1945 tijdelijk de Wetenschappelijke Dienst van het ''Belgisch Instituut voor Lastechniek''. Nadien vertrok hij op studieverblijf naar de USA. <br/>
+
Hij vervulde ook een aantal administratieve functies aan de Rijksuniversiteit van Gent. Van 1961 tot 1962 was hij secretaris van de Faculteit Toegepaste Wetenschappen. Hij was van 1964 tot 1966 decaan van de Faculteit Toegepaste Wetenschappen aan de [[Rijksuniversiteit van Gent]]. Hij was ook lid van de Raad van Bestuur van de universiteit. De Faculteit droeg hem naar voren als kandidaat voor het rectorschap, maar hij sloeg het aanbod af. <br/>
Na zijn terugkeer uit de USA doceerde hij de postuniversitaire cursus over ''propriétés physico-chimiques des métaux en rapport avec la soudabilité''.   <br/>
+
Hij had ook banden met de bedrijfswereld.  Twee dochterinstellingen van Fabrimetal, met name het ''Onderzoekscentrum van het Belgisch Instituut voor Lastechniek'' en de sector ketelbouw van het ''Centrum voor Wetenschappelijk en Technisch onderzoek van de metaalverwerkende nijverheid'', vestigden zich in het laboratorium van Soete. Hij was ook lid van de Technische Raad van Seco, een controlebureau, dat de veiligheid van nieuwe bouwwerken natrekt en waarvan de ingenieurs hem raadpleegden over lasaangelegenheden. <ref>Vandepitte, Daniël, "Soete Walter", In: ''Nationaal Biografisch Woordenboek'', vol. 19, Brussel: Paleis der Academiën, 2002, kol. 848-854.</ref> <br/>
Op 1 januari 1946 werd hij benoemd tot docent en belast met het vak ''veerkracht en weerstandsvermogen van materiaal''. In 1950 werd hij hoogleraar. <ref>Daniël, Vandepitte,"Soete Walter", In: ''Nationaal Biografisch Woordenboek'', vol. 19, Brussel: Paleis der Academiën, 2002, kol. 848-854.</ref> <br/>
 
Hij doceerde ook de sterkteleer, de materiaalkennis en de lastechniek.<ref> Daniël, Vandepitte, "In memoriam Walter Soete", In:''Jaarboek 2003'', Brussel: KVAB, p. 138-141.</ref> <br/>
 
In 1946 werd hij benoemd tot directeur van Laboratorium voor Weerstand van Materialen.  Walter Soete leidde dit laboratorium tot aan zijn emeritaat in 1982. Het laboratorium werd in hetzelfde jaar herdoopt tot ''Laboratorium Professor Soete voor Weerstand van Materialen en Lastechniek''. <br/>
 
Vanaf 1 oktober 1957 was hij verbonden aan de pas opgerichte Faculteit van de Toegepaste Wetenschappen. <br/>
 
Vanaf 3 maart 1966 bekleedde hij de leerstoel ''Weerstand van Materialen en Lastechnologie''.
 
Hij vervulde ook een aantal administratieve functies aan de Rijksuniversiteit van Gent. Van 1961 tot 1962 was hij secretaris van de Faculteit Toegepaste Wetenschappen. Hij was van 1964 tot 1966 decaan van de Faculteit Toegepaste Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit van Gent. Hij was ook lid van de Raad van Bestuur van de universiteit. De Faculteit droeg hem naar voren als kandidaat voor het rectorschap, maar hij sloeg het aanbod af. <br/>
 
<br/>
 
Hij had ook duidelijke linken met de bedrijfswereld.  Twee dochterinstellingen van Fabrimetal, met name het ''Onderzoekscentrum van het Belgisch Instituut voor Lastechniek'' en de sector ketelbouw van het ''Centrum voor Wetenschappelijk en Technisch onderzoek van de metaalverwerkende nijverheid'', vestigden zich in het laboratorium van Soete. Hij was ook lid van de Technische Raad van Seco, een controlebureau, dat de veiligheid van nieuwe bouwwerken natrekt en waarvan de ingenieurs hem raadpleegden over lasaangelegenheden. <ref>Daniël, Vandepitte, “Soete, Walter”, In: ''Nationaal Biografisch Woordenboek'', vol. 19, Brussel: Paleis der Academiën, 2002, kol. 848-854.</ref> <br/>
 
 
Hij overleed te Merelbeke op 20 december 2002.<br/>
 
Hij overleed te Merelbeke op 20 december 2002.<br/>
<br/>
 
 
Hij werd op 12 oktober 1977 corresponderend lid van de [[Académie royale des sciences des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique - Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten|Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten]], werkend lid op 3 november 1982, bestuurder in 1987 en erelid in 1988.<ref> "Walter Soete", In: ''De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden'', Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p. 241.</ref><br/>
 
Hij werd op 12 oktober 1977 corresponderend lid van de [[Académie royale des sciences des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique - Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten|Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten]], werkend lid op 3 november 1982, bestuurder in 1987 en erelid in 1988.<ref> "Walter Soete", In: ''De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden'', Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p. 241.</ref><br/>
 
Hij was in 1947 een van de stichter van het ''International Institute of Wielding'' en hij was van 1969-1972 president van dit genootschap. Hij was van 1959-1961 voorzitter van de [[Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging]]. Hij was ook erelid van het ''Koninklijk Instituut voor Ingenieurs'' (Nederland), van de ''Deutscher Verband für Schweisztechnik'', van het ''Institut de Soudure'' (Parijs), van het ''British Welding Institute'' en van het ''Belgisch Instituut voor Normalisatie''.<br/>
 
Hij was in 1947 een van de stichter van het ''International Institute of Wielding'' en hij was van 1969-1972 president van dit genootschap. Hij was van 1959-1961 voorzitter van de [[Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging]]. Hij was ook erelid van het ''Koninklijk Instituut voor Ingenieurs'' (Nederland), van de ''Deutscher Verband für Schweisztechnik'', van het ''Institut de Soudure'' (Parijs), van het ''British Welding Institute'' en van het ''Belgisch Instituut voor Normalisatie''.<br/>
Hij won verschillende prijzen: hij ontving de ere-penning voor speurwerk van het ''Nederlands Instituut voor Lastechniek'', het erediploma van het ''Tsjechoslovaaks Instituut voor Lastechniek'', een ''Adams Memorial Award'' van de ''American Welding Society''(1976), een ''Special Award'' van ''Japanse Welding Society'' (1976) en een ''Silver Certificate'' van de ''Society for Experimental Stress Analysis''. In 1978 was hij titularis van de [[Francqui-leerstoel]] aan de [[KUL]]. In 1990 won hij de [[Prijs van de Vlaamse Gemeenschap]].<br/>
+
Hij won verschillende prijzen: hij ontving de ere-penning voor speurwerk van het ''Nederlands Instituut voor Lastechniek'', het erediploma van het ''Tsjechoslovaaks Instituut voor Lastechniek'', een ''Adams Memorial Award'' van de ''American Welding Society'' (1976), een ''Special Award'' van de ''Japanse Welding Society'' (1976) en een ''Silver Certificate'' van de ''Society for Experimental Stress Analysis''. In 1978 was hij titularis van de [[Francqui-leerstoel]] aan de [[Universiteit van Leuven|Katholieke Universiteit van Leuven]]. In 1990 won hij de [[Prijs van de Vlaamse Gemeenschap]].<br/>
Hij ontving een eredoctoraat van de Technische Universiteit van Delft. <ref>Daniël, Vandepitte, "Soete, Walter", In: ''Nationaal Biografisch Woordenboek'', vol. 19, Brussel: Paleis der Academiën, 2002, kol. 848-854.</ref> <br/>
+
Hij ontving een eredoctoraat van de Technische Universiteit van Delft.<ref> Vandepitte, Daniël, "Soete, Walter", In: ''Nationaal Biografisch Woordenboek'', vol. 19, Brussel: Paleis der Academiën, 2002, kol. 848-854.</ref> <br/>
 
<br/>
 
<br/>
  
 
===Werken===
 
===Werken===
Het ontstaan van de lastechniek ging gepaard met een aantal moeilijkheden, zo braken een aantal gelaste schepen op zee middendoor.  Deze problemen ondermijnden het vertrouwen in de lastechniek. Walter Soete bestudeerde deze moeilijkheden.
+
Het ontstaan van de lastechniek ging gepaard met een aantal moeilijkheden, zo braken een aantal gelaste schepen op zee middendoor.  Deze problemen ondermijnden het vertrouwen in de lastechniek. Walter Soete bestudeerde deze moeilijkheden. Hij publiceerde over rekmetingen, de moiré-methode ter bestudering van elastische en plastische vervormingen, de bepaling en de relaxatie van eigenspanningen en hun uitwerking op het gedrag van constructiedelen, vermoeiing van lasverbindingen en van drukvaten, de invloed van lage en van hoge temperaturen, lasbaarheid van staal, lasprocessen, lasfouten, scheurvoring en scheurvoortplanting, de brosse breuken en de breukmechanica.<br/>
Hij publiceerde over rekmetingen, de moiré-methode ter bestudering van elastische en plastische vervormingen, de bepaling en de relaxatie van eigenspanningen en hun uitwerking op het gedrag van constructiedelen, vermoeiing van lasverbindingen en van drukvaten, de invloed van lage en van hoge temperaturen, lasbaarheid van staal, lasprocessen, lasfouten, scheurvoring en scheurvoortplanting, de brosse breuken en de breukmechanica.<br/>
+
Hij bedacht en vervaardigde zelf proeftuigen, onder meer een proefbank met een trekvermogen van 6000 ton.  Hij was dan ook een grote voorstander van experimenten. Daarnaast schreef hij samen met zijn medewerkers lastechnische richtlijnen, die nu gangbaar zijn.<ref> Vandepitte, Daniël,"In memoriam Walter Soete", In:''Jaarboek 2003'', Brussel: KVAB, p. 138-141.</ref><br/>  
Hij bedacht en vervaardigde zelf proeftuigen, onder meer een proefbank met een trekvermogen van 6000 ton.  Hij was dan ook een grote voorstander van experimenten. Daarnaast schreef hij samen met zijn medewerkers lastechnische richtlijnen, die nu gangbaar zijn.<ref> Daniël, Vandepitte,"In memoriam Walter Soete", In:''Jaarboek 2003'', Brussel: KVAB, p. 138-141.</ref><br/>  
 
 
<br/>
 
<br/>
 
 
===Publicaties===
 
===Publicaties===
 
* [http://www.ugent.be/nl/voorzieningen/bronnen/archief/inventaris/persoonsarchieven/archievenoverzicht_personen.pdf Overzicht personen archief]  
 
* [http://www.ugent.be/nl/voorzieningen/bronnen/archief/inventaris/persoonsarchieven/archievenoverzicht_personen.pdf Overzicht personen archief]  
Line 41: Line 30:
  
 
===Bibliografie===
 
===Bibliografie===
* Daniël, Vandepitte, "In memoriam Walter Soete", In:''Jaarboek 2003'', Brussel: KVAB, p. 138-141.
+
* Vandepitte, Daniël, "In memoriam Walter Soete", In:''Jaarboek 2003'', Brussel: KVAB, p. 138-141.
* Daniël, Vandepitte, "Soete, Walter", In: ''Nationaal Biografisch Woordenboek'', vol. 19, Brussel: Paleis der Academiën, 2002, kol. 848-854.
+
* Vandepitte, Daniël, "Soete, Walter", In: ''Nationaal Biografisch Woordenboek'', vol. 19, Brussel: Paleis der Academiën, 2002, kol. 848-854.<br/>
 
<br/>
 
<br/>
 +
 
===Nota’s===
 
===Nota’s===
 
<references/>
 
<references/>

Latest revision as of 13:55, 25 March 2021

Burgerlijk bouwkundig ingenieur gespecialiseerd in lastechnieken, geboren te Blankenberge op 28 februari 1912 en overleden te Merelbeke op 20 december 2002.

Biografie

Walter Soete werd geboren te Blankenberge op 28 februari 1912. Hij volgde middelbaar onderwijs in Blankenberge en Oostende. Hij studeerde voor ingenieur aan de Rijksuniversiteit van Gent. Hij nam als student actief deel aan de strijd om de vernederlandsing van de Rijksuniversiteit van Gent. Zo was hij voorzitter van de Vlaamse Technische Kring.
In 1934 promoveerde hij tot burgerlijk bouwkundig ingenieur, waarbij hij één van de eerste was die uitsluitend in het nederlands was opgeleid. Edward De Beer was een generatiegenoot. Walter Soete vervulde zijn dienstplicht in het 1ste artillerie regiment gelegerd te Gent. Nadien werd hij benoemd tot assistent van professor J.Goossens aan het Laboratorium voor Weerstand van Materialen, dit labo was opgericht in 1890.
In het academiejaar 1938-1939 ging hij met een beurs studeren aan de Ecole Supérieure de Soudure Autogène. Hij promoveerde hier tot Ingénieur Soudeur. Hij nam deel aan de 18-daagse veldtocht en na een korte krijgsgevangenschap keerde hij terug naar de Rijksuniversiteit van Gent.
Hij werd op 1 oktober 1941 bevorderd tot werkleider. In juni 1942 werd hij geassocieerde van het NFWO. Hij leidde van 1 februari 1943 tot eind 1945 tijdelijk de Wetenschappelijke Dienst van het Belgisch Instituut voor Lastechniek. Nadien vertrok hij op studieverblijf naar de USA. Na zijn terugkeer uit de USA doceerde hij de postuniversitaire cursus over propriétés physico-chimiques des métaux en rapport avec la soudabilité.
Op 1 januari 1946 werd hij benoemd tot docent en belast met de cursus veerkracht en weerstandsvermogen van materiaal. In 1950 werd hij hoogleraar.[1]
Hij doceerde ook de sterkteleer, de materiaalkennis en de lastechniek.[2] In 1946 werd hij benoemd tot directeur van Laboratorium voor Weerstand van Materialen. Walter Soete leidde dit laboratorium tot aan zijn emeritaat in 1982. Het laboratorium werd in hetzelfde jaar herdoopt tot Laboratorium Professor Soete voor Weerstand van Materialen en Lastechniek.
Vanaf 1 oktober 1957 was hij verbonden aan de pas opgerichte Faculteit van de Toegepaste Wetenschappen. Vanaf 3 maart 1966 bekleedde hij de leerstoel Weerstand van Materialen en Lastechnologie.
Hij vervulde ook een aantal administratieve functies aan de Rijksuniversiteit van Gent. Van 1961 tot 1962 was hij secretaris van de Faculteit Toegepaste Wetenschappen. Hij was van 1964 tot 1966 decaan van de Faculteit Toegepaste Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit van Gent. Hij was ook lid van de Raad van Bestuur van de universiteit. De Faculteit droeg hem naar voren als kandidaat voor het rectorschap, maar hij sloeg het aanbod af.
Hij had ook banden met de bedrijfswereld. Twee dochterinstellingen van Fabrimetal, met name het Onderzoekscentrum van het Belgisch Instituut voor Lastechniek en de sector ketelbouw van het Centrum voor Wetenschappelijk en Technisch onderzoek van de metaalverwerkende nijverheid, vestigden zich in het laboratorium van Soete. Hij was ook lid van de Technische Raad van Seco, een controlebureau, dat de veiligheid van nieuwe bouwwerken natrekt en waarvan de ingenieurs hem raadpleegden over lasaangelegenheden. [3]
Hij overleed te Merelbeke op 20 december 2002.
Hij werd op 12 oktober 1977 corresponderend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, werkend lid op 3 november 1982, bestuurder in 1987 en erelid in 1988.[4]
Hij was in 1947 een van de stichter van het International Institute of Wielding en hij was van 1969-1972 president van dit genootschap. Hij was van 1959-1961 voorzitter van de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging. Hij was ook erelid van het Koninklijk Instituut voor Ingenieurs (Nederland), van de Deutscher Verband für Schweisztechnik, van het Institut de Soudure (Parijs), van het British Welding Institute en van het Belgisch Instituut voor Normalisatie.
Hij won verschillende prijzen: hij ontving de ere-penning voor speurwerk van het Nederlands Instituut voor Lastechniek, het erediploma van het Tsjechoslovaaks Instituut voor Lastechniek, een Adams Memorial Award van de American Welding Society (1976), een Special Award van de Japanse Welding Society (1976) en een Silver Certificate van de Society for Experimental Stress Analysis. In 1978 was hij titularis van de Francqui-leerstoel aan de Katholieke Universiteit van Leuven. In 1990 won hij de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap.
Hij ontving een eredoctoraat van de Technische Universiteit van Delft.[5]

Werken

Het ontstaan van de lastechniek ging gepaard met een aantal moeilijkheden, zo braken een aantal gelaste schepen op zee middendoor. Deze problemen ondermijnden het vertrouwen in de lastechniek. Walter Soete bestudeerde deze moeilijkheden. Hij publiceerde over rekmetingen, de moiré-methode ter bestudering van elastische en plastische vervormingen, de bepaling en de relaxatie van eigenspanningen en hun uitwerking op het gedrag van constructiedelen, vermoeiing van lasverbindingen en van drukvaten, de invloed van lage en van hoge temperaturen, lasbaarheid van staal, lasprocessen, lasfouten, scheurvoring en scheurvoortplanting, de brosse breuken en de breukmechanica.
Hij bedacht en vervaardigde zelf proeftuigen, onder meer een proefbank met een trekvermogen van 6000 ton. Hij was dan ook een grote voorstander van experimenten. Daarnaast schreef hij samen met zijn medewerkers lastechnische richtlijnen, die nu gangbaar zijn.[6]

Publicaties


Bibliografie

  • Vandepitte, Daniël, "In memoriam Walter Soete", In:Jaarboek 2003, Brussel: KVAB, p. 138-141.
  • Vandepitte, Daniël, "Soete, Walter", In: Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 19, Brussel: Paleis der Academiën, 2002, kol. 848-854.


Nota’s

  1. Vandepitte, Daniël, "Soete Walter", In: Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 19, Brussel: Paleis der Academiën, 2002, kol. 848-854.
  2. Vandepitte, Daniël, "In memoriam Walter Soete", In:Jaarboek 2003, Brussel: KVAB, p. 138-141.
  3. Vandepitte, Daniël, "Soete Walter", In: Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 19, Brussel: Paleis der Academiën, 2002, kol. 848-854.
  4. "Walter Soete", In: De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden, Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p. 241.
  5. Vandepitte, Daniël, "Soete, Walter", In: Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 19, Brussel: Paleis der Academiën, 2002, kol. 848-854.
  6. Vandepitte, Daniël,"In memoriam Walter Soete", In:Jaarboek 2003, Brussel: KVAB, p. 138-141.