Difference between revisions of "Conil, Raphaël (1930-1990)"
(→Werken) |
|||
Line 13: | Line 13: | ||
===Werken=== | ===Werken=== | ||
Raphaël Conil schreef 124 wetenschappelijke publicaties.<ref> Delmer, André & Hance, Luc, [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFNouvelleBiographieNational2110.pdf#page=67 "Raphaël Conil"], In: ''Nouvelle Biographie Nationale'', vol. 5, Brussel: ARB, 2005, p.65-67.</ref><br/> | Raphaël Conil schreef 124 wetenschappelijke publicaties.<ref> Delmer, André & Hance, Luc, [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFNouvelleBiographieNational2110.pdf#page=67 "Raphaël Conil"], In: ''Nouvelle Biographie Nationale'', vol. 5, Brussel: ARB, 2005, p.65-67.</ref><br/> | ||
− | Hij was een leerling van Kaisin Felix (1907-1979), deze laatste was zich bewust van het belang van micropaleontologisch onderzoek van Dinantiaankalksteen. Het was echter Raphaël Conil die hiermee wereldfaam verwierf.<ref> Groessens, Eric & Groessens-Van Dyck, Marie-Claire,[http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0043.php "De aardwetenschappen"], In:{{Halleux 2}}, p.220.</ref> <br/> | + | Hij was een leerling van [[Kaisin Felix (1907-1979)|Felix Kaisin]], deze laatste was zich bewust van het belang van micropaleontologisch onderzoek van Dinantiaankalksteen. Het was echter Raphaël Conil die hiermee wereldfaam verwierf.<ref> Groessens, Eric & Groessens-Van Dyck, Marie-Claire,[http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0043.php "De aardwetenschappen"], In:{{Halleux 2}}, p.220.</ref> <br/> |
Raphaël Conil zag het belang in van de micropaleontologie voor de oplossing van de stratigrafische correlaties en wierp zich op dit nieuwe domein. De conodonten en de foraminiferen werden zijn belangrijkste onderzoeksthema's, maar al vlug verliet hij de eerste groep om uit te blinken in de tweede. Hij stelde een methode op punt om microfossielen in harde gesteenten te bestuderen, een domein dat tot dan toe nog niet was ontgonnen. Vanaf 1964 onderscheidde hij, samen met zijn leermeester Maurice Lys van het Institut français de Pétrole, meerdere honderden soorten microfossielen, die hij o.a. publiceerde in deel 23 van de ''Mémoires de l'Institut géologique de Louvain''. Dat werk, een echte Bijbel in het domein, was snel uitgeput. In 1967 bepaalde hij, samen met Henri Pirlet van de Luikse universiteit, de stratigrafische schaal van het Dinantiaan van onze streken. <br/> | Raphaël Conil zag het belang in van de micropaleontologie voor de oplossing van de stratigrafische correlaties en wierp zich op dit nieuwe domein. De conodonten en de foraminiferen werden zijn belangrijkste onderzoeksthema's, maar al vlug verliet hij de eerste groep om uit te blinken in de tweede. Hij stelde een methode op punt om microfossielen in harde gesteenten te bestuderen, een domein dat tot dan toe nog niet was ontgonnen. Vanaf 1964 onderscheidde hij, samen met zijn leermeester Maurice Lys van het Institut français de Pétrole, meerdere honderden soorten microfossielen, die hij o.a. publiceerde in deel 23 van de ''Mémoires de l'Institut géologique de Louvain''. Dat werk, een echte Bijbel in het domein, was snel uitgeput. In 1967 bepaalde hij, samen met Henri Pirlet van de Luikse universiteit, de stratigrafische schaal van het Dinantiaan van onze streken. <br/> | ||
In 1975 presenteerden Raphaël Conil, Eric Groessens en Henri Pirlet een nieuw stratigrafisch charter van het type-Dinantiaan van België, dat sindsdien op internationale schaal wordt gebruikt.<ref> Groessens, Eric & Groessens-Van Dyck, Marie-Claire,[http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0043.php "De aardwetenschappen"], In:{{Halleux 2}}, p.222.</ref><br/> | In 1975 presenteerden Raphaël Conil, Eric Groessens en Henri Pirlet een nieuw stratigrafisch charter van het type-Dinantiaan van België, dat sindsdien op internationale schaal wordt gebruikt.<ref> Groessens, Eric & Groessens-Van Dyck, Marie-Claire,[http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0043.php "De aardwetenschappen"], In:{{Halleux 2}}, p.222.</ref><br/> |
Revision as of 12:13, 13 January 2012
Geoloog, paleontoloog en stratigraaf, geboren te Brugelette op 5 juli 1930 en overleden te Hamme-Mille (Bevekom) op 7 juli 1990.
Biografie
Raphaël Conil werd geboren te Brugelette op 5 juli 1930. Hij raakte geïnteresseerd in de natuurwetenschappen tijdens de lessen van abt Delcour in het College van Aat. In 1954 werd hij licentiaat in de geologie en de mineralogie aan de UCL. In 1957 promoveerde hij tot doctor in de geologie en de mineralogie aan de UCL. Hij werd bij zijn doctoraat begeleid door Etienne Asselberghs en in 1957 verdedigde hij zijn proefschrift over de stratigrafie van de Dinantiaanterreinen in de noordrand van het Bekken van Namen. De cartografie bij dit werk corrigeerde gevoelig de geologische kaart van deze streek waar de blauwe steen of zogenaamde 'petit granit' wordt geëxploiteerd.[1] Nadien was hij van 1957 tot 1960 aspirant onderzoeker aan het NFWO. In 1961 deed hij dankzij een beurs van de NATO stage micropaleontologie aan het laboratorium van Maurice Lys aan het Institut Français du Petrole. In 1962 werd hij door de Société Petrofina aangesteld als directeur van hun laboratorium paleontologie.[2]
In 1963 werd hij aan de UCL benoemd tot docent, in 1969 tot geassocieerd professor, in 1971 tot hoogleraar en in 1972 tot gewoon hoogleraar. Hij doceerde de paleontologie (ongewervelden) en de micropaleontologie.[3] Hij volgde aan de UCL zijn leermeester Marius Lecompte op als titularis van de leerstoel paleontologie.[4]
Hij was gastdocent micropaleontologie aan de Universiteit van Luik. Hij was ook visiting professor aan de State University of Brockport, in de staat New York. Hij maakte ook een hele reeks studiereizen naar: Frankrijk, Groot-Brittanië, Duitsland, Spanje, Noorwegen, Zweden, Turkije, de Verenigde Staten van Amerika, Mexico, Iran, China en Rusland (onder meer naar Siberië).
Hij werd op 28 maart 1987 corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique .[5] Aan het NFWO maakte hij deel uit van de contactgroep voor de studie van het Carboon en was vice-president van de commissie geologie-geografie.[6] Daarnaast zetelde hij van 1980 tot 1989 in de commissies voor de toekenning van de Staatsdoctoraten aan de wetenschapsfaculteiten van de universiteiten van Rennes, Dijon, Marseille, Bordeaux, Pau en Paris-Sud.
Hij won ook verschillende prijzen. Hij was in 1958 laureaat ARB, in 1965 won hij de Adolphe Wetrems-prijs en in 1990 ontving hij postuum de André Dumont prijs van de Société géologique de Belgique.
Hij overleed te Hamme-Mille op 7 juli 1990.
Werken
Raphaël Conil schreef 124 wetenschappelijke publicaties.[7]
Hij was een leerling van Felix Kaisin, deze laatste was zich bewust van het belang van micropaleontologisch onderzoek van Dinantiaankalksteen. Het was echter Raphaël Conil die hiermee wereldfaam verwierf.[8]
Raphaël Conil zag het belang in van de micropaleontologie voor de oplossing van de stratigrafische correlaties en wierp zich op dit nieuwe domein. De conodonten en de foraminiferen werden zijn belangrijkste onderzoeksthema's, maar al vlug verliet hij de eerste groep om uit te blinken in de tweede. Hij stelde een methode op punt om microfossielen in harde gesteenten te bestuderen, een domein dat tot dan toe nog niet was ontgonnen. Vanaf 1964 onderscheidde hij, samen met zijn leermeester Maurice Lys van het Institut français de Pétrole, meerdere honderden soorten microfossielen, die hij o.a. publiceerde in deel 23 van de Mémoires de l'Institut géologique de Louvain. Dat werk, een echte Bijbel in het domein, was snel uitgeput. In 1967 bepaalde hij, samen met Henri Pirlet van de Luikse universiteit, de stratigrafische schaal van het Dinantiaan van onze streken.
In 1975 presenteerden Raphaël Conil, Eric Groessens en Henri Pirlet een nieuw stratigrafisch charter van het type-Dinantiaan van België, dat sindsdien op internationale schaal wordt gebruikt.[9]
Met Maurice Streel en Jos Bouckaert (1930-1999) stelde hij een team van jonge stratigrafen samen dat het klassieke profiel van het Belgisch Paleozoïcum opnieuw ging bestuderen. Dit werk leidde tot de organisatie van een internationaal symposium (Namen, 1974) over de micropaleontologische grenzen tussen het Emsiaan en het Viseaan.[10]
Publicaties
- Lijst met publicaties in: Delmer, André & Hance, Luc, "Raphaël Conil", In: Annuaire ARB, jaargang 1992, Brussel: ARB, p.62-83.
Bibliografie
- Delmer, André & Hance, Luc, "Raphaël Conil", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 5, Brussel: ARB, 2005, p.65-67.
- Delmer, André & Hance, Luc, "Raphaël Conil", In: Annuaire ARB, jaargang 1992, Brussel: ARB, p.45-83.
Nota’s
- ↑ Groessens, Eric & Groessens-Van Dyck, Marie-Claire,"De aardwetenschappen", In:Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p.222.
- ↑ Delmer, André & Hance, Luc, "Raphaël Conil", In: Annuaire ARB, jaargang 1992, Brussel: ARB, p.45-83.
- ↑ Delmer, André & Hance, Luc, "Raphaël Conil", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 5, Brussel: ARB, 2005, p.65-67.
- ↑ Delmer, André & Hance, Luc, "Raphaël Conil", In: Annuaire ARB, jaargang 1992, Brussel: ARB, p.45-83.
- ↑ Delmer, André & Hance, Luc, "Raphaël Conil", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 5, Brussel: ARB, 2005, p.65-67.
- ↑ Delmer, André & Hance, Luc, "Raphaël Conil", In: Annuaire ARB, jaargang 1992, Brussel: ARB, p.45-83.
- ↑ Delmer, André & Hance, Luc, "Raphaël Conil", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 5, Brussel: ARB, 2005, p.65-67.
- ↑ Groessens, Eric & Groessens-Van Dyck, Marie-Claire,"De aardwetenschappen", In:Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p.220.
- ↑ Groessens, Eric & Groessens-Van Dyck, Marie-Claire,"De aardwetenschappen", In:Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p.222.
- ↑ Groessens, Eric & Groessens-Van Dyck, Marie-Claire,"De aardwetenschappen", In:Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p.234.