Difference between revisions of "Salée, Achille Léon (1883-1932)"

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
m (Publicaties)
m
 
(11 intermediate revisions by 2 users not shown)
Line 1: Line 1:
[[category:Wetenschappers]][[category:Geologen]][[category:Geboorte 1876-1900]][[category:Professor aan de KUL-UCL]][[category:Koloniale Wetenschappen]]
+
<div style="text-align:right;">[https://www.bestor.be/wiki/index.php/Sal%c3%a9e,_Achille_L%c3%a9on_(1883-1932) FR]</div>
Geoloog, geboren in Spa op 6 september 1883, overleden te Isavi (Ruanda) op 13 maart 1932.<br/>
+
[[category:Wetenschappers]][[category:Geologen]][[category:Geboorte 1876-1900]][[category:Professor aan de KUL-UCL]][[category: Koloniale wetenschappers]]
 +
[[File:Achille_Salée.jpg|thumb|200px|right|Achille Salée (1883-1932)]]
 +
Geoloog, geboren in Spa op 6 september 1883, overleden te Butare (vroegere benaming Astrida, Ruanda) op 13 maart 1932.<br/>
 +
<!--Salee-->
  
 
===Biografie===
 
===Biografie===
Achille Salée werd geboren in Spa, waar hij het lager en middelbaar onderwijs volgde. Daarna studeerde hij aan het Klein Seminarie in Sint-Truiden en het Groot Seminarie in Luik. Salée toonde geen bijzondere belangstelling voor de natuurwetenschappen, maar op vraag van [[Dorlodot, Henry de (1855-1929)|Henry de Dorlodot]], hoogleraar paleontologie aan de [[KUL|Katholieke Universiteit van Leuven]] werd hij 'aangeduid' om zich in die wetenschap te bekwamen. De paleontologie vormde, op een ogenblik dat het darwinisme in katholieke kringen nog erg omstreden was, een zeer gevoelig onderwerp. De Dorlodot wenste voor zijn opvolging dan ook liefst iemand met een degelijke theologische vorming. Tijdens zijn studie in Leuven, vooral onder [[Kaisin, Félix Oscar Charles Jean Baptiste (1879-1948)|Félix Kaisin]], werd hij gepassioneerd door de wetenschap. In 1910 behaalde hij het doctoraat in de natuurwetenschappen.<br/>
+
Achille Salée werd geboren in Spa, waar hij het lager en middelbaar onderwijs volgde. Daarna studeerde hij aan het Klein Seminarie in Sint-Truiden en het Groot Seminarie in Luik. Salée toonde geen bijzondere belangstelling voor de natuurwetenschappen, maar op vraag van [[Dorlodot, Henry de (1855-1929)|Henry de Dorlodot]], hoogleraar paleontologie aan de [[Universiteit van Leuven|Katholieke Universiteit van Leuven]] werd hij 'aangeduid' om zich in die wetenschap te bekwamen. De paleontologie vormde, op een ogenblik dat het darwinisme in katholieke kringen nog erg omstreden was, een zeer gevoelig onderwerp. De Dorlodot wenste voor zijn opvolging dan ook liefst iemand met een degelijke theologische vorming. Tijdens zijn studie in Leuven, vooral onder [[Kaisin, Félix Oscar Charles Jean Baptiste (1879-1948)|Félix Kaisin]], werd hij gepassioneerd door de wetenschap. In 1910 behaalde hij het doctoraat in de natuurwetenschappen.
  
Als laureaat van de reisbeurzenwedstrijd verbleef hij dan in Londen en Parijs, waar hij de lessen volgde van [https://fr.wikipedia.org/wiki/Marcellin_Boule Marcelin Boule]. In 1913 volgde zijn benoeming in Leuven. Hij doceerde paleontologische stratigrafie en dierlijke paleontologie, en vanaf 1923 ook de cursus antropologie. Nog later kwamen hierbij de vakken geologie van Afrika en koloniale geografie. In 1930 werd hij aangesteld als directeur van het Leuvense Instituut voor Geologie.<br/>
+
<br/>Als laureaat van de reisbeurzenwedstrijd verbleef hij dan in Londen en Parijs, waar hij de lessen volgde van [https://fr.wikipedia.org/wiki/Marcellin_Boule Marcelin Boule]. In 1913 volgde zijn benoeming in Leuven. Hij doceerde paleontologie aan de faculteit wetenschappen en paleontologische stratigrafie aan de Speciale Scholen voor ingenieurs. Vanaf 1923 kreeg hij ook de cursus antropologie. Nog later kwamen hierbij de vakken geologie van Afrika en koloniale geografie. In 1930 werd hij aangesteld als directeur van het Leuvense Instituut voor Geologie.
  
In 1920 kreeg Salée de opdracht om deel uit te maken van een geologische missie in Ruanda-Urundi, met het oog op latere mijnontginning. Salée vertrok met enige aarzeling in 1921, maar hij werd snel gegrepen door het koloniale avontuur. Hij zal in totaal zeven jaar besteden aan de exploratie van het gebied rond de grote meren en Ruanda-Urundi. In 1932 kwam hij om het leven bij een auto-ongeval, volgens sommige bronnen in Astrida, volgens andere in Isavi.<br/>
+
<br/>In 1920 kreeg Salée de opdracht om deel uit te maken van een geologische missie in Ruanda-(B)Urundi, met het oog op latere mijnontginning, samen met de mijningenieur-geoloog [[Delhaye, Fernand (1880-1946)|Fernand Delhaye]]. Het gebied was pas onder Belgisch bestuur geplaatst en de kennis van de geologische rijkdom was nog volledig onbekend. Salée vertrok met enige aarzeling in 1921, maar hij werd snel gegrepen door het koloniale avontuur. Hij zou in totaal zeven jaar besteden aan de exploratie van het gebied rond de grote meren en Ruanda-Urundi. ([[Wetenschap van verovering: de Belgische overname van de Duitse kolonies|meer hierover lezen]]) In 1932 kwam hij om het leven na een auto-ongeval. Hij overleed in Butare en werd begraven in de missie van Isavi.
  
Salée was lid van het Koninklijk Koloniaal Belgisch Instituut, voorzitter van de Internationale Geologische Commissie voor Afrika. Hij was lid van de [[Société Scientifique de Bruxelles]], medewerker van de Geologische Dienst van het [[Koninklijk Belgisch instituut voor natuurwetenschappen - Institut royal des sciences naturelles de Belgique|Koninklijk Natuurhistorisch Museum]]. In 1931 was hij laureaat van de [[Agathon De Potterprijs]]. Salée was ook lid van Comité voor het Nationaal Albert Park. Salée was officier in de Leopoldsorde en de Kroonorde.<br/>
+
<br/>
 +
Salée was lid van het Koninklijk Koloniaal Belgisch Instituut, voorzitter van de Internationale Geologische Commissie voor Afrika. Hij was lid van de [[Société Scientifique de Bruxelles]], medewerker van de Geologische Dienst van het [[Koninklijk Belgisch instituut voor natuurwetenschappen - Institut royal des sciences naturelles de Belgique|Koninklijk Natuurhistorisch Museum]]. In 1931 was hij laureaat van de [[Agathon De Potterprijs]]. Salée was ook lid van Comité voor het Nationaal Albert Park. Salée was officier in de Leopoldsorde en de Kroonorde.
 +
 
 +
<br/>
  
 
===Publicaties===
 
===Publicaties===
Line 15: Line 21:
 
*"Contribution à l'étude des Polypiers du Calcaire carbonifère de Belgique. Le genre Caninia," ''Nouv. Mém. de la Soc. belge de Géol.'', 3 (1910) 1-62.
 
*"Contribution à l'étude des Polypiers du Calcaire carbonifère de Belgique. Le genre Caninia," ''Nouv. Mém. de la Soc. belge de Géol.'', 3 (1910) 1-62.
 
*"Sur un Polypier du Waulsortien de Sosoye," ''Bull. Soc. belge de Géol.'', 25 (1911) 115-119.  
 
*"Sur un Polypier du Waulsortien de Sosoye," ''Bull. Soc. belge de Géol.'', 25 (1911) 115-119.  
*H. de Dorlodot, A. Salée, ""Sur le synchronisme du Calcaire carbonifère du Boulonnais avec celui de la Belgique et de l'Angleterre," ''C. R. Séances de l'Acad. des Sc. de Paris'', 153 (1911) 556-558.  
+
*H. de Dorlodot, A. Salée, "Sur le synchronisme du Calcaire carbonifère du Boulonnais avec celui de la Belgique et de l'Angleterre," ''C. R. Séances de l'Acad. des Sc. de Paris'', 153 (1911) 556-558.  
 
*"Sur le mode d'écrasement des Polypiers du Marbre noir de Denée," ''Bull. Soc. belge de Géol.'', 25 (1911) 133-135.
 
*"Sur le mode d'écrasement des Polypiers du Marbre noir de Denée," ''Bull. Soc. belge de Géol.'', 25 (1911) 133-135.
 
*"Formes nouvelles du genre Canina," ''Bull. Soc. belge de Géol.'', 26 (1912) 41-49.
 
*"Formes nouvelles du genre Canina," ''Bull. Soc. belge de Géol.'', 26 (1912) 41-49.
Line 40: Line 46:
 
*A. Salée (+), N. Boutakoff, J. de la Vallée-Poussin, "Résultats scientifiques de la Mission géologique du Comité National du Kivu, publiés par E. Asselberghs," Fasc. 1. ''Mém. Inst. géol. de l'Univ. de Louvain'', 9 (1939) 1 carte au 1 : 500.000. — Ibidem, Fasc.2 (1948).
 
*A. Salée (+), N. Boutakoff, J. de la Vallée-Poussin, "Résultats scientifiques de la Mission géologique du Comité National du Kivu, publiés par E. Asselberghs," Fasc. 1. ''Mém. Inst. géol. de l'Univ. de Louvain'', 9 (1939) 1 carte au 1 : 500.000. — Ibidem, Fasc.2 (1948).
  
 +
<br/>
 
===Bibliografie===
 
===Bibliografie===
 
*F. Kaisin, "Le chanoine Achille Salée. 1883-1932," ''Revue des Questions Scientifiques'', 22 (1932) p. 5-29.
 
*F. Kaisin, "Le chanoine Achille Salée. 1883-1932," ''Revue des Questions Scientifiques'', 22 (1932) p. 5-29.
 +
*F. Delhaye, [http://www.kaowarsom.be/documents/BULLETINS_MEDEDELINGEN/1933-1.pdf "Le Chanoine Achille Salée 1883-1932: Notice nécrologique,"] ''Koninklijk Belgisch Koloniaal Instituut. Bulletijn der Zittingen'', 4 (1933) 28-39.
 
*M. Sluys, [https://www.google.be/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=1&ved=0ahUKEwjtwLvv7fPQAhWBOsAKHeZxDmEQFggaMAA&url=http%3A%2F%2Fwww.kaowarsom.be%2Fdocuments%2Fbbom%2FTome_III%2FSalee.Achille_Leon.pdf&usg=AFQjCNHA4xIWexRdZ6AxX15OQvfgjSrveA&cad=rja "Salée (Achille-Léon),"] ''Biographie coloniale Belge'', 3 (1952) col. 765-776.
 
*M. Sluys, [https://www.google.be/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=1&ved=0ahUKEwjtwLvv7fPQAhWBOsAKHeZxDmEQFggaMAA&url=http%3A%2F%2Fwww.kaowarsom.be%2Fdocuments%2Fbbom%2FTome_III%2FSalee.Achille_Leon.pdf&usg=AFQjCNHA4xIWexRdZ6AxX15OQvfgjSrveA&cad=rja "Salée (Achille-Léon),"] ''Biographie coloniale Belge'', 3 (1952) col. 765-776.

Latest revision as of 11:42, 12 March 2021

Achille Salée (1883-1932)

Geoloog, geboren in Spa op 6 september 1883, overleden te Butare (vroegere benaming Astrida, Ruanda) op 13 maart 1932.

Biografie

Achille Salée werd geboren in Spa, waar hij het lager en middelbaar onderwijs volgde. Daarna studeerde hij aan het Klein Seminarie in Sint-Truiden en het Groot Seminarie in Luik. Salée toonde geen bijzondere belangstelling voor de natuurwetenschappen, maar op vraag van Henry de Dorlodot, hoogleraar paleontologie aan de Katholieke Universiteit van Leuven werd hij 'aangeduid' om zich in die wetenschap te bekwamen. De paleontologie vormde, op een ogenblik dat het darwinisme in katholieke kringen nog erg omstreden was, een zeer gevoelig onderwerp. De Dorlodot wenste voor zijn opvolging dan ook liefst iemand met een degelijke theologische vorming. Tijdens zijn studie in Leuven, vooral onder Félix Kaisin, werd hij gepassioneerd door de wetenschap. In 1910 behaalde hij het doctoraat in de natuurwetenschappen.


Als laureaat van de reisbeurzenwedstrijd verbleef hij dan in Londen en Parijs, waar hij de lessen volgde van Marcelin Boule. In 1913 volgde zijn benoeming in Leuven. Hij doceerde paleontologie aan de faculteit wetenschappen en paleontologische stratigrafie aan de Speciale Scholen voor ingenieurs. Vanaf 1923 kreeg hij ook de cursus antropologie. Nog later kwamen hierbij de vakken geologie van Afrika en koloniale geografie. In 1930 werd hij aangesteld als directeur van het Leuvense Instituut voor Geologie.


In 1920 kreeg Salée de opdracht om deel uit te maken van een geologische missie in Ruanda-(B)Urundi, met het oog op latere mijnontginning, samen met de mijningenieur-geoloog Fernand Delhaye. Het gebied was pas onder Belgisch bestuur geplaatst en de kennis van de geologische rijkdom was nog volledig onbekend. Salée vertrok met enige aarzeling in 1921, maar hij werd snel gegrepen door het koloniale avontuur. Hij zou in totaal zeven jaar besteden aan de exploratie van het gebied rond de grote meren en Ruanda-Urundi. (meer hierover lezen) In 1932 kwam hij om het leven na een auto-ongeval. Hij overleed in Butare en werd begraven in de missie van Isavi.


Salée was lid van het Koninklijk Koloniaal Belgisch Instituut, voorzitter van de Internationale Geologische Commissie voor Afrika. Hij was lid van de Société Scientifique de Bruxelles, medewerker van de Geologische Dienst van het Koninklijk Natuurhistorisch Museum. In 1931 was hij laureaat van de Agathon De Potterprijs. Salée was ook lid van Comité voor het Nationaal Albert Park. Salée was officier in de Leopoldsorde en de Kroonorde.


Publicaties

  • "Contribution à l'étude des Polypiers du Calcaire carbonifère de Belgique. Le genre Caninia," Nouv. Mém. de la Soc. belge de Géol., 3 (1910) 1-62.
  • "Sur un Polypier du Waulsortien de Sosoye," Bull. Soc. belge de Géol., 25 (1911) 115-119.
  • H. de Dorlodot, A. Salée, "Sur le synchronisme du Calcaire carbonifère du Boulonnais avec celui de la Belgique et de l'Angleterre," C. R. Séances de l'Acad. des Sc. de Paris, 153 (1911) 556-558.
  • "Sur le mode d'écrasement des Polypiers du Marbre noir de Denée," Bull. Soc. belge de Géol., 25 (1911) 133-135.
  • "Formes nouvelles du genre Canina," Bull. Soc. belge de Géol., 26 (1912) 41-49.
  • "Contribution à l'étude des Polypiers du Calcaire carbonifère de la Belgique. II. Le Groupe des Clisiophyllides," Mém. de l'Inst. Géol. de l'Université de Louvain, 1 (1913) n° 2, 179-183.
  • "Sur quelques Polypiers carbonifères du Muséum d'Histoire naturelle de Paris," Bull. du Muséum National d'Hist. nat., 19 (1913) 6, 365-376.
  • "Le genre Aulophyllum Edwards et Haime, en Belgique," Bull. Soc. belge de Géol., 29 (1919) 2, 27-29.
  • "Les Fistulipora globuleux du Dévonien moyen de Belgique. Note préliminaire," Bull. Soc. belge de Géol., 29 (1919) 2, 46-48.
  • "L'évolution des Reptiles et l'Origine des Mammifères," Revue des Questions scientifiques, 38 (1920), 3° série, 122-148.
  • "Sur un genre nouveau de Tetracoralliaires (Dorlodotia) et la valeur stratigraphique des Lithastrotion," Ann. Soc. scientif. de Brux., 39 (1919-1920) l, 145-154.
  • "Excursion dans la vallée de la Mehaigne, de Fumai à Moha, le 21 août 1920," Bull. Soc. belge de Géol., 30 (1920) 2, 186-202.
  • "Compte rendu de la session extraordinaire de la Société belge de Géologie, de Paléontologie et d'Hydrologie, tenue les 19, 20 et 21 août 1920 dans les Provinces de Namur et de Liège," Bull. Soc. belge de Géol., 20 (1920) 162-202.
  • "Contribution à l'étude des Polypiers du Carbonifère (Rapport de H. de Dorlodot)," Ann. Soc. Géol. de Belg., 46 (1922-1923) 104.
  • F. Delhaye, A. Salée, "Le Graben central africain entre le lac Tanganika et le lac Albert-Édouard," C. R. Séances de l'Acad. des Sc. de Paris, 176 (1923) 26, 1905-1907.
  • F. Delhaye, A. Salée, Carte géologique de l'Urundi et du Ruanda, échelle 1 :200.000, en 6 feuilles. Mission géologique et minière de la Banque de Bruxelles (campagne 1921-1922.)
  • "Les couches à Dibunophyllum du Calcaire carbonifère de Belgique," (Relations du Houiller et du Calcaire carbonifère) Ann. Soc. scientif. de Brux., 44 (1924-1925) 240-245.
  • "Le Volcan Nyamlagira au Congo Belge (District du Kivu)," Ann. Soc. scientif. de Brux., 4 (1924-1925) 534-536.
  • "Une Hache en quartz du type acheuléen du Ruanda (Est-Afr, belge)," Ann. Soc. scientif. de Brux., 44 (1925) 3, 360.
  • "Sur l'improbabilité de l'existence de grands mouvements hercyniens au Congo," Ann. Soc. scientif. de Brux., 46 (1926) 193-204.
  • "Le détournement du lac Tanganika," Ann. Soc. scientif. de Brux., 47 (1927), Série B, fasc. 4, 200-208.
  • "Constitution géologique du Ruanda oriental," Mém. Inst. géol. de l'Univ. de Louvain, 5 (1928) 2, 49-162.
  • "L'exemplaire de Louvain de Dorygnathus Banthensis Theodori sp.," Mém. Inst. géol. de l'Univ. de Louvain, 4 (1928) 4, 289-344.
  • "Carte géologique de l'Urundi méridional," Mém. Inst. géol. de l'Univ. de Louvain, 5 (1932) 3, 167-174.
  • J . Lombard (met A. Salée) Carte géologique et minière de l'Afrique sud-équatoriale, échelle 1 : 5.000.000 (Paris, 1932) 817 blz.
  • A. Salée (+), N. Boutakoff, J. de la Vallée-Poussin, "Résultats scientifiques de la Mission géologique du Comité National du Kivu, publiés par E. Asselberghs," Fasc. 1. Mém. Inst. géol. de l'Univ. de Louvain, 9 (1939) 1 carte au 1 : 500.000. — Ibidem, Fasc.2 (1948).


Bibliografie