Difference between revisions of "De Bruyker, Caesar (1878-1924)"

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
(Created page with 'category:Wetenschapperscategory:Plantkundigencategory:Professorencategory:Professor aan de RUG Plantkundige, geboren te Ledeberg op 8 augustus 1878. Overleden te…')
 
(Biografie)
Line 15: Line 15:
 
Na de oorlog werd De Bruyker uit al zijn functies ontzet, opgesloten en in 1920 door het Assisenhof van Oost-Vlaanderen veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. Nadat hij om gezondheidsredenen voortijdig was vrijgelaten, vestigde hij zich als geneesheer te Antwerpen, maar overleed kort nadien op 22 maart 1924.
 
Na de oorlog werd De Bruyker uit al zijn functies ontzet, opgesloten en in 1920 door het Assisenhof van Oost-Vlaanderen veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. Nadat hij om gezondheidsredenen voortijdig was vrijgelaten, vestigde hij zich als geneesheer te Antwerpen, maar overleed kort nadien op 22 maart 1924.
 
<br/>
 
<br/>
Het ontslag van De Bruyker had ook tot gevolg dat hij werd verwijderd uit het [Vlaams Natuur- en Geneeskundig Congres]].
+
Het ontslag van De Bruyker had ook tot gevolg dat hij werd verwijderd uit het [[Vlaams Natuur- en Geneeskundig Congres]].
  
 
===Werken===
 
===Werken===

Revision as of 07:38, 16 July 2010


Plantkundige, geboren te Ledeberg op 8 augustus 1878. Overleden te Antwerpen op 22 maart 1924.

Biografie

De Bruycker studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Gent waar hij afstudeerde in 1902. Daarna legde hij zich volledig toe op de plantkunde. Hij werd preparator aan de universiteit, eerst aan het Biogeografisch, later aan het Botanisch Instituut. Hij promoveerde in 1906 tot doctor in de natuurwetenschappen.
Al van in zijn studietijd raakte De Bruyker onder de invloed van Julius MacLeod. De Bruyker werd een vurig pleitbezorger van de Vlaamse wetenschap en de vernederlandsing van de Gentse universiteit. In 1906 werd hij secretaris van het Vlaams Natuur- en Geneeskundig Congres.
In 1913 werd hij bevorderd tot werkleider. Intussen was hij in 1908 al benoemd tot leraar aan het Atheneum voor Meisjes en aan de toegevoegde Middelbare Normaalschool. In 1911 werd hij door de stad Gent belast met een leergang in de biologie voor de onderwijzeressen der Gemeentescholen en twee jaar later werd hij benoemd tot leraar aan de stedelijke Normaalschool voor juffrouwen.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd De Bruyker, in afwezigheid van MacLeod die naar Engeland was gevlucht, belast met het bestuur van de universitaire plantentuin. In juli 1916 werd hij benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de plantkunde en de erfelijkheidsleer. Vanaf 1917 werd hij zelf gewoon hoogleraar aan de door de Duitse bezetter opgerichte Vlaamsche Hoogeschool te Gent. Van bij het begin was De Bruyker betrokken bij deze Hoogeschool. In het bijzonder zette hij zich in voor de oprichting van een Hogere Land- en Tuinbouwschool, die inderdaad op 28 mei 1917 werd opgericht. De Bruyker werd bestuurder van deze school. Hij was ook decaan van de Faculteit Wis- en Natuurkunde, en maakte deel uit van de raad van beheer en het curatorium van de Gentse Universiteit. Daarnaast gaf hij ook tijdelijk les aan 's Rijks Middelbare Normaalschool voor jongens te Gent en was hij lid van de verbeteringsgraad van het Middelbaar onderwijs voor Vlaanderen.
Na de oorlog werd De Bruyker uit al zijn functies ontzet, opgesloten en in 1920 door het Assisenhof van Oost-Vlaanderen veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. Nadat hij om gezondheidsredenen voortijdig was vrijgelaten, vestigde hij zich als geneesheer te Antwerpen, maar overleed kort nadien op 22 maart 1924.
Het ontslag van De Bruyker had ook tot gevolg dat hij werd verwijderd uit het Vlaams Natuur- en Geneeskundig Congres.

Werken

De Bruykers wetenschappelijk werk lag volledig in de lijn van het botanisch onderzoeksprogramma van MacLeod. Centraal stond het gebruik van statistische methoden om de invloed van de levensomstandigheden op de ontwikkeling van de erfelijke eigenschappen kwantitatief te bepalen. De Bruykers proefschrift De statistische methode in de Plantkunde en hare toepassingen op de studie van den invloed der levensvoorwaarden werd in 1908 bekroond in de Algemene Wedstrijd voor het Hoger Onderwijs, Groep Plantkunde.
De Bruyker baseerd zich op het onderzoek van de Duitse botanicus Friedrich Ludwig en op gelijkaardig onderzoek van Hugo de Vries in Amsterdam. Zijn kwantitatieve methode bleef evenwel sterk beschrijvend, wat hem distantieerde van het biometrisch onderzoek.
De Bruykers onderzoek was sterk gericht op de landbouwpraktijk. In het spoor van de Deense geneticus Wilhelm Johannsen verklaarde De Bruyker zich een tegenstander van de Darwinistische selectiemethode in de landbouw en stelde hiervoor de stamboomselectie, gebaseerd op de wetten van Mendel, in de plaats. In 1918 publiceerde hij Elementaire lessen over erfelijkheidsleer in verband met het veredelen der gekweekte gewassen, dat in 1926 postuum opnieuw werd uitgegeven.

Publicaties

Een volledige lijst van publicaties vindt men in C. De Bruyker, Prof. C. De Bruyker en de Vlaamsche Hoogeschool voor het Belgisch gerecht, Gent, 1920.

Bibliografie

  • Geert Vanpaemel, "Bruyker, Caesar de", in: Nationaal Biografisch Woordenboek, XV, col. 84-89.
  • Geert Vanpaemel, " 'Als 't ware een nieuwe wetenschap'. De toepassing van de statistische methode door de Gentse botanici rond 1900", in: I.H. Stamhuis en A. De Knecht-Van Eekelen (red.), De met cijfers bedekte negentiende eeuw, Rotterdam, 1992, p. 51-61.
  • J. Brans, "Bruycker [sic], Caesar de", in Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt-Utrecht, 1973, dl. 1, p. 260.