Difference between revisions of "Rijkstuinbouwschool van Gentbrugge"
m |
m (→Bibliografie) |
||
Line 22: | Line 22: | ||
<br/> | <br/> | ||
+ | |||
===Noten=== | ===Noten=== | ||
<references> | <references> |
Revision as of 08:56, 27 April 2016
Historiek
Omdat hij behoefte had aan wetenschappelijk onderlegde tuinders kreeg de gerenommeerde tuinbouwer Louis Van Houtte in 1849 de toelating van de Belgische staat om binnen zijn bedrijf een tuinbouwschool op te richten. Op 30 april 1849 was de “Institut Royal d’Horticulture de Gentbrugge” een feit. Van Houtte had een primeur te pakken: zijn tuinbouwschool was de eerste op het Europees continent. De Belgische staat droeg aan het project bij met een kleine subsidie.[1] De leerlingen, allen intern en velen met studiebeurs, kregen een degelijke driejarige opleiding, met nadruk op theorie en sierteelt. De opleiding werd later aangepast conform de wet van 18 juli 1860.
Van Houtte bleef een kwarteeuw lang aan het hoofd van de school staan. Hierna achtte de overheid hem niet langer bekwaam, en zegde ze de overeenkomst op. Ingevolge een koninklijk besluit van 15 september 1871 werd de “Ecole d’horticulture de l’Etat” aangehecht aan de botanische tuin van de universiteit van Gent met als directeur Jean-Jacques Kickx, hoogleraar aan de universiteit. De school verhuisde ook naar de site van de botanische tuin op de Steendam in Gent. De leraars Emile Rodigas, Edouard Pynaert, Frédéric Burvenich en Hubert Van Hulle werden herbenoemd.
Na de dood van Kickx verhuisde de school in 1889 andermaal naar een vleugel van de normaalschool aan de Hofbouwlaan te Gent. Rodigas werd tot directeur gepromoveerd. De eerste wereldoorlog had de tuinbouwwereld laten instorten, en toen in 1917 het Nederlands voertaal aan de Gentse universiteit werd, daalde onder directeur Ronse het leerlingenaantal dramatisch. Ondanks verwoede pogingen van directeur Pauwels werd in 1923 de “Middelbare Tuinbouwschool” afgeschaft.
In 1931 werd de school heropend “ten titel van proef”, en in 1937 overgebracht naar Melle. Door uitbreiding ontstond in 1942 het “Hoger Rijksinstituut voor Tuinbouw”. In 1988 werd dit het “Hoger Instituut voor Land- en Tuinbouw”. Tenslotte werd in 1995 de school opgesplitst in “Hogeschool Gent” en “KTA Tuinbouwschool Melle”.
Bibliografie
- "Enseignement de l'horticulture", in: Journal d'horticulture pratique, 7 (1850), 89-91.
- "Ecole d'horticulture pratique à Vilvorde", in: Journal d'horticulture pratique, 7 (1850), 91-92.
- Baltet, Charles, L'horticulture en Belgique, 1865, Parijs, 25 en 153.
- Bulletins d'arboriculture, de culture potagere et de floriculture, (1871), 247.
- Baltet, Charles, L'horticulture dans les cinq parties du monde, Parijs, 1895.
- Verlinden, Roger, Onze pomologen uit de 19de eeuw, 2014, ISBN: 9789090285986.
Noten
<references>- ↑ De subsidie kaderde binnen een landbouwonderwijsoffensief van minister Charles Rogier. Ook op andere plaatsen in België kwamen, op initiatief van gemeenteoverheden of grootgrondbezitters en met een kleine vergoeding van staatswege, rijkslandbouwscholen tot stand. Lyvia Diser, Wetenschap op de proef, Leuven, 2016.