Difference between revisions of "Lemli, Jozef, (1928-2017)"
m (→Publicaties) |
|||
Line 1: | Line 1: | ||
<div style="text-align:right;">[ FR]</div> | <div style="text-align:right;">[ FR]</div> | ||
[[category:Wetenschappers]][[category:Farmaceuten]][[category:Medische Wetenschappers]][[category:Professor aan de KUL]][[category:Geboorte 1926-1950]][[category: Wetenschapshistorici]] | [[category:Wetenschappers]][[category:Farmaceuten]][[category:Medische Wetenschappers]][[category:Professor aan de KUL]][[category:Geboorte 1926-1950]][[category: Wetenschapshistorici]] | ||
− | [[File:Lemli.jpg| | + | [[File:Lemli.jpg|350px|right|Bron: Kuleuven.]]Farmaceutisch wetenschapper en wetenschapshistoricus, hoogleraar aan de [[Universiteit van Leuven]]. Geboren op 3 juni 1928 in Aalst en overleden op 8 juli 2017 in Aarschot. |
<Br/> | <Br/> |
Revision as of 12:22, 11 September 2017
Biografie
Lemli studeerde in 1950 af als apotheker aan de Universiteit van Leuven. Het daaropvolgende jaar sleepte hij het diploma klinische farmacie in de wacht. Hij ging hierop aan de slag als assistent in het laboratorium van farmacognosie en galeniek van de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij in 1955 de titel van doctor in de wis- en natuurkunde behaalde. Terug in eigen land werd Lemli door zijn Alma Mater binnengehaald. Hij werd in 1956 tot werkleider (chef de travaux) benoemd, in 1963 tot docent (chargé de cours) en twee jaar later volgde zijn promotie tot buitengewoon hoogleraar. Het gewoon hoogleraarschap en de leerstoel farmacognosie wachtten hem in 1967. In die hoedanigheid was hij tussen 1979 en 1982 voorzitter en van 1983 tot 1989 ondervoorzitter van Instituut voor Farmaceutische Wetenschappen. Lemli werd in 1991 tot het emeritaat toegelaten.
Lemli speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van de historiografie rond farmacie en leverde een voorname bijdrage aan de introductie van deze discipline binnen het farmaceutisch hoger onderwijs. In 1981 creëerde hij een museumcommissie aan het Instituut voor Farmacie, die hij gedurende tien jaar in de hoedanigheid van voorzitter coördineerde. Het was het sluitstuk van een al veel langere interesse voor geneeskundig erfgoed. Lemli had zich al vroeg voor het behoud van vergeten geneeskunde erfgoedstukken aan de universiteit ingezet. Bij de taalsplitsing van de universiteit in 1968 had hij het dan ook moeilijk gehad met de opdeling van deze verzamelingen, met onder meer het verlies van de collectie vijzels en andere voorwerpen van de Brusselse apotheker en collectioneur Albert Couvreur, een schenking aan het Farmaceutisch Instituut. Naast zijn werk in de museumcommissie, organiseerde Lemli in 1982 de vieringen rond 130 jaar farmaceutisch onderwijs in Leuven, redigeerde het jubileumboek en zette een overzichtstentoonstelling rond hetzelfde thema op touw. In de daaropvolgende jaren organiseerde hij tal van evenementen zoals een symposium over de geschiedenis van de cocaïne (1991) en een studiedag met als onderwerp ‘450 jaar na de verschijning van De humani corporis fabrica van Vesalius’ (1993). Als hoogleraar farmacognosie introduceerde Lemli in 1990 een cursus over de geschiedenis van de farmacie en het geneesmiddel. De cursus bevatte een uitgebreid historiografisch luik, waarin Lemli onder meer reflecteerde over de plaats van farmaciegeschiedenis ten opzichte van de geschiedenis van de exacte wetenschappen.
Aan de Academie voor Geneeskunde richtte hij in 1988, ter gelegenheid van diens vijftigjarig bestaan, een permanente commissie voor de geschiedenis van de medische wetenschappen op. Hij zat deze gedurende vele jaren voor.
Lemli nam gedurende zijn carrière talrijke eretekens en -titels in ontvangst. Hij was laureaat van de Koninklijke academie voor Geneeskunde van België (1960). Dezelfde academie eerder hem in 1962 met de Felix Daelsprijs. Lemli ontving een eredoctoraat van de Université René Descartes Sorbonne (1987). Hij was Commandeur in de Orde van Leopold en Grootofficier in de Kroonorde. Voor zijn historiografisch werk ontving Lemli op 28 januari 1993 de Sartonmedaille uit handen van het Sartoncomité van de Universiteit van Gent.
Lemli was lid en in 1988 voorzitter van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde, en correspondent van diverse buitenlandse academiën waaronder de Académie Nationale de Pharmacie van Parijs, de Real Academia de Farmacia de Barcelona, de Deutsche Pharmazeutische Gesellschaft. Daarnaast was de Leuvense hoogleraar betrokken bij de Commission de Pharmacopée (1971-1982), bij de Conseil National de l’Ordre des Pharmaciens en was hij redactieraadslid bij diverse tijdschriften.
Publicaties
Tot Lemlis belangrijkste wetenschapshistorische werken behoren:
- Iconographie du coca, 1991, een dissertatie voor de Koninklijke Academie voor Geneeskunde
- Côntrole sur les denrées alimentaires à Louvain: des métiers à l’université, 1991.
- "Histoire de la Pharmacie – Histoire du médicament. La séparation ?", in: Sartonia, 6 (1993), 61-77.
Een exhaustief overzicht van zijn publicaties op wetenschappelijk en wetenschapshistorisch vlak kan u hier raadplegen.
Bibliografie
- Van Severen, Robert, "Jozef Lemli et l’histoire de la pharmacie", in: Sartonia, 6 (1993), 57-60.
- Delaveau, Pierre, "Jozef Lemli et l’histoire de la pharmacie", in: Revue d'histoire de la pharmacie, 84 (1996), nr. 309, 188-189.
- Nys, Liesbet, Van mensen en muizen: Vijftig jaar Nederlandstalige Faculteit Geneeskunde aan de Leuvense universiteit, Leuven, 2017.