Difference between revisions of "Spring, Frédéric-Antoine (1814-1872)"

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
Line 8: Line 8:
 
Hij werd benoemd tot praktiserend arts en verliet München. Hij keerde terug tijdens een cholera-epidemie, waarbij hij het gezondheidspersoneel versterkte. Hij werd ook benoemd tot assistent-arts aan het Algemeen Ziekenhuis. Hij werd eveneens plaatsvervanger van professor von Loë, die door ziekte niet in staat was te doceren. Spring hervatte zijn functie als assistant-naturalist aan de Botanische Tuin en van de botanische Staatscollectie.<ref> VANLAIR, Constant, [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFBiographieNationaleTome2071.pdf#page=257 "Spring (Fréderic-Antoine)"], in ''Biographie Nationale'', vol. 23, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1925, kol. 493.</ref><br/>
 
Hij werd benoemd tot praktiserend arts en verliet München. Hij keerde terug tijdens een cholera-epidemie, waarbij hij het gezondheidspersoneel versterkte. Hij werd ook benoemd tot assistent-arts aan het Algemeen Ziekenhuis. Hij werd eveneens plaatsvervanger van professor von Loë, die door ziekte niet in staat was te doceren. Spring hervatte zijn functie als assistant-naturalist aan de Botanische Tuin en van de botanische Staatscollectie.<ref> VANLAIR, Constant, [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFBiographieNationaleTome2071.pdf#page=257 "Spring (Fréderic-Antoine)"], in ''Biographie Nationale'', vol. 23, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1925, kol. 493.</ref><br/>
 
In 1839 verwierf hij een overheidsbeurs en vertrok naar Parijs, waar hij de ziekenhuizen bezocht, lessen volgde aan het Collège de France en participeerde aan bijzondere werkzaamheden in het Natuurhistorisch Museum.<ref>[http://books.google.be/books?id=pUYBAAAAYAAJ&hl=fr&pg=PA986#v=onepage&q&f=false "Joseph-Antoine Spring"], in LE ROY, Alphonse, ''Liber memorialis, l’université de Liége depuis sa fondation''], Luik: imprimerie de J.-G. Carmanne, 1869, kol. 940.</ref><br/>
 
In 1839 verwierf hij een overheidsbeurs en vertrok naar Parijs, waar hij de ziekenhuizen bezocht, lessen volgde aan het Collège de France en participeerde aan bijzondere werkzaamheden in het Natuurhistorisch Museum.<ref>[http://books.google.be/books?id=pUYBAAAAYAAJ&hl=fr&pg=PA986#v=onepage&q&f=false "Joseph-Antoine Spring"], in LE ROY, Alphonse, ''Liber memorialis, l’université de Liége depuis sa fondation''], Luik: imprimerie de J.-G. Carmanne, 1869, kol. 940.</ref><br/>
Op 5 oktober 1839 promoveerde hij via een Koninklijk Besluit, op voorstel van [[Theux, Barthélemy-Théodore (1794-1874)|Barthélémy-Théodore de Theux]], tot gewoon hoogleraar voor de cursussen menselijke fysiologie en de vergelijkende fysiologie aan de [[Universiteit van Luik]]. Hij werd eveneens belast met de cursussen algemene anatomie en de beschrijvende anatomie. Deze laatste twee vakken werden in 1848 overgenomen door [[Schwann, Théodore (1810-1882)|Théodore Schwann]].<br/>
+
Op 5 oktober 1839 promoveerde hij aan de [[Universiteit van Luik]] via een Koninklijk Besluit, op voorstel van [[Theux, Barthélemy-Théodore (1794-1874)|Barthélémy-Théodore de Theux]], tot gewoon hoogleraar voor de cursussen menselijke fysiologie en de vergelijkende fysiologie. Hij werd eveneens belast met de cursussen algemene anatomie en de beschrijvende anatomie. Deze laatste twee vakken werden in 1848 overgenomen door [[Schwann, Théodore (1810-1882)|Théodore Schwann]].<br/>
 
Vanaf 1855 nam Spring de verantwoordelijkheid van de leerstoel algemene pathologie op zich en drie jaar later droeg hij de leerstoel fysiologie over aan Schwann. Spring nam immers de post van titularis van het tweede ziekenhuis op zich, deze was vrijgekomen na het vertrek van [[Frankinet, Jacq-Joseph-Charles (1786- ?)|Jacq-Joseph-Charles Frankinet]].<ref> VANLAIR, Constant, [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFBiographieNationaleTome2071.pdf#page=257 "Spring (Fréderic-Antoine)"], in ''Biographie Nationale'', vol. 23, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1925, kol. 493.</ref><br/>
 
Vanaf 1855 nam Spring de verantwoordelijkheid van de leerstoel algemene pathologie op zich en drie jaar later droeg hij de leerstoel fysiologie over aan Schwann. Spring nam immers de post van titularis van het tweede ziekenhuis op zich, deze was vrijgekomen na het vertrek van [[Frankinet, Jacq-Joseph-Charles (1786- ?)|Jacq-Joseph-Charles Frankinet]].<ref> VANLAIR, Constant, [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFBiographieNationaleTome2071.pdf#page=257 "Spring (Fréderic-Antoine)"], in ''Biographie Nationale'', vol. 23, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1925, kol. 493.</ref><br/>
 
Hij werd verkozen tot rector van de [[Universiteit van Luik]] voor de periode van 1861 tot 1864.<br/>
 
Hij werd verkozen tot rector van de [[Universiteit van Luik]] voor de periode van 1861 tot 1864.<br/>

Revision as of 08:11, 2 February 2011

Arts en professor aan de Universiteit van Luik, geboren te Gerolsbach op 8 april 1814 en overleden te Luik op 17 januari 1872.

Biografie

Spring werd geboren te Gerolsbach in Opper-Beieren op 8 april 1814, als zoon van een leerkracht. Zijn vader overleed wanneer hij slechts drie jaar oud was en hij werd op 13-jarige leeftijd wees. Spring werd in Lendkirchen opgevoed door zijn oudoom, een seculiere kanunnik.[1]
Hij volgde les aan het gymnasium van Sainte-Anne te Augsburg en vervolledigde zijn humaniora aan een andere school, het gymnasium van Saint-Étienne.
Op 14-jarige leeftijd componeerde hij een hymne, deze werd gespeeld in de kathedraal van Augsburg. Vervolgens verliet hij zijn artistieke carrière en wijdde zich aan zijn studies. Hij schreef zich in aan de Universiteit van München.
In 1835 werd hij doctor in de filosofie en de natuurwetenschappen, nadat hij de hoofdprijs had gewonnen in een filosofie wedstrijd. Het jaar daarop werd hij doctor in de medische wetenschappen, de chirurgie en de gyneacologie, nadat hij was bekroond in een medische wedstrijd.[2]
Hij werd benoemd tot praktiserend arts en verliet München. Hij keerde terug tijdens een cholera-epidemie, waarbij hij het gezondheidspersoneel versterkte. Hij werd ook benoemd tot assistent-arts aan het Algemeen Ziekenhuis. Hij werd eveneens plaatsvervanger van professor von Loë, die door ziekte niet in staat was te doceren. Spring hervatte zijn functie als assistant-naturalist aan de Botanische Tuin en van de botanische Staatscollectie.[3]
In 1839 verwierf hij een overheidsbeurs en vertrok naar Parijs, waar hij de ziekenhuizen bezocht, lessen volgde aan het Collège de France en participeerde aan bijzondere werkzaamheden in het Natuurhistorisch Museum.[4]
Op 5 oktober 1839 promoveerde hij aan de Universiteit van Luik via een Koninklijk Besluit, op voorstel van Barthélémy-Théodore de Theux, tot gewoon hoogleraar voor de cursussen menselijke fysiologie en de vergelijkende fysiologie. Hij werd eveneens belast met de cursussen algemene anatomie en de beschrijvende anatomie. Deze laatste twee vakken werden in 1848 overgenomen door Théodore Schwann.
Vanaf 1855 nam Spring de verantwoordelijkheid van de leerstoel algemene pathologie op zich en drie jaar later droeg hij de leerstoel fysiologie over aan Schwann. Spring nam immers de post van titularis van het tweede ziekenhuis op zich, deze was vrijgekomen na het vertrek van Jacq-Joseph-Charles Frankinet.[5]
Hij werd verkozen tot rector van de Universiteit van Luik voor de periode van 1861 tot 1864.

Hij werd op 14 december 1841 corresponderend lid van de Académie royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles en effectief lid op 15 december 1841. Hij was directeur van de Klasse van de Wetenschappen in 1868.

lijst van wetenschappelijke genootschappen en commissies waar Spring deel van uitmaakte
Data Statuut en genootschap
1845 voorzitter van de Conseil de salubrité publique de la province de Liège
1852 tot 1857 lid van het Comité d’inspection des établissements d’aliénés des asiles provisoires et de passage dans l’arrondissement de Liège
1853 tot 1856 voorzitter van de Association générale des médecins de la province de Liège
n.c. buitenlands lid van de Bayerische Akademie der Wissenschaften (te München)
n.c. lid van de Academia Caesarea Leopoldino-Carolina Naturae Curiosorum
n.c. corresponderend lid van de Société médico-physique van Florence
n.c. corresponderend lid van de Société royale des médecins suédois te Stockholm
n.c. lid van de Société royale des sciences de Liège
n.c. lid van de Société royale belge de botanique
n.c. buitenlands lid van de Société de biologie van Parijs
n.c. buitenlands lid van de Königlich-Bayerische Botanische Gesellschaft in Regensburg
n.c. corresponderend lid van het Antwerpsch Kruidkundig genootschap
n.c. corresponderend lid van de Société phytologique d’Anvers
n.c. corresponderend lid van de Société des sciences naturelles et médicales de Bruxelles
n.c. corresponderend lid van de Société impériale d’Emulation d’Abbeville
n.c. corresponderend lid van de Senckenbergische Naturforschende Gesellschaft
n.c. corresponderend lid van de Académie d’archéologie de Belgique


Hij werd op 30 september 1851 Ridder in de Leopoldsorde en op 21 november 1862 promoveerde hij tot Officier in dezelfde orde.[6]
In 1854 speelde Spring een belangrijke rol in de commissie die was ingesteld voor de ontwikkeling van een wet voor de oprichting van examenjury’s.
Op 30 januari 1864 verwierf hij de volledige naturalisatie.
Spring behield gedurende zijn lange carrière een belangrijk patiëntenbestand. Hij werd in augustus 1868 medisch consulent voor de behandeling van de Hertog van Brabant.
Spring stierf onverwacht op 17 januari 1872 te Luik.

Werken

Spring schreef een hele reeks publicaties over verschillende onderwerpen.
Een van zijn belangrijkste onderwerpen in de klinische geneeskunde was de behandeling van hartaanvallen waarbij hij de symptomen, de oorzaken en de remedies weergaf. Deze publicaties waren het resultaat van 20 jaar ervaring en observatie.
Hij schreef ook een hele reeks publicaties over de onderworpen waarover hij doceerde, onder andere de anatomie en de fysiologie. Zijn belangrijkste werken op dat domein zijn: mémoire sur les mouvements du cœur en een monographie sur la hernie du cerveau.
Hij vertaalde in samenwerking met Jean-Théodore Lacordaire, de Anatomie comparée van von Siebold en Stannius.
Hij schreef een werk over de wolfsklauwfamilie en een botanische bijdrage die in 1852 verscheen in een verzamelwerk van de encyclopédie populaire.

Publicaties

  • Ueber Ursprung, Wesen und Verbreitung der wandernden Cholera, München, 1837.
  • De Diversis pneumophtiseos speciebus, (inaugurele rede), München, 1838.
  • Ueber die naturhistorisehen Begriffe von Gattung, Art und Abart und über die Ursachen der Abartungen in den organischen Reichen, Leipzig , 1838.
  • "Beiträge zur Kenntniss der Lycopodien", in Botanische Zeitung de Ratisbonne, 1838, vol. I, p. 145-222.
    • Franse vertaling : Annales des sciences naturelles, vol. 11, 1838, p. 218.
    • Engelse vertaling: Hooker’s Journal of Botany, 1839.
  • "Licopodineae", in ENDLICHER et MARTIUS, Flora brasiliensis, vol. 1, Wenen en Leipzig, 1840.
  • "Note sur les Lycopodiacées dans la partie botanique du voyage de la Bonite", gepubliceerd door Gaudichaud. Parijs, 1844-1846.
  • "Mémoire sur les corpuscules de la rate", in, Mémoires de la société royale des sciences de Liège, vol. I, 1843, p. 125.
  • "De l'influence des progrès de la civilisation sur la mortalité et la longévité", in Revue nationale de Belgique, vol. 13, 1845, p. 280-300
  • "Note sur une tumeur sanguine fibroïde du cordon testiculaire, suivie de quelques remarques sur l'organisation des caillots sanguins", in Mémoires de l’Académie de Médecine de Belgique, vol. 1, 1848, p. 355-378.
  • "Note sur le traitement du choléra asiatique", in Bulletins de l’Académie de Médecine de Belgique, vol. 8, 1849, p. 500 .
  • In samenwerking met LACORDAIRE, "Nouveau Manuel d'anatomie comparée : Traduction de l'ouvrage de V. Siebold et Stannius", Parijs, 1849, 2 vol.
  • "Botanique", in Encyclopédie populaire, Brussel, 1852, uitgegeven door de Société pour l'émancipation intellectuelle.
  • "Monographie de la hernie du cerveau et de quelques lésions voisines", in Mémoires de l’Académie de Médecine de Belgique, vol. 3, 1854.
  • "Quelques expériences relatives à l'action que l'acide phénique exerce sur l'organisme animal", in Annales du conseil de salubrité publique de la province de Liège, vol. 3, 1854.
  • "Note sur deux observations de dislocation du cœur", in Bulletins de l’Académie de médecine de Belgique, vol. XII, 1859, p. 815.
  • "Note sur des larves d'Oestre développées dans la peau d'un enfant", in Bulletins de l’Académie de Médecine de Belgique, 2de reeks, vol. 4, 1861, p. 172 met een plaat.
  • "Note sur un cas d'aphasie symptomatique d'une hémorragie du lobe frontal gauche", in Bulletins de l’Académie de médecine de Belgique, 2de reeks, vol. 8, 1865, p. 636.
  • "Sur la maladie des Trichines", in Annales du conseil de salubrité publique de la province de Liège, vol. 6, 1866.
  • "Comptes rendus annuels des travaux du conseil de salubrité publique de la province de Liége", in Annales du conseil de salubrité publique de la province de Liège, van 1845 tot 1871.
  • Symptomatologie ou traité des accidents morbides, Brussel, 1865 – 1871.
    • tome 1
    • 2 delen van volume 2 zijn verschenen, het derde deel moet nog verschijnen.


Publicaties aan de Academie


Bibliografie


Notes

  1. VANLAIR, Constant, "Spring (Fréderic-Antoine)", in Biographie Nationale, vol. 23, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1925, kol. 492.
  2. "Joseph-Antoine Spring", in LE ROY, Alphonse, Liber memorialis, l’université de Liége depuis sa fondation], Luik: imprimerie de J.-G. Carmanne, 1869, kol. 938-939.
  3. VANLAIR, Constant, "Spring (Fréderic-Antoine)", in Biographie Nationale, vol. 23, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1925, kol. 493.
  4. "Joseph-Antoine Spring", in LE ROY, Alphonse, Liber memorialis, l’université de Liége depuis sa fondation], Luik: imprimerie de J.-G. Carmanne, 1869, kol. 940.
  5. VANLAIR, Constant, "Spring (Fréderic-Antoine)", in Biographie Nationale, vol. 23, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1925, kol. 493.
  6. "Joseph-Antoine Spring", in LE ROY, Alphonse, Liber memorialis, l’université de Liége depuis sa fondation], Luik: imprimerie de J.-G. Carmanne, 1869, kol. 941.