Difference between revisions of "Macleod-Maertens, Fanny (1858-1938)"

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
m (Biografie)
m (Biografie)
Line 14: Line 14:
 
[[File:Voorblad kropotkin mutaul aid.png|right|250px]]<br/>De beide partners deelden ook een fascinatie voor het  anarchistisch en socialistisch gedachtegoed.<ref>Het is moeilijk te bepalen in hoeverre beide partners zelf ook achter deze ideologieën stonden. Historicus Raf  De Bont stelt dat Julius Mac Leod weinig voelde voor de anarchistische denkbeelden en liever zichzelf als onpartijdig opstelde. Raf de Bont, ''Darwins kleinkinderen. De omgang met de evolutieleer in België, 1865-1945'',  Nijmegen, 2008, 251.</ref> Mac Leod werkte mee aan ''Van nu en straks'', de ''Tijdsgeest'' en ''Ontwaking'',  literaire tijdschriften met een min of meer uitgesproken anarchistische sympathie. Hij onderhield (pennen)vriendschappen met August Vermeylen, Jacques Mesnil en Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Macleod stond ook bekend als vurig aanvoerder  van de liberale vleugel van de Vlaamse Beweging. Maertens van haar kant was bevriend met onder meer Nica Fredericq, Emiel Claus , Anna de Weert, Dina Logeman-van der Willigen, Virginie Loveling, die familie van haar echtgenoot was en haar eigen neef Frans Masereel. Ze onderhield bovendien een gemoedelijke pennenvriendschap met verschillende Russische contacten, waaronder de revolutionair Sofja Kropotkin en diens echtgenoot, de gerenommeerde anarchocommunistische theoreticus en geoloog Pjotr Kropotkin. Van deze laatste vertaalde ze in 1904 diens wetenschappelijke publicatie over evolutieleer, ''Mutual Aid, a Factor of Evolution'', naar het Nederlands. Macleod verzorgde een voorwoord voor de vertaling. Niet toevallig wellicht verrichtte hij rond deze tijd ook evolutionair onderzoek .
 
[[File:Voorblad kropotkin mutaul aid.png|right|250px]]<br/>De beide partners deelden ook een fascinatie voor het  anarchistisch en socialistisch gedachtegoed.<ref>Het is moeilijk te bepalen in hoeverre beide partners zelf ook achter deze ideologieën stonden. Historicus Raf  De Bont stelt dat Julius Mac Leod weinig voelde voor de anarchistische denkbeelden en liever zichzelf als onpartijdig opstelde. Raf de Bont, ''Darwins kleinkinderen. De omgang met de evolutieleer in België, 1865-1945'',  Nijmegen, 2008, 251.</ref> Mac Leod werkte mee aan ''Van nu en straks'', de ''Tijdsgeest'' en ''Ontwaking'',  literaire tijdschriften met een min of meer uitgesproken anarchistische sympathie. Hij onderhield (pennen)vriendschappen met August Vermeylen, Jacques Mesnil en Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Macleod stond ook bekend als vurig aanvoerder  van de liberale vleugel van de Vlaamse Beweging. Maertens van haar kant was bevriend met onder meer Nica Fredericq, Emiel Claus , Anna de Weert, Dina Logeman-van der Willigen, Virginie Loveling, die familie van haar echtgenoot was en haar eigen neef Frans Masereel. Ze onderhield bovendien een gemoedelijke pennenvriendschap met verschillende Russische contacten, waaronder de revolutionair Sofja Kropotkin en diens echtgenoot, de gerenommeerde anarchocommunistische theoreticus en geoloog Pjotr Kropotkin. Van deze laatste vertaalde ze in 1904 diens wetenschappelijke publicatie over evolutieleer, ''Mutual Aid, a Factor of Evolution'', naar het Nederlands. Macleod verzorgde een voorwoord voor de vertaling. Niet toevallig wellicht verrichtte hij rond deze tijd ook evolutionair onderzoek .
  
<br/>Maertens’ vertaling werd in het Nederlandstalig politiek en wetenschappelijk milieu warm onthaald. Een reviewer schreef: Met het vertalen van zulk een werk in het Nederlandsch, heeft mevr. Mac-Leod ons Vlaamsch geestesleven verrijkt.<ref>P. Hamelius, in: ''Vlaanderen'',( 1904), 486.</ref> In 1907 vertaalde Maertens  een tweede werk van Kropotkin uit het Engels: ''Ideals and realities in Russian literature''. In 1906 schreef ze zich bovendien aan de Gentse faculteit Letteren in voor de taalopleiding Russisch. Ze legde geen examens af, maar volgde gedurende twee academiejaren als vrije student de hoorcolleges. Naast deze vertalingen, zijn van Maertens hand ook enkele publicaties in het ''Nederlandsch Museum'', het ''Tijdschrift van het Willemsfond'', het ''Volksbelang'', ''het Vaderland'' en ''De Gazette van Gent'' bekend. Maertens verkoos steeds om, indien mogelijk, anoniem te publiceren.  
+
<br/>Maertens’ vertaling werd in het Nederlandstalig politiek en wetenschappelijk milieu warm onthaald. Een reviewer schreef: "Met het vertalen van zulk een werk in het Nederlandsch, heeft mevr. Mac-Leod ons Vlaamsch geestesleven verrijkt."<ref>P. Hamelius, in: ''Vlaanderen'',( 1904), 486.</ref> In 1907 vertaalde Maertens  een tweede werk van Kropotkin uit het Engels: ''Ideals and realities in Russian literature''. In 1906 schreef ze zich bovendien aan de Gentse faculteit Letteren in voor de taalopleiding Russisch. Ze legde geen examens af, maar volgde gedurende twee academiejaren als vrije student de hoorcolleges. Naast deze vertalingen, zijn van Maertens hand ook enkele publicaties in het ''Nederlandsch Museum'', het ''Tijdschrift van het Willemsfond'', het ''Volksbelang'', ''het Vaderland'' en ''De Gazette van Gent'' bekend. Maertens verkoos steeds om, indien mogelijk, anoniem te publiceren.  
  
 
<br/>Of personen als Florence Maertens als echte wetenschappers kunnen beschouwd  worden is een moeilijke vraag. In de negentiende eeuw waren veel vrouwen in het wetenschapsbedrijf actief, zonder daarom zelf onderzoek te verrichten. In de coulissen van de wetenschap verzamelden deze vrouwen onderzoeksmateriaal en stalen, vertaalden , tekenden, beschreven of inventariseerden ze. De rol die deze vrouwen vervulden, was er een van doorgeven en faciliteren. Zij waren “culturele transmitters”. Voor hun werk vroegen zij geen erkenning, daar bescheidenheid het vrouwzijn sierde. In de anonimiteit voelden zij zich het meest comfortabel, althans dat beweerden zij. Maertens was bij uitstek een van die culturele transmitters. In die hoedanigheid is het niet verwonderlijk dat Maertens haar activiteit gemakkelijk bleek te kunnen  verleggen van natuurwetenschappelijke onderwerpen naar literaire topics.<ref> Broomans, Petra, Van Voorst, Sandra en Smits, Karina (red.), ''Rethinking Cultural Transfer and Transmission: Reflections and New Perspectives'', Eelde, 2012.</ref>
 
<br/>Of personen als Florence Maertens als echte wetenschappers kunnen beschouwd  worden is een moeilijke vraag. In de negentiende eeuw waren veel vrouwen in het wetenschapsbedrijf actief, zonder daarom zelf onderzoek te verrichten. In de coulissen van de wetenschap verzamelden deze vrouwen onderzoeksmateriaal en stalen, vertaalden , tekenden, beschreven of inventariseerden ze. De rol die deze vrouwen vervulden, was er een van doorgeven en faciliteren. Zij waren “culturele transmitters”. Voor hun werk vroegen zij geen erkenning, daar bescheidenheid het vrouwzijn sierde. In de anonimiteit voelden zij zich het meest comfortabel, althans dat beweerden zij. Maertens was bij uitstek een van die culturele transmitters. In die hoedanigheid is het niet verwonderlijk dat Maertens haar activiteit gemakkelijk bleek te kunnen  verleggen van natuurwetenschappelijke onderwerpen naar literaire topics.<ref> Broomans, Petra, Van Voorst, Sandra en Smits, Karina (red.), ''Rethinking Cultural Transfer and Transmission: Reflections and New Perspectives'', Eelde, 2012.</ref>

Revision as of 14:20, 28 May 2015

Geboortenaam: Florence Hélène Maertens
Alternatieve naam: Fanny Lava. Naar haar stiefvader Louis Lava.


Plantkundige (?), vertaalster, geboren op 24 juli 1858 in Meulebeke en gestorven op 8 oktober 1938 in Gent. Echtgenote van Julius Macleod.



Biografie

Maertens bracht haar peuterjaren door in Ingelmunster, in het gezin van vader Jean Baptiste Maertens en moeder Lucie Sophie Pieters, die samen een tapperij openhielden. Vader Maertens overleed echter al in 1861. Haar moeder hertrouwde enige tijd later met de lijnwaadfabrikant Felix Lava. De jonge Maertens kreeg er toen een halfbroer en halfzussen bij. Verder is over haar kinder- en jeugdjaren niets bekend. Ook over Maertens’ school- en studietijd tasten we in het duister. Haar naam verschijnt in ieder geval niet in het korte lijstje van leeftijdgenotes – Emma Leclercq, Marie Destrée, Louise Popelin, Clémence Everard, Sidonie Verhelst en Ida Huys – die op dit moment de eerste bressen slaan in de mannenclub die de universitaire gemeenschap is. Evenmin oefende ze, zoals vele van deze ondernemende leeftijdsgenoten een wetenschappelijk beroep uit. Belangstelling voor plantkunde had Maertens nochtans wel. Maar net als andere dames uit de burgerij beoefende ze die interesse op amateurniveau. In 1891 publiceerde ze in het Botanisch jaarboek een overzichtsartikel, getiteld “Lijst van boeken, verhandelingen, enz. over de verspreidingsmiddelen des planten van 1873 tot 1890 verschenen”. Het is het enige plantkundige werk dat van haar hand verscheen.


Maertens deelde haar botanische interesse met haar echtgenoot Julius Macleod, met wie ze in september 1885 in het huwelijk getreden was. Deze plantkundige, bioloog en Gents hoogleraar genoot internationaal aanzien. Volgens historicus Joris van Parys assisteerde Maertens haar man bij zijn wetenschappelijk onderzoek.[1] De redactie van het Botanisch Jaarboek, waarin ze haar overzicht publiceerde was in ieder geval in handen van haar echtgenoot.

Voorblad kropotkin mutaul aid.png

De beide partners deelden ook een fascinatie voor het anarchistisch en socialistisch gedachtegoed.[2] Mac Leod werkte mee aan Van nu en straks, de Tijdsgeest en Ontwaking, literaire tijdschriften met een min of meer uitgesproken anarchistische sympathie. Hij onderhield (pennen)vriendschappen met August Vermeylen, Jacques Mesnil en Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Macleod stond ook bekend als vurig aanvoerder van de liberale vleugel van de Vlaamse Beweging. Maertens van haar kant was bevriend met onder meer Nica Fredericq, Emiel Claus , Anna de Weert, Dina Logeman-van der Willigen, Virginie Loveling, die familie van haar echtgenoot was en haar eigen neef Frans Masereel. Ze onderhield bovendien een gemoedelijke pennenvriendschap met verschillende Russische contacten, waaronder de revolutionair Sofja Kropotkin en diens echtgenoot, de gerenommeerde anarchocommunistische theoreticus en geoloog Pjotr Kropotkin. Van deze laatste vertaalde ze in 1904 diens wetenschappelijke publicatie over evolutieleer, Mutual Aid, a Factor of Evolution, naar het Nederlands. Macleod verzorgde een voorwoord voor de vertaling. Niet toevallig wellicht verrichtte hij rond deze tijd ook evolutionair onderzoek .


Maertens’ vertaling werd in het Nederlandstalig politiek en wetenschappelijk milieu warm onthaald. Een reviewer schreef: "Met het vertalen van zulk een werk in het Nederlandsch, heeft mevr. Mac-Leod ons Vlaamsch geestesleven verrijkt."[3] In 1907 vertaalde Maertens een tweede werk van Kropotkin uit het Engels: Ideals and realities in Russian literature. In 1906 schreef ze zich bovendien aan de Gentse faculteit Letteren in voor de taalopleiding Russisch. Ze legde geen examens af, maar volgde gedurende twee academiejaren als vrije student de hoorcolleges. Naast deze vertalingen, zijn van Maertens hand ook enkele publicaties in het Nederlandsch Museum, het Tijdschrift van het Willemsfond, het Volksbelang, het Vaderland en De Gazette van Gent bekend. Maertens verkoos steeds om, indien mogelijk, anoniem te publiceren.


Of personen als Florence Maertens als echte wetenschappers kunnen beschouwd worden is een moeilijke vraag. In de negentiende eeuw waren veel vrouwen in het wetenschapsbedrijf actief, zonder daarom zelf onderzoek te verrichten. In de coulissen van de wetenschap verzamelden deze vrouwen onderzoeksmateriaal en stalen, vertaalden , tekenden, beschreven of inventariseerden ze. De rol die deze vrouwen vervulden, was er een van doorgeven en faciliteren. Zij waren “culturele transmitters”. Voor hun werk vroegen zij geen erkenning, daar bescheidenheid het vrouwzijn sierde. In de anonimiteit voelden zij zich het meest comfortabel, althans dat beweerden zij. Maertens was bij uitstek een van die culturele transmitters. In die hoedanigheid is het niet verwonderlijk dat Maertens haar activiteit gemakkelijk bleek te kunnen verleggen van natuurwetenschappelijke onderwerpen naar literaire topics.[4]


Publicaties

  • "Lijst van boeken, verhandelingen, enz. over de verspreidingsmiddelen des planten van 1873 tot 1890 verschenen, met een bijvoegsel en eene alphabetische lijst der plantennamen", in: Botanisch Jaarboek, 3 (1891), 192-231.

In deze publicatie geeft Maertens een oplijsting van studies die sinds 1873 over de verspreidingsmethodes van planten zijn verschenen. Bij een groot aantal van de werken vatte ze de conclusies bondig samen.


Bibliografie


Noten

  1. Joris van Parys, Masereel. Een biografie, Antwerpen, 1995, 25.
  2. Het is moeilijk te bepalen in hoeverre beide partners zelf ook achter deze ideologieën stonden. Historicus Raf De Bont stelt dat Julius Mac Leod weinig voelde voor de anarchistische denkbeelden en liever zichzelf als onpartijdig opstelde. Raf de Bont, Darwins kleinkinderen. De omgang met de evolutieleer in België, 1865-1945, Nijmegen, 2008, 251.
  3. P. Hamelius, in: Vlaanderen,( 1904), 486.
  4. Broomans, Petra, Van Voorst, Sandra en Smits, Karina (red.), Rethinking Cultural Transfer and Transmission: Reflections and New Perspectives, Eelde, 2012.