Difference between revisions of "Gilkinet, Charles-Alfred (1845-1926)"
m |
m |
||
Line 1: | Line 1: | ||
[[category:Wetenschappers]][[category:Geboorte 1826-1850]] [[category:Professoren]] [[category: Paleontologen]][[category: Plantkundigen]][[category: Scheikundigen]][[category:Professor aan de ULg]][[category:Leden Akademie]] | [[category:Wetenschappers]][[category:Geboorte 1826-1850]] [[category:Professoren]] [[category: Paleontologen]][[category: Plantkundigen]][[category: Scheikundigen]][[category:Professor aan de ULg]][[category:Leden Akademie]] | ||
<div style="text-align:right;">[https://www.bestor.be/wiki/index.php/Gilkinet,_Charles-Alfred_(1845-1926) FR]</div> | <div style="text-align:right;">[https://www.bestor.be/wiki/index.php/Gilkinet,_Charles-Alfred_(1845-1926) FR]</div> | ||
− | [[File:Alfred_Gilkinet.png| | + | [[File:Alfred_Gilkinet.png|420px|right|Alfred Gilkinet (1845-1926)]] |
Apotheker, scheikundige, paleobotanicus en professor aan de Universiteit van Luik, geboren te Ensival op 21 mei 1845 en overleden te Manhay Grandménil op 29 september 1926. | Apotheker, scheikundige, paleobotanicus en professor aan de Universiteit van Luik, geboren te Ensival op 21 mei 1845 en overleden te Manhay Grandménil op 29 september 1926. | ||
<br/> | <br/> | ||
Line 8: | Line 8: | ||
In 1868 promoveerde hij tot apotheker aan de Faculteit Geneeskunde aan de [[Universiteit van Luik]]. Hij vertrok naar de Universiteit van Straatsburg waar hij paleobotanica ging studeren. Hij perfectioneerde zich verder in de mycologie, evenals in de scheikunde en de geologie. In 1872 promoveerde hij aan de [[Universiteit van Luik]] tot doctor in de natuurwetenschappen.<br/> | In 1868 promoveerde hij tot apotheker aan de Faculteit Geneeskunde aan de [[Universiteit van Luik]]. Hij vertrok naar de Universiteit van Straatsburg waar hij paleobotanica ging studeren. Hij perfectioneerde zich verder in de mycologie, evenals in de scheikunde en de geologie. In 1872 promoveerde hij aan de [[Universiteit van Luik]] tot doctor in de natuurwetenschappen.<br/> | ||
− | |||
Via Ministerieel Besluit van 13 november 1875 werd Gilkinet aangesteld als assistent van professor Jean-Charles Van Aubel aan de Faculteit Geneeskunde aan de [[Universiteit van Luik]]. Op 18 oktober 1877 volgde hij hem op. Op 21 oktober 1879 promoveerde Gilkinet tot buitengewoon hoogleraar. Hij doceerde de cursussen theoretische farmacie en praktische farmacie. In 1882 werd hij gewoon hoogleraar. Gilkinet doceerde aan de studenten farmacie de minerale en de organische farmaceutische scheikunde en de farmacognosie. In 1879 werd hij door de Faculteit Wetenschappen belast met de nieuwe cursus paleobotanica. Hij volgde [[Dewalque, Gilles-Joseph-Gustave (1826-1905)|Gustave Dewalque]] op als professor geologie. In 1881 verkreeg hij de goedkeuring van de Faculteit Geneeskunde om de lokalen voor de opleiding farmacie verder uit te breiden. Ze werden opgebouwd in de buurt van de botanische tuin en werden in gebruik genomen in oktober 1883. Het gebouwencomplex werd op 17 juni 1925 omgedoopt tot het Farmaceutisch Instituut Alfred Gilkinet.<br/> | Via Ministerieel Besluit van 13 november 1875 werd Gilkinet aangesteld als assistent van professor Jean-Charles Van Aubel aan de Faculteit Geneeskunde aan de [[Universiteit van Luik]]. Op 18 oktober 1877 volgde hij hem op. Op 21 oktober 1879 promoveerde Gilkinet tot buitengewoon hoogleraar. Hij doceerde de cursussen theoretische farmacie en praktische farmacie. In 1882 werd hij gewoon hoogleraar. Gilkinet doceerde aan de studenten farmacie de minerale en de organische farmaceutische scheikunde en de farmacognosie. In 1879 werd hij door de Faculteit Wetenschappen belast met de nieuwe cursus paleobotanica. Hij volgde [[Dewalque, Gilles-Joseph-Gustave (1826-1905)|Gustave Dewalque]] op als professor geologie. In 1881 verkreeg hij de goedkeuring van de Faculteit Geneeskunde om de lokalen voor de opleiding farmacie verder uit te breiden. Ze werden opgebouwd in de buurt van de botanische tuin en werden in gebruik genomen in oktober 1883. Het gebouwencomplex werd op 17 juni 1925 omgedoopt tot het Farmaceutisch Instituut Alfred Gilkinet.<br/> |
Revision as of 11:40, 29 September 2017
Apotheker, scheikundige, paleobotanicus en professor aan de Universiteit van Luik, geboren te Ensival op 21 mei 1845 en overleden te Manhay Grandménil op 29 september 1926.
Biografie
Charles-Alfred Gilkinet werd geboren te Ensival op 21 mei 1845 als zoon van een apotheker. Hij volgde middelbaar onderwijs aan het College van Verviers. Hier was hij laureaat van de algemene wedstrijd voor het middelbaar onderwijs.[1]
In 1868 promoveerde hij tot apotheker aan de Faculteit Geneeskunde aan de Universiteit van Luik. Hij vertrok naar de Universiteit van Straatsburg waar hij paleobotanica ging studeren. Hij perfectioneerde zich verder in de mycologie, evenals in de scheikunde en de geologie. In 1872 promoveerde hij aan de Universiteit van Luik tot doctor in de natuurwetenschappen.
Via Ministerieel Besluit van 13 november 1875 werd Gilkinet aangesteld als assistent van professor Jean-Charles Van Aubel aan de Faculteit Geneeskunde aan de Universiteit van Luik. Op 18 oktober 1877 volgde hij hem op. Op 21 oktober 1879 promoveerde Gilkinet tot buitengewoon hoogleraar. Hij doceerde de cursussen theoretische farmacie en praktische farmacie. In 1882 werd hij gewoon hoogleraar. Gilkinet doceerde aan de studenten farmacie de minerale en de organische farmaceutische scheikunde en de farmacognosie. In 1879 werd hij door de Faculteit Wetenschappen belast met de nieuwe cursus paleobotanica. Hij volgde Gustave Dewalque op als professor geologie. In 1881 verkreeg hij de goedkeuring van de Faculteit Geneeskunde om de lokalen voor de opleiding farmacie verder uit te breiden. Ze werden opgebouwd in de buurt van de botanische tuin en werden in gebruik genomen in oktober 1883. Het gebouwencomplex werd op 17 juni 1925 omgedoopt tot het Farmaceutisch Instituut Alfred Gilkinet.
Vanaf 1885 moedigde het inschrijven van vrouwen aan de Luikse Faculteit Geneeskunde aan. In 1894 was hij één van de iniatiefnemers voor het inrichten van een opleiding geologie.
Op 15 februari 1919 werd hij toegelaten tot het emeritaat.
Hij werd op 15 december 1875 benoemd tot corresponderend aan de Académie royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles en tot effectief lid op 15 december 1880. In 1897 werd hij directeur van de Klasse Wetenschappen. Gilkinet was in juni 1874 een van de oprichters van de Société de géologie de Belgique. Hij was erelid van de Société de Pharmacie de Bruxelles, van de Association pharmaceutique de la province de Liège en van de Société de Pharmacie d'Anvers. In 1905 was hij voorzitter van het Congres voor Scheikunde en Farmaceutica dat werd georganiseerd te Luik.
Hij overleed op 29 september 1926 te Grandménil in de Belgische provincie Luxemburg.
Werken
Op 15 december 1874 was Gilkinet laureaat van de Klasse Wetenschappen aan de Académie royale de Belgique voor de observatie van pyrenomyceten (paddestoelsoort) en van polymorfisme bij paddestoelen.[2]
Hij stelde in 1879 aan de Klasse van de Wetenschappen een tweede publicatie voor Du développement du règne végétal dans les temps géologiques. Hij hield zich aan de theorie van de transformaties en stelde dat het milieu en de natuurlijke selectie factoren van de evolutie waren.[3]
Hij schonk ons belangrijk onderzoek over de Eoceenflora van Huppaye en over die van de klei van Andenne.[4]
Gilkinet publiceerde een aantal keren de Traité de chimie pharmaceutique. Hij introduceerde hierin noties van de bromotologie en de medische scheikunde. In 1910 schreef hij een kritische comperatieve studie van diverse farmacopeeën en pleitte hierbij voor hun uniformisatie.
In het kader van de paleobotanica publiceerde hij werken over de Devoonflora in de Condroz en over de fossiele planten uit het magelhaen.[5]
Publicaties
- Een lijst met de belangrijkste publicaties is beschikbaar in : ANGENOT, Luc en LECOMTE, Jean, "Alfred-Charles Gilkinet", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1997, p. 11-13.
Bibliografie
- ANGENOT, J.F., La Pharmacie et l'Art de guérir au Pays de Liège des origines à nos jours, Luik: E. Wahle, ed., 1983.
- ANGENOT, L., "L'École liégeoise de Pharmacie", in Apports de Liège au progrès des sciences et des techniques, Luik : E. Wahle, ed., 1987, p. 263-272.
- ANGENOT, Luc en LECOMTE, Jean, "Alfred-Charles Gilkinet", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1997, p. 3-13.
- ANGENOT, Luc en LECOMTE, Jean, "Gilkinet, (Alfred)", in Nouvelle Biographie Nationale, vol. 5, p. 174-175.
- FORLIARD, N., "Alfred Gilkinet", in L'enseignement de la Pharmacie à Liège, 1808-1968, essai historique, p. 43-47, Luik : G. Derouaux, ed., 1968.
- GRAVIS, M., "Discours prononcé à l'occasion du cinquantenaire académique de M. Alfred Gilkinet", in Bulletin de la Classe des Sciences, Académie royale de Belgique, 5de reeks, vol. 11, p. 195-200.
- LAWARLÉE, André, "De plantkunde", in Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1 p. 251.
- SCHOOFS, F., et LECLERCQ, S., Liber memorialis. L'Université de Liège de 1867 à 1935, vol. 3, p 75-79. Luik : Rectoraat van de Universiteit, 1936.
Notes
- ↑ ANGENOT, Luc en LECOMTE, Jean, "Alfred-Charles Gilkinet", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1997, p. 3.
- ↑ ANGENOT, Luc et LECOMTE, Jean, "Alfred-Charles Gilkinet", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1997, p. 5.
- ↑ ANGENOT, Luc et LECOMTE, Jean, "Gilkinet, (Alfred)", in Nouvelle Biographie Nationale, vol. 5, p. 174.
- ↑ GROESSENS, Éric, GROESSENS-VAN DYCK, Marie-Claire, "De geologie", in Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p. 282.
- ↑ LAWARLÉE, André, "De plantkunde", in Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1 p. 251.