Difference between revisions of "Brachet, Albert (1869-1930)"
(→Biografie) |
(→Werken) |
||
Line 26: | Line 26: | ||
Aan het laboratorium van Auguste Swaen deed hij onderzoek naar de verdeling van de coeloomholte en de vorming van grote lichaamsholten die hij bestudeerde in de verschillende klassen van de vertebraten. Hij bepaalde ook de oorsprong van het bloed bij de teleosten. Hij beschreef ook het ontstaan van het bloed bij de amfibieën, de histogenese van de pancreas, regeneratieverschijnselen en hij wendde vitale kleuringen aan.<ref>Julien, Fautrez,"Albert Brachet", In:''Nationaal Biografisch Woordenboek'', vol. 1, Brussel: Paleis der Academiën, 1964, kol. 264-266.</ref> <br/> | Aan het laboratorium van Auguste Swaen deed hij onderzoek naar de verdeling van de coeloomholte en de vorming van grote lichaamsholten die hij bestudeerde in de verschillende klassen van de vertebraten. Hij bepaalde ook de oorsprong van het bloed bij de teleosten. Hij beschreef ook het ontstaan van het bloed bij de amfibieën, de histogenese van de pancreas, regeneratieverschijnselen en hij wendde vitale kleuringen aan.<ref>Julien, Fautrez,"Albert Brachet", In:''Nationaal Biografisch Woordenboek'', vol. 1, Brussel: Paleis der Academiën, 1964, kol. 264-266.</ref> <br/> | ||
Hij was een leerling van [[Van Beneden, Edouard (1846-1910)|Edouard Van Beneden]] en bracht het grootste deel van zijn loopbaan door aan de medische faculteit van de [[ULB]]. Aan het laboratorium van Edouard Van Beneden ontwikkelde hij de toepassing van de experimentele methode op de ontwikkelingsbiologie. In 1912 cultiveerde hij een blastodermblaasje van het konijn in gestold plasma. Hij publiceerde het belangrijk werk ''L’oeuf et le facteurs de l’ontogenèse''.<ref> Robert, Halleux, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0025.php "Naar de kern van het leven: de biologie"], In: {{Halleux 1}}, p.303.</ref><br/> | Hij was een leerling van [[Van Beneden, Edouard (1846-1910)|Edouard Van Beneden]] en bracht het grootste deel van zijn loopbaan door aan de medische faculteit van de [[ULB]]. Aan het laboratorium van Edouard Van Beneden ontwikkelde hij de toepassing van de experimentele methode op de ontwikkelingsbiologie. In 1912 cultiveerde hij een blastodermblaasje van het konijn in gestold plasma. Hij publiceerde het belangrijk werk ''L’oeuf et le facteurs de l’ontogenèse''.<ref> Robert, Halleux, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0025.php "Naar de kern van het leven: de biologie"], In: {{Halleux 1}}, p.303.</ref><br/> | ||
+ | In 1914 onderzocht hij in het Roscoff Marine Laboratory de eieren van niet gewervelde zeedieren. Dit onderzoek zette hij verder na de oorlog en schreef een rapport over de vroegtijdige bevruchting van zeeëgels.<ref>Jacques G., Mulnard,"The Brussels School of Embryology", In:''Int. J.Dev. Biology'', vol. 36, 1992, p.17-24.</ref> | ||
Hij was in België een pionier van de experimentele analyse van de embryo-ontwikkeling, een benadering de hij omschreef als ''causale embryologie''. Hij was de eerste die erin slaagde gedurende een zekere tijd het zoogdierei ''in vitro'' te kweken. Hij kreeg vooral erkenning voor zijn werk over de embryologie van de vertebraten. <ref> Denis, Thieffry, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0042.php "De fundamentele biologie: van het organisme tot de cel, van de molecule tot het ecosysteem"], In: {{Halleux 2}}, p. 204.</ref><br/> | Hij was in België een pionier van de experimentele analyse van de embryo-ontwikkeling, een benadering de hij omschreef als ''causale embryologie''. Hij was de eerste die erin slaagde gedurende een zekere tijd het zoogdierei ''in vitro'' te kweken. Hij kreeg vooral erkenning voor zijn werk over de embryologie van de vertebraten. <ref> Denis, Thieffry, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0042.php "De fundamentele biologie: van het organisme tot de cel, van de molecule tot het ecosysteem"], In: {{Halleux 2}}, p. 204.</ref><br/> | ||
Hij was de stichter van de Brusselse school voor experimentele embryologie. Deze school blijft voortbestaan niet alleen in Brussel, maar ook in Leuven en Gent. [[Dalcq, Albert (1893-1973)|Albert Dalcq]] en [[Pasteels, Jean Jules (1906-1991)|Jean Jules Pasteels]] waren leerlingen van hem.<ref>Julien, Fautrez,"Albert Brachet", In:''Nationaal Biografisch Woordenboek'', vol. 1, Brussel: Paleis der Academiën, 1964, kol. 264-266.</ref><br/> | Hij was de stichter van de Brusselse school voor experimentele embryologie. Deze school blijft voortbestaan niet alleen in Brussel, maar ook in Leuven en Gent. [[Dalcq, Albert (1893-1973)|Albert Dalcq]] en [[Pasteels, Jean Jules (1906-1991)|Jean Jules Pasteels]] waren leerlingen van hem.<ref>Julien, Fautrez,"Albert Brachet", In:''Nationaal Biografisch Woordenboek'', vol. 1, Brussel: Paleis der Academiën, 1964, kol. 264-266.</ref><br/> |
Revision as of 09:01, 5 November 2010
Arts en embryoloog, geboren te Luik op 1 januari 1869 en overleden te Brussel op 27 december 1930.
Biografie
Albert Brachet werd geboren te Luik op 1 januari 1869. Hij studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Luik. Hij werkte in het laboratorium van de zoöloog Edouard Van Beneden, waar hij van 1887 tot 1888 zijn eerste vorming genoot. In 1889 stapte hij over naar het laboratorium van de menselijke anatomie van Auguste Swaen.
In 1894 promoveerde hij tot doctor in de geneeskunde aan de Universiteit van Luik.
Hij ging zich verder specialiseren bij de Duitse embryoloog Gustav Jacob Born (1804-1900) en de Schotse anatoom Daniel John Cunningham (1850-1909).
Nadien keerde hij terug naar Luik, waar hij eerst assistent en in 1899 werkleider werd in dienst van Auguste Swaen.[1]
In 1904 werd hij titularis van de leerstoel menselijke anatomie aan de Faculteit Geneeskunde aan de ULB. Hij werd in hetzelfde jaar ook benoemd tot directeur van het laboratorium voor embryologie en menselijke anatomie aan de ULB.[2]
Hij doceerde de beschrijvende anatomie en de topografie aan de ULB. In 1906 werd hij ook belast met het onderwijs in de embryologie.
Na de dood van Edouard Van Beneden in 1910 nam hij het directeurschap van de Archives de Biologie op zich.
In 1911 werd hij benoemd tot gewoon hoogleraar aan de ULB.[3] Van 1911 tot 1914 was hij decaan van de medische faculteit.[4]
In 1914 bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was hij aan het werk in het Roscoff Marine Laboratory.[5]
Hij accepteerde de post van geassocieerd professor anatomie en embryologie aan de Parijse Faculteit Geneeskunde. Hij doceerde de Conférences Michonis aan het Collège de France (1915) en hij gaf les aan de Universiteit van Genève (1917).
Op het einde van de oorlog keerde hij terug naar Brussel en nam zijn functies opnieuw op.
Van 1923 tot 1926 was hij rector van de ULB.
Hij won verschillende prijzen met zijn onderzoek. In 1894 won hij de reisbeurzen wedstrijd met een werk over de resorptie van het kraakbeen en de vorming van lange beenderen bij vogels. In 1908 ontving hij van de Academie de Paris de Serrès Prijs. Hij won de vijfjaarlijkse prijs voor geneeskundige wetenschappen. Hij ontving ook eredoctoraten van de universiteiten van Parijs, Straatsburg en Genève. [6]
Hij werd op 14 juni 1919 corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique en effectief lid op 5 juni 1926. Hij was ook lid van Académie royale de médecine de Belgique. Hij was buitenlands lid van het Institut de France, van de Académie de France, van de Académie de Médecine van Parijs en van de Royal Society van Londen.
Hij overleed te Brussel op 27 december 1930.[7]
Werken
Tijdens zijn verblijf aan het laboratorium van Born in Breslau werd hij geïntroduceerd in de experimentele manipulatie van embryo’s van amfibieën.[8]
Aan het laboratorium van Auguste Swaen deed hij onderzoek naar de verdeling van de coeloomholte en de vorming van grote lichaamsholten die hij bestudeerde in de verschillende klassen van de vertebraten. Hij bepaalde ook de oorsprong van het bloed bij de teleosten. Hij beschreef ook het ontstaan van het bloed bij de amfibieën, de histogenese van de pancreas, regeneratieverschijnselen en hij wendde vitale kleuringen aan.[9]
Hij was een leerling van Edouard Van Beneden en bracht het grootste deel van zijn loopbaan door aan de medische faculteit van de ULB. Aan het laboratorium van Edouard Van Beneden ontwikkelde hij de toepassing van de experimentele methode op de ontwikkelingsbiologie. In 1912 cultiveerde hij een blastodermblaasje van het konijn in gestold plasma. Hij publiceerde het belangrijk werk L’oeuf et le facteurs de l’ontogenèse.[10]
In 1914 onderzocht hij in het Roscoff Marine Laboratory de eieren van niet gewervelde zeedieren. Dit onderzoek zette hij verder na de oorlog en schreef een rapport over de vroegtijdige bevruchting van zeeëgels.[11]
Hij was in België een pionier van de experimentele analyse van de embryo-ontwikkeling, een benadering de hij omschreef als causale embryologie. Hij was de eerste die erin slaagde gedurende een zekere tijd het zoogdierei in vitro te kweken. Hij kreeg vooral erkenning voor zijn werk over de embryologie van de vertebraten. [12]
Hij was de stichter van de Brusselse school voor experimentele embryologie. Deze school blijft voortbestaan niet alleen in Brussel, maar ook in Leuven en Gent. Albert Dalcq en Jean Jules Pasteels waren leerlingen van hem.[13]
Publicaties
- Korte lijst met publicaties catalogus ULB [1]
Bibliografie
- Julien, Fautrez,"Albert Brachet", In:Nationaal Biografisch Woordenboek,vol. 1, Brussel: Paleis der Academiën, 1964, kol. 264-266.
- Denis, Thieffry, "De fundamentele biologie: van het organisme tot de cel, van de molecule tot het ecosysteem", In: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 204.
Nota’s
- ↑ Julien, Fautrez,"Albert Brachet", In:Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 1, Brussel: Paleis der Academiën, 1964, kol. 264-266.
- ↑ Obituary Notices of Fellows of the Royal Society, "Albert Brachet", p. 66.
- ↑ Albert, Dalcq,"Albert Brachet", In:Nouvelle Biographie Nationale, vol. 30, suppl. Vol. 2, 1958, kol.196-208.
- ↑ Jacques G., Mulnard,"The Brussels School of Embryology", In: Int. J.Dev. Biology, vol. 36, 1992, p.17-24.
- ↑ Jacques G., Mulnard,"The Brussels School of Embryology", In:’’Int. J.Dev. Biology’’, vol. 36, 1992, p.17-24.
- ↑ Julien, Fautrez, "Albert Brachet", In: Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 1, Brussel: Paleis der Academiën, 1964, kol. 264-266.
- ↑ Albert, Dalcq, "Albert Brachet", In:Nouvelle Biographie Nationale, vol. 30, suppl. Vol. 2, 1958, kol.196-208.
- ↑ Jacques G., Mulnard,"The Brussels School of Embryology", In:Int. J.Dev. Biology, vol. 36, 1992, p.17-24.
- ↑ Julien, Fautrez,"Albert Brachet", In:Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 1, Brussel: Paleis der Academiën, 1964, kol. 264-266.
- ↑ Robert, Halleux, "Naar de kern van het leven: de biologie", In: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p.303.
- ↑ Jacques G., Mulnard,"The Brussels School of Embryology", In:Int. J.Dev. Biology, vol. 36, 1992, p.17-24.
- ↑ Denis, Thieffry, "De fundamentele biologie: van het organisme tot de cel, van de molecule tot het ecosysteem", In: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 204.
- ↑ Julien, Fautrez,"Albert Brachet", In:Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 1, Brussel: Paleis der Academiën, 1964, kol. 264-266.