Difference between revisions of "Bessemans, Albert (1888-1973)"

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
 
m
Line 2: Line 2:
 
  [[category:Professoren]][[category:Professor aan de RUG ]] [[category: Vulgarisatie van de wetenschappen]][[category: Medische microbiologen]][[category: Beleidsexpert-Ambtenaar]]
 
  [[category:Professoren]][[category:Professor aan de RUG ]] [[category: Vulgarisatie van de wetenschappen]][[category: Medische microbiologen]][[category: Beleidsexpert-Ambtenaar]]
  
Voluit: Joseph-Francçois-Antoine-Albert. Geboren in op 16 februari 1888 in Sint-Truiden en gestorven in 1973.
+
Voluit: Joseph-Francçois-Antoine-Albert. <br/>Geboren in op 16 februari 1888 in Sint-Truiden en gestorven in 1973.
  
 +
<br/>
 
===Historiek===
 
===Historiek===
Na het voltooien van zijn middelbare studies aan het College van Sint-Truiden, schreef de jonge Albert Bessemans zich in aan de [[Universiteit van Leuven]], waar hij in 1912 het diploma van doctor in de Geneeskunde behaald.  Tijdens zijn studies was hij als assistent in het Instituut voor Bacteriologie van de universiteit aan het werk geweest. In 1913 werd hij tot inspecteur van Hygiëne voor de provincie Limburg benoemd. Hij nam tegelijk de post van directeur van het het Provinciaal Bacteriologisch Ontledingslaboratorium op zich. In 1922 werd hij tot Hoofd-inspecteur van Hygiëne in Brussel benoemd. In 1926 nam hij de taak van directeur van het Provinciaal Bacteriologisch Ontledingslaboratorium van Oost-Vlaanderen op zich.
+
Na het voltooien van zijn middelbare studies aan het College van Sint-Truiden, schreef de jonge Albert Bessemans zich in aan de [[Universiteit van Leuven]], waar hij in 1912 het diploma van doctor in de Geneeskunde behaald.  Tijdens zijn studies was hij als assistent in het Instituut voor Bacteriologie van de universiteit aan het werk geweest. In 1913 werd hij tot inspecteur van Hygiëne voor de provincie Limburg benoemd. Hij nam tegelijk de post van directeur van het het Provinciaal Bacteriologisch Ontledingslaboratorium op zich. In 1922 werd hij tot Hoofdinspecteur van Hygiëne in Brussel benoemd. In 1926 nam hij ook de taak van directeur van het Provinciaal Bacteriologisch Ontledingslaboratorium van Oost-Vlaanderen op zich.
  
<br/>Naast zijn ambtenarencarrière bouwde Bessemans ook een loopbaan in het academsich milieu uit. In 1924 werd hij tot docent aan de faculteit van geneeskunde van de [[Universiteit van Gent]] benoemd. Hij kreeg ook de leiding over het Laboratorium vooor Hygiëne en Bacteriologie van de faculteit. Tegelijk belastte men hem met een aantal cursussen rond bacteriologie en gezondheidsleer in de faculteit wetenschappen. Bessemans werd in 1926 tot gewoon hoogleraar gepromoveerd. Hij doceerde vanaf het einde van de jaren dertig ook nog aan de school voor Criminologie en aan het Centrum voor Biochemie. Tijdens de academiejaren 1933-1934 en 1935-1936 nam hij bovendien het ambt van rector waar. Zijn onderzoeksgebied spitste zich toe op trypanosomiasen, leptospirosen, syfilis en spontane konijnenspirochetose, waarbij experimenteel onderzoek centraal stond. In 1954 werd Bessemans tot het emeritaat toegelaten.
+
<br/>Naast zijn ambtenarencarrière bouwde Bessemans ook een loopbaan in het academisch milieu uit. In 1924 werd hij tot docent aan de faculteit van geneeskunde van de [[Universiteit van Gent]] benoemd. Hij kreeg ook de leiding over het Laboratorium vooor Hygiëne en Bacteriologie van de faculteit. Tegelijk belastte men hem met een aantal cursussen rond bacteriologie en gezondheidsleer in de faculteit wetenschappen. Bessemans werd in 1926 tot gewoon hoogleraar gepromoveerd. Hij doceerde vanaf het einde van de jaren dertig ook nog aan de School voor Criminologie en aan het Centrum voor Biochemie. Tijdens de academiejaren 1933-1934 en 1935-1936 nam hij bovendien het ambt van rector waar. Bessemans' onderzoeksgebied spitste zich toe op trypanosomiasen, leptospirosen, syfilis en spontane konijnenspirochetose, waarbij experimenteel onderzoek centraal stond. In 1954 werd Bessemans tot het emeritaat toegelaten.
  
<br/>Bessemans was corresponderend lid van de [[Académie royale de médecine de Belgique]] vanaf 1933 en lid vanaf 1959. Hij was eveneens lid van de [[Société belge de Biologie]] (1921), de [[Société  scientifique de Bruxelles]] (1922) en de [[Société belge de Médecine tropicale]] (1951), en van een groot aantal buitenlandse wetenschappelijke genootschappen en academies. Bessemans zetelde in wetenschappelijke comités van onder meer het tijdschrift Revue belge des sciences médicales en van de bibliotheken van de [[Universitaire Stichting]] en in de beheersraad van het [[Instituut voor Tropische Geneeskunde van Antwerpen]]. Bessemans was als geneeskundige ook op maatschappelijk gebied actief: zijn aanwezigheid in de Hoge Gezondheidsraad, in het geneeskundig comité van het Rood Kruis in Brussel en in het comité van openbare gezondheid van Oost-Vlaanderen en van de Geneeskundige commissies van Oost-Vlaanderen tonen dit aan. Bessemans trad ook op als criminalistisch expert bij de parketten van België.  
+
<br/>Bessemans was corresponderend lid van de [[Académie royale de médecine de Belgique]] vanaf 1933 en lid vanaf 1959. Hij was eveneens lid van de [[Société belge de Biologie]] (1921), de [[Société  scientifique de Bruxelles]] (1922) en de [[Société belge de Médecine tropicale]] (1951), en verder van een groot aantal buitenlandse wetenschappelijke genootschappen en academies. Bessemans zetelde in wetenschappelijke comités van onder meer het tijdschrift ''Revue belge des sciences médicales'' en van de bibliotheken van de [[Universitaire Stichting]] en zat in de beheersraad van het [[Instituut voor Tropische Geneeskunde van Antwerpen]]. Bessemans was als geneeskundige ook op maatschappelijk gebied actief: zijn inbreng als lid in de Hoge Gezondheidsraad, in het geneeskundig comité van het Rood Kruis in Brussel, in het comité van openbare gezondheid van Oost-Vlaanderen en in de Geneeskundige commissies van Oost-Vlaanderen tonen dit aan. Bessemans trad ook op als criminalistisch expert bij de parketten van België.  
Bessemans toonde interesse voor vulgarisatie, en hield in zijn latere leven een groot aantal voordrachten en radiolezingen over een waaier van wetenschappelijke vraagstukken en eigen onderzoek. Hij was vanaf 1926 lid van de Algemeene Katholieke Vlaamsche Hoogeschooluitbreiding vanaf 1926. Hij was in het bijzonder geboeid door paranormale verschijnselen, en  maakte er een punt van om deze via een kritisch betoog, vaak met demonstraties, te ontmaskeren. Als stichter en voorzitter van het  [[Belgisch Comité voor de wetenschappelijke navorsing der paranormaal geachte verschijnselen]] in 1949 en van de Cerle belge d’illusionisme in 1957, stelde hij controles in op paranormaal begaafden, spiritisten en helderzienden. Hij kreeg het diploma van Maitre-Magicien de l’Ordre français des illusionistes van Parijs in 1948.
+
Bessemans toonde interesse voor vulgarisatie, en hield in zijn latere leven een groot aantal voordrachten en radiolezingen over een waaier van wetenschappelijke vraagstukken en eigen onderzoek. Hij was vanaf 1926 lid van de Algemeene Katholieke Vlaamsche Hoogeschooluitbreiding. Hij was in het bijzonder geboeid door paranormale verschijnselen, en  maakte er een punt van om deze via een kritisch betoog, vaak met demonstraties, te ontmaskeren. Als stichter en voorzitter van het  [[Belgisch Comité voor de wetenschappelijke navorsing der paranormaal geachte verschijnselen]] in 1949 en van de [[Cercle belge d’illusionisme]] in 1957, stelde hij controles in op paranormaal begaafden, spiritisten en helderzienden. Hij ontving het diploma van Maitre-Magicien de l’Ordre français des illusionistes van Parijs in 1948.
  
 
<br/>
 
<br/>
Line 19: Line 20:
 
===Bibliografie===
 
===Bibliografie===
 
*[http://lib.ugent.be/fulltxt/MEM01/000/001/151/MEM01-000001151_1960.pdf"A. Albert Bessemans "], in: Theo Luykx (red.), ''Liber Memorialis 1913-1960. Deel II: Faculteit der Geneeskunde'', Gent, 1960, 178-204.  
 
*[http://lib.ugent.be/fulltxt/MEM01/000/001/151/MEM01-000001151_1960.pdf"A. Albert Bessemans "], in: Theo Luykx (red.), ''Liber Memorialis 1913-1960. Deel II: Faculteit der Geneeskunde'', Gent, 1960, 178-204.  
*[http://adore.ugent.be/OpenURL/resolve?rft_id=archive.ugent.be:497D3CA4-2565-11E0-8BC7-C963A2B3687C:1&svc_id=zoomer&url_ver=Z39.88-2004 Portret van Albert Bessemans], op voorkaft Pourquoi pas?, 23 ( 13 oktober 1933), nr. 1002.
+
*[http://adore.ugent.be/OpenURL/resolve?rft_id=archive.ugent.be:497D3CA4-2565-11E0-8BC7-C963A2B3687C:1&svc_id=zoomer&url_ver=Z39.88-2004 Portret van Albert Bessemans], op voorkaft ''Pourquoi pas?'', 23 ( 13 oktober 1933), nr. 1002.
*Velle, Karel, ‘De centrale gezondheidsadministratie in België voor de oprichting van het eerste Ministerie van Volksgezondheid (1849-1936)’, in: Belgisch tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis. 21 (1990), 1-2, 189
+
*Velle, Karel, ‘De centrale gezondheidsadministratie in België voor de oprichting van het eerste Ministerie van Volksgezondheid (1849-1936)’, in: ''Belgisch tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis'', 21 (1990), 1-2, 189

Revision as of 15:41, 18 December 2012


Voluit: Joseph-Francçois-Antoine-Albert.
Geboren in op 16 februari 1888 in Sint-Truiden en gestorven in 1973.


Historiek

Na het voltooien van zijn middelbare studies aan het College van Sint-Truiden, schreef de jonge Albert Bessemans zich in aan de Universiteit van Leuven, waar hij in 1912 het diploma van doctor in de Geneeskunde behaald. Tijdens zijn studies was hij als assistent in het Instituut voor Bacteriologie van de universiteit aan het werk geweest. In 1913 werd hij tot inspecteur van Hygiëne voor de provincie Limburg benoemd. Hij nam tegelijk de post van directeur van het het Provinciaal Bacteriologisch Ontledingslaboratorium op zich. In 1922 werd hij tot Hoofdinspecteur van Hygiëne in Brussel benoemd. In 1926 nam hij ook de taak van directeur van het Provinciaal Bacteriologisch Ontledingslaboratorium van Oost-Vlaanderen op zich.


Naast zijn ambtenarencarrière bouwde Bessemans ook een loopbaan in het academisch milieu uit. In 1924 werd hij tot docent aan de faculteit van geneeskunde van de Universiteit van Gent benoemd. Hij kreeg ook de leiding over het Laboratorium vooor Hygiëne en Bacteriologie van de faculteit. Tegelijk belastte men hem met een aantal cursussen rond bacteriologie en gezondheidsleer in de faculteit wetenschappen. Bessemans werd in 1926 tot gewoon hoogleraar gepromoveerd. Hij doceerde vanaf het einde van de jaren dertig ook nog aan de School voor Criminologie en aan het Centrum voor Biochemie. Tijdens de academiejaren 1933-1934 en 1935-1936 nam hij bovendien het ambt van rector waar. Bessemans' onderzoeksgebied spitste zich toe op trypanosomiasen, leptospirosen, syfilis en spontane konijnenspirochetose, waarbij experimenteel onderzoek centraal stond. In 1954 werd Bessemans tot het emeritaat toegelaten.


Bessemans was corresponderend lid van de Académie royale de médecine de Belgique vanaf 1933 en lid vanaf 1959. Hij was eveneens lid van de Société belge de Biologie (1921), de Société scientifique de Bruxelles (1922) en de Société belge de Médecine tropicale (1951), en verder van een groot aantal buitenlandse wetenschappelijke genootschappen en academies. Bessemans zetelde in wetenschappelijke comités van onder meer het tijdschrift Revue belge des sciences médicales en van de bibliotheken van de Universitaire Stichting en zat in de beheersraad van het Instituut voor Tropische Geneeskunde van Antwerpen. Bessemans was als geneeskundige ook op maatschappelijk gebied actief: zijn inbreng als lid in de Hoge Gezondheidsraad, in het geneeskundig comité van het Rood Kruis in Brussel, in het comité van openbare gezondheid van Oost-Vlaanderen en in de Geneeskundige commissies van Oost-Vlaanderen tonen dit aan. Bessemans trad ook op als criminalistisch expert bij de parketten van België. Bessemans toonde interesse voor vulgarisatie, en hield in zijn latere leven een groot aantal voordrachten en radiolezingen over een waaier van wetenschappelijke vraagstukken en eigen onderzoek. Hij was vanaf 1926 lid van de Algemeene Katholieke Vlaamsche Hoogeschooluitbreiding. Hij was in het bijzonder geboeid door paranormale verschijnselen, en maakte er een punt van om deze via een kritisch betoog, vaak met demonstraties, te ontmaskeren. Als stichter en voorzitter van het Belgisch Comité voor de wetenschappelijke navorsing der paranormaal geachte verschijnselen in 1949 en van de Cercle belge d’illusionisme in 1957, stelde hij controles in op paranormaal begaafden, spiritisten en helderzienden. Hij ontving het diploma van Maitre-Magicien de l’Ordre français des illusionistes van Parijs in 1948.


Publicaties

  • Een exhaustieve publicatielijst vindt men op het einde van het artikel "A. Albert Bessemans ", in: Theo Luykx (red.), Liber Memorialis 1913-1960. Deel II: Faculteit der Geneeskunde, Gent, 1960, 178-204.


Bibliografie

  • "A. Albert Bessemans ", in: Theo Luykx (red.), Liber Memorialis 1913-1960. Deel II: Faculteit der Geneeskunde, Gent, 1960, 178-204.
  • Portret van Albert Bessemans, op voorkaft Pourquoi pas?, 23 ( 13 oktober 1933), nr. 1002.
  • Velle, Karel, ‘De centrale gezondheidsadministratie in België voor de oprichting van het eerste Ministerie van Volksgezondheid (1849-1936)’, in: Belgisch tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, 21 (1990), 1-2, 189