Hannon (Rousseau), Mariette (1850-1926)

From Bestor_NL
Revision as of 07:48, 3 March 2017 by Bestor (talk | contribs)
Jump to: navigation, search
Hannon met James Ensor in de tuin van het gezin Rousseau-Hannon. Rond 1888.

Officiële naam: Marie-Sophie, Josèphe, Pauline, Jeanne Hannon. Belgische autodidactische plantkundige en mycoloog, geboren op 20 maart 1850 in Elsene en daar gestorven op 14 januari 1926. Dochter van Joseph-Désiré Hannon, echtgenote van Ernest Rousseau en moeder van Ernest Rousseau.

Biografie

Hannon werd geboren in een professorengezin uit de Brusselse middenklasse. Haar interesse voor plantkunde werd van jongsaf gevoed door haar vader Joseph Hannon, die hoogleraar dierkunde en vergelijkende anatomie aan de Universiteit van Brussel was. Voor een meisje van de gegoede klasse bestonden in deze periode al heel wat mogelijkheden om lager en zelfs middelbaar onderricht te volgen. Het is niet duidelijk waar Hannon haar schooljaren doorbracht en of ze middelbaar onderwijs volgde. Na haar schoolopleiding werd Hannon in ieder geval naar Duitsland gezonden, waar ze Duits en Engels leerde en een jaar lang als lerares Frans werkte. In 1871 keerde ze naar huis terug. Ze huwde met de bijna twintig jaar oudere natuurkundige Ernest Rousseau, een huisvriend en collega van haar vader. Hun woning in Elsene werd, mede door Mariettes broer, de dichter en schilder Théodore, een ontmoetingsplaats voor de opkomende intellectuele, artistieke en socialistische/anarchistische Brusselse elite, waarvan onder meer de schrijver Camille Lemonnier, de socialistische voorman Edward Anseele, de schilder James Ensor deel uitmaakten. Ook binnen- en buitenlandse plantkundigen, zoals Schaffer, Elias Magnus Fries en Pier Saccardo behoorden tot de kring van het gezin Rousseau-Hannon.


In 1873 maakte Hannon kennis met de plantkundige Elise Bommer en haar echtgenoot Jean-Edouard Bommer. Op aanraden van Bommer besloten de beide vrouwen om hun onderzoeksinspanningen op lokale fungi te richten, in navolging van de buurlanden, waar het mycologisch onderzoek aan een gestage opgang was begonnen. In België was dit onderzoeksveld op dat moment nog grotendeels onontgonnen, op een aantal publicaties van Marie-Anne Libert, Jean Kickx, Gerard Westendorp en Elias Magnus Fries na. Via François Crépin, die hoofd van de Rijksplantentuin was, kregen de onderzoeksters toegang tot de bibliotheek en herbariumcollecties van de tuin. De beide plantkundigen voerden ook nog samen onderzoek uit naar de Costa Ricaanse fungiverzameling van de plant hunter Henri François Pittier en naar de fungi die tijdens de Belgische Antarctica-expeditie van 1897-1899 door het team van Adrien de Gerlache waren verzameld. Hannon organiseerde publieke tentoonstellingen over zwammen, leidde natuurkundige excursies in de nabijgelegen Zoniënwoud, onder meer voor de vereniging Les Naturalistes belges die door haar zoon was opgericht. In 1908 werd Hannon aangeworven aan de Rijksplantentuin voor de classificatie van de fungicollectie.


Publicaties

Uit het mycologisch onderzoek van Hannon en Destrée vloeide een reeks monografieën voort, die in Bulletin de la Société Royale de Botanique de Belgique werden gepubliceerd:


Verder zijn van de hand van Hannon en Destrée bekend:

  • “Fungi belgici” in: Saccardo, P. A., "Notae mycologicae" in: Annales Mycologici, 3 (1905), nr. 6, 507-510.
  • De gezamelijke paper rond Costa Ricaanse fungi in samenwerking met Rousseau verscheen in 1896, als een sectie van Primitae Florae Costaricensis (mémoire van de Société royale de Botanique).
  • “Champignons”, in: Cardot, Jules, De Wildeman, E. e.a. (red.), Expédition antarctique belge: Résultats du voyage du S. Y. Belgica en 1897-1899 sous le commandement de A. de Gerlache de Gomery: Rapports scientifiques publiés aux frais du gouvernements belge sous la direction de la commission de la Belgica: Botanique, Antwerpen, 1905.


Bibliografie