Dekin, Adrien (1768-1823)

From Bestor_NL
Revision as of 10:08, 20 April 2017 by Bestor (talk | contribs) (Biografie)
Jump to: navigation, search

Plantkundige. Geboren te Brussel op 12 juni 1768 en er overleden op 8 augustus 1823. Directeur van de Plantentuin van Brussel.


Biografie

Adrien Dekin volgde aan het Muséum d'Histoire naturelle in Parijs de colleges van Louis-Jean-Marie Daubenton (1716-1806) en doceerde natuurlijke historie aan de Centrale School te Antwerpen. Op 14 juni 1803 werd hij door de burgemeester van Brussel benoemd tot conservator van de fysische en natuurhistorische collecties die aan de opgeheven Brusselse Centrale School hadden toebehoord. Tegelijk werd zijn broer Josse Dekin tot conservator van de plantentuin benoemd. Volgens Ed. Mailly was niet Josse, maar Adrien de werkelijke directeur van de botanische tuin.[1] Volgens de verslagen van de volkstelling van 1812 in Brussel was Adrien Dekin 'Professeur à l'École de médecine' en zijn broer stond geboekstaafd als 'jardinier' en 'chef du Jardin Botanique'.


Op 7 oktober 1817 werd Adrien Dekin tot conservator van het centraal depot van nationale mineralogie en geologie benoemd. Hij overleed plots op 13 augustus 1823, enkele uren nadat een brand was uitgebroken in de kamer waar hij woonde in het oude financiegebouw, waar het mineraal depot gevestigd was. Mogelijk ging het om zelfmoord.[2]


Dekin was lid van de Société d'histoire naturelle de Bruxelles, lid van de landbouwcommissie van Zuid-Brabant. Hij was stichtend lid van de Société d'émulation d'Anvers.


Publicaties

Dekin publiceerde samen met de Franse geoloog en botanicus Antoine-François Passy een Florula Bruxellensis, seu catalogus plantarum circa Bruxellas sponte nascentium (Brussel, ex typis Weissenbruch, 1814).


Noten

  1. MAILLY, Éd., "Étude pour servir à l'histoire de la culture intellectuelle à Bruxelles pendant la réunion de la Belgique à la France", Académie royale de Belgique. Mémoires courronnés et autres mémoires, t. XL (1887) p. 28.
  2. Voir H.T. Colenbrander (éd.), Gedenkstukken der Algemeene Geschiedenis van Nederland van 1795 tot 1840, Deel 8, band 1, GS 25 p. 301.