Martens, Martin (1797-1863)
Chemicus en botanicus, geboren te Maastricht op 8 december 1797 en overleden te Leuven op 6 februari 1863. Hoogleraar aan de Katholieke Universiteit te Leuven.
Biografie
Martin Martens werd geboren te Maastricht op 8 december 1797 en volgde humane wetenschappen aan het college in zijn geboortestad, nadien studeerde hij aan de Universiteit van Luik. In 1821 werd hij doctor in de natuurwetenschappen en wiskunde met een thesis over de verbranding. In hetzelfde jaar behaalde hij het diploma geneeskunde met een thesis over laryngale tuberculose.[1] In 1820 participeerde hij aan twee universitaire wedstrijden van de faculteiten geneeskunde en wetenschappen. Zijn beide inzendingen werden bekroond.
Na zijn studies verbleef Martin Martens in Parijs om zijn kennis over de medische praktijk in een ziekenhuis te vervolledigen. Hij volgde cursussen aan de Sorbonne, aan het Collège de France en aan het Muséum d'Histoire Naturelle. [2] In 1823 keerde hij terug naar Maastricht, waar hij een medische praktijk opzette. Hij deed ook onderzoek in verschillende domeinen van de wetenschap en presenteerde publicaties aan de Académie royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles. In 1823 werd een publicatie over de transcendente mechanica bekroond werd met de zilveren medaille. In 1825 werd Martin Martens benoemd tot professor chemie en botanica aan de Apothekersschool van Maastricht.
In 1835 werd hij benoemd op de leerstoel chemie en botanica aan de Universiteit van Leuven.[3]
Hij werd op 8 november 1834 benoemd tot corresponderend lid van de Académie royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles en op 15 december 1835 tot werkend lid.
Martens overleed te Leuven op 6 februari 1863. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Édouard Martens op de leerstoel botanica, en door Louis Henry voor de leerstoel chemie.
Werken
In 1820 werden twee publicaties van Martin Martens bekroond. De eerste beantwoordde de vraag: Purgantia medicamina ordinandi methodus rectior indicetur : praelata validis argumentis fulciatur. Explanetur modus agendi substantiarum purgantium in tubum intestinalem et in organa corporis universalia : quo facto, e re erit, morbos purgantia flagitantes summatim ac generatim designare ; quibus vero praeparationibus dosibusque adhibenda sint, hae specialiter seduloque describantur. De tweede behandelde de analogieën en de verschillen tussen warmte-energie en licht en de mogelijkheid om hetzelfde principe toe te passen op de fenomenen warmte en licht.
In 1828 publiceerde hij een artikel over het gebruik en het vervaardigen van medicatie. Het jaar daarop, publiceerde de medische commissie van Noord-Holland een werk van Martin Martens waarin hij de fysiologische geneeskunde van Broussais onder vuur nam.
In 1833 beantwoorde hij een vraag gesteld aan de Académie royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles over de vorming van chloride-oxide. Dit werk werd bekroond.
Martin Martens publiceerde verschillende bijdragen over de chemie en de botanica in de publicaties van de Academie. Hij participeerde eveneens in de redactie van de belgische Farmacopee in samenwerking met de Hemptinne en Mareska.
Publicaties
Publicaties aan de Academie
- "Réflexions sur la théorie électro-chimique de l'affinité et la composition moléculaire des corps", in Nouveaux mémoires de l’Académie Royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles, vol. 10, Brussel: M. Hayez, 1837, p. 1-16.
- "Mémoire sur les composés décolorants du chlore"', in Nouveaux mémoires de l’Académie Royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles, vol. 10, Brussel: M. Hayez, 1837,p. 1-22.
- "Mémoire sur les produits de la combustion lente de la vapeur alcoolique et de la vapeur éthérée autour d'un fil de platine incandescent", in Nouveaux mémoires de l’Académie Royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles, vol. 11, Brussel: M. Hayez, 1838, p. 1-16.
- "Mémoire contenant une esquisse d'une nouvelle classification chimique des corps", in Nouveaux mémoires de l’Académie Royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles, vol. 11, Brussel: M. Hayez, 1838, p. 1-24.
- "Mémoire sur la théorie chimique de la respiration et de la chaleur animale", in Nouveaux mémoires de l’Académie Royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles, vol. 11, Brussel: M. Hayez, 1838, p. 1-16.
- "Mémoire sur la pile galvanique, et sur la manière dont elle opère la décomposition des corps", in Nouveaux mémoires de l’Académie Royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles, vol. 12, Brussel: M. Hayez, 1839, p. 1-48.
- "Observations sur la floraison, faites à Louvain en 1841", in Nouveaux mémoires de l’Académie Royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles, vol. 15, Brussel: M. Hayez, 1842, p. 11-28.
- "Mémoire sur les composés décolorants, formés par le chlore avec les oxydes alcalins", in Nouveaux mémoires de l’Académie Royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles, vol. 17, Brussel: M. Hayez, 1844, p. 1-70.
Bibliografie
- CRÉPIN, François, "Martens (Martin) ", in Biographie Nationale, vol. 13, Brussel : Bruylant-Christophe & Cie, imprimeurs-éditeurs, 1894-1895, kol. 876-879.
- Van Beneden, Pierre-Joseph, "Martin Martens", in Annuaire de l’Académie royale de Belgique, vol. 30, Brussel, 1864, p. 115-127.
- "Notice nécrologique sur M. Martin Martens", in: Bulletin de la Société Royale de Botanique de Belgique, 2 (1863), 67-71.
Notes
- ↑ CRÉPIN, François, "Martens (Martin) ", in Biographie Nationale, vol. 13, Brussel : Bruylant-Christophe & Cie, imprimeurs-éditeurs, 1894-1895, kol. 876-877.
- ↑ VAN BENEDEN, Pierre-Joseph, "Martin Martens", in Annuaire de l’Académie royale de Belgique, vol. 30, Brussel, 1864, p. 117.
- ↑ CRÉPIN, François, "Martens (Martin) ", in Biographie Nationale, vol. 13, Brussel : Bruylant-Christophe & Cie, imprimeurs-éditeurs, 1894-1895, kol. 877-878.
