Chavanne, Georges (1875-1941)

From Bestor_NL
Revision as of 22:40, 27 November 2016 by GeertVanPaemel (talk | contribs) (Biografie)
Jump to: navigation, search
Frans organisch scheikundige en hoogleraar aan de ULB, geboren te Hôpitaux-Neufs op 9 oktober 1875 en overleden te Brussel op 29 juli 1941.
Georges Chavanne (1875-1913)


Biografie

Chavanne volgde de humaniora aan het Lyceum van Bourg-en-Bresse en Besançon.[1] Na zijn militaire dienst studeerde hij van 1896 tot 1899 aan de École normale supérieure. In 1900 werd hij geaggregeerde in de natuurwetenschappen aan de Sorbonne. Hij deed voor zijn aggregaatsthesis onderzoek in de organische scheikunde onder leiding van L.J. Simon. Na het behalen van zijn aggregaat werd hij adjunct-voorbereider en hoofdvoorbereider aan de École normale supérieure.[2] Hij was een leerling van Ferdinand-Frédéric-Henri Moissan (1852-1907) en Jean-Baptiste Perrin (1870-1942). In 1904 werd hij doctor in de natuurkundige wetenschappen.

Een jaar later kwam de leerstoel algemene scheikunde aan de Vrije Universiteit Brussel vacant. Op aanbeveling van Moissan en Marcellin Berthelot (1827-1907) werd Chavanne benoemd. Hij onderwees algemene scheikunde aan de kandidatuurstudenten van de faculteit Toegepaste Wetenschappen en de handelsschool, en fysische scheikunde aan de doctoraatstudenten in de scheikundige wetenschappen.[3] In 1908 werd hij aan de ULB buitengewoon hoogleraar en in 1910 gewoon hoogleraar. Hij was decaan van de Faculteit Wetenschappen van 1919 tot 1921. Hij zetelde ook van 1922 tot 1924 in de administratieve raad van de ULB als vertegenwoordiger van de Faculteit Wetenschappen.
Hij trouwde in 1908 met Marie François, een lerares aan de Normaalschool voor meisjes van de Stad Brussel.[4]
Hij vocht mee tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij ging als sergeant in het leger en verliet het leger als onderluitenant. Hij werd teruggetrokken uit het front in april 1915.[5] Hij werd eerst drie maanden naar de kruitfabriek van Angoulême gestuurd, nadien naar het oorlogslaboratorium dat was opgericht aan de Ecole normale supérieure. Hij stelde hier analysetechnieken op punt om de oorsprong van verschillende toepassingen van stookolie op de diverse oorlogsfronten te ontdekken. Hij ontving voor zijn acties het oorlogskruis en twee vermeldingen. In 1919 werd hij opgenomen in het Erelegioen.[6]
Bij zijn terugkeer naar België hernam hij zijn functies aan de ULB.[7]
In 1937 overleed zijn vrouw.[8]
Op 11 mei 1940 wanneer de ULB sloot, keerde hij met zijn moeder terug naar Frankrijk. Op dat moment kampte hij reeds met gezondheidsproblemen. Hij verbleef eerst in Parijs, dan in Bourdeaux en uiteindelijk in zijn huis te St-Germain. Hij besloot echter om terug te keren naar Brussel. Op 14 juli 1941 was hij opnieuw in Brussel. Hij was echter nog steeds zwaar ziek en overleed op 29 juli van hetzelfde jaar.[9]
Hij ontving de Cahours en Jecker prijs van de Académie des Sciences van Parijs.[10]
Hij werd op 2 juni 1923 verkozen tot corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique .
Hij was lid van de administratieve commissie van het Solvay Instituut.
Hij was vanaf 1914 voorzitter van de Société chimique de Belgique en bleef deze functie tot in 1921 uitoefenen.

Werken

Zijn belangrijkste onderzoek deed hij vóór 1927. Zijn eerste werken behandelden de structuur van complexe moleculen en over de verbetering van een methode om halogenen te doseren in de organische stoffen. Hij bewees dat de eliminatie van HI uit dijoodetheen onder invloed van kaliumhydroxide in trans plaatsvindt. Daarna veralgemeende hij deze observatie tot andere eliminaties.
Het einde van zijn loopbaan was gewijd aan de studie van de oxidatie van koolwaterstoffen: in een afgesloten buis met 1,3-dimethylcyclopentaan in aanwezigheid van lucht constateerde hij de geleidelijke verdwijning van zuurstof in 150 dagen, en de vorming van een onstabiel peroxide dat gecarbonyleerde derivaten leverde. Hij bewees ook dat de spontane oxidatie van verzadigde koolwaterstoffen begint door de aanval van tertiaire en secundaire CH-groepen eerder dan van methylgroepen. Zijn werken liggen aan de basis van het gebruik van brandstoffen ‘met een hoog octaangehalte’. Hoe meer vertakt ze zijn, hoe performanter ze zijn.[11]

Publicaties

  • Lijst met publicaties: Wuyts, Henri, "Chavanne Georges", In: Annuaire ARB, jaargang 1962, p. 27-34.


Bibliografie

  • Timmermans, J., "Chavanne Georges", in: Biographie Nationale, vol. 31, kol. 202-206.
  • Wuyts, Henri, "Chavanne Georges", in Florilège des sciences en Belgique, 1968, p. 375-384.
  • Wuyts, Henri, "Chavanne Georges", In: Annuaire ARB, jaargang 1962, p. 3-26.


Nota’s

  1. Wuyts, Henri, "Chavanne Georges", In: Annuaire ARB, jaargang 1962, p. 4.
  2. Timmermans, J., "Chavanne Georges", in: Biographie Nationale, vol. 31, kol. 202.
  3. Nasielski, Jacques, "De organische scheikunde", In: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 179.
  4. Timmermans, J., "Chavanne Georges", in: Biographie Nationale, vol. 31, kol. 203.
  5. Wuyts, Henri, "Chavanne Georges", In: Annuaire ARB, jaargang 1962, p. 11.
  6. Timmermans, J., "Chavanne Georges", in: Biographie Nationale, vol. 31, kol. 204.
  7. Wuyts, Henri, "Chavanne Georges", in Florilège des sciences en Belgique, 1968, p. 380.
  8. Wuyts, Henri, "Chavanne Georges", in Florilège des sciences en Belgique, 1968, p. 379.
  9. Wuyts, Henri, "Chavanne Georges", in Florilège des sciences en Belgique, 1968, p. 381.
  10. Wuyts, Henri, "Chavanne Georges", in Florilège des sciences en Belgique, 1968, p. 378.
  11. Nasielski, Jacques, "De organische scheikunde", In: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 179.