Van Heurck, Henri-Ferdinand (1838-1909)
Plantkundige en celbioloog, geboren op 28 augustus 1838 in Antwerpen en gestorven op 13 maart 1909 in dezelfde stad.
Biografie
Van Heurck had al van jongs af een slechte gezondheid. Dit maakte dat zijn onderwijsparcours erg onregelmatig verliep: hij liep enige tijd school bij de jezuïeten in Aarlen, daarna aan het Koninklijk Atheneum van Antwerpen en aan de Sint-Ignatiusschool in Leuven. Op deze laatste school had hij de botanist en kiezelalgdeskundige Vincent Gautier als leraar. Van Heurck had in zijn later leven nog geregeld contact met deze jezuïet. Volgens biograaf Chalon studeerde Van Heurck ten slotte af als doctor in de natuurwetenschappen aan de Universiteit van Leuven. Volgens Frison echter wijzen de universiteitsarchieven uit dat Van Heurck geen enkele universitaire graad bezat. Het zou best kunnen dat Van Heurck wel enkele lessen plantkunde aan de universiteit meevolgde, maar geen volledige studie ondernam. Zo moet in ieder geval ook Van Heurcks korte verblijf aan de universiteit van Bonn in 1861 worden gezien, waar hij zich onder begeleiding van de plantkundige hoogleraar Hermann Schacht in het gebruik van microscoop en het maken van micropreparaten vervolmaakte. In de periode 1862-1863 maakte Van Heurck enkele studiereizen naar befaamde herbaria zoals deze van de plantenverzamelaars De Candolle in Genève en Alexis Jordan in Lyon, en deze van het British Museum in Londen en het Muséum de Paris.
Bij zijn terugkomst in Antwerpen, nam Van Heurck de leiding van het familiebedrijf – een verf- en vernisfabriek – over. Tegelijk begon hij, in samenwerking met de plantenkweker en zaadhandelaar J.I. De Beucker, aan de systematische studie van de Antwerpse flora. In 1861 bundelde hij de resultaten van deze studie in de publicatie Antwerpse Analytische Flora. In 1867 werd Van Heurck tot leraar chemie aan de Antwerpse Ecole Industrielle benoemd. Hij bleef gedurende de daaropvolgende vijfendertig jaar van het lerarenkorps deel uitmaken. In 1877 benoemde de stad Antwerpen Van Heurck tot directeur van een zopas overgenomen botanische tuin, die zich in een sterk vervallen toestand bevond. Van Heurck ijverde al geruime tijd voor de oprichting van een stedelijke plantentuin. Hij voerde een reorganisatie door, vernieuwde de planten en opende er een Musée botanique, waarin hij zijn eigen herbarium onderbracht. Van Heurcks kostbare herbarium bevatte aankopen uit de collectie van Sieber en Von Reichenbache (1867) en giften en aankopen uit de herbaria van Linnaeus, Schader, De Candolle en andere buitenlandse contacten. In 1885 telde Van Heurcks herbarium al rond de zeventig duizend soorten, vertegenwoordigd door meer dan 250 duizend specimens, waaronder heel wat coupes van algen. Het was het grootste herbarium dat in België op dat moment bestond en was een fortuin waard. Het werd beheerd door een speciaal daartoe aangestelde conservator. Ergens in de jaren 1860 wierf Van Heurck Arthur Martinis aan als conservator van zijn herbarium. Hij volgde er Victor Hamels op.[1]
Vanaf het einde van de jaren 1860 begon Van Heurck zich in toenemende mate voor algen en meerbepaald de microscopisch kleine kiezelalgen (diatomeeën) te interesseren. Hij breidde zijn herbarium uit met diatomeeënpreparaten, die hij op studietochten in zijn stoomjacht-met-laboratorium verzamelde en microfotografeerde. Hij kocht ook verscheidene diatomeeëncollecties van binnen- en buitenlandse verzamelaars aan.[2] Oud-leraar Vincent Gautier schonk hem bovendien de helft van zijn diatomeeënverzameling. In 1880 verscheen Van Heurcks Synopsis de Diatomées de Belgique, een eerste van een hele stroom publicaties over kiezelalgen. Van Heurck gaf zijn naam aan een aantal kiezelalgsoorten en –species.
Van Heurcks inzet van microscopie in zijn algenonderzoek ging gepaard met een grote interesse in de technische en optische aspecten en de historiek van het instrument. Van Heurck bezat een collectie microscopen die de volledige historische ontwikkeling van het instrument weergaf. Ook deed hij onderzoek naar de toepasbaarheid van microscooptechnieken in andere wetenschappelijke disciplines. Hij voerde ook zelf aanpassingen aan het instrument uit – onder meer door elektrische verlichting te gebruiken – die het onderzoek en de fotomicrografie van diatomeeën en andere delicate onderwerpen vergemakkelijkte. De Engelse firma Watson & Co bracht met de Watson-Van Heurck n° 1-microscoop een instrument op de markt dat naar Van Heurcks ontwerp was gemaakt.[3] Van Heurck schreef ook een aantal werken over microscopie, waaronder het handboek Le microscope, sa construction, son maniement et son application aux études d’anatomie végétale (1865) dat in vier edities verscheen. Ook microfotografie en radiografie behoorden tot Van Heurcks interessegebieden. Hij publiceerde een aantal werken rond radiografie en had voor zijn privécollectie een complete radiografische installatie aangekocht.
Van Heurck was betrokken bij de oprichting van enkele wetenschappelijke genootschappen , zoals het Antwerpsch Kruidkundig Genootschap, de Société phytologique d’Anvers en de Société royale de botanique de Belgique. Hij was ook medeoprichter van de Société belge de microscopie, waarvan hij van 1879-1880 ondervoorzitter en in 1881 voorzitter was. Hij werd opgenomen in de Orde van Leopold. In 1934 werd de Gezondheidsstraat in Antwerpen, waar hij een groot deel van zijn leven had doorgebracht, naar hem hernoemd.
Museum Van Heurck
Van Heurck stond bij testament een deel van zijn herbarium af aan de stad Antwerpen (zijn collectie geneeskrachtige kruiden en zijn herbarium van België dat in de orangerie van de Plantentuin was ondergebracht). In onderhandeling met de nabestaanden werden ten slotte ook de overige wetenschappelijke verzamelingen, waaronder de diatomeëencollectie, het algemeen herbarium en de microscopencollectie, door het stadsbestuur aangekocht, evenals Van Heurck enorme bibliotheek, die meer dan vijfduizend volumes over plantkunde, microscopie en algenleer en heel wat kostbare eerste drukken telde. Deze verzamelingen werden ondergebracht in de plantentuin en in de stedelijke nijverheidsschool waar Van Heurck leraar was geweest. Op 20 mei 1963 sloot de Stad Antwerpen een overeenkomst met de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen, waarbij de stad aan de Maatschappij een aantal collecties, waaronder de microscopenverzameling, in bruikleen gaf. Op 25 juni 2002 werd de deelcollectie wetenschappelijke instrumenten in langdurig bruikleen gegeven aan de Universiteit Gent. Na overleg werd besloten de deelcollecties onder te brengen in de daartoe meest aangewezen instellingen. De bibliotheek Van Heurck werd ondergebracht in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience. De publicaties uit het Fonds werden aangeduid met een sigel in de online bibliotheekcatalogus. De bibliotheek van de Nationale Plantentuin van België (Meise) nam een beperkt aantal boeken en overdrukken die niet in de collectie aanwezig zijn – maar noodzakelijk om de diatomeeëncollectie en het herbarium te kunnen ontsluiten, beheren en raadplegen – over in permanente bruikleen.
Publicaties
Chalon geeft in zijn biografische notitie een overzicht van de publicaties van Van Heurck. Onder Van Heurcks belangrijkste werken dienen vermeld te worden :
- Antwerpsche analytische Flora, deel I, Antwerpen,1861. (Er verschenen geen volgende delen)
- Flore médicale belge, Leuven/Brussel, 1864.
- Synopsis des diatomées de Belgique, 1880.
- met Alfred Wesmael; Prodrome de la flore du Brabant ou catalogue raisonné des plantes qui croissent spontanément dans cette province et de celles qui y sont généralement cultivées, Leuven, 1861.
- Traité des diatomées, 1899.
- La technique et les applictions diverses des rayons X, 1897
- Le Microscope (in vier herwerkte edities):
- Le microscope, sa construction, son maniement et son application aux études d’anatomie végétale, Parijs, 1865.
- Le microscope, sa construction, son maniement et son application aux études d’anatomie végétale, Antwerpen/Brussel,1869.
- Le microscope, sa construction, son maniement et son application aux études d’anatomie végétale, 1878.
- Le microscope, sa construction, son maniement, la technique microscopique en général; la photomicrographie; le passé et l’avenir du microscope, 1891.
- Observationes botanicae et descriptions plantarum novarum herbarii Van Heurckiana, Antwerpen/Berlijn, 1870.
Van Heurck schreef ook een groot aantal bijdragen voor de Annales de la Société belge de microscopie en andere botanische, microscopiekundige en algenkundige tijdschriften.
Bibliografie
- Chalon, J., Henri Van Heurck, in: Bulletin de la Société Royale de Botanique de Belgique, 46 (1909), 249-278.
- De Wildeman, E., “Van Heurck (Henri-Ferdinand)”, in: Biographie nationale, 26 (1936-1938), 425-428.
- Verleyen, Levensschets van Dr. H. Van Heurck en overzicht van zijn verzamelingen, Antwerpen, 1942 Of : Henri Van Heurck. Sa vie - Son oeuvre – ses collections, Gembloux, 1943.
- Frison, E., Henri Ferdinand Van Heurck 1838-1909. Sa vie, son oeuvre, Leiden, 1959.
- Wetenschappelijk Fonds Henri van Heurck op website Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience Antwerpen (geraadpleegd op 13 juni 2013).
- Camp, K. ; Dorikens, M. ; Dorikens-Vanpraet, L. e.a., Antwerps wetenschappelijk erfgoed: 150 jaar verzamelen en tentoonstellen, Antwerpen, 2004.
- Hamels, Victor M. , Notice sur les collections botaniques de M. Henri Van Heurck, 1867.
Noten
<references>- ↑ Een uitgebreide bespreking van de herkomst van de verschillende verzamelingen van het herbarium van Van Heurck vindt men in: Verleyen, E., Henri Van Heurck. Sa vie - Son oeuvre – ses collections, Gembloux, 60-61.
- ↑ Verleyen beschreef in zijn biografie tot in detail de herkomst van de verschillende deelcollecties van de diatomeëenverzameling van Van Heurck: Verleyen, Levensschets van Dr. H. Van Heurck en overzicht van zijn verzamelingen, Antwerpen, 1942, 59-62.
- ↑ Een afbeelding van deze microscoop is te vinden in Chalon, in: Bulletin de la Société Royale de Botanique de Belgique, 46 (1909), 2278.