Homès, Marcel Victor Léon (1906-1986)
Plantkundige, geboren te Sint-Joost-ten-Node op 24 februari 1906 en overleden te Elsene op 6 november 1986.
Biografie
Marcel Homès werd geboren te Sint-Joost-ten-Node op 24 februari 1906. Hij volgde middelbaar onderwijs aan het Atheneum van Sint-Gillis. Het was hier dat hij door Walter Conrad werd warm gemaakt voor de natuurkunde.
In 1924 na het afwerken van zijn humaniora schreef hij zich in aan de ULB, waar hij opteerde voor de plantkunde.
Tijdens zijn opleiding ontving hij de Fleurice-Mercier Prijs (1925-1926).
In 1928 promoveerde hij aan de ULB tot doctor in de plantkunde.[1]
Hij trouwde twee keer: in 1929 met Marcelle Rylant, waarmee hij twee kinderen kreeg. Een tweede maal met Germaine Homès-Van Schoor.
In 1928 werd hij aan de ULB benoemd tot assistent van de plantkundige Lucien Hauman. In 1934 werd hij werkleider, in 1936 hoofddocent en gewoon hoogleraar in 1941.
In deze periode verbleef hij ook in de USA om zich verder te specialiseren. Hij verbleef via een C.R.B of BAEF beurs aan de Universiteit van Californië. Daarnaast bezocht hij het Desert Laboratory van het Carnegie Institute te Tuscon (Arizona).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog gaf hij na de sluiting van de ULB les bij hem thuis. Na de oorlog stichtte hij aan de ULB het Institut de Physiologie végétale.
Daarnaast werd hij in 1947 door het Nationaal Instituut voor de Landbouwkunde in Belgisch Congo gevraagd om een afdeling plantenfysiologie op te richten. Ook richtte hij laboratoria op te Yangambi en Bambesa in opdracht van het Nationaal Instituut voor de Landbouwkunde in Belgisch Congo. Tot in 1960 reisde hij regelmatig naar Congo.
Hij bouwde ook een administratieve carrière uit aan de ULB. In 1947 werd hij verkozen tot secretaris van de Faculteit Wetenschappen en in 1956 tot voorzitter van de faculteit. Hij was van 1965 tot 1968 rector van de ULB.
Hij werd in 1953 corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique , effectief lid in 1961 en directeur van de Klasse Wetenschappen en van de Academie in 1966.
Hij was werkzaam aan de commissie voor flora aan het NFWO.
Hij was lid van het directiecomités van het INEAC - NILCO en van het Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek in Centraal Afrika-Institut pour la Recherche scientifique en Afrique centrale. Hij participeerde ook aan de werkzaamheden van de administratieve raad van het Instituut voor de Nationale Parken van Congo en van de Universiteit van Lubumbashi.
Hij was geassocieerd lid van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen-Académie Royale des Sciences d’Outre-Mer.
In 1955 richtte hij de Annales de Physiologie végétale de l'Université de Bruxelles op.
Daarnaast was hij lid van verschillende wetenschappelijke genootschappen: Société royale de botanique de Belgique, Société de Physiologie végétale de France, Fédération de Physiologie végétale européenne, International Society of Soil Science, Société de Biologie, ....
Hij ontving eredoctoraten van de universteit van Straatsburg en van de UCL.[2] Hij was aan de Universiteit van Gent ook de titularis van de Francqui-leerstoel.
In 1972 ging hij vrijwillig op emeritaat.[3]
Hij overleed te Elsene op 6 november 1986.
Werken
Zijn doctoraat behandelde de fysiologie van de cellen van de vleesetende Drosera planten.[4] Hij behandelde in dit doctoraat vooral de geobserveerde veranderingen in de cellen van de Drosera plant. Tussen 1930 en 1940 breidde hij deze problematiek uit naar andere planten soorten, onder meer de dalia. Hij verbeterde zijn observatietechnieken en erkende het belang van chloor, sodium en calcium bij de ontwikkeling van plantencellen. Hij publiceerde onder meer : Recherches nouvelles sur les relations entre les qualités physiques et chimiques du milieu et la perméabilité cellulaire chez les végétaux.
Zijn specialiteit was dus de plantenfysiologie. In 1934 publiceerde hij La physiologie des plantes.
Tussen 1940 en 1945 richtte hij zich volledig op het onderzoek naar het voedselevenwicht bij planten.[5] Hij verwerkte de resultaten van zijn onderzoek in verschillende boeken: L'alimentation minérale équilibrée des végétaux, Extension aux sols réels et à la fumure minérale (1961) en La nutrition minérale des végétaux (1969).
Na zijn emeritaat publiceerde hij zijn laatste monografie: Alimentation et fumure minérale des végétaux.[6]
Publicaties
- Lijst met publicaties in de bibliotheek Universiteit Gent [1], geconsulteerd op 25/11/2011 om 10u.
Bibliografie
- Dejaegere, Robert & Neirinckx, Louis, "Homès Marcel" in: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 6, p. 202-205.
Nota’s
- ↑ Dejaegere, Robert & Neirinckx, Louis, "Homès Marcel" in: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 6, p. 202.
- ↑ Dejaegere, Robert & Neirinckx, Louis, "Homès Marcel" in: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 6, p. 203.
- ↑ Dejaegere, Robert & Neirinckx, Louis, "Homès Marcel" in: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 6, p. 204.
- ↑ Dejaegere, Robert & Neirinckx, Louis, "Homès Marcel" in: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 6, p. 203.
- ↑ Dejaegere, Robert & Neirinckx, Louis, "Homès Marcel" in: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 6, p. 204.
- ↑ Dejaegere, Robert & Neirinckx, Louis, "Homès Marcel" in: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 6, p. 205.