Massart, Jean Baptiste (1865-1925)
Biografie
Massart groeide op in Etterbeek, in en rond de kleine plantenkwekerij van zijn vader, die ook als tuinier bijkluste. Het gezin behoorde tot de gematigde middenklasse, de jonge Massart volgde les in de plaatselijke gemeenschapsscholen. Via bemiddeling van één van zijn leraren, die iets in hem zag, kon Massart nochtans overstappen naar het vijfde jaar latijn van het Sint-Michielscollege. Na het voltooiien van zijn humanoria schreef hij zich in aan de Faculteit Wetenschappen van de Universiteit van Brussel.[1] De vroege dood van zijn vader dwong de kersverse student echter zijn studies te staken en de familiezaak over te nemen.[2] In deze periode zette hij tijdens zijn vrije momenten onderzoek op in een zelf ingericht laboratoriumpje.[3] Na enkele jaren aan het hoofd van het familiebedrijf, besliste Massart in 1884, op aanraden van een familievriend om toch zijn studies terug op te nemen. In 1887 promoveerde hij tot doctor in de natuurwetenschappen met specialisatie plantkunde.[4]
Na het behalen van zijn doctoraat startte Massart onmiddellijk met een nieuwe opleiding, dit keer aan de Geneeskundefaculteit. Zijn tweede doctoraatstitel volgde 1891.[5] Hierna ging hij gedurende één jaar als assistent aan de geneeskundefaculteit aan de slag. In 1892 vroeg hoogleraar Leo Errera hem om hem bij zijn onderzoek en onderwijs te assisteren.[6] In Errera's Institut Botanique stond Massart drie jaar lang in voor de praktische oefeningen en de begeleiding van onderzoekers.[7] Hierna was hij nog twee jaar repetitor.[8] In 1897 promoveerde het Brussels universiteitsbestuur Massart tot hoogleraar.
De jonge vorser maakte ondertussen ook tijd voor veldonderzoek. Samen met zijn oud-studiegenoot en collega Auguste Lameere stelde hij voor de universiteit een "reizend laboratorium" samen, waarmee de twee het hele land doorkruisten. In juli en augustus 1897 trokken de beide wetenschappers door de Walliser Alpen in Zwitserland. Hun bevindingen over de plaatselijke fauna en flora werden in La dissémination des plantes alpines gebundeld.[9] Een reis naar de Sahara, opnieuw in het gezelschap van Lameere, volgde in 1898. Zijn klimatologische en geobotanische observaties schreef Massart neer in Un voyage botanique au Sahara.[10] Omdat hij zijn wetenschappelijke horizon nog verder wilde verruimen ging Massart vervolgens als arts aan boord van een schip dat islamitische pelgrims van Djeddah naar Indonesië terugbracht. Op Java ging hij op expeditie om plantenstalen te verzamelen. Deze specimens droeg hij nadien over aan de Rijksplantentuin en het botanisch instituut van de Brusselse universiteit. [11]
Doordat de financiële middelen van de Brusselse universiteit echter zeer beperkt waren, werd Massart in 1902 benoemd tot conservator aan de Rijksplantentuin. Hij was hier ook verantwoordelijk voor de buitentuinen, de koude serres en de orangerie. Daarnaast hield hij zich ook bezig met het oprichten van onderzoeksstations in België, onder meer in Francorchamps en te Koksijde. Hier werden verschillende plantensoorten bestudeerd en vergeleken. In 1905 bij het overlijden van Leo Errera nam Massart de cursussen van Errera over en werd eveneens directeur van het Botanisch Instituut aan de ULB. Hij nam ontslag uit zijn functies aan de Rijksplantentuin.[12] In 1912 pleitte Massart in Pour la protection de la nature, verschenen naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de Société royale de botanique de Belgique, als één van de eersten voor de vestiging van natuurreservaten in de verschillende regio's van het land.[13]
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte hij mee aan de Belgische clandestiene pers en schreef verschillende pamfletten waaronder: Comment les Belges résistent à la domination allemande en Le chiffon de papier.[14] Begin juli 1915 kwam hij in moeilijkheden met de Duitse bezetter. Hij vluchtte via Nederland naar Frankrijk, waar hij zich vestigde in Antibes. Hij was werkzaam aan het laboratorium van Poirault.[15] Hij doceerde ook cursussen aan het Parijse Museum voor Natuurhistorie.[16]
Na de wapenstilstand keerde hij terug naar de ULB, waar hij zich wijdde aan het onderzoek voor de heraanplanting van het zwaargetroffen gebied rond de IJzer. Hij installeerde hiervoor een laboratorium in Nieuwpoort.[17] Daarnaast richtte hij voor de ULB een experimentele tuin op te Oudergem in het bos van Soignes. Deze tuin was niet afgewerkt op het moment van zijn overlijden, maar kreeg toch de naam Jardin botanique expérimental Jean Massart.[18]
Vanaf 1919 ijverde hij ook voor de oprichting van een biologisch instituut in Congo.
In 1922 reisde hij samen met andere wetenschappers naar Brazilië om onder meer botanisch materiaal te verzamelen. De resultaten van deze reis werden gepubliceerd in: Une mission biologique au Brésil. In 1924 na zijn terugkeer uit Brazilië ging hij in op de uitnodiging van Amerikaanse universiteiten om door Amerika te reizen en verschillende wetenschappers te ontmoeten. Bij zijn terugkeer uit Amerika, werd hij ernstig ziek en overleed te Houx op 16 augustus 1925.[19]
Massart werd op 4 juni 1904 verkozen tot corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique en tot effectief lid op 10 juni 1911.
Hij maakte daarnaast deel uit van de administratieve raad van de Société de vulgarisation: Les Naturalistes belges.[20]
Werken
Hij en Leo Errera onderstreepten het belang van mutaties in het evolutionaire mechanisme. In de tweede editie van Une leçon élémentaire sur le Darwinisme werden de onderzoeksresultaten van de Nederlandse botanicus Hugo De Vries opgenomen.[21] Hij deed onderzoek naar de doorstroming van witte bloedlichaampjes doorheen de bloedvaatwanden.[22] Hij bestudeerde vooral de vegetatie van België. Samen met Charles Bommer publiceerde hij Les aspects de la végétation en Belgique (1908 en 1912).[23] In het begin van zijn carrière lag de nadruk vooral op de fysiologie en de pathologie. Wanneer hij ging werken voor het Botanische Instituut aan de ULB richtte hij zich vooral op de plantkunde.
Aan de Rijksplantentuin publiceerde hij onder meer: Notice sur la serre des plantes grasses au Jardin botanique de l'Etat.[24]
Hij bracht de verschillende regio's van België systematisch in kaart en publiceerde hierover al in 1893 een bijdrage: Biologie de la végétation du littoral belge.[25]
In 1910 publiceerde hij naar aanleiding van het 3de Internationaal Botanisch Congres een belangrijk synthesewerk namelijk: Esquisse de la Géographie botanique de la Belgique. Hij beschreef hierin de verdeling van de vegetatie in ons land in functie van factoren zoals milieu, bodem en klimaat.[26]
Zijn onderzoek was voornamelijk gebaseerd op observatie ter plaatse. Hij werkte zelden in een laboratorium.[27]
Hij schreef ook over zijn onderzoek naar de herkolonisatie van het verwoeste gebied rond de Ijzer. In 1922 verscheen het resultaat van al zijn observaties in dit gebied : La Biologie des Inondations de l'Yser.[28]
Wetenschapssociologie
Jean Massart en Emile Vandervelde (1866-1938) deden onderzoek naar "organisch" en "sociaal" parasitisme.[29]
Hij schreef in 1897 samen met twee andere Brusselse wetenschappers Jean Demoor (1867-1941) en Vandervelde verder over dit onderwerp:: L'evolution régressive en biologie et en sociologie. Het boek was een poging om biologische wetten op de maatschappelijke evolutie toe te passen. Hun stelling was dat de "samenleving een organisme is en het organisme was een cellenstaat".[30]
Cursussen
Tussen 1922 en 1924 publiceerde hij Eléments de Biologie Générale et de Botanique, een geïllustreerde synthese van zijn cursussen die hij doceerde in de voorbereidende kandidaturen geneeskunde en natuurkunde.
Educatieve publicaties
Hij publiceerde ook het werk Un jardin botanique pour les écoles moyennes, waarin hij het belang verdedigde van het aanleggen van een botanische tuin in scholen. Hij beschreef de meest essentiële planten voor zo'n botanische tuin.[31]
Publicaties
- lijst met publicaties in: Marchal, E., "Jean Massart", in: Annuaire ARB, jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 141-158.
Bibliografie
- Marchal, E., "Jean Massart", in: Annuaire ARB, jaargang 1927, Brussel: ARB, 69-140.
- Marchal, E., "Jean Massart 1865-1925", in: Bulletin de la Société Royale de Botanique de Belgique, 59 (1926), nr. 1, 7-10.
- Stockmans, François, "Jean Massart", in: Biographie Nationale, vol. 38, kol. 561-569.
- Stockmans, François, "Jean Massart", in: Florilège des sciences en Belgique, 1968, p. 705-726.
Nota’s
- ↑ Stockmans, François, "Jean Massart", in: Biographie Nationale, vol. 38, kol. 562.
- ↑ Marchal, E., "Jean Massart", in: Annuaire ARB, 1927, Brussel: ARB, 73.
- ↑ Stockmans, François, "Jean Massart", in: Florilège des sciences en Belgique, 1968, 707.
- ↑ Marchal, E., "Jean Massart", 74.
- ↑ Marchal, E., "Jean Massart", in: Annuaire ARB, jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 75.
- ↑ Stockmans, François, "Jean Massart", in: Florilège des sciences en Belgique, 1968, 708.
- ↑ Stockmans, François, "Jean Massart", in: Florilège des sciences en Belgique, 1968, p. 709.
- ↑ Stockmans, François, "Jean Massart", in: Biographie Nationale, vol. 38, kol. 562.
- ↑ Marchal, E., "Jean Massart", In: Annuaire ARB, jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 90.
- ↑ Marchal, E., "Jean Massart", in: Annuaire ARB, jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 91.
- ↑ Poncelet, Marc & Nicolaï, Henri & Delhal, Jacques & Symoens, Jean-Jacques, "De overzeese wetenschappen", In:Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 263.
- ↑ Stockmans, François, "Jean Massart", in: Florilège des sciences en Belgique, 1968, p. 709.
- ↑ Lawalrée, André, "De plantkunde", In: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 250.
- ↑ Marchal, E., "Jean Massart", In: Annuaire ARB, jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 113.
- ↑ Stockmans, François, "Jean Massart", in: Florilège des sciences en Belgique, 1968, p. 710.
- ↑ Stockmans, François, "Jean Massart", In:Biographie Nationale, vol. 38, kol. 565.
- ↑ Stockmans, François, "Jean Massart", in: Florilège des sciences en Belgique, 1968, p. 710.
- ↑ Stockmans, François, "Jean Massart", In: Biographie Nationale, vol. 38, kol. 566.
- ↑ Stockmans, François, "Jean Massart", in: Florilège des sciences en Belgique, 1968, p. 711.
- ↑ Stockmans, François, "Jean Massart", in: Florilège des sciences en Belgique, 1968, p. 721.
- ↑ Tentoonstellingsbrochure, "De evolutietheorie van Darwin, de sensatie van de 19de eeuw", "Darwin in de collecties van de Koninklijke Bibliotheek", georganiseerd door het Nationaal Centrum voor de geschiedenis van de Wetenschap, p. 19.
- ↑ Halleux, Robert, "Naar de kern van het leven: de biologie", In: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p. 298.
- ↑ Lawalrée, André, "De plantkunde", In: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 250.
- ↑ Stockmans, François, "Jean Massart", In: Biographie Nationale, vol. 38, kol. 563.
- ↑ Marchal, E., "Jean Massart", In:Annuaire ARB, jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 87.
- ↑ Marchal, E., "Jean Massart", In: Annuaire ARB, jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 103.
- ↑ Stockmans, François, "Jean Massart", In:Biographie Nationale, vol. 38, kol. 564.
- ↑ Marchal, E., "Jean Massart", In: Annuaire ARB, jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 119.
- ↑ Wils, Kaat, "De sociologie"", in Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p. 313.
- ↑ VANPAEMEL, Geert, "De darwinistische revolutie", in Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p. 266.
- ↑ Marchal, E., "Jean Massart", In: Annuaire ARB, jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 97.