Mottoulle, Leopold (1884-1964)
Arts en verantwoordelijke voor de gezondheid van Afrikaanse arbeiders bij verschillende industriële bedrijven in Belgisch Congo. Geboren op 6 januari 1884 in Bomal en overleden op 10 januari 1964 in Elsene.
Levensloop en loopbaan
Mottoulle studeerde in 1910 af als doctor in de genees- en heelkunde aan de Universiteit van Luik. Al een jaar later waas hij kliniekhoofd van het Beiers Hospitaal in Luik. Kort daarop ging hij echter in dienst bij het Luikse bedrijf ‘’Géomines’’ en vertrok naar de Katangaprovincie in Belgisch Congo. Tijdens dit verblijf was hij betrokken bij acties tegen de slaapziekte. Die ziekte trof toen verschillende Congolese regio’s erg zwaar.
Na drie jaar keerde hij terug en werkte hij als huisarts in Houffalize. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, werd hij opgeroepen om dienst te nemen in het Belgische leger Hij werd gevangengenomen, maar als snel weer vrijgelaten omwille van zijn functie als arts. Hij slaagde erin om bezet België te verlaten en sloot zich aan bij de troepen van de Force Publique, het Belgisch koloniale leger, dat oorlog voerde in wat toen Duits Oost-Afrika was. Na de Wapenstilstand ging hij opnieuw aan de slag bij verschillende industriële bedrijven in Congo, waaronder Géomines (Compagnie Géologique et Minière des Ingénieurs et Industriels Belge), Forminière (Société Internationale Forestière et Minière du Congo) en Union Minière du Haut-Katanga (UMHK). Bij UMHK was hij verantwoordelijk voor het welzijn van de Afrikaanse arbeiders en werkte hij aanvankelijk nauw samen met Dr. Bertrand.
Tijdens zijn koloniale loopbaan was hij medisch adviseur inzake ‘inheems welzijn’ bij verschillende mijnbouwbedrijven, waaronder UMHK, Forminière, Companie du Congo pour le Commerce et l'Industrie, Société Minière du Bécéka, Compagnie Cotonnière Congolaise (Cotonco), Société coloniale agricole, en Société d'Elevages et de Cultures au Congo (OCTK). Vooral bij UMHK was hij één van de drijvende krachten achter de ‘stabilisatiepolitiek’. Dat beleid probeerde arbeiders aan het bedrijf te binden en hun werk- en leefomstandigheden te verbeteren. In 1946 ging hij op pensioen.
Mottoulle combineerde deze functies met lidmaatschap van verschillende genootschappen en adviesorganen, ook na zijn pensionering. Hij was actief in, onder meer het Institut royal colonial Belge (vanaf 1931), het Institut colonial international (vanaf 1937), de Société de médecine tropicale (vanaf 1933), de Comité consultative de la main-d’oeuvre (opgericht in 1928), de Commissie voor de Bescherming van de Inheemse Bevolking (van 1927 tot 1946), de Conseil supérieur d'hygiène coloniale (vanaf 1947) en de Conseil supérieur d'assistance sociale (vanaf 1949). Ook adviseerde hij regelmatig de koloniale overheid op individuele basis.
===Werken===
Mottoulles publicaties handelden voornamelijk over zijn werk inzake ‘inheems welzijn’ bij verschillende bedrijven. Hij schreef over een brede waaier aan onderwerpen, waaronder onderwijs, hygiëne, migratie, voeding, sterfte- en geboortecijfers, en rekrutering van de Afrikaanse bevolking en arbeiders en hoe die te verbeteren. Hij bestudeerde deze elementen niet enkel op zich, maar legde ook uit hoe maatregelen pasten binnen de stabiliseringspolitiek van de UMHK en waarom die een succes was. Bijgevolg werd Mottoulle gezien als de vader van deze politiek.
Mottoulle, L., ‘L’organisation du service médical et la situation sanitaire générale à l’Union Minière du Haut-Katanga fin 1929,’ ‘’Annales de la Société belge de Médecine Tropicale’’, 11 (1931) 2, 219-255.
Mottoulle, L., ‘Politique sociale de l'Union Minière du Haut-Katanga pour sa main-d'œuvre indigène et ses résultats au cours de vingt années d'application’, Mémoires de la Classe des Sciences Morales et Politiques, Institut Royale Colonial Belge (Brussel 1946), T. XIV, f. 3: 68 (in-8°).
Mottoulle, L., ‘Contribution à l'étude du déterminisme fonctionnel de l'industrie dans l'éducation de l'indigène congolais’, Mémoires de la Classe des Sciences Morales et Politiques, Institut Royale Colonial Belge (Brussel 1934), T.III , f.3 (1934).
Mottoulle, L., ‘Mortalité infantile, mortinatalité et natalité: Mortinatalité et natalité chez les enfants des travailleurs Union Minière (camps industriels), Bulletin Médical du Katanga, 7 (1920).
Mottoulle, L. ‘Medical Aspects of the Protection of Indigenous Workers in Colonies,’ ‘’International Lavour Review’’ 41 (1940) 361-370.
Mottoulle, L., ‘Aspects médicaux de la protection des travailleurs indigènes aux colonies,’ ‘’Revue international du travail’’ 41 (1940) 4, 386-395.
Mottoulle, L., ‘Problèmes de la main-d’oeuvre indigène, L’Essor du Congo, 1 (1944).
Hulstaert, G. & Mottoulle, L., ‘L’alimentation de l’indigène (Congo Belge),’ ‘’Aequatoria’’ 7 (1944) 4, 155-157.
Mottoulle, L., ‘L’Aspect social de l’attraction exercée par les centres urbains et industriels sur les populations Baluba du Congo Belge: Population rurales de la Province de Lusambo, Compte rendu 27e session INCIDI(1952) 304-311.
Mottoulle, L., ‘Le nouveau regime des boissons alcooliques au Congo Belge: danger d’alcoolisation des Congolais,’ ‘’Bulletin des séances. Académie royale des sciences coloniales,’’ 3 (1957) 394-390.
Bibliographie
- ‘Nécrologie’, Civilisations, 13 (1963), 535-540.
- Brien, P., ‘Hommage au Dr L. Mottoulle,’ ‘’Bulletin des Séances. Académie royale des sciences d’Outre-Mer’’ (1964) 304-305.
- De Rosenbaum, G., ‘MOTTOULlE (Léopold I.J.J)’, Biographie Coloniale Belge, VII-B (Brussels 1977), 262-264.
- Devaux, V., ‘Eloge funèbre du Dr L. Mottoulle (Bomal, 6.1.1884-Ixelles, 10.1.1964), ‘’Bulletin des Séances. Académie royale des sciences d’Outre-Mer’’ (1964) 230-237.
- Ceuppens, B., Congo Made in Flanders? Koloniale Vlaamse Visies op ‘Blank’ en ‘Zwart’ in Belgisch Congo (Gent 2004).
- Higginson, J., A Working Class in the Making: Belgian Colonial Labour Policy, Private Enterprise, and the African Mineworker, 1907-1951 (Madison 1989).
- Laporte, J., ‘De Politieke Strategie van Union Minière du Haut-Katanga tussen 1945 en 1960’, Master’s thesis UGent (Gent 2016).
- Schalbroeck, E., “The Commission for the Protection of the Native Population and Belgian Colonialism”, onuitgegeven doctoraatsthesis, Cambridge 2019.