Fredericq, Léon (1851-1935)

From Bestor_NL
Revision as of 16:23, 29 July 2021 by Bestor (talk | contribs)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to: navigation, search
Frédéricq, Léon (1851-1935)

Fysioloog en professor aan de Universiteit van Luik, geboren te Gent op 21 augustus 1851 en overleden te Luik op 2 september 1935.

Biografie

Léon Fredericq werd geboren als tweede zoon van doktor César Fredericq en Mathilde Huet, in een liberale familie verbonden met de Vlaamse Beweging.[1] Na zijn humaniora aan het Atheneum van Gent, startte hij in oktober 1868 aan de universiteit van zijn geboortestad.
In 1871 werd hij voorbereider voor Boddaert. In hetzelfde jaar verwierf hij de titel van doctor in de natuurwetenschappen en in 1875 deze van doctor in de geneeskunde. Hij bezocht vervolgens de grootste buitenlandse laboratoria: te Parijs dit van Claude Bernard, Paul Bert, Jules Mareyn te Roscoff, het mariene laboratorium van Henri de Lacaze-Duthiers te Straatsburg, deze van F.L. Goltz en van Félix Hoppe-Seyler te Heidelberg, deze van Willy Khüne en te Bonn deze van Eduard F. W. Pflüger. Daarna reisde hij naar het laboratorium van Emile Du Bois-Reymond te Berlijn waar hij de elektrofysiologie leerde kennen en Berlijn werd zijn model voor onderzoek en onderwijs.[2]
Op 21 oktober 1879 werd Léon Fredericq benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de fysiologie aan de Universiteit van Luik en volgde Theodor Schwann op aan de leerstoel fysiologie.[3]
Op 10 december 1881 trouwde hij met Bertha Spring, de dochter van Frédéric-Antoine Spring en werd in 1884 gewoon hoogleraar.[4]
Hij bezocht de belangrijkste Duitse instituten waar hij inspiratie op deed voor het Fysiologisch Instituut dat hij van 1885 tot 1888 uitbouwde aan de Universiteit van Luik.
Hij werd op 15 december 1879 corresponderend lid van de Académie royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles en effectief lid op 14 december 1894. Hij was in 1904 de directeur van de Klasse Wetenschappen.
In 1882 werd hij corresponderend lid van de Académie royale de médecine de Belgique en effectief lid in 1910.
Hij ontving de vijfjaarlijkse prijs voor de periode 1891-1895 voor het werk traité de physiologie.
Hij assisteerde in 1912 bij de stichting van de Ligue belge pour la protection de la nature. Tijdens de oprichting van de hoofdzetel van de Office international pour la protection de la Nature en Belgique, werd Léon Frédéricq benoemd tot vice-voorzitter en in 1926 werd hij voorzitter.[5]
In 1931 werd hij door koning Albert I verheven tot baron.
In juni 1935 werd hij bedlegerig en overleed op 2 september van hetzelfde jaar.
In 1987 waren Luikse universitairen zich bewust van de uitdagingen van het medische onderzoek en richtten daartoe de Foundation Léon Frédéricq op, deze werd in 2005 omgevormd tot het Fonds Léon Frédéricq.

Werken

Hij was Schwann's opvolger in de leerstoel fysiologie. Tijdens deze gelegenheid beschreef hij zijn ideeën voor het onderwijs van de fysiologie in Duitsland. Hij benadrukte het belang van conservatie van de materie en van de conservatie van de energie in het functioneren van het menselijke lichaam.[6] Op deze manier bracht hij het beeld van de menselijke fabriek naar voren.
Zijn eerste publicaties waren gewijd aan de microscopische anatomie. Hij presenteerde tijdens de universitaire wedstrijd van 1873-1874, de Origine des fibres nerveuses dans le centre nerveux cérébro-spinal. In 1875 won hij de universitaire wedstrijd met de publicatie Génération et la structure du tissu musculaire.
In 1876 keerde Fredericq terug naar Gent en schreef verschillende publicaties over de stolling van bloed.[7]
In hetzelfde jaar verfijnde hij de methode voor de preparatie van anatomische objecten.
Fredericq interesseerde zich eveneens voor de vergelijkende studie van zeedieren. Zijn oeuvre bestond uit twee onderdelen : de fysiologische en de biochemische studies. Hij voerde fysiologisch onderzoek uit door de zenuwen en de spieren van zee-egels, de spijsvertering van de zeester te observeren of een volledige studie te maken van de octopus.
Tussen 1879 en 1880 maakte hij samen met G. Vandevelde, een beschrijving van de fysiologie van de kreeft. In 1882, Fredericq observeerde het fenomeen van amputatie bij krabben en bepaalde verminkingen bij hazelwormen. Hij ontwikkelde het concept van de autotomie. Hij synthetiseerde zijn onderzoek in dit domein in La lutte pour l’existence chez les animaux marins.[8]
Fredericq bestudeerde eveneens het functioneren van het hart en de aderen. Tussen 1881 en 1887 onderzocht hij de schommelingen van de arteriële bloeddruk, vervolgens de hartmechanica. Hij schreef meerdere publicaties over de verschillende aspecten van de hartcontractie en de voortplanting van de contractiegolf.
Hij was de eerste die de tijdelijke arteriotomie beschreef, een operatie die het mogelijk maakt de enige spierverbinding tussen de boezems en de hartkamers door te snijden of te plette. In het domein van de biochemie bestudeerde Fredericq de stolling van het bloed door gebruik te maken van de thermische stollingsmethode en hij bewees het bestaan van verschillende proteïnen in bloedplasma.
Begin 1878 keerde hij terug naar het laboratorium van Hoppe-Seyler te Straatsburg en ondernam in Gent een studie van de ongewervelden.[9] In hetzelfde jaar wijdde hij zich aan het bloed van de inktvis.[10]
In 1882 voerde hij een reeks van experimenten uit met het oog op het antwoorden van de prijsvraag van de Academie: sur la régulation de la température chez les animaux à sang chaud.
Fredericq bepaalde eveneens de verdeling van bloedgassen in het bloed.[11]
Voor zijn onderzoek ontwikkelde hij een toestel voor het bepalen van de verbruikte zuurstoel zonder dat het nodig was om een gasanalyse te maken.
In 1884 berekende hij de verhouding tussen de hoeveelheid zout in het weefsel van zeedieren en de zoutsamenstelling van het water waarin de dieren leefden.[12]
Fredericq ijverde eveneens voor de preservatie van het milieu, onder meer de Hoge Venen.[13]
Hij richtte samen met Paul Héger de Archives internationales de Physiologie op.

Publicaties

Bibliografische bijdragen


Bibliografie

  • FLORKIN, M, "Fredericq , (Léon)", in Biographie Nationale, vol. 37, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1971, kol. 301-310.
  • FLORKIN, M, Léon Fredericq, 1851-1935, in Florilège des sciences en Belgique pendant le 19e et le début du 20e, Brussel : Académie royale de Belgique Classe des sciences, 1968, p. 1015-1034.
  • HALLEUX, Robert, "Naar de kern van het leven: de biologie", in Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1 p. 294-299.
  • NOLF, Pierre, "Notice sur Léon Fredericq , membre de l’Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1937, p. 46-100.
  • Website van het Fonds Léon Fredericq
  • Un pionnier de la physiologie. Léon Fredericq . Volume publié à l’occasion du Centenaire de sa naissance, Luik : Sciences et Lettres, 1953.


Noten

  1. HALLEUX, Robert, "Naar de kern van het leven: de biologie", in Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1 p. 296.
  2. HALLEUX, Robert, "Naar de kern van het leven: de biologie", in Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1 p. 296.
  3. FLORKIN, M, "Fredericq, (Léon)", in Biographie Nationale, vol. 37, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1971, lol. 303.
  4. FLORKIN, M, Léon Fredericq , 1851-1935, in Florilège des sciences en Belgique pendant le 19e et le début du 20e, Brussel : Académie royale de Belgique Classe des sciences, 1968, p. 1019.
  5. FLORKIN, M, "Frédéricq, (Léon)", in Biographie Nationale, vol. 37, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1971, kol. 307.
  6. HALLEUX, Robert, "Naar de kern van het leven: de biologie", in Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1 p. 294-295.
  7. FLORKIN, M, "Fredericq , (Léon)", in Biographie Nationale, vol. 37, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1971, kol. 302.
  8. FLORKIN, M, Léon Fredericq , 1851-1935, in Florilège des sciences en Belgique pendant le 19e et le début du 20e, Brussel : Académie royale de Belgique Classe des sciences, 1968, p. 1021.
  9. FLORKIN, M, "Fredericq , (Léon)", in Biographie Nationale, vol. 37, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1971, kol. 303.
  10. HALLEUX, Robert, "Naar de kern van het leven: de biologie", in Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1 p. 298-299.
  11. FLORKIN, M, "Fredericq , (Léon)", in Biographie Nationale, vol. 37, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1971, kol. 303.
  12. HALLEUX, Robert, "Naar de kern van het leven: de biologie", in Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1 p. 299-300.
  13. FLORKIN, M, "Fredericq , (Léon)", in Biographie Nationale, vol. 37, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1971, kol. 306-307.