Koloniale Hogeschool van België (Université Coloniale de Belgique)
Historiek
De Koloniale Hogeschool van België was een hogeschool die in 1920 in Antwerpen als Hogere Koloniale School (École coloniale supérieure) werd opgericht om toekomstige kolonialen voor de hogere administratieve functies op te leiden voor hun verblijf in Belgisch-Kongo. Bij Koninklijk Besluit van 11 februari 1920 werd de Hogere Koloniale School door Louis Franck, minister van Koloniën, te Antwerpen opgericht. In 1923 werd de school omgevormd tot Koloniale Hoogeschool van België (Université coloniale de Belgique). De gebouwen nabij het Middelheimpark werden plechtig ingewijd door koning Albert I. Eind jaren '20 werd de hogeschool geteisterd door een felle brand, maar meteen werd gestart met de heropbouw. Deze nieuwbouw werd in mei 1931 feestelijk geopend. Dit gebouw bestaat nog steeds en is het huidige gebouw A van de Campus Middelheim van de Universiteit van Antwerpen. Boven de hoofdingang bemerkt men nog de vijfpuntige ster uit de vlag van Belgisch-Kongo. In 1949 werd de naam van de Koloniale Hogeschool omgedoopt tot Universitair Instituut voor de Overzeese Gebieden (UNIVOG) (Institut universitaire des territoires d'outre-mer (INUTOM)). Deze instelling stond op universitair niveau en kon diploma's afleveren van kandidaat en licentiaat in de koloniale en administratieve wetenschappen. Na de onafhankelijkheid van Congo in 1960 werd het UNIVOG in 1961 opgedoekt. In 1963 verkocht het instituut zijn volledige bibliotheek. In 1965 fusioneerde het Universitair Instituut voor de Overzeese Gebieden met de Rijkshandelshogeschool en het Hoger Instituut voor Vertalers en Tolken om het RUCA te vormen. Uit de fusie van het instituut met de afdeling Internationale Samenwerking van de Rijkshandelshogeschool ontstond het College voor Ontwikkelingslanden , dat in 2000 op zijn beurt met het Centrum Derde Wereld (Ufsia) fusioneerde tot het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid en -beheer (IOB).