Schoep, Alfred Ferdinandus Maria Ghislenus (1881-1966)

From Bestor_NL
Revision as of 08:38, 20 October 2010 by Wendy (talk | contribs)
Jump to: navigation, search

Mineraloog en geoloog, geboren te Gent op 6 juni 1881 en overleden in dezelfde stad op 1 juni 1966.

Biografie

Alfred Schoep werd geboren in Gent op 6 juni 1881 als zoon van Charles Schoep, een apotheker en scheikundige. Hij studeerde aan de Rijksuniversiteit van Gent, waar hij in 1904 promoveerde tot doctor in de geografie. Twee jaar later promoveerde hij tot doctor in de natuurkunde, meer specifiek in de mineralogie, geologie en kristallografie.
Zijn academische carrière startte in oktober 1906 wanneer hij benoemd werd tot assistent in de analytische chemie aan de Rijksuniversiteit van Gent Deze positie behield hij tot in 1910. In de periode 1910 tot 1913 participeerde hij als mineraloog aan een geologische expeditie naar Zuid-Katanga (Kongo). Nadien werkte hij nog een jaar in het Donetsbekken in de Kaukasus en langs de kust van de Kaspische Zee. In april 1919 werd hij benoemd tot docent mineralogie aan de Faculteit Wetenschappen en de Technische Scholen aan de RUG. Zes jaar later werd hij benoemd tot docent mineralogie en kristallografie aan de Faculté polytechnique in Bergen (Hainaut-Provine). In 1929 werd hij benoemd tot hoogleraar in de mineralogie, kristallografie en toegepaste mineralogie aan de Faculteit Wetenschappen aan de RUG. Naast doceren vervulde hij ook administratieve functies aan de RUG. Zo werd hij in 1932 beheerder-inspecteur en directeur van de Technische Scholen aan de RUG. Hij was verantwoordelijk voor de bouw van de nieuwe bibliotheek, het Technologisch Instituut en de Veeartsenijschool van Gent en startte met de bouw van het Universitaire Ziekenhuis. Zijn universitaire carrière eindigde met de Tweede Wereldoorlog na beschuldiging van collaboratie met de vijand. Hij werd toegelaten tot het emeritaat in 1951.
Alfred Schoep was een van de stichtende leden van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten. Hij was tussen 1938 en 1944 de eerste vaste secretaris. Hij nam ontslag in 1945.[1]
In 1927 werd hij verkozen tot fellow aan de Mineralogical Society of America. In 1951 gebeurde hetzelfde aan de American Association for the Advancement of Science.
Hij overleed in Gent op 1 juni 1966. [2]

Werken

Zijn onderzoek was toegespitst op de mijnprospectie en-exploratie en hij heeft dan ook een bijdrage geleverd aan de geologische kennis van uitgestrekte regio’s. [3] Als mineraloog is hij vooral bekend om het bestuderen van de uraniumhoudende mineralen in de mijnen van Skinkolobwe, Kasalo en Kalongwe in Katanga. Alleen of met anderen ontdekte hij 14 nieuwe, vooral uraniumhoudende mineralen in de koper en kobalt mijnen van Zuid-Katanga namelijk becquerelite, buttgenbachite, curite, dewindtite, dumontite, ianthinite, julienite, kasolite, likasite, paraschoepite,parsonsite, sklodowskite, soddyite and vandenbrandeite.
In 1932 noemde Walker een gehydrateerde oxide van uranium naar Schoep, als herkenning voor zijn veldwerk. Het kreeg de naam Schoepite. [4]

Publicaties


Bibliografie

Nota’s

  1. "Schoep Alfred", In:De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden, Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p.229-230.
  2. L. De Leenheer, "Memorial of Prof. Alfred Schoep" The American Mineralogist 55 (1970) p. 597-602.
  3. Jacques Delhal, "De Aardwetenschappen" p.252.
  4. Website The history of the Congolese Mineralogy geconsulteerd op 24/06/2010 om 14u10.