Nuyens, Karel Maurice (1901-1970)
Natuurkundige en wiskundige, geboren te Brussel op 8 november 1901 en overleden te Ukkel op 22 januari 1970.
Biografie
[Karel] Maurice Nuyens werd geboren op 8 november 1901 in Brussel. Hij volgde middelbaar onderwijs aan het Athénée communal van Sint-Gillis. Zijn interesse voor wiskunde kreeg hij mee van zijn toenmalige leraar wiskunde Théophile De Donder. Aan de Universiteit van Brussel specialiseerde hij zich in de wiskundige natuurkunde. Théophile De Donder zorgde eind 1922 voor zijn aanstelling tot leerling-assistent aan de ULB. Op 7 juli 1923 promoveerde hij tot doctor in de wis- en natuurkunde en werd hij benoemd tot assistent.[1]
Hij was laureaat van de reisbeurzen wedstrijd van de regering voor de periode 1924-1925, waardoor hij één jaar in het buitenland kon verblijven. Zijn keuze viel op de Universiteit van Leiden. Deze universiteit was een belangrijk onderzoekscentrum voor de theoretische fysica. De ULB ging aanvankelijk niet akkoord, maar in 1926 kon hij toch naar Leiden vertrekken.
Bij zijn terugkeer in 1927 werd hij bevorderd tot C.R.B-assistent aan de ULB. In hetzelfde jaar werd hij doctor in de wiskundige natuurkunde. Twee jaar later werd hij geaggregeerde aan de ULB.
Hij reisde naar Nancy om onderzoek te doen op het gebied van de algemene relativiteitistheorie.
In 1931 werd hij benoemd tot docent aan de Rijksuniversiteit van Gent, waar hij de Beginselen van de theoretische en de wiskundige natuurkunde, Grondige wiskundige natuurkunde en Aanvullingen van de wiskunde doceerde. Hij behandelde daarbij ook nieuwe theorieën zoals de kwantumfysica.
In 1932 bouwde hij met Laszlo Marton de eerste elektronenmicroscoop in België.[2]
In 1939 werd hij benoemd tot gewoon hoogleraar.
Hij vervulde een aantal bestuurlijke functies aan de RUG. Zo was hij in het academiejaar 1949-1950 secretaris en in het academiejaar 1950-1951 decaan van de Faculteit Wetenschappen.[3]
In 1966 werd hij toegelaten tot het emeritaat.
Hij werd op 11 oktober 1958 benoemd tot corresponderend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten.
Hij maakte aan het NFWO deel uit van de commissie natuurkunde. Hij was medestichter van de Gentse Natuurkundige kring, een afdeling van de Belgische en Nederlandse Natuurkundige Vereniging.[4]
Hij had een grote voorliefde voor de 19de eeuwse Franse literatuur en gold als een kenner van Paul Verlaine en Arthur Rimbaud. Ook hield hij van schilderkunst i.h.b. Goya, Delacroix en Géricault.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij één van de belangrijkste leiders van het Onafhankelijkheidsfront, een verzetsbeweging. Hiervoor werd hij onderscheiden met het Belgisch Oorlogskruis 1940 met palm en het Croix de guerre française avec étoile d’argent. Hij bekleedde de rang van luitenant-kolonel.
Hij overleed te Ukkel op 22 januari 1970.
Werken
De eerste publicaties van Maurice Nuyens dateren uit zijn studententijd en behandelden de algemene relativiteitstheorie. In Leiden onderzocht hij gravitatievelden met sferische symmetrie en met cilindersymmetrie. Hier besprak hij zijn onderzoek met Einstein, die daar frequent verbleef. Hij bestudeerde ook de klassieke akoestiek en ontwikkelde een theorie over de vorm van een klankreflector.
De graad van doctor in de wiskundige natuurkunde behaalde hij met een studie over de toepassingen van de algemene relativiteitstheorie. [5]
Voortbouwend op het werk van Théophile De Donder en Henry Janne d'Othée (1884-1966) van de Universiteit van Luik, bestudeerde Maurice Nuyens de theorie van een niet-homogeen bolsymmetrisch heelal.[6]
Na 1930 deed hij onderzoek in andere gebieden van de theoretische natuurkunde: de astrofysica (hydrodynamica in het inwendige van een ster met grote druk), de meetkundige optica van elektronen en de diffusie van neutronen in de materie. Hij bleef zich interesseren in de nieuwste ontwikkelingen in de fysica.[7]
Hij was laureaat ARB in 1927 voor zijn onderzoek op het gebied van de gravitatietheorie van Einstein.
Wetenschapsgeschiedenis
Op vraag van het Lorentzfonds was hij een medewerker van de uitgave van de volledige werken van H.A. Lorentz.[8]
Publicaties
- Lijst met publicaties in : H.L. Vanderlinden, "In memoriam Karel Maurice Nuyens", In:Jaarboek 1970, Brussel: KVAB, p.337.
- Lijst met publicaties (catalogus UGent), geconsulteerd op 9 augustus 2010 om 18u00.
Bibliografie
- R.A. Mertens, "Vanderlinden Henri Louis", In: Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 16, Brussel: Paleis der Academiën, 2002, kol.599-604.
- Henri Louis Vanderlinden."In memoriam Karel Maurice Nuyens", In:Jaarboek 1970, Brussel: KVAB, p.336-337
Nota’s
- ↑ R.A. Mertens, "Vanderlinden Henri Louis", In: Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 16, Brussel: Paleis der Academiën, 2002, col. 599-600.
- ↑ Dirk Van Dyck, "Electron Microscopy in Belgium", in: Advances in Imaging and Electron Physcis, 96 (1996), p. 67-78.
- ↑ R.A. Mertens, "Vanderlinden Henri Louis", In:Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 16, Brussel: Paleis der Academiën, 2002, kol.600-601.
- ↑ R.A. Mertens, "Vanderlinden Henri Louis", In:Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 16, Brussel: Paleis der Academiën, 2002, kol.604.
- ↑ R.A. Mertens, "Vanderlinden Henri Louis", In:Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 16, Brussel: Paleis der Academiën, 2002, col. 601.
- ↑ D. Lambert, "De algemene relativititeit en de kosmologie", In: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 131.
- ↑ R.A. Mertens, "Vanderlinden Henri Louis", In: Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 16, Brussel: Paleis der Academiën, 2002, col. 603.
- ↑ Henri Louis Vanderlinden, "In memoriam Karel Maurice Nuyens", In:Jaarboek 1970, Brussel: KVAB, p. 336-337.