Stroobant, Paul Henri (1868-1936)
Astronoom en natuurkundige, geboren te te Elsene op 11 april 1868 en overleden
te Sint-Gillis (Brussel) op 15 juli 1936.
Biografie
Hij werd geboren te Elsene op 11 april 1868. In 1885 werd hij vrijwilliger aan de Koninklijke Sterrenwacht. Op 12 juli 1889 promoveerde hij aan de ULB tot doctor in de wiskunde en de natuurkunde.[1]In hetzelfde jaar verbleef hij dankzij een reisbeurs één jaar aan het Observatorium van Parijs.
Op 2 november 1891 werd hij adjunct-astronoom aan de Koninklijke Sterrenwacht. In 1902 werd hij hoofdastronoom van de meridiaanzaal van de Koninklijke Sterrenwacht. Volwaardig astronoom werd hij op 1 januari 1903. In 1913 ontving hij van de Belgische overheid de titel van eerste astronoom en werd hij departementshoofd van de meridiaanzaal. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd hij directeur ad-interim van de Koninklijke Sterrenwacht wanneer de toenmalige directeur Georges Lecointe in dienst trad van het Belgische leger. [2] Op 29 december 1918 werd hij benoemd tot adjunct-directeur van de Koninklijke Sterrenwacht. Hij werd op 2 mei 1925 effectief directeur. Hij kocht verschillende nieuwe instrumenten aan, onder andere een Askania-meridiaancirkel van 19 cm opening.[3] Deze was voorzien van automatische registreertechnieken, waarmee aan de hand van 11.000 waarnemingen een catalogus kon worden opgesteld die tevens diende voor de International Latitude Service. [4]
Aan de Koninklijke Sterrenwacht richtte hij het departement astrofysica op. [5]
Hij bouwde ook een academische carrière uit. In 1897 werd hij docent aan de ULB. Hij werd gewoon hoogleraar in juli 1904. [6] In 1923 richtte hij een departement sterrenkunde op aan de ULB.[7]
Op 1 mei 1936 legde hij het directeurschap van de Koninklijke Sterrenwacht neer, hij ging op pensioen.
Hij werd op 15 december 1908 corresponderend lid van Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique , effectief lid op 7 juni 1913 en directeur van de Klasse Wetenschappen in 1931.
Aan de Academie was hij voorzitter van het Nationaal Comité voor Sterrenkunde en lid van het Nationaal Comité voor Geodesie en geofysica.
Hij werd in 1926 corresponderend lid van het Bureau des Longitudes en corresponderd lid van het Institut de Coïmbre. Hij was sinds 1930 corresponderend lid van de Royal Astronomical Society.[8]
Hij was stichtend lid en secretaris van de Société Belge d’Astronomie.
Op internationaal vlak was hij voorzitter van de commissies nomenclatuur en bibliografie aan de Internationale Astronomische Unie. Dit leidde tot de opstelling van de Ukkellijst met observatoria en astronomen. [9]
Hij ontving verschillende prijzen: in 1912 kreeg hij de Prix Mailly en in 1921 de Prix Lalande van de Académie des Sciences de Paris. In hetzelfde jaar ontving hij de Tienjaarlijkse prijs voor de toegepaste wiskunde.
Stroobantia werd naar hem genoemd en werd op 6/10/1928 door Eugène Delporte (1882-1953) te Ukkel ontdekt. Delporte was de opvolger van Paul Stroobant als directeur van de Koninklijke Sterrenwacht.
Paul Stroobant overleed te Sint-Gillis (Brussel) op 15 juli 1936.
Werken
De maan van Venus werd op 11 november 1645 ontdekt door de Napolitaanse onderzoeker Francesco Fontana. Er volgde nog verschillende waarnemingen van deze maan. Het was echter tijdens een voordracht aan de Academie in 1887 dat hij alle 33 waarnemingsverslagen onverkort weergeeft en alle hypotheses op een rij zet en waarbij hij de foute waarnemingen stuk voor stuk verklaarde. Paul Stroobant identificeerde de waargenomen manen als kleine sterren die in de buurt van de planeet lagen op het moment van waarneming.
Aan de Koninklijke Sterrenwacht interesseerde hij zich voor de structuur van de ringen van Saturnus en voor de structuur en oorsprong van asteroïdenringen. [10]
Hij zag in dat de toekomst van de sterrenkunde lag in het begrijpen van de structuur van sterrenkundige objecten en van het begrip hoe het heelal was opgebouwd. Onderzoek naar de verdeling van de sterren in de Melkweg was hiervan een uiting. Op planeetvlak was hij een autoriteit in de studie van de ringen van Saturnus en dankzij zijn theoretische interesse en zijn statistisch onderzoek van de planetoïdengordel werd er in Ukkel aangevangen met een eigen fotografisch onderzoek.[11]
Hij deed ook onderzoek naar meteorieten en planetoïden. Hij onderzocht hun verspreiding, hun massa en hun aantal. Hij zorgde er dan ook voor dat er in Ukkel de nodige instrumenten voor de opsporing van deze planetoïden aanwezig waren.
Hij hielp de amateur-astroloog door handleidingen te schrijven over hoe men het best kan observeren.
In het jaarboek van de Koninklijke Sterrenwacht schreef hij meerdere bijdragen over de recente progressie in het wetenschappelijk onderzoek in de astronomie.[12]
Publicaties
- Lijst met publicaties: J.F., Cox & F. Van den Dungen, Paul Stroobant,In: "Annuaire ARB", jaargang 1949, Brussel, ARB, p. 62-84.
Bibliografie
- E., Delporte, Discours prononcé aux funerailles de m. P.Stroobant, In:"Ciel et Terre", vol. 52, p. 157-160.
- J.-F., Cox. Paul Stroobant, In: "Biographie nationale", vol. 31, 1961, Brussel: ARB, kol. 677.
Nota’s
- ↑ J.-F., Cox. Paul Stroobant, In: "Biographie nationale", vol. 31, 1961, Brussel: ARB, kol. 677.
- ↑ E., Delporte, Discours prononcé aux funerailles de m. P.Stroobant, In:"Ciel et Terre", vol. 52, p. 157-160.
- ↑ L. Houziaux, "De sterrenkunde", In: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p.152.
- ↑ L. Houziaux, "De sterrenkunde", In: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p.135.
- ↑ A. Despy-Meyer, Instellingen en netwerken; In: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p.83.
- ↑ J.-F., Cox. Paul Stroobant, In: "Biographie nationale", vol. 31, 1961, Brussel: ARB, kol. 677.
- ↑ L. Houziaux, "De sterrenkunde", In: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p.152.
- ↑ J.-F., Cox. Paul Stroobant, In: "Biographie nationale", vol. 31, 1961, Brussel: ARB, kol. 677.
- ↑ Jan Vandenbruaene, Astronomische gids voor België, Academic and Scientific Publisher, p.248.
- ↑ L. Houziaux, "De sterrenkunde", In: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p.148.
- ↑ Jan Vandenbruaene, Astronomische gids voor België, Academic and Scientific Publisher, p.248.
- ↑ J.-F., Cox. Paul Stroobant, In: "Biographie nationale", vol. 31, 1961, Brussel: ARB, kol. 677.