Renard, Alphonse-François (1842-1903)

From Bestor_NL
Revision as of 10:31, 14 February 2012 by Wendy (talk | contribs)
Jump to: navigation, search

Geoloog, geboren te Ronse op 28 september 1842 en overleden te Elsene op 9 juli 1903.

Biografie

Renard, Alphonse-François (1842-1903)

Alphonse Renard werd geboren te Ronse op 28 september 1842 als zoon van een meubelmaker. Hij ging op 12-jarige leeftijd werken in een textielfabriek, maar al snel startte hij in 1856 aan het College van Bisschoppen van Ronse en nadien deed hij zijn humaniora aan het jezuïetencollege van Turnhout.[1]
In 1863 trad hij binnen als novice in de Sociëteit van Jezus te Drongen en deed zijn gelofte op 23-jarige leeftijd.
Gedurende zes jaar voerde hij verschillende functies uit aan de Colleges van Namen en Charleroi. Hij was hier observator en doceerde er duits en engels.
Hij vertrok naar Wenen om de progressie in het mineralogisch onderzoek in Oostenrijk op te volgen en hij verbleef vervolgens bij de Jezuïeten van Maria Laach.
Hij was gepassioneerd door stollingsgesteenten.
Na de uitdrijving van de Jezuiëten uit Duitsland, zette Renard van 1873 tot 1874 zijn opleiding verder te Leuven.
Tussen 1874 en 1883 doceerde hij scheikunde en mineralogie aan het Hogere Jezuiëten College in de universiteitsstad.
Hij werd gewijd tot priester in 1877, maar hij verliet de Jezuiëten in 1883 en werd lid van de seculiere geestelijkheid. In 1900 brak hij zijn geloften.[2]
In 1877 werd hij benoemd tot conservator aan het Koninklijk Natuurhistorisch Museum. Hij bleef in functie tot in 1888, het jaar waarin hij de leerstoel voor geologie, stratigrafische paleontologie en fysieke geologie aan de Universiteit van Gent ging bekleden.
Vanaf 1889 tot aan zijn dood, was hij lid van de observatieraad van het Koninklijk Natuurhistorisch Museum.
Hij werd op 15 december 1882 corresponderend lid van de Académie royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles en op 15 december 1898 effectief lid.
Hij ontving eredoctoraten van de Universiteiten van Edinburgh, Bologne en Dublin. Het geologische genootschap van Londen decoreerde hem met de Bigsby medaille.
In 1906 richtte de Algemene Raad van de « Libre Pensée Belge », met internationale ondersteuning, een standbeeld op nabij de vijvers van Elsene.[3]

Werken

Alphonse Renard publiceerde meer dan 90 werken, alleen of in samenwerking met Charles Louis Joseph Xavier de la Vallée Poussin, M. Klément, E. Ludwig, J. Cornet, J. Murray en H. Arctowski.
Hij werd door de Académie royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles bekroond voor het werk Sur les caractères minéralogiques et stratigraphiques des roches dites plutoniennes de la Belgique et de l'Ardenne française. Hij schreef de publicatie in samenwerking met Charles Louis Joseph Xavier de la Vallée Poussin.[4]
Hij stelde samen met F. Stöber de Notions de minéralogie op, een educatieve toelichting voor studenten in de natuurwetenschappen en meer in het algemeen voor leerlingen aan de Speciaalschool van de Universiteit. Hij gaf een overzicht van de staat van het mineralogisch onderzoek in 1900.
Renard publiceerde een hele reeks van rapporten en bijdragen over verschillende onderwerpen in de mineralogie of de paleontologie.
Hij interesseerde zich voor de mineralogische karakteristieken van België en meer specifiek in de antieke phylladeuse stenen en in vulkanisch gesteente. Hij ontdekte verschillende mineralen: phtanieten van carboon kalksteen, krijt van vuursteen en steenachtige meteorieten. Hij werkte samen met Jules Cornet om de fosfaatafzettingen te bestuderen.[5]
In 1883 na de uitbarsting van de vulkaan Krakatoa, bestudeerde hij de uitgestoten assen. Renard bewees met zijn onderzoek het belang van onderwateruitbarstingen.
W. Thomson vroeg de expertise van Renard om de resultaten te bestuderen van het verzamelde materiaal van de « Challenger » missie die van 1872 tot 1876 meer dan 100000 kilometer aflegden over het zeeoppervlak.[6]
Renard publiceerde samen met J. Murray het report on the deep-Sea deposits en een kaart met de dieptzeesedimenten die het jaar daarop in Brussel werden gepubliceerd. Beide studies bewezen de aanwezigheid van globigerina, slakken en kiezelwieren in sedimenten.
Renard deed eveneens de analyse van de rotsen die waren verzameld door de «Challenger».
Hij vertaalde voor een deel het oeuvre van Darwin, het verscheen onder de titel: Observations géologiques sur les îles volcaniques explorées par l’expédition du « Beagle » et note sur la géologie de l’Australie et du Cap de Bonne-Espérance. Deze expeditie had plaats tussen 1831 en 1836. In 1901 stelde hij met Arctowski een artikel op over de stalen die waren verzameld tijdens de expeditie van de « Belgica ».

Publicaties


Bibliografie


Notes

  1. BUTTGENBACH, Henri, "Notice sur Alphonse Renard, membre de l'Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1953, p. 387.
  2. BUTTGENBACH, Henri, "Notice sur Alphonse Renard, membre de l'Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1953, p. 388.
  3. STOCKMANS, François, Renard, (Alphonse-François), in Biographie Nationale, vol. 32, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1964, kol. 608.
  4. BUTTGENBACH, Henri, "Notice sur Alphonse Renard, membre de l'Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1953, p. 389.
  5. BUTTGENBACH, Henri, "Notice sur Alphonse Renard, membre de l'Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1953, p. 390-393.
  6. BUTTGENBACH, Henri, "Notice sur Alphonse Renard, membre de l'Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1953, p. 395-396.