Martin, Richard Henri (1914-1995)
Organisch scheikundige, geboren te Genève op 4 mei 1914 en overleden te Ukkel op 8 juli 1995.
Biografie
Richard Martin werd geboren te Genève op 4 mei 1914. In 1933 studeerde hij af aan het Collège van Genève. In oktober 1933 schreef hij zich in aan de Universiteit van Genève voor de opleiding scheikunde. In maart 1938 promoveerde hij hier tot scheikundig ingenieur. Hierna ondernam hij een reis door Europa.[1]
In 1938 vetrok hij naar Engeland, waar hij ging werken voor J.W Cook aan het Royal Cancer Institute te Londen.[2]
In juni 1941 trok hij naar Oxford, waar hij werkte voor de Nobelprijswinnaar chemie Sir Robert Robinson (1947) aan het Dyson Perrins Laboratory. In februari 1944 werd hij doctor in de filosofie aan de Universiteit van Oxford. Zijn doctoraat was getiteld: Synthesis of polycyclic carboxylic acids related to steroid hormones.
Vanaf december 1946 werkte hij in het laboratorium voor organische en farmaceutische scheikunde aan de Unversiteit van Genève.[3]
Hij werd in januari 1947 aangesteld als docent en directeur van de dienst voor organische scheikunde aan de ULB. Hij was hier de opvolger van Henri François Hubert Wuyts. Hij ontmoette hier ook Jean Émile Charles Timmermans. In 1950 werd hij aan de ULB gepromoveerd tot buitengewoon hoogleraar en in 1951 tot gewoon hoogleraar.[4] Hij doceerde aan de ULB onder meer organische scheikunde en de bijhorende prakticalessen.[5] In 1950 trouwde hij met Madeleine Haupert.
Aan de ULB was hij vice-decaan van de Faculteit Wetenschappen van 1967 tot 1970 en commissaris-generaal (ombudsman) van de universiteit van 1971 tot 1975.
Op 1 oktober 1979 werd hij toegelaten tot het emeritaat.
Hij werd in 1955 corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique . Hij was daarnaast ook vice-voorzitter van de Société Chimique de Belgique. Hij was lid van de Chemical Society van Londen en van de American Chemical Society.
Hij was co-editor van verschillende wetenschappelijke tijdschriften: Tetrahedron, Tetrahadron Letters, Revue Européenne du Cancer en van Syntheytic Communications.
Hij ontving de Chevreul medaille in 1965 en in 1973 de Jaubert prijs van de Universiteit van Genève. Van dezelfde universiteit ontving hij in 1976 ook een ere-doctoraat.
Hij overleed te Ukkel op 8 juli 1995. [6]
Werken
Aan het Royal Cancer Institute deed hij onderzoek naar polycyclische aromatische koolwaterstoffen en hun carcinogene eigenschappen. Daarnaast bestudeerde hij hier ook de chemische geïnduceerde carcinogenese en de chemotherapie.[7]
Aan het laboratorium van Dyson Perrins analyseerde hij seksuele hormonen. Hij deed hier voornamelijk aan interdisciplinair onderzoek (chemie-biologie).[8]
Martin gaf dus een sterke impuls aan de organische synthese.
Zijn belangstelling breidde zich al gauw uit. Van zodra commerciële kernmagnetische resonantietoestellen beschikbaar werden, schafte hij zich als eerste in Franstalig België een spectrometer aan waarmee zowel zijn onderzoek als zijn cursussen een nieuwe dimensie kregen. Dankzij zijn baanbrekend onderzoek in samenwerking met zijn werkleider Nicole Defay (1923-1986) over de spectra van de aromatische verbindingen werd hij overal ter wereld uitgenodigd om seminaries te organiseren of plenaire lezingen te geven. In 1967 zorgde hij voor een doorbraak die hem een internationale reputatie bezorgde. Samen met zijn medewerkers ontwikkelde hij een snelle en efficiënte methode voor de synthese van helicenen. Terwijl zijn werkleider Daisy Bogaert-Verhoogen (1900-1984) helicenen trachtte te vormen met thermische reacties, wierp Martin zich op het probleem langs fotochemische weg, wat uiteindelijk het efficiëntst bleek: door een oplossing van een diaryletheen in aanwezigheid van lucht en jodium te bestralen werden helicenen verkregen die een uitstekend rendement gaven. Helicenen zijn verbindingen, bestaande uit benzeenringen die zo aan elkaar zijn gehecht dat ze een helix vormen die gelijkt op een wenteltrap.
Cursussen
Als eerste in België structureerde hij zijn cursus rond reactie-intermediairen zoals de carbanionen, in plaats van de toen traditionele opsomming van de eigenschappen van elke verbinding. Hij maakte van de reactiemechanismen een vast onderdeel van de organische chemie; zo verkoos hij een beroep te doen op algemene principes eerder dan op het geheugen.[9]
Publicaties
- Lijst met publicaties in: Reisse, Jacques, "Richard Henri Martin", In: Annuaire ARB, jaargang 1995, p. 9-18.
Bibliografie
- Reisse, Jacques, "Richard Henri Martin", In: Annuaire ARB, jaargang 1995, p. 3-9.
- Reisse, Jacques, "Richard Henri Martin", in Nouvelle Biographie Nationale, vol. 9, p. 263-266.
Nota’s
- ↑ Reisse, Jacques, "Richard Henri Martin", in Nouvelle Biographie Nationale, vol. 9, p. 263.
- ↑ Reisse, Jacques, "Richard Henri Martin", In: Annuaire ARB, jaargang 1995, p. 3.
- ↑ Reisse, Jacques, "Richard Henri Martin", in Nouvelle Biographie Nationale, vol. 9, p. 264.
- ↑ Reisse, Jacques, "Richard Henri Martin", In: Annuaire ARB, jaargang 1995, p. 5.
- ↑ Reisse, Jacques, "Richard Henri Martin", in Nouvelle Biographie Nationale, vol. 9, p. 264.
- ↑ Reisse, Jacques, "Richard Henri Martin", in Nouvelle Biographie Nationale, vol. 9, p. 265.
- ↑ Reisse, Jacques, "Richard Henri Martin", In: Annuaire ARB, jaargang 1995, p. 3.
- ↑ Reisse, Jacques, "Richard Henri Martin", in Nouvelle Biographie Nationale, vol. 9, p. 264.
- ↑ Nasielski, Jacques, "De organische scheikunde", In: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 182.