Tavernier, René (1914-1992)

From Bestor_NL
Revision as of 07:41, 12 July 2010 by Wendy (talk | contribs) (Created page with 'category:Wetenschapperscategory:Geboorte 1901-1925category:Geologen category:Professorcategory:Professor aan de RUG <br/> Geoloog geboren in 1914 en overl…')
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to: navigation, search



Geoloog geboren in 1914 en overleden op 19 november 1992.

Biografie

Tavernier werd in Nevele geboren op 26 augustus 1914 als zoon van een veearts. Hij volgde les aan het Sint-Lievens College in Gent en studeerde nadien aard-en delfstofkunde aan de Rijksuniversiteit van Gent. Zijn academische carrière startte in 1937 met zijn benoeming tot assistent aan het laboratorium voor Aardkunde aan de RUG. Na zijn doctoraat werd hij suppleant voor de cursus fysische aardrijkskunde. In 1943 werd hij werkleider en in 1944 docent bij het Laboratorium van Fysische Aardrijkskunde waar hij in 1948 tot gewoon hoogleraar werd benoemd. In het begin van zijn carrière doceerde hij louter in de fysische aardrijkskundige richting. In 1952 werd zijn leeropdracht uitgebreid in de geologische richting en slechts in 1955 werd hij belast met het doceren van zuiver geologische vakken. [1] Op 8 oktober 1955 werd hij corresponerend lid aan de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, werkend lid werd hij op 20 september 1958 en bestuurder in 1967. [2] Daarnaast was hij lid van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen. Hij was eveneens lid en in 1986 ere-lid van The Union of Soil Science.[3] Hij overleed op 19 november 1992.

Werken

Hij ontving voor zijn licentiaatsverhandeling in 1935 de Mac Leodprijs en zijn doctoraal onderzoek werd in 1948 bekroond met de Baron van Ertborn prijs. Beide publicaties waren studies van de neogene afzettingen in België. Deze neogene zanden werden bestudeerd op basis van hun zware mineralensamenstelling. Op deze manier wist hij een onderscheid te maken tussen de mariene en continentale zanden van Laag-België en de herkomstgebied van deze zanden vast te leggen. .[4]

Van 1943 tot 1950 was hij bij de Belgische Geologische Dienst belast met de bedeling van drinkwater voor de geallieerde troepen en van koelwater voor het zware luchtafweergeschut. Taverniers geologische belangstelling had betrekking op de sedimentologie van de Cenozoïsche formaties van het Noordzeebekken, het Quartair in België, de fossiele periglaciale structuren, de evolutie van het Scheldebekken in de loop van het Quartair en van de kustvlakte tijdens het Holoceen, de schommelingen van het zeeniveau, enz. Onder impuls van Prof. V. Van Straelen werd in 1946, het Comité voor de Opname van de Bodem- en Vegetatiekaart van België opgericht. Het project, dat startte in 1947, werd door het I.W.O.N.L. gesponserd. Voor wat de bodemkaart betreft werden aanvankelijk de opnamen individueel uitgevoerd door drie centra : Leuven, Gembloux en Gent. Als verantwoordelijke voor het centrum Gent zag Prof. R. Tavernier van meet af aan de noodzaak van coördinatie in en hij streefde er naar één nationaal centrum uit te bouwen. Hij werd vanaf 1950 directeur van het Centrum voor Bodemkartering (C.V.B.) met als voornaamste opdracht de bodemkaarten op te nemen, een nationale legende uit te werken en de activiteiten op nationaal vlak te coördineren.[5] Dit werk werd bekroond met de tienjaarlijkse prijs voor Geologische Wetenschappen in 1968. De C.V.B heeft tot zijn ontbinding in 1976 nuttig werk heeft verricht en dit kunnen we ook beschouwen als het belangrijkste werk van Tavernier. [6] Tussen 1952 en 1958 was hij lid van de Geologische Raad en werd hij belast met het opstellen van de stratigrafische schaal van het Kwartair. In 1957 hebben J. de Heinzelin en R. Tavernier het Holoceen ook wel Flandrien genoemd op basis van transgressie sedimenten in Vlaanderen. Het Flandrien is ondertussen, ook als synoniem, geheel in onbruik geraakt. [7] In 1958 was hij actief lid van het bestuurscomité van het NILCO (Nationaal Instituut voor Landbouwstudies in Belgisch Congo) en vanaf dan toonde hij veel belangstelling voor de tropische bodemkunde. In 1960 heeft hij het internationaal Bodemkundig Centrum aan de RUG opgericht en uitgebouwd. Hij slaagde erin het belang van geologische bodemkennis aan te tonen bij belangrijke landbouwontwikkelingsprojecten.

Publicaties


Bibliografie


Nota’s

  1. Jump up F., Geukens, "In Memoriam René Tavernier", In: Jaarboek 1993-1996, Brussel: KVAB, p.99.
  2. Jump up "Tavernier René", In: De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden”, Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p.251-252.
  3. Jump up [http://www.iuss.org/Bulletins/IUSS_Bulletin_115_hires.pdf geconsulteerd op 09/07/2010 om 14u05.
  4. Jump up F., Geukens, "In Memoriam René Tavernier", In: Jaarboek 1993-1996, Brussel: KVAB, p.99.
  5. Jump up E. Van Ranst & C. Sys, EENDUIDIGE LEGENDE VOOR DE DIGITALE BODEMKAART VAN VLAANDEREN (Schaal 1:20 000) geconsulteerd op 08/07/2010 om 12u05.
  6. Jump up J., Delhal, "De Aardwetenschappen" p.223 geconsulteerd op 09/07/2010 om 10u15.
  7. Jump up Stratigrafie geconsulteerd 09/07/2010 om11.