Biot, Maurice Anthony (1905-1985)
Ingenieur en wiskundige gespecialiseerd in de thermodynamica, geboren te Antwerpen op 25 mei 1905 en overleden te Sint-Lambrechts-Woluwe op 12 september 1985.
Biografie
Maurice Biot werd geboren te Antwerpen op 25 mei 1905. Tijdens de Eerste Wereldoorlog volgde hij zijn ouders naar Frankrijk en hij liep daar ook school. Na de oorlog volgde hij middelbaar onderwijs in Antwerpen en behaalde hier zijn diploma. In 1924 schreef hij zich in aan de UCL. In 1929 behaalde hij het diploma mijningenieur en in 1930 deze van elektrisch ingenieur. Hij was ook bachelor in de thomistische filosofie (1927) en licentiaat in de economie. In 1931 promoveerde hij tot doctor in de natuurwetenschappen. Dankzij een C.R.B-beurs verbleef hij twee jaar in de Verenigde Staten aan het California Institute of Technology in Pasadena. Hier ontmoette hij Theodore von Kármán (1881-1963). In 1932 behaalde hij hier zijn Ph.D in de luchtvaart. Na een verblijf van enkele maanden aan de Universiteit van Michigan keerde hij terug naar Europa. Hij kon immers dankzij een beurs van het NFWO naar Delft, Zürich en Göttingen reizen. Van 1934 tot 1935 was hij belast met de cursus toegepaste wiskunde aan de Universiteit van Harvard. Tussen juni 1935 en januari 1936 werkte hij als C.R.B-fellow aan het Institute of Technology in Pasadena.
Hij werd benoemd aan de UCL en doceerde van 1936 tot 1937 elasticiteit en rationele mechanica. Van 1937 tot 1946 doceerde hij theoretische mechanica en natuurkundige wiskunde aan de Universiteit van Columbia en van 1946 tot 1952 aan de Universiteit van Brown toegepaste natuurkunde.
In 1941 werd hij genaturaliseerd tot Amerikaan. In hetzelfde jaar nam hij een onderbreking aan de Universiteit van Columbia om te doceren over de trillingsproblematiek en gebouwen, over de dynamische stabiliteit van projectielen en de impact van diepzeebommen aan het Aeronautical Laboratory (Californië) en aan het California Institute of Technology in Pasadena. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nam hij dienst in de Amerikaanse Zeemacht en was in 1942 hoofd van de sectie Structural Dynamics en nam als luitenant-commandant samen met gevechtstroepen deel aan technische missies in Europa.
Vanaf 1951 schreef Maurice Biot een hele reeks van wetenschappelijke publicaties voor de rekening van Shell, voor de Universiteit van Cornell en voor de Air Force of Scientific Research. Tussen 1962 en 1982 was hij wetenschappelijk adviseur rotsmechanica voor de Mobil Research and Development Corporation in Dallas.
Vanaf 1970 woonde hij in Brussel, maar keerde op regelmatige basis terug naar Dallas.[1]
Hij werd op 10 december 1966 benoemd tot corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique . Hij was in 1948 fellow aan het American Institute of Aeronautics, in 1966 fellow aan de American Society of Mathematical Engineers en één jaar later fellow aan de American Geophysical Union. Hij was vanaf 1962 lid van de American Academy of Art and Sciences en in 1967 van de Amerikaanse National Academy of Engineering.
Hij won in 1934 de Auguste Sacré-prijs. In 1962 ontving hij de Timoshenko Medaille van de American Society of Mathematical Engineers. In 1967 won hij de medaille Théodore van Kármán van de American Society of Civil Engineers. De André Dumont prijs ontving hij in 1974.
Hij overleed te Sint-Lambrechts-Woluwe op 12 september 1985.
Werken
Zijn doctoraat werd ondersteund door Charles Manneback en Georges Lemaître en was getiteld: L’étude théorique des courants induits.
Ziijn PhD in de luchtvaart behaalde hij met de publicatie: Concept of response spectrum based on the earthquake acceleration. Het behandelde concept was een grondige vereenvoudiging in de analyse van structuren, zelfs complexe, en het doet nog steeds dienst voor de berekening van de stabiliteit van structuren in seismologisch actieve gebieden.[2]
Samen met Theodore von Kármán (1881-1963) schreef hij in 1940 Mathematical Methods in Engineering, een publicatie over toegepaste wiskunde. Het werk werd vertaald in het Frans, het Spaans, het Portugees, het Russisch,... Maurice Biot’s publicaties behandelden hoofdzakelijk de verschillende aspecten van de mechanica van de continue media en hun toepassingen in de luchtvaart en de mechanica van de poreuze gronden. Om poreuze stoffen te beschrijven voegde hij twee supplementaire coëfficiënten toe aan de coëfficiënten van Lamé, vandaag bekend als de coëfficiënten van Biot en hij ontwikkelde een theorie over de voortplanting van golven in deze stoffen. Zijn studies van de mechanica van sondes onderworpen aan een initiële druk hebben toepassingen in de geologie en de studie van composietmaterialen.
Hij ontwierp eveneens een nieuw theoretisch kader voor de thermodynamica.[3]
De herformulering van de thermodynamica door Maurice Biot gebeurde op basis van een zeer algemeen, maar abstract variationeel principe, nl. van virtuele dissipatie.[4]
Publicaties
- Lijst met publicaties in: Delmer, Andre & Jaumotte, André L.,"Maurice Biot", In:Annuaire ARB, Brussel: ARB, 1990, p. 101-132.
Bibliografie
- Mawhin, Jean,"De wiskunde", in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p. 78-79.
- Delmer, Andre & Jaumotte, André L.,"Maurice Biot", In:Annuaire ARB, Brussel: ARB, 1990, p. 89-101.
- Delmer, Andre & Jaumotte, André L.,"Maurice Biot", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 5, Brussel: ARB, 1999, p. 31-32.
Nota’s
- ↑ Delmer, Andre & Jaumotte, André L., "Maurice Biot", In:Nouvelle Biographie Nationale, vol. 5, Brussel: ARB, 1999, p. 31-32.
- ↑ Delmer, Andre & Jaumotte, André L.,"Maurice Biot", In:Annuaire ARB, Brussel: ARB, 1990, p. 89-101.
- ↑ Mawhin, Jean, "De wiskunde", in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p. 78-79.
- ↑ Nicolis, Grégoire, "De thermodynamica, de wetenschap van het niet-lineaire en de statische mechanica", In: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p.161.