Crépin, François - Borstbeeld in Meise
Borstbeeld van François Crépin (1830-1903), ingehuldigd in 1904 in de Nationale Plantentuin in Meise, van de hand van kunstenaar Godfried Devreese.
Voorstelling
De marmeren buste stelt de gerenommeerde plantkundige François Crépin voor. In zijn hoedanigheid van directeur van de Rijksplantentuin speelde Crépin een belangrijke rol in de ontwikkeling van de kennis over de Belgische flora. Onder zijn bijna dertigjarig directeurschap werd het wetenschappelijk onderzoek in de Plantentuin uitgebouwd en kende ook de herbariumcollectie van de Tuin een grote uitbreiding. Crépin legde als directeur het grootste rozenherbarium ter wereld aan.
Historiek
Al snel na Crépins overlijden werd een comité opgericht om fondsen te verzamelen voor de creatie van een buste voor de illustere botanicus. De buste zou in de plantentuin komen te staan. Tot het comité, dat onder voorzitterschap van Oswald De Kerchove de Denterghem stond, behoorden onder meer de minister van landbouw, de burgemeester van Rochefort, de directeur van de Plantentuin Théophile Durand en verschillende van zijn stafleden, onder wie Emile de Wildeman en Charles Bommer. De Brusselse hoogleraar plantkunde Leo Errera was secretaris. In januari 1904 schreef het Comité alle leden van de Société royale de botanique de Belgique – waarvan Crépin medestichter was geweest – en alle belangrijke plantkundigen en tuinbouwkundigen van het land aan met een verzoek om financiële steun. De crowdfunding bleek een succes: tegen april hadden zich driehonderd steungevers aangediend, waaronder wetenschappers, industriëlen, tuinbouwers en lokale en nationale politici.[1]
De opdracht voor de vervaardiging van de buste ging naar de gevierde beeldhouwer Godefroid Devreese. Een logische keuze, want Devreese legde rond dezelfde tijd de laatste hand aan een borstbeeld van Crépin, in opdracht van de Club alpin belge. Deze buste werd op 24 juli 1904 in Rochefort onthuld. Het is op deze bronzen buste dat het bijna identieke marmeren exemplaar in de Plantentuin is gebaseerd. Het is ook mogelijk dat Devreese de beide opdrachten samen ontving.
Tijdens een plechtige viering op 5 december 1904 werd het marmeren beeld in de zalen van het Herbariumgebouw te Brussel onthuld en plechtig overgedragen aan de Belgische overheid, in het bijzijn van verscheidene prominente geleerden en politici. Ook de familie van de overleden Crépin was aanwezig.
Locatie
In 1939, tijdens de grote verhuisoperatie van de Rijksplantentuin van Brussel naar Meise, moet de buste van Crépin zijn meeverhuisd. Het bevindt zich vandaag in ieder geval in het herbariumgebouw in Meise, op de tweede verdieping.
Referenties
- "Inauguration du buste de François Crépin au Jardin botanique de l'état: Compte rendu de la cérémonie du 5 décembre 1904", in: Bulletin du Jardin botanique de l'État a Bruxelles, 1 (1905), nr. 6, 281-324.
Noten
- ↑ De volledige lijst van inschrijvers kan men vinden in "Inauguration du buste de François Crépin au Jardin botanique de l'état: Compte rendu de la cérémonie du 5 décembre 1904" , in: Bulletin du Jardin botanique de l'État a Bruxelles, 1 (1905), nr. 6, 309-324.