Péters, Oscar Marie Jozef Antoon (1897-1956)

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search

Ingenieur en onderwijshervormer, geboren te Hasselt op 3 november 1897 en overleden te Leuven op 5 november 1956.

Biografie

Oscar Péters werd geboren te Hasselt op 3 november 1897 als zoon van een ingenieur. Hij behaalde in 1923 het diploma van burgerlijk mijningenieur aan de Universiteit van Leuven. Hij begon zijn loopbaan als ingenieur aan de Fabrique Nationale d’Armes de Guerre te Herstal. Hij was ook werkzaam als ingenieur-dienstoverste in de Soieries artificielles(Febelta) te Tubeke.[1]
Hij was van 1926 tot 1927 docent aan het ECAM (Ecole Centrale des Arts et Métiers) in Oudergem.[2]
Zijn academische carrière startte in 1930 met zijn benoeming tot docent aan de Universiteit van Leuven. Twee jaar later werd hij benoemd tot hoogleraar.[3] Hij doceerde werkplaatstechniek, metrologie, kinematica, dynamica der werktuigen en bedrijfsorganisatie. Aan de Univerisiteit van Leuven stichtte hij het Instituut voor Werkplaatstechniek en Metrologie.[4] Zijn opvolger aan de Universiteit van Leuven was zijn zoon Jacques Péters.[5]
Hij werd op 21 oktober 1939 werkend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en bestuurder in 1949. Hij was stichtend lid en voorzitter (1954) van de International Institution for Production Engineering Research.
Hij was in 1953 ondervoorzitter van de Hoge Raad voor Technisch Onderwijs in België en corresponderend lid van de Société française des Mécaniciens.[6] Hij sloot zich in 1932 aan bij de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging en speelde hierin een belangrijke rol. Hij woonde alle Vlaamse Technische Congressen bij die plaatsvonden sinds 1930 in het kader van de Vlaamse Wetenschappelijke Congressen van Jozef Goossenaerts. In 1940 had hij het idee om een orgaan op te richten om de technische congressen beter te organiseren. Dit Technologisch Instituut werd gelinkt aan de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging en Oscar Péters was de eerste voorzitter. Van januari 1941 tot mei 1943 was hij voorzitter van de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging.
Op internationaal gebied was hij in 1951 stichtend lid van het International Institute for Scientific Study of Industrial Production Methods. In 1952 was hij voorzitter van deze vereniging.
Hij ontving de zilveren eremedaille van Frankrijk.
Hij overleed te Leuven op 5 november 1956.

Werken

Hij publiceerde talrijke werken en artikelen.
Hij leverde een belangrijke bijdrage op het gebied van de verspanningstheorie en de nauwkeurigheidsmetingen aan gereedschapswerktuigen. Hij stichtte dan ook aan Universiteit van Leuven een laboratorium voor fijnmeettechniek. Hij interesseerde zich ook in de studie van de verspanning: hij maakte bijdragen over snijtemperaturen.[7]
Hij nam deel aan de studies die leidden tot de ontwikkeling van het ISO-stelsel van passingen op assen en boringen en de verbreiding ervan in het onderwijs en de industrie.
Vanaf 1948 richtte hij zich op het domein van de kleurmeting en de toepassing van de trichromie tijdens de verfproductie en de inktfabricage waarvoor hij verscheidene instrumenten ontwikkelde met het oog op de automatische bepaling van de mengsels.

Onderwijshervormingen

Oscar Péters toonde een grote belangstelling voor de technische vorming van de Belgische arbeidersklasse. Hij organiseerde talrijke studiecycli en lessen voor leraren van het technisch onderwijs. Hij was dan ook van 1950 tot 1956 voorzitter van het Nationaal Verbond van het Katholiek Technisch Onderwijs. Via deze organisatie verdedigde hij het vrij technisch onderwijs. Hij schreef ook verschillende bijdragen over het wezen en de zin van het ingenieursberoep.[8]
Hij werkte mee aan het beleid en de hervorming van het technisch onderwijs. Hij was in 1952 directeur-generaal van de Algemene Directie Technische Scholing aan het Ministerie van Economische zaken.[9]
In het boek Sociale verheffing en economische wederopbouw door de vorming en de technische opleiding van de arbeiders gaf hij zijn visie weer op het technisch onderwijs. Zo vond hij dat het technisch onderwijs een tweeledig doel had: opleiden tot een beroep en opvoeden als mens.
Hij verdedigde de leeftijd van 12 jaar als aanvangsleeftijd voor het technisch onderwijs, zoals het geval is voor het middelbaar onderwijs. Na een voorbereidende graad (12-14 jaar) volgde er een beroepsgraad (14-16 jaar) en een technische graad (16-18 jaar), telkens bestaande uit twee afdelingen: een theoretische en een praktische. Volgens Oscar Péters moet een leerplan in het technisch onderwijs evenwicht houden tussen algemeen vormende vakken en technische vakken. Algemene vakken moeten volgens hem qua didactiek en inhoud verschillen van deze van het middelbaar onderwijs. Hij verdedigde het standpunt dat het technisch onderwijs zijn eigen methode heeft, eigen handboeken moet gebruiken en dat er dringend een uitgave van een nationale bibliotheek voor het technisch onderwijs moet komen.[10]

Publicaties

  • Cours d’exploitation des ateliers. Leuven, 1936.
  • La théorie de l’usinage, Parijs, 1939.
  • De Schaafbank, 1947.
  • De draaibank, 1948.
  • (met Vincent, Vanbouchout),"Schommelingen van de verend opgehangen ramen", In: Mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie, 1949.
  • Sociale verheffing en economische wederopbouw door de vorming en de technische opleiding van de arbeiders, Antwerpen
  • "La Trichromie en teinture", In:Bulletin Inst.Text.de France, 1952, nr. 30, p.91-106.


Bibliografie

  • D'HOKER, M, "Het technisch onderwijs tijdens en na de Tweede Wereldoorlog: Oscar Peters' opvattingen als wegwijzer tussen structurering en integratie". in: M., DEPAEPE, & MARTIN, D.,La Seconde Guerre Mondiale, une étape dans l'histoire de l'enseignement. Approches d'un domaine méconnu en Belgique/De Tweede Wereldoorlog als factor in de onderwijsgeschiedenis. Verkenningen van een onderbelicht terrein in België, Brussel : Navorsings- en Studiencentrum voor de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog/Centre de Recherches et d'Etudes historiques de la Seconde Guerre Mondiale, 1997, pp. 63-78.
  • Archief in het KADOC : Persoonlijk archief van Péters Oscar geconsulteerd op 30/08/2010.


Nota’s

  1. Van Bocxstaele, R.,F., "Péters Oscar Marie Jozef Antoon", In: Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 7, Brussel : Paleis der Academiën, 2009, kol. 693-695.
  2. Vanhecke, André & Smet, Robert (eds), Historiek van het technisch en beroepsonderwijs (1830-1990), Antwerpen, Garant Uitgeverij, 2002, p. 336.
  3. "Péters Oscar", In: De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden, Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p.207.
  4. Van Bocxstaele, R.,F., "Péters Oscar Marie Jozef Antoon", In: Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 7, Brussel : Paleis der Academiën, 2009, kol. 693-695.
  5. Vanhecke, André & Smet Robert (eds),Historiek van het technisch en beroepsonderwijs (1830-1990), Antwerpen, Garant Uitgeverij, 2002, p. 336.
  6. "Péters Oscar", In: De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden, Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p.207.
  7. Coppens, Albert, "In Memoriam Professor Ir. Oscar Peters", In: Jaarboek 1956, Brussel: KVAB, p. 229-230.
  8. Van Bocxstaele, R.,F., "Péters Oscar Marie Jozef Antoon", In:Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 7, Brussel : Paleis der Academiën, 2009, kol. 693-695.
  9. Vanhecke, André & Smet, Robert (eds),Historiek van het technisch en beroepsonderwijs (1830-1990), Antwerpen, Garant Uitgeverij, 2002, p. 336.
  10. De Keyser, Raf & Bauer, Raoul & De Smet, Marjan & Trio, Paul In de voetsporen van Jacob van Maerlant: liber amicorum Raf De Keyser, Leuven, Leuven University Press, 2002, p.484.