Difference between revisions of "Carlier, Albert (1925-1986)"

From Bestor
Jump to: navigation, search
(Biografie)
(Werken)
Line 20: Line 20:
 
===Werken===
 
===Werken===
  
Hij was gespecialiseerd in plantenbiochemie. Tijdens zijn opleiding in de USA waren fundamentele en toegepaste wetenschappen in harmonie aanwezig. Zijn voorkeur ging duidelijk uit naar een fundamentele aanpak, zijn onderwerpen koos hij echter in functie van hun relevatie voor de cultuurgewassen. <ref> J.B, Uytterhoeven,  "In Memoriam Prof.A.Carlier", In: ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB, p.250.</ref>
+
Carlier was gespecialiseerd in plantenbiochemie. Tijdens zijn opleiding in de USA kwam hij in contact met fundamenteel en toegepast onderzoek. Zijn voorkeur ging duidelijk uit naar een fundamentele aanpak. Toch koos hij zijn onderwerpen in functie van hun relevantie voor de cultuurgewassen. <ref> J.B, Uytterhoeven,  "In Memoriam Prof. A. Carlier", In: ''Jaarboek'' 1986, Brussel: KVAB, p.250.</ref>
  
 
===Publicaties===
 
===Publicaties===

Revision as of 20:17, 4 June 2010


Landbouwkundig ingenieur en plantkundige geboren in Staden op 31 mei 1925 en overleden in Leuven op 20 juni 1986.

Biografie

Carlier werd geboren in Staden op 31 mei 1925. In 1943 studeerde hij af aan het Sint-Jozefscollege in Izegem, waar hij de Grieks-Latijnse humaniora volgde.[1] Aan de Universiteit van Leuven behaalde hij in 1947 het diploma landbouwkundig ingenieur en één jaar later de specialisatie tropische streken.[2] Hij promoveerde tot doctor in de landbouwwetenschappen en behaalde nog een licentie in de plantkunde. In 1957 vetrok hij op studiereis naar Los Angeles (USA) via een C.R.B beurs.[3]
Zijn eerste praktische ervaring deed hij echter op in Kongo, namelijk aan het Ineac, nabij het huidige Kisangani. Na deze opleiding ging hij doceren aan het Centrum voor Hoger Landbouwonderwijs van de Universiteit van Leuven in Kongo (Cadulac). Dit centrum kunnen we beschouwen als de voorloper van de Universiteit Lovanium. Carlier was nauw betrokken bij de oprichting van deze universiteit. Zo ging hij de terreinen prospecteren waarop deze universiteit werd gebouwd. Bij de oprichting van Lovanium werd hij eerst docent en later gewoon hoogleraar. Hij doceerde er botanica. [4] In 1961 werd hij hier decaan van de Faculteit Wetenschappen. Tevens was hij lid van de Conseil Académique Supérieur, waarin mogelijke structuurveranderingen werden besproken. Lovanium was immers in een crisis beland. Carliers loopbaan in Lovanium eindigde met zijn actieve betrokkenheid in het sociaal overleg tijdens de studentenrevoluties in 1964. Tussen 1977 en 1984 was hij coördinator van het Belgisch project Ecologie en Bescherming van de Natuur aan de Nationale Universiteit van Zaïre.[5]
In 1962 werd hij buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit van Leuven, in 1965 gewoon hoogleraar.[6] Hij richtte er het laboratorium voor plantenbiochemie op. Carlier doceerde o.m. plantenfysiologie. Zijn leeropdracht situeerde zich voornamelijk in de Faculteit der Landbouwwetenschappen. Naast doceren oefende hij ook bestuurlijke functies uit. Van 1977 tot 1980 was hij decaan van de Faculteit Wetenschappen. Tijdens zijn decanaat zette hij zich in voor de hervorming van het kandidatuuronderwijs, waarbij hij een bredere en minder gespecialiseerde basisvorming wou.[7] Bovendien werkte hij mee aan de uitwerking van de kandidatuurprogramma's voor de campus Kortrijk. In 1968 was betrokken bij de sociale discussies, de rector had hem immers benoemd tot lid van de 4 x 5 commissies.

Aan de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten werd hij in 1978 op voorstel van Amaat Dumon, Walter Robyns en Jacques Maton verkozen tot corresponderend lid. In 1983 werd hij werkend lid. Carlier was tevens lid van de Commissie H.Schoutedenprijs.[8]

Werken

Carlier was gespecialiseerd in plantenbiochemie. Tijdens zijn opleiding in de USA kwam hij in contact met fundamenteel en toegepast onderzoek. Zijn voorkeur ging duidelijk uit naar een fundamentele aanpak. Toch koos hij zijn onderwerpen in functie van hun relevantie voor de cultuurgewassen. [9]

Publicaties

  • Lijst met publicaties Website Libis geconsulteerd op 27/05/2010 om 15u25.
  • (met Johan M. Thevelein, André J. Van Laere, Monique Beullens, Jozef A. Van Assche), "Glucose-induced Trehalase Activation and Trehalose Mobilization during Early Germination of Phycomyces blakesleeanus Spores", In: Microbiology 1983, 129: 719-726
  • (met Johan M. Thevelein, Jozef A. Van Assche), "Isopropyl-Substituted Phenols Have A Different Effect From Other Phenols On The Breaking Of Dormancy By Heat Shock in Phycomyces Blakesleeanus Spores", In: Microbiology 1983, 129: 727-733
  • (met Andre J. Van Laere, Ria R. Van Den Bosch), "Pyruvate Metabolism by Mitochondria from Dormant and Activated Phycomyces blakesleeanus Spores", In: Journal of General Microbiology 128 (1982) 1537-1545.
  • (met W.J. Peumans, H.M. Stinissen), "A genetic basis for the origin of six different isolectins in hexaploid wheat", In:Planta, 154: 561-567



Bibliografie

  • "Albert R.C, Carlier ", In: De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden, Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p.33
  • J.B, Uytterhoeven, "In Memoriam Prof. A. Carlier", In: Jaarboek 1986, Brussel: KVAB, p.250-252.


Nota’s

  1. J.B, Uytterhoeven, "In Memoriam Prof. A. Carlier", In: Jaarboek 1986, Brussel: KVAB, p.250.
  2. Jaarboek 1986, Brussel: KVAB, p.201.
  3. J.B, Uytterhoeven, "In Memoriam Prof. A. Carlier", In: Jaarboek 1986, Brussel: KVAB, p.250.
  4. The teaching of sciences in African Universities p.32. [1]
  5. "Carlier, Albert R.C.", In: De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden, Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p.33.
  6. Jaarboek 1986, Brussel: KVAB, p.201.
  7. J.B, Uytterhoeven, "In Memoriam Prof. A. Carlier", In: Jaarboek 1986, Brussel: KVAB, p.251.
  8. Jaarboek 1986, Brussel: KVAB, p.46.
  9. J.B, Uytterhoeven, "In Memoriam Prof. A. Carlier", In: Jaarboek 1986, Brussel: KVAB, p.250.