Difference between revisions of "Carlier, Albert (1925-1986)"

From Bestor
Jump to: navigation, search
(Biografie)
 
(47 intermediate revisions by 2 users not shown)
Line 1: Line 1:
[[category:Wetenschappers]][[category:Geboorte 1925-1949]][[category:Landbouwkundig Ingenieur]] [[category: Plantenkundige]] [[category:Professor]][[category: Professor aan de KUL]][[category: Professor aan de Universiteit Lovanium]]
+
<div style="text-align:right;">[https://www.bestor.be/wiki_nl/index.php/Carlier,_Albert_(1925-1986) NL]</div>
 
+
Ingénieur agronome et botaniste né à Staden le 31 mai 1925 et décédé à Louvain le 20 juin 1986.
Landbouwkundig ingenieur en plantenkundige geboren in Staden op 31 mei 1925 en overleden in Leuven op 20  juni 1986.
+
[[category:Scientifiques]][[category:Naissance 1901-1925]][[category: Ingénieurs agronomes]] [[category: Botanistes]] [[category: Professeurs KULeuven-UCLouvain]][[category: Professeurs Université Lovanium]] [[category: Membres KVAB]]
 
+
<br/>
===Biografie===
+
===Biographie===
 
+
Albert Carlier est né à Staden le 31 mai 1925. Il achève, en 1943, des humanités gréco-latine au collège Saint-Joseph d’Izegem (Sint-Jozefscollege).<ref> UYTTERHOEVEN, J.B., "In Memoriam Prof. A. Carlier", in ''Annuaire de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten'', 1986, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten,  p. 250.</ref>  
Carlier werd geboren in Staden op 31 mei 1925. In 1943 studeerde hij af aan het Sint-Jozefscollege in Izegem, waar hij Grieks-Latijnse volgde. <ref> Uytterhoeven, J.B, "In Memoriam Prof.A.Carlier", In:''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB,  p.250.</ref>
+
En 1947, il obtient le diplôme d’ingénieur agronome à l’[[Université de Louvain]], et un an plus tard, il passe une spécialisation pour les régions tropicales. <ref>''Annuaire de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten'', 1986, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, p.201.</ref>  
Aan de Universiteit van Leuven behaalde hij in 1947 het diploma landbouwkundig ingenieur en één jaar later kwam daar de specialisatie voor tropische streken bij.<ref> ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB, p.201.</ref> Hij promoveerde tot doctor in de landbouwwetenschappen en behaalde nog een licentie in de plantkunde. In 1957 vetrok hij op studiereis naar Los Angeles (USA) via een [[Commission for the Relief of Belgium |C.R.B]] beurs.<ref> Uytterhoeven, J.B, "In Memoriam Prof.A.Carlier",In: ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB,  p.250.</ref><br/>
+
Il devient docteur en sciences agronomiques et licencié en botanique.
Zijn eerste praktische ervaring deed hij op in Kongo, namelijk aan het Ineac, nabij het huidige Kisangani. Na deze opleiding ging hij doceren aan het Centrum voor Hoger Landbouwonderwijs van de Universiteit van Leuven in Kongo (Cadulac). Dit centrum kunnen we beschouwen als de voorloper van de Universiteit Lovanium. Carlier was nauw betrokken bij de oprichting van deze universiteit, zo ging hij de terreinen prospecteren waarop deze universiteit werd gebouwd. Bij de oprichting van Lovanium werd hij eerst docent en later gewoon hoogleraar. Hij doceerde er botanica. <ref>''The teaching of sciences in African Universities'' p.32. [http://unesdoc.unesco.org/images/0005/000539/053950eo.pdf]</ref>   
+
En 1957, il part en voyage d’étude à Los Angeles (USA) grâce à une bourse da la [[Commission for the Relief of Belgium |C.R.B]].<ref> UYTTERHOEVEN, J.B., "In Memoriam Prof. A. Carlier", in ''Annuaire de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten'', 1986, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten,  p. 250.</ref><br/>
In 1961 werd hij hier decaan van de Faculteit Wetenschappen. Tevens was hij lid van de Conseil Académique Supérieur, waarin mogelijke structuurveranderingen werden besproken. Lovanium was immers in een crisis belandt. Carlier zijn  loopbaan in Lovanium eindigde dan ook met zijn aktieve betrokkenheid in het sociaal overleg tijdens de studentenrevolutes in 1964.
+
Il fait sa première expérience sur le terrain au Congo au sein de [[Institut National pour l'Étude Agronomique du Congo belge - Nationaal Instituut voor de Landbouwkunde in Belgisch Congo|Institut National pour l'Étude Agronomique du Congo Belge]], à côté de l’actuel Kisangani.
Tevens was hij tussen 1977 en 1984 coördinator van het Belgisch project Ecologie en Bescherming van de Natuur aan de Nationale Universiteit van Zaïre .<ref>"Carlier, Albert, R.C", In: ''De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden'', Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p.33.</ref>
+
Après cette formation, il enseigne aux [[Centres Agronomiques de l’Université de Louvain au Congo - Centrum voor Hoger Landbouwonderwijs aan de Universiteit van Leuven in Congo|Centres Agronomiques de l’Université de Louvain au Congo]] (CADULAC). Ces centres sont, avec d’autres institutions, les précurseurs de l’[[Université Lovanium]]. Albert Carlier collabore étroitement à la création de cette université.  Il prospecte pour trouver les terrains propices à l’installation du campus. Il est le premier chargé de cours de l’institution et en devient ensuite professeur ordinaire. Il enseigne la botanique.<ref>[http://unesdoc.unesco.org/images/0005/000539/053950eo.pdf ''The teaching of sciences in African Universities''], p.32. </ref>   
 +
En 1961, il est doyen de la Faculté des sciences. Il est membre du Conseil Académique Supérieur, au sein duquel, les changements structurels de l’université sont discutés. A cette époque, Lovanium est en crise. La carrière de Carlier à Lovanium s’achève par des négociations actives dans le dialogue social pendant la révolution estudiantine de 1964.
 +
De 1977 à1984, il est coordinateur du Projet belge d’écologie et de protection de la nature à l’Université Nationale du Zaïre.<ref>"Albert R.C. Carlier ", in ''De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden'', Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p. 33.</ref>
 
<br/>
 
<br/>
In 1962 werd hij buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit van Leuven, in 1965 gewoon hoogleraar. Aan deze universiteit bouwde hij een laboratorium uit voor plantenbiochemie. <ref> ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB,  p.201.</ref> Hij doceerde er onder meer plantenfysiologie. Zijn leeropdracht situeerde zich voornamelijk in de Faculteit der Landbouwwetenschappen. Naast doceren oefende hij ook bestuurlijke functies uit. Van 1977 tot 1980 was hij aan deze universiteit decaan van de Faculteit der Wetenschappen. Tijdens dit decanaat zette hij zich in voor de hervorming van het kandidatuuronderwijs, waarbij hij een bredere en minder gespecialiseerde basisvorming wou.<ref> Uytterhoeven, J.B, "In Memoriam Prof.A.Carlier", In: ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB,  p.251.</ref>  Bovendien was hij werkte hij mee aan de uitwerking van de kandidatuurprogramma's voor de campus Kortrijk.   
+
En 1962, il est professeur extraordinaire à la [[Université de Louvain]], en 1965, il devient professeur ordinaire.<ref> ''Annuaire de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten'', 1986, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten,  p. 201.</ref>  
Ook was in 1968 betrokken bij de sociale discussies, de rector had hem immers benoemd tot lid van de 4 x 5 commissies.<br/>
+
Il enseigne, entre autres, la physiologie des plantes à la Faculté des sciences agronomiques. Il y fonde le laboratoire pour la biochimie des plantes.<br/>
 +
En dehors de l’enseignement, il occupe des fonctions administratives. De 1977 à 1980, il est doyen de la faculté des sciences et est, entre autres, chargé de la réforme des candidatures; Carlier propose une formation de base plus large et moins spécialisée.<ref>UYTTERHOEVEN, J.B., "In Memoriam Prof. A. Carlier", in ''Annuaire de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten'', 1986, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten,  p. 251.</ref>  En outre, il travaille sur le développement des programmes de candidature pour le campus de Courtrai.   
 +
En 1968, il est impliqué dans des discussions sociales. Le recteur le nomme membre de la commission appelée commission 4 X 5.
 
<br/>
 
<br/>
Aan de [[Académie royale des sciences des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique - Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten|Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten]] werd hij in 1978 verkozen tot corresponderend lid.  Deze aanstelling gebeurde op voorstel van [[Dumon Amaat (1895-1978)|Dumon Amaat]], [[Robyns Walter (1901-1986)|Robyns Walter]] en [[Maton Jacques (1919-)|Maton Jacques]].  In 1983 werd hij werkend lid. Carlier was tevens lid van de Commissie H. Schoutedenprijs.<ref>''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB,  p.46.</ref>
+
En 1978, sur la proposition de [[Dumon, Amaat (1895-1978)|Dumon, Amaat]], [[Robyns, Walter (1901-1986)|Robyns Walter]] et [[Maton Jacques (1919-)|Jacques Maton]], Carlier est élu membre correspondant de la [[Académie royale des sciences des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique - Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten|Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten]].  En 1983, il devient membre effectif. Il est également membre de la commission du [[Henri Schoutedenprijs]] (Prix Henri Schouteden.<ref>''Annuaire de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten'', 1986, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten,  p. 46</ref>
 
<br/>
 
<br/>
  
===Werken===
+
===Travaux===
 
+
Albert Carlier est spécialisé dans la biochimie des plantes. Pendant sa formation aux États-Unis, il s’intéresse aux sciences fondamentales et appliquées. Toutefois, sa préférence va vers les sciences fondamentales. il choisit cependant ses sujets d’étude en fonction de leur pertinence par rapport aux cultures.<ref> UYTTERHOEVEN, J.B., "In Memoriam Prof. A. Carlier", in ''Annuaire de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten'', 1986, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten,  p. 250.</ref><br/>
Hij was gespecialiseerd in plantenbiochemie. In zijn opleiding in de USA waren fundamentele en toegepaste wetenschappen in harmonie aanwezig. Zijn voorkeur ging duidelijk uit naar een fundamentele aanpak, zijn onderwerpen koos hij echter in functie van hun relevatie voor de cultuurgewassen. <ref> Uytterhoeven, J.B, "In Memoriam Prof.A.Carlier", In: ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB,  p.250.</ref>
+
<br/>
 
+
===Publications===
===Publicaties===
+
*Avec THEVELEIN, Johan M., VAN LAERE, André J., BEULLENS, Monique, VAN ASSCHE, Jozef A., "Glucose-induced Trehalase Activation and Trehalose Mobilization during Early Germination of Phycomyces blakesleeanus Spores", in ''Microbiology'' 1983, t. 129, p. 719-726.
 
+
* Avec THEVELEIN, Johan M., VAN ASSCHE, Jozef A., "Isopropyl-Substituted Phenols Have A Different Effect From Other Phenols On The Breaking Of Dormancy By Heat Shock in Phycomyces Blakesleeanus Spores", in ''Microbiology'' 1983, t. 129, p. 727-733.
* Lijst met publicaties Website Libis [http://opac.libis.be/F/XJB8BT1K8JKBGYQ1SJTAEKVRD7UBTHGCR957LUYUMEJDHRI8U7-26824?func=find-acc&acc_sequence=003745930] geconsulteerd op 27/05/2010 om 15u25. 
+
*Avec VAN LAERE, André J., VAN DEN BOSCH, Ria R., "Pyruvate Metabolism by Mitochondria from Dormant and Activated Phycomyces blakesleeanus Spores", in ''Journal of General Microbiology'', t. 128, 1982, p. 1537-1545.
* met Johan M, Thevelein, André J., Van Laere, Monique, Beullens, Jozef A., Van Assche, "Glucose-induced Trehalase Activation and Trehalose Mobilization during Early Germination of Phycomyces blakesleeanus Spores", In: ''Microbiology 1983'', 129: 719-726
+
*Avec PEUMANS, W. J., STINISSEN, H. M., "A genetic basis for the origin of six different isolectins in hexaploid wheat", in ''Planta'', t.154, p. 561-567.<br/>
* met Johan M. Thevelein, Jozef A. Van Assche, "Isopropyl-Substituted Phenols Have A Different Effect From Other Phenols On The Breaking Of Dormancy By Heat Shock in Phycomyces Blakesleeanus Spores", In: ''Microbiology 1983'', 129: 727-733
 
* met Andre J. Van Laere, Ria R. Van Den Bosch, "Pyruvate Metabolism by Mitochondria from Dormant and Activated Phycomyces blakesleeanus Spores", In: ''Journal of General Microbiology 128'', (1982), 1537-1545.
 
* met Peumans,WJ, Stinissen,HM, "A genetic basis for the origin of six different isolectins in hexaploid wheat", In:''Planta'', 154: 561-567
 
 
 
 
 
 
<br/>
 
<br/>
  
===Bibliografie===
+
===Bibliographie===
 
+
*"Albert R.C. Carlier ", in ''De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden'', Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p. 33.
* "Carlier Albert R.C", In: ''De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden'', Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p.33
+
*UYTTERHOEVEN, J.B., "In Memoriam Prof. A. Carlier", in ''Annuaire de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten'', 1986, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten,  p. 250-252.
* Uytterhoeven, J.B, "In Memoriam Prof.A.Carlier", In: ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB,  p.250-252.
+
*''Annuaire de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten'', 1986, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten,  p. 46 et 201.
* ''Jaarboek 1986'', Brussel: KVAB
 
 
<br/>
 
<br/>
  
===Nota’s===
+
===Notes===
  
 
<references/>
 
<references/>

Latest revision as of 09:36, 9 February 2017

Ingénieur agronome et botaniste né à Staden le 31 mai 1925 et décédé à Louvain le 20 juin 1986.

Biographie

Albert Carlier est né à Staden le 31 mai 1925. Il achève, en 1943, des humanités gréco-latine au collège Saint-Joseph d’Izegem (Sint-Jozefscollege).[1] En 1947, il obtient le diplôme d’ingénieur agronome à l’Université de Louvain, et un an plus tard, il passe une spécialisation pour les régions tropicales. [2] Il devient docteur en sciences agronomiques et licencié en botanique. En 1957, il part en voyage d’étude à Los Angeles (USA) grâce à une bourse da la C.R.B.[3]
Il fait sa première expérience sur le terrain au Congo au sein de Institut National pour l'Étude Agronomique du Congo Belge, à côté de l’actuel Kisangani. Après cette formation, il enseigne aux Centres Agronomiques de l’Université de Louvain au Congo (CADULAC). Ces centres sont, avec d’autres institutions, les précurseurs de l’Université Lovanium. Albert Carlier collabore étroitement à la création de cette université. Il prospecte pour trouver les terrains propices à l’installation du campus. Il est le premier chargé de cours de l’institution et en devient ensuite professeur ordinaire. Il enseigne la botanique.[4] En 1961, il est doyen de la Faculté des sciences. Il est membre du Conseil Académique Supérieur, au sein duquel, les changements structurels de l’université sont discutés. A cette époque, Lovanium est en crise. La carrière de Carlier à Lovanium s’achève par des négociations actives dans le dialogue social pendant la révolution estudiantine de 1964. De 1977 à1984, il est coordinateur du Projet belge d’écologie et de protection de la nature à l’Université Nationale du Zaïre.[5]
En 1962, il est professeur extraordinaire à la Université de Louvain, en 1965, il devient professeur ordinaire.[6] Il enseigne, entre autres, la physiologie des plantes à la Faculté des sciences agronomiques. Il y fonde le laboratoire pour la biochimie des plantes.
En dehors de l’enseignement, il occupe des fonctions administratives. De 1977 à 1980, il est doyen de la faculté des sciences et est, entre autres, chargé de la réforme des candidatures; Carlier propose une formation de base plus large et moins spécialisée.[7] En outre, il travaille sur le développement des programmes de candidature pour le campus de Courtrai. En 1968, il est impliqué dans des discussions sociales. Le recteur le nomme membre de la commission appelée commission 4 X 5.
En 1978, sur la proposition de Dumon, Amaat, Robyns Walter et Jacques Maton, Carlier est élu membre correspondant de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten. En 1983, il devient membre effectif. Il est également membre de la commission du Henri Schoutedenprijs (Prix Henri Schouteden.[8]

Travaux

Albert Carlier est spécialisé dans la biochimie des plantes. Pendant sa formation aux États-Unis, il s’intéresse aux sciences fondamentales et appliquées. Toutefois, sa préférence va vers les sciences fondamentales. il choisit cependant ses sujets d’étude en fonction de leur pertinence par rapport aux cultures.[9]

Publications

  • Avec THEVELEIN, Johan M., VAN LAERE, André J., BEULLENS, Monique, VAN ASSCHE, Jozef A., "Glucose-induced Trehalase Activation and Trehalose Mobilization during Early Germination of Phycomyces blakesleeanus Spores", in Microbiology 1983, t. 129, p. 719-726.
  • Avec THEVELEIN, Johan M., VAN ASSCHE, Jozef A., "Isopropyl-Substituted Phenols Have A Different Effect From Other Phenols On The Breaking Of Dormancy By Heat Shock in Phycomyces Blakesleeanus Spores", in Microbiology 1983, t. 129, p. 727-733.
  • Avec VAN LAERE, André J., VAN DEN BOSCH, Ria R., "Pyruvate Metabolism by Mitochondria from Dormant and Activated Phycomyces blakesleeanus Spores", in Journal of General Microbiology, t. 128, 1982, p. 1537-1545.
  • Avec PEUMANS, W. J., STINISSEN, H. M., "A genetic basis for the origin of six different isolectins in hexaploid wheat", in Planta, t.154, p. 561-567.


Bibliographie

  • "Albert R.C. Carlier ", in De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p. 33.
  • UYTTERHOEVEN, J.B., "In Memoriam Prof. A. Carlier", in Annuaire de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 1986, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, p. 250-252.
  • Annuaire de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 1986, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, p. 46 et 201.


Notes

  1. UYTTERHOEVEN, J.B., "In Memoriam Prof. A. Carlier", in Annuaire de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 1986, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, p. 250.
  2. Annuaire de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 1986, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, p.201.
  3. UYTTERHOEVEN, J.B., "In Memoriam Prof. A. Carlier", in Annuaire de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 1986, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, p. 250.
  4. The teaching of sciences in African Universities, p.32.
  5. "Albert R.C. Carlier ", in De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p. 33.
  6. Annuaire de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 1986, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, p. 201.
  7. UYTTERHOEVEN, J.B., "In Memoriam Prof. A. Carlier", in Annuaire de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 1986, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, p. 251.
  8. Annuaire de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 1986, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, p. 46
  9. UYTTERHOEVEN, J.B., "In Memoriam Prof. A. Carlier", in Annuaire de la Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 1986, Bruxelles: Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, p. 250.