Claes, Elsa Marie Joséphine (1898-1976)
Oftalmoloog en hoogleraar aan de Universiteit van Brussel. Geboren op 9 juli 1898 in Tienen en gestorven op 18 april 1976 in Ukkel.
Contents
Biografie
Claes bracht haar jeugd in Namen door. Haar vader, die zelf leraar was, achtte belang aan een goede opleiding voor zijn dochter. Hij liet haar (een vorm van) middelbaar onderwijs volgen en schreef haar daarna in voor een pre-universitaire opleiding aan de Cours d’éducation B in Brussel, opgericht door Isabelle Gatti de Gamond. [1] Met haar inschrijving tekende Claes het pad richting een universitaire studie uit. De sectie was immers de enige in het land die vrouwen een korte humaniora-achtige opleiding aanbood. Is dit dan nog steeds zo? Sinds de wet van 1890 was een bewijs van humaniorastudies, via een diploma of een geslaagd examen voor de Centrale jury, een voorwaarde om tot de universiteit te worden toegelaten. Aangezien een officieel humanioradiploma voor meisjes niet bestond, vulde de pre-universitaire sectie hier een lacune. De opleiding legde er zich speciaal op toe om jonge vrouwen met academische ambities op drie jaar tijd voor het juryexamen klaar te stomen. Intens was de opleiding in ieder geval. Op Claes’ lesrooster stonden onder meer gevorderde wiskunde, Latijn en Grieks, vakken die jongens uit de humaniora op zes jaar tijd onderwezen kregen. Haar docenten waren overwegend hoogleraren van de Universiteit van Brussel. Het is niet verwonderlijk dat weinig jonge vrouwen zich waagden aan een blitz-opleiding met zo weinig slaagkans.
Ergens rond 1920 schreef Claes zich in aan de geneeskundefaculteit van de Universiteit van Brussel. Ze studeerde er in 1924 af met grootste onderscheiding. Ze eindigde bovendien als laureaat van de Universitaire Concours. Datzelfde jaar nog trok ze als Graduate Fellow van de Commission for the Relief of Belgium met een beurs van de Belgian American Educational Foundation naar de University of Pennsylvania in Philadelphia. Daar werkte ze als een jaar lang aan het Departement of ophthalmology van de Postgraduate School of Medicine. Na haar terugkomst in België ging Claes aan de slag als assistente in de universitaire oftalmologische dienst van het Sint-Janshospitaal, aan de zijde van de hoogleraar klinische oftalmologie Marcel Danis. Haar onderzoek werd er bekroond met de Hermansprijs (1931). Claes werkte er tot 1932 en stapte toen over naar het Brugmann ziekenhuis en het Sint-Pietersziekenhuis, waar haar een promotie tot adjunct-chef in de oftalmologische dienst wachtte. Vanaf 1937 onderwees ze bovendien aan de verpleegsterschool die aan de Universiteit van Brussel verbonden was. In 1942 werd ze, op voorstel van Danis tot diensthoofd van de Oftalmologische dienst van de afdeling van het Medisch-chirurgisch Instituut van Etterbeek en van het César de Paepehospitaal benoemd. Het was op dit moment volop oorlog en Claes die erg actief was in het verzet, verkeerde in gevangenschap. De rest van de oorlogstijd bracht ze in gevangenissen en kampen her en der in Duitsland door. Pas in 1946 kon ze haar nieuwe functie opnemen. Haar verzetsmoed werd na de Wapenstilstand overigens geëerd met onder meer de titel van officier in de Leopoldsorde en Ridder in de Orde van Leopold II. Ook kreeg ze de Verzetsmedaille, het Kruis van de Politiek Gevangene en de Medal of Courage opgespeld.
Naast haar hospitaalwerk was Claes ook actief in het oftalmologisch onderzoek. Onder leiding van de gerenommeerde neurofysioloog Frédéric Bremer voerde ze aan diens Laboratorium voor algemene pathologie aan de Universiteit van Brussel eigen onderzoek uit. In 1939 verdedigde ze met succes de resultaten van dat onderzoek, in haar aggregaatsthesis Contribution à l’étude physiologique de la fonction visuelle. Claes sleepte er de eerste plaats in de interuniversitaire Wedstrijd voor oftalmologische wetenschappen mee in de wacht. De aggregaatstitel liet haar toe om vanaf nu college aan studenten te geven. In 1947, kort nadat Claes naar België was teruggekeerd, haastte het Brussels universiteitsbestuur dan ook om haar een leerstoel voor een te creëren post-universitaire opleiding oftalmologie aan te bieden. Hoewel de opleiding omwille van financiële moeilijkheden nooit raakte opgestart, behield Claes toch haar titel van docent. In 1958 werd ze tot het emeritaat toegelaten. Ze hield nog tot 1975 haar private dokterspraktijk open.
Claes was lid van de Société belge d’ophtalmologie. Het bulletin van het genootschap vormde haar voornaamste forum voor het presenteren van haar onderzoeksresultaten.
Publicaties
Een lijst van publicaties van Claes’ hand is raadpleegbaar in Claessen, Léontine, Claes (Elsa-Marie-Josephine)”, in: Biographie nationale, 44 (1985), 206-208.
Bibliografie
- Claessen, Léontine, "Claes (Elsa-Marie-Josephine"), in: Biographie nationale, 44 (1985), 206-208.[2]
- Record of Belgian and American C. R. B. Fellows, Visiting Professors, Lecturers and Scientists Studying and Traveling Under the Auspices of the C. R. B. Educational Foundation, Inc., 1920-1936, 1936.
- Belgian and American C.R.B. Fellows, 1920-1950: Biographical Directory, 1950, 18 en 210.
- François, J., "Mademoiselle le Docteur Elsa Claes (1898-1976)", in: Bulletin de la Société belge d'Ophtalmologie, 173 (1976), 640-641.
- H.A. en D.L, "Le docteur Elsa Claes", in: Bullletin officiel du Collège des Médecins de l'Agglomération bruxelloise, (1976), nr. 7-8, 72.
- "Claes, Elza", in: Gubin, Eliane, Jacques, Catherine, Piette, Valérie, en Puissant, Jean, Dictionnaire des femmes belges: XIXe et XXe siècles, Brussel, 2006, 103-104.
Noten
- ↑ Deze opleidingsafdeling was gevestigd in de Strostraat en huisvest op vandaag het Lycée Dachsbek.
- ↑ Claessen geeft in haar bibliografie verkeerdelijk de publicatie "In memoriam Elsa Claes-Van Assche", in: Bulletin de la Fédération belge des Femmes diplômées de l'Université, 54 (1976), 6-7 op. Dit artikel gaat over Elsa Van Assche (1911-1976).