De Duve, Christian René (1917-2013)
Celbioloog en nobelprijswinnaar, geboren op 2 oktober 1917 in Thames Ditton, Groot-Brittannië en gestorven op 4 mei 2013 in Antwerpen.
Biografie
De Duve werd in Engeland geboren uit Belgische ouders. Het gezin de Duve, dat voor het oorlogsgeweld op de vlucht was geslagen, keerde in 1920 naar Antwerpen terug. Christian vatte in 1934 een opleiding aan de Geneeskundefaculteit van de Universiteit van Leuven aan. In 1941 studeerde hij af als doctor in de geneeskunde. Hij begon hierop in het laboratorium van P.J Bouckaert aan een onderzoek naar het effect van insuline op de opname van glucose. Om een biochemische insteek aan zijn onderzoek te kunnen geven, volgde hij een bijkomende opleiding in de chemie. Hij combineerde deze studie met een stage op het Kankerinstituut in Leuven.
In 1945 presenteerde hij een proefschrift met als titel Glucose, Insuline et Diabète. In 1946 verkreeg hij de titel van licentiaat in de scheikunde. Na de Tweede Wereldoorlog werkte de Duve anderhalf jaar aan het Medisch Nobel Instituut in Stockholm (Zweden), en vervolgens een half jaar aan de Universiteit van Washington. In 1947 keerde hij naar de Universiteit van Leuven terug als docent fysiologische chemie en onderzoeker. Hij zette er een klein onderzoekslaboratorium op, waar de nadruk lag op onderzoek naar de werking van insuline en glucagon. In 1951 werd hij gewoon hoogleraar. Vanaf 1962 was hij ook als docent en onderzoeker aan de Rockefeller University van New York verbonden. Hij richtte er een tweede onderzoeksgroep op, die nauw samenwerkte met de onderzoeksgroep in Leuven. In 1974 richtte de Duve in Brussel het International Institute of Cellular and Molecular Pathology (ICP, nu de Duve Institute geheten) op, waarvan hij voorzitter werd.
De Duves opzoekingen over cellulaire structuren resulteerden in vooruitgang op het gebied van biochemie en genetica. Hij was de ontdekker van de celorganellen lysosoom en peroxisoom die hij beschreef respectievelijk in 1955 en 1965. De ontdekking was het resultaat van een nieuwe onderzoeksmethode die door hem was ontwikkeld, en die ultracentrifugetechnieken combineerde met biochemische instrumenten. Verder deed hij onderzoek naar insuline en glucagon. In de laatste jaren van zijn leven wijdde hij zich aan de studie van de oorsprong en de evolutie van het leven. Hij schreef drie boeken rond deze thematiek, die in verschillende talen werden vertaald.
De Duve won de Francqui-prijs in 1960. In 1974 ontving hij samen met Albert Claude en George Emil Palade de Nobelprijs voor geneeskunde, voor het beschrijven van de structuur en functie van organellen in biologische cellen. De Duve was onder meer lid van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België, van de Académie royale de médecine de Belgique en tal van buitenlandse academiën. In 1990 ontving de Duve de titel van burggraaf.[1]
Bibliografie
- Thiefry, Denis, “De Fundamentele biologie: van het organisme tot de cel, van de molecule tot het ecosysteem”, in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, 206-207.
- ”Autobiography”, op Nobelprize.org.
- A tribute to Professor de Duve op de website van het de Duve-instituut.
- Hommage au Professeur de Duve op de website van het de Duve-instituut.