Diderrich, Norbert (1867-1925)
Geoloog en hoogleraar aan de Universiteit van Leuven.
Biografie
Diderrich trok in de periode van Congo-Vrijstaat gedurende drie jaar als geoloog rond in Congo, om er de edelmetalen en mineralen in de ondergrond van Katanga te bestuderen. Hij maakte deel uit van de Katanga-expeditie van Delcommune (1890-1893). De expeditie was bijzonder gevaarlijk. Tussen geologische waarnemingen door werd er gestreden met inheemse aanvallers. Op 7 januari 1893 kruiste het team ze de expeditie Bia-Francqui, met Jules Cornet en Emile Francqui. Bij zijn terugkomst in 1893 werd Diderrich samen met de andere expeditieleden onthaald als ware helden in de strijd tegen de Arabische slavendrijvers. In het Paleis der Academiën organiseerde de Société Antiesclavagiste een plechtige viering in hun eer. Van deze eerste expeditie nam Diderrich een jong weesgeworden Congolees kind uit de regio Lupungu mee. De jongen was aldus de leden van de Bia-Francqui-expeditie ternauwernood gered door hen gered temidden een razzia. Voor het Belgische thuispubliek maakte de jonge Kalala de gruwel van de Arabische slavenhandelaars des te aanschouwelijk. Diderrich gaf 'Antonio-Marie' Kalala een streng katholieke opvoeding en werd in zijn thuisstreek gekend als zijn 'adoptievader'. Diderrich leefde nog decennia na zijn dood in het collectief verder als breker van slavenketenen. Het in 1957 opgerichte monument te Vielsalm dat hulde brengt aan de pioniers en ‘artisans de l'oeuvre civilisatrice’ van Congo Vrijstaat getuigt hiervan.
Gedurende zijn daaropvolgende korte verblijf in België gaf Diderrich presentaties over zijn bevindingen aan de leden van de Société Royale Belge de géographie à Bruxelles. Ook participeerde hij actief aan de organisatie van de Koloniale Tentoonstelling van 1897, waarbij hij de uitbouw op zich nam van een zogenaamd typisch Congolees dorp, waar bezoekers specimens van de Bangala, Basoko en andere stammen konden aanschouwen.
Na zijn terugkomst nam Leopold II Diderrich in 1894 opnieuw in dienst, ditmaal als directeur van de zopas opgerichte Direction de l’Agriculture et de l’Industrie. Dit orgaan had tot doel de landbouw- en nijverheidsexploitatie van Congo te organiseren. Diderrich ging daarmee, net als zijn collega-ingenieurs, tot de pijlers van Leopolds veelbesproken koloniaal bewind behoren. Hij richtte er onder meer bosbouwstations op, deed expedities naar de streek van de Mayombe en legde spoorwegen aan. Ook na de overname van de kolonie door de Belgische regering bleef Diderrich actief in Congo. Hij wisselde missies in Congo af met verblijven in het moederland tot aan zijn dood.
Omwille van zijn koloniale verdiensten werd Diderrich rond 1908 door de Universiteit van Leuven aangetrokken voor een post als docent in de nieuwe koloniale opleiding.
Bibliografie
- "DIDERRICH (Norbert)", in: Biographie Coloniale Belge, 3 (1952), 239-244.
- Couttenier, Maarten, Congo tentoongesteld: een geschiedenis van de Belgische antropologie en het museum van Tervuren (1882-1925), Leuven, 2005.