Dumortier, Barthélémy-Charles-Joseph (1797-1878)

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
Barthélémy-Charles-Joseph Du Mortier (1797-1878)

Plantkundige, historicus en politicus, geboren te Doornik op 3 april 1797 en overleden in dezelfde stad op 9 juli 1878.


Na zijn dood werd zijn naam door zijn nakomelingen omgevormd tot "Du Mortier", om recht te doen aan de titel van graaf waarmee Leopold II hem had bekleed.


Biografie

Barthélemy-Charles-Joseph werd geboren op 3 april 1797 als zoon van Marie-Jeanne Willaumez en Barthélemy-François-Joseph Dumortier, een rechter in de rechtbank van Koophandel en lid van de gemeenteraad van Doornik.
De familie Dumortier was één van de oudste families van Doornik.[1] Barthélémy-Charles-Joseph Du Mortier volgde lager onderwijs aan het Instituut Van Casteel in Doornik, middelbaar onderwijs volgde hij in Parijs. Tijdens zijn opleiding interesseerde hij zich in wilde planten en bestudeerde op eigen kracht de botanica.[2]
In 1813 keerde hij terug naar zijn geboortestad en zette zijn onderzoek verder. Hij wilde schrijven over de flora van de Lage Landen en een nieuwe plantenclassificatie opstellen.
In 1816 huwde hij met Philippine-Louise Rutteau (1796-1876), waarmee hij 8 kinderen kreeg.[3]
Tussen 1816 en 1821 deed hij onderzoek naar de flora in Henegouwen en Vlaanderen. Hij ontmoette in de buurt van Verviers, de plantkundigen Alexandre-Louis-Simon Lejeune en Michel waarmee hij zijn tocht door de vallei van de Vesder, de Amblève en de beneden-Ourthe verder zette. Ze reisden naar de Limburgse Kempen en nadien naar het buitenland. Hun verkenningstocht doorheen België en Europa duurde van 1821 tot 1825.[4]
Tijdens de winter ontleedde hij planten en bereidde hij publicaties voor. Hij bestudeerde de belangrijkste auteurs en richtte een bibliotheek op die voor een deel bewaard wordt in de Belgische Rijksplantentuin.[5]
In 1827 reisde hij naar Engeland om het herbarium van Linnaeus te consulteren en om een botanische excursie te maken naar Schotland.[6]
Hij werd op 2 mei 1829 benoemd tot lid van de Académie royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles.
Barthélémy-Charles-Joseph Du Mortier engageerde zich in de politiek. Tijdens het Hollandse regime was hij lid van de Staten van Henegouwen en hoofd van een patriottische partij die bijdroeg aan de opstand tegen Willem van Oranje.[7] Hij stelde zich aan het hoofd van de revolutionaire beweging in Doornik. Hij participeerde in de gevechten en spaarde de Hollandse officieren het leven.[8]
Op 30 september 1832 kreeg hij van de burgerwacht van Doornik zijn gouden sabel terug. In 1831 trad hij toe tot het Parlement waarin hij tot aan zijn dood zetelde.[9]
Op het einde van de jaren 1830 wijdde hij zich aan zijn activiteiten in de Kamer en aan het schrijven van historische publicaties.
In 1862 werkte hij mee aan de oprichting van de Société royale de botanique de Belgique en was hiervan voorzitter tot aan zijn dood. Hij participeerde aan alle tochten van het genootschap en onderhield contacten met andere Belgische plantkundigen.
Barthélémy-Charles-Joseph Du Mortier speelde een belangrijke rol bij de oprichting van de Rijksplantentuin van de Belgische Staat. Tot aan het faillissement van de Société royale d’horticulture de Belgique was hij hiervan commissaris. Hij liet op 7 juni 1870 een wet stemmen die de overheid de mogelijkheid bood om de gebouwen en de terreinen van dit genootschap op te kopen om er een botanische tuin in op te richten.


Dumortier overleed op 9 juli 1878. In 1881 eerden zijn collega's hem postuum met een standbeeld in Doornik.[10]

Werken

In 1822 publiceerde hij Commentationes botanicae: Observations botaniques, dédiées à la Société d'horticulture de Tournay. In de inleiding beschreef hij de plantkundigen en de botanische tuin. Hij schetste 10 nieuwe soorten die hij opdroeg aan Belgische plantkundigen.

Soorten Wetenschappers
Libertia Marie-Anne Libert (1782-1865)
Roucela François-Antoine Roucel (1735-1831)
Kopsia Jan Kops (1765-1849)
Reinwardtia Caspar-Georg-Carl Reinwardt (1773-1854)
Casselia Franz Peter Cassel (1784-1821)
Frans van Cassel (1745-1835)
Demazeria Jean-Baptiste-Henri-Joseph Desmazières (1786-1862)
Musschia Jean-Henri Mussche (1765-1834)
Hocquaria Léopold-François-Joseph Hocquart (1760-1818)
Nylandtia Pierre Nylandt
Sterbeeckia François Van Sterbeeck (1631-1693)


Hij stelde een classificatieschema voor planten op. Hij bakende verschillende plantenfamilies af.
Hij publiceerde vervolgens Observations sur les graminées de la flore belgique. Hij ontwikkelde opnieuw een classificatieschema, ditmaal van Belgische stammen en geslachten van grassen en hij beschreef nieuwe soorten.[11]
Hij stelde de nieuwe soorten voor die hij opdroeg aan bijvoorbeeld Pierre Michel of Charles Van Hulthem (1764-1832).[12]
Barthélémy-Charles-Joseph Du Mortier wijdde het meeste van zijn publicaties aan de classificatie van soorten en hij wilde zijn onderzoek Florula Belgica publiceren. Deze publicatie kwam er in 1827, hierin stelde hij voor het eerst een classificatie op van de soorten bloemen in België.
Hij maakte een vergelijking van de dieren en de plantenwereld en vervolgde zijn onderzoek naar de plantenclassificatie.
Barthélémy-Charles-Joseph Du Mortier interesseerde zich in de geschiedenis en de archeologie en verspreidde zijn publicaties via de bulletins van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis.
In 1830 publiceerde hij een historische nota over de manuscripten in de bibliotheek van Doornik, maar ook werken over de kathedraal van Doornik, over Pieter Paul Rubens en over Constantijn de Grote.[13]
In 1862 na de oprichting van de Société royale de botanique de Belgique publiceerde Barthélémy-Charles-Joseph Du Mortier artikelen in het Bulletin van het genootschap en stelde in 1869 het boek Pomone Tournaisienne op, waarin hij het Belgisch fruit beschreef.[14]
Barthélémy-Charles-Joseph Du Mortier was de eerste die de methode van vermenigvuldiging van cellen door compartementering ontdekte.[15]

Publicaties


Publicaties aan de Koninklijke Academie van Brussel


Bibliografie


Noten

  1. CRÉPIN, François, "Notice sur Barthélémy-Charles-Joseph Du Mortier, membre de l’Académie", in Annuaire de l’Académie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique, vol. 5, 1879, p. 332.
  2. LAWALRÉE, ANDRÉ, "Barthélemy Dumortier 1797-1878", in Florilège des Sciences en Belgique, vol. II, 1980, p. 544.
  3. WILDEMAN É. de, HAUMAN, L., "Mortier (Barthélémy-Charles-Joseph du)", in Biographie Nationale, vol. 30, Brussel : Établissement Émile Bruylant, 1958, kol. 612.
  4. LAWALRÉE, ANDRÉ, "Barthélemy Dumortier 1797-1878", in Florilège des Sciences en Belgique, vol. II, 1980, p. 545-546.
  5. LAWALRÉE, ANDRÉ, "Barthélemy Dumortier 1797-1878", in Florilège des Sciences en Belgique, vol. II, 1980, p. 543-557.
  6. CRÉPIN, François, "Notice sur Barthélémy-Charles-Joseph Du Mortier, membre de l’Académie", in Annuaire de l’Académie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique, vol. 5, 1879, p. 311.
  7. Lettres sur le manifeste du Roi et les griefs de la Nation.
  8. LAWALRÉE, ANDRÉ, "Barthélemy Dumortier 1797-1878", in Florilège des Sciences en Belgique, vol. II, 1980, p. 554.
  9. WILDEMAN É. de, HAUMAN, L., "Mortier (Barthélémy-Charles-Joseph du)", in Biographie Nationale, vol. 30, Brussel : Établissement Émile Bruylant, 1958, kol. 617.
  10. LAWALRÉE, ANDRÉ, "Barthélemy Dumortier 1797-1878", in Florilège des Sciences en Belgique, vol. II, 1980, p. 556.
  11. WILDEMAN É. de, HAUMAN, L., "Mortier (Barthélémy-Charles-Joseph du)", in Biographie Nationale, vol. 30, Brussel : Établissement Émile Bruylant, 1958, kol. 613.
  12. LAWALRÉE, ANDRÉ, "Barthélemy Dumortier 1797-1878", in Florilège des Sciences en Belgique, vol. II, 1980, p. 548.
  13. WILDEMAN É. de, HAUMAN, L., "Mortier (Barthélémy-Charles-Joseph du)", in Biographie Nationale, vol. 30, Brussel : Établissement Émile Bruylant, 1958, kol. 616.
  14. LAWALRÉE, ANDRÉ, "Barthélemy Dumortier 1797-1878", in Florilège des Sciences en Belgique, vol. II, 1980, p. 555.
  15. WILDEMAN É. de, HAUMAN, L., "Mortier (Barthélémy-Charles-Joseph du)", in Biographie Nationale, vol. 30, Brussel : Établissement Émile Bruylant, 1958, kol. 614.