Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis - Beeldhouwkunst en Afgietselwerkplaats
Collectie en atelier die deel uitmaakten/uitmaken van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis.
Historiek
België heeft een lange geschiedenis in de productie van gipsafgietsels van uitzonderlijke kunstwerken, en dat zowel voor hun artistieke kwaliteit als voor hun historische of archeologische waarde. De gipsafgietsels waren vooral als pedagogisch hulpmiddel bedoeld, maar ze werden ook gebruikt om buitenlandse kunststukken aan het publiek te tonen. Deze plaasteren kopieën zijn dus historische getuigen, zeker van die stukken die ondertussen verloren zijn. Na de oprichting van België wou de jonge natie, naast haar eigen collecties, ook kopieën van internationaal beroemde kunstwerken verwerven. Vanaf 1839 vindt men effectief bestellingen die gedaan werden bij de École de Gravure de Bruxelles. Toen op het einde van de eerste helft van de negentiende eeuw (1848), de École de Gravure de Bruxelles en de Académie des Beaux-Arts werden samengevoegd werden, bezaten ze samen reeds meer dan honderd stukken.[1]
De ontwikkeling van gipscollecties zette zich verder met de in 1871 opgerichte Commission royale belge des Échanges internationaux dat een artistieke afdeling had. Deze afdeling ondernam de reproductie van het Belgisch erfgoed. Het atelier waar de werkzaamheden plaatsvonden bevond zich in de kelders van het hertogelijke paleis waar eveneens het Musée de Peinture et de Sculpture gehuisvest was. Dit museum bezat de eerste aanwinsten van de Belgische staat.[2] In 1879 bevatte de catalogus van wat toen « le Musée des Plâtres » werd genoemd, al meer dan duizend stukken.[3].
Ook het Paleis der Academiën had een gietatelier dat verbonden was aan het Musée des Plâtres. De twee ateliers, dat van het Paleis der Academiën, en dat van de Jubelparkmuseum werkten samen. Ze vielen allebei onder het gezag van de hoofdconservator van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis .[4]
De afgietsels van stukken van buitenlandse musea werden opgesteld in de oude hal van de Société philharmonique tot ze in 1880 verplaatst werden naar een van de gebouwen van de jubileumtentoonstelling in het Jubelpark. Toen in 1888 de Hallepoortcollecties werden overgedragen aan het nieuwe Musée des Arts décoratifs et industriels, werd de afgietselcollectie van het hertogelijk paleis eveneens naar daar verplaatst. Deze collecties vormden de afdeling Art monumental waarvan het beheer werd toevertrouwd aan Antoine van Hammée[5].
De eerste stukken die werden gekopieerd, waren voor het grootste deel stukken uit de oudheid, de Romaanse, Gotische en Renaissance periode.[6]. Na verloop van tijd werden ook stukken van de prehistorie en de protohistorie toegevoegd. [7].Naargelang de collecties zich uitbreidden, verwierf de afgietselwerkplaats een steeds grotere belang binnen de musea. Door het teloorgang van bepaalde kunstwerken, zoals tijdens de brand van 1946, kregen de gipsafgietsels een historische waarde, want ze werden op dat moment de enige overblijvende getuigen. Een gekopieerd kunststuk kon daarnaast ook dienen om beschadigde originelen te restaureren. [8]. Naar aanleiding van herhaalde klachten over de wanordelijke indeling van de collecties en het kleurverschil tussen afgietsel en origineel werden op het einde van de negentiende eeuw verscheidene maatregelen getroffen om de stukken in een meer chronologische volgorde te plaatsen en om het kleurverschil tot een minimum te beperken. [9].
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd de Section artistique de la Commission royale belge des Échanges internationaux afgeschaft. De afdeling “Art monumental » werd voorgoed gesloten in 1928. [10].
Het gietatelier werd meerdere keren met sluiting bedreigd. Dankzij het werk van Claire Skinkel vanaf 1988 kon het atelier in 1993 in de algemene diensten van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis worden geïntegreerd.
Conservators
- Van Hammée, Antoine
- Rousseau, Henri
Catalogi
- ROUSSEAU, Henri, Guide du visiteur. Musées royaux des Arts décoratifs et industriels, Brussel, 1900.
- ROUSSEAU, Henri, Promenade méthodique dans le Musée d'Art monumental. Musées royaux des Arts décoratifs et industriels, Brussel, 1902.
- ROUSSEAU, Henri, Guide illustré du visiteur. Musées royaux des Arts décoratifs et industriels. Section d'Art monumental, Brussel, 1926.
- ROUSSEAU, Henri, Catalogue sommaire des moulages. Musées royaux du Cinquantenaire à Bruxelles, Brussel, 1913.
- ROUSSEAU, Henri, Notice sommaire. 3e Section Musée royaux du Cinquantenaire. Aile Nord, Brussel, 1921.
- ROUSSEAU, Henri, Catalogue sommaire des moulages. Musées royaux du Cinquantenaire à Bruxelles. 3e section, Brussel, 1926.
- VAN HAMMÉE, Antoine, Section d'Art monumental. Guide officiel. Musées royaux des Arts décoratifs et industriels, Brussel, 1897.
Bibliografie
- MONTENS, Valérie, "Aux sources de l'histoire des moulages en plâtre en Belgique : les archives de la section artistique de la Commission royale belge des Échanges internationaux et de l'atelier de moulages des Musées royaux d'Art et d'Histoire", in : Bulletin des Musées royaux d'Art et d'Histoire, 2006, 77, p. 219-240.
- MONTENS, Valérie, Les moulages des Musées royaux d'Art et d'Histoire. Histoire de la collection et de l'atelier des reproductions en plâtre", Brussel: Musées royaux d'Art et d'Histoire, 2008.
- LOIR, Christophe, 2002. La Belgique et la perception de l'art antique avant 1830 : le développement des collections de plâtres de statues antiques à usage pédagogique, in : TSINGARIDA, Athéna et KURTZ, Donna, Appropriating Antiquity / Saisi l'Antique. Collections et collectionneurs d'antiques en Belgique et en Grande-Bretagne au XIXe siècle (Lucernae novantiquae, 2), Brussel, 2002, p.33-72.
- SKINKEL-TAUPIN, Claire, "L'Atelier des moulages des M. R. A. H.", in : Bulletin des Musées royaux d'Art et d'Histoire, 1989, 60, p. 63-66.
Noten
- ↑ MONTENS, Valérie, Les moulages des Musées royaux d'Art et d'Histoire. Histoire de la collection et de l'atelier des reproductions en plâtre, Brussel, 2008, p. 11.
- ↑ MONTENS, Valérie, "Aux sources de l'histoire des moulages en plâtre en Belgique : les archives de la section artistique de la Commission royale belge des Échanges internationaux et de l'atelier de moulages des Musées royaux d'Art et d'Histoire", in : Bulletin des Musées royaux d'Art et d'Histoire, 2006, 77, p. 221.
- ↑ MONTENS, Valérie, Les moulages des Musées royaux d'Art et d'Histoire. Histoire de la collection et de l'atelier des reproductions en plâtre, Bruxelles : Musées royaux d'Art et d'Histoire, 2008, p. 15.
- ↑ MONTENS, Valérie, Les moulages des Musées royaux d'Art et d'Histoire. Histoire de la collection et de l'atelier des reproductions en plâtre, Brussel, 2008, p. 54-56.
- ↑ MONTENS, Valérie, "Aux sources de l'histoire des moulages en plâtre en Belgique : les archives de la section artistique de la Commission royale belge des Échanges internationaux et de l'atelier de moulages des Musées royaux d'Art et d'Histoire, in : Bulletin des Musées royaux d'Art et d'Histoire, 2006, 77, p. 222.
- ↑ MONTENS, Valérie, Les moulages des Musées royaux d'Art et d'Histoire. Histoire de la collection et de l'atelier des reproductions en plâtre, Brussel, 2008, p. 39-45.
- ↑ "Nos collections", in : Bulletin des Musées royaux d'Art et d'Histoire, 1929.
- ↑ SKINKEL-TAUPIN, Claire, "L'Atelier des moulages des M. R. A. H.", in : Bulletin des Musées royaux d'Art et d'Histoire, 1989, 60, p. 65.
- ↑ MONTENS, Valérie, Les moulages des Musées royaux d'Art et d'Histoire. Histoire de la collection et de l'atelier des reproductions en plâtre, Brussel, 2008, p. 25-37.
- ↑ MONTENS, Valérie, Les moulages des Musées royaux d'Art et d'Histoire. Histoire de la collection et de l'atelier des reproductions en plâtre, Bruxelles : Musées royaux d'Art et d'Histoire, 2008, p. 48.