Lepage, Théophile Henri Joseph (1901-1991)

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search

Wiskundige, geboren te te Limburg (Verviers) op 24 maart 1901 en overleden te Verviers op 1 april 1991.


Biografie

Théophile Lepage werd geboren te Limburg (Verviers) op 24 maart 1901.
Hij stichtte samen met Alfred Errera het seminarie voor wiskundige analyse aan de ULB. Dit seminarie speelde een belangrijke rol bij de bloei van het departement wiskunde van deze universiteit.[1] Hij doceerde wiskunde aan de Universiteit van Luik van 1928 tot 1930.
Aan de ULB onderwees hij differentiaal- en integraalrekening van 1931 tot 1956 en hogere analyse van 1956 tot 1971.[2]
Hij was gedurende 43 jaar lid Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique . Hij werd op 5 juni 1948 benoemd tot corresponderend lid, effectief lid op 9 juni 1956 en in 1963 voorzitter van de Academie en directeur van de Klasse Wetenschappen. Lepage was laureaat van de Tienjaarlijkse prijs van de Belgische Regering voor Zuivere Wiskunde voor de periode 1944-1953.
Hij was ook actief in het Belgisch Wiskundig Genootschap.
Hij overleed te Verviers op 1 april 1991.


Werken

Aan de ULB lagen de ideeën en het enthousiasme van Théophile De Donder aan de basis van een bloeiende wiskundige traditie. Dankzij zijn leerling Théophile Lepage kreeg de externe differentiaalrekening, een van de nuttigste hulpmiddelen die tijdens de 20ste eeuw in de wiskunde werden geïntroduceerd, en waarvan De Donder een pionier was, nieuwe toepassingen in de oplossing van een klassiek probleem - de partiële differentiaalvergelijking van Monge-Ampère - en in de synthese van de methoden van Théophile De Donder, Hermann Weyl (1885-1955) en Constantin Carathéodory (1873-1950) in de variatierekening van meervoudige integralen. Door het gebruik van differentiaalvormen worden in deze vraagstukken lange, saaie berekeningen vermeden. De resultaten van Lepage kregen een plaats in de referentiewerken. Zijn methoden inspireren nog steeds de hedendaagse wiskundigen: Boener en Sniatycki spraken van de congruentie van Lepage; onlangs introduceerde Demeter Krupka, naast de euleriaanse vormen die overeenkomen met Eulers klassieke vergelijkingen van de variatierekening, de zgn. lepagiaanse vormen of equivalenten van Lepage in de variatievraagstukken over fiberruimten.
Aan Lepage danken we ook interessante resultaten in verband met lineaire voorstellingen van de symplectische groep, en in het bijzonder de ontbinding van Lepage van een buitenste macht van het product van een even aantal kopieën van het complex vlak.[3]
Een andere leerling van Lepage was Robert Debever.


Bibliografie

  • Mawhin, Jean "De wiskunde", in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p. 71; 75.


Nota’s

  1. Mawhin, Jean, "De wiskunde", in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p. 75.
  2. Mawhin, Jean, "De wiskunde", in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p. 71.
  3. Mawhin, Jean, "De wiskunde", in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p. 71.