Michot, Paul Charles Émile (1902-1999)

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search

Mijningenieur, geoloog en stratigraaf, geboren te Gembloers op 19 januari 1902 en overleden in Embourg nabij Chaudfontaine op 4 oktober 1999.

Biografie

Paul Michot werd geboren te Gembloers op 19 januari 1902. Hij volgde middelbaar onderwijs aan het Atheneum van Hoei.
In 1925 promoveerde hij tot burgerlijk mijningenieur aan de Universiteit van Luik. In 1927 behaalde hij het diploma ingenieur-geoloog.
Aan de Universiteit van Luik was hij van 1928 tot 1932 assistent en van 1933 tot 1937 werkleider van de cursus algemene geologie. Hij was de assistent van Paul Frédéric Joseph Fourmarier.[1] Hij kreeg vanaf 1932 de cursus sedimentaire petrografie, later die van de petrografie der magnetische gesteenten.[2]
In 1934 reisde hij naar Zürich, waar hij de lessen ging volgen van Paul Niggli.
In 1943 promoveerde hij tot gewoon hoogleraar aan de Universiteit van Luik en in 1945 titularis van de cursus eruptieve petrografie. In 1948 werd hij belast met de lessen algemene geologie. Hij nam de leerstoel geologie over zijn leermeester Paul Frédéric Joseph Fourmarier.[3] Michot zijn grote verdienste was dat hij het geologisch onderwijs organiseerde op basis van fysisch-scheikundige wetenschappen, wat de klassieke materie van de ‘petrografie’ omvormde tot 'petrologie', en dat in een periode waarin de aardwetenschappen nog al te vaak gebukt gingen onder subjectieve indrukken en 'geopoëtische' benaderingen die niet altijd geheel rationeel gefundeerd waren.[4]
Hij was vanaf september 1940 lid van het belgische verzet. Hij werd een eerste keer gearresteerd in juni 1941 voor zijn vooroorlogse anti-fascistische activiteiten en vrijgelaten in augustus 1941. Hij hernam zijn activiteiten bij het verzet in april-mei 1942 als lid van S.R.A dienst (Inlichtingsdienst). Van september 1943 tot juni 1944 was hij verantwoordelijk voor het drukken van "Front de l'Indépendance" en redacteur van de clandestiene krant La Meuse. In 1944 werd hij voorzitter van het bevrijdingscomité voor de stad Luik. Hij werd echter op 3 augustus 1944 gearresteerd op verdenking van de leider te zijn van een sabotage-eenheid. Hij werd bevrijd door de geallieerden op 6 september 1944.[5]
Omwille van zijn activiteiten bij het verzet werd hij na de Tweede Wereldoorlog tot senator verkozen.[6] Hij was van 1946 tot 1949 senator.[7]
In 1972 werd hij aan de Universiteit van Luik toegelaten tot het emeritaat.[8]
Hij werd op 6 juni 1959 verkozen tot corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique , effectief lid op 6 juni 1964 en in 1972 voorzitter van de Academie en van zijn Klasse. Op 4 oktober 1997 werd hij op eigen vraag geen lid meer van de Academie.
Hij was lid van de Noorse, Nederlandse, Tsjecho-Slowaakse en Zwitserse academies voor wetenschappen.[9] Daarnaast was hij stichter en secretaris-generaal voor de Association pour l'étude géologique des zones profondes d'écorce terrestre. Hij was ook voorzitter van de Société royale des Sciences de Liège.
Hij won ook prijzen: de universitaire wedstrijd voor de periode 1925 tot 1927, Laureaat ARB in 1934, de gouden medaille van de Association des ingénieurs sortis de l'Université de Liège en de Gaudry prijs.[10]
Hij overleed te Embourg op 4 oktober 1999.

Werken

Hij was een groot cartesiaan én encyclopedist die zich, steeds met even groot succes, met de meest uiteenlopende problemen heeft beziggehouden. Wat België betreft gaf hij een oplossing aan het moeilijke probleem van de formaties van het Siluur, en lanceerde hij een school die op zoek ging naar de ritmiek in de formaties van het Viseaan.[11]
Hij deed veldwerk in de Condroz zone, in het bijzonder in de regio Samber en Maas. Hij onderzocht hier de Ordovicische en Silurische gesteenten. Dit stratigrafisch en geologisch veldwerk bewees het bestaan van de belangrijke breuk Faille du Midi of Faille Eifélienne.[12]
Paul Michot heeft ook de aandacht gevestigd op de belangrijke rol van de kristallijne gesteenten - gevormd in de diepte der aarde - bij de totstandkoming van de aardkorst. Dit werd zijn voornaamste onderzoeksveld. Samen met zijn vele leerlingen maakte hij een gedetailleerde analyse van Rogaland, een streek in Zuid-Noorwegen.[13]
In 1934 reisde hij voor zijn onderzoek naar de kristallijne gesteente naar Ruwenzori in Centraal-Afrika.[14] Bij zijn terugkeer deed hij chemische analyses op de verzamelde gesteentemonsters.[15]
Hij presenteerde in 1980 een structurele synthese (stratigrafisch en tektonisch) van het Paleozoïcum in België tijdens het internationale geologisch congres te Parijs.[16]
Hij publiceerde aan de Société Geologique de Belgique de bijdrage Géologie des domaines cristallins. Hierin gaf hij een overzicht van de vroegste ontwikkelingen in de grondgebergtegeologie.[17]

Publicaties

  • Lijst met publicaties in: Delmer, André, "Paul Michot", In: Annuaire ARB, jaargang 2001, p. 7-14.


Bibliografie


Nota’s

  1. Bellière, Jacques, "Paul Michot", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 8, p. 266.
  2. Groessens, Eric & Groessens-Van Dyck, Marie-Claire,"De aardwetenschappen", In:Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 227.
  3. Bellière, Jacques, "Paul Michot", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 8, p. 267.
  4. Groessens, Eric & Groessens-Van Dyck, Marie-Claire, "De aardwetenschappen", In:Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 227.
  5. Delmer, André, "Paul Michot", In: Annuaire ARB, jaargang 2001, p. 7.
  6. Groessens, Eric & Groessens-Van Dyck, Marie-Claire, "De aardwetenschappen", In:Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 227.
  7. Delmer, André, "Paul Michot", In: Annuaire ARB, jaargang 2001, p. 7.
  8. Bellière, Jacques, "Paul Michot", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 8, p. 267.
  9. Groessens, Eric & Groessens-Van Dyck, Marie-Claire,"De aardwetenschappen", In:Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 227.
  10. Delmer, André, "Paul Michot", In: Annuaire ARB, jaargang 2001, p. 3.
  11. Groessens, Eric & Groessens-Van Dyck, Marie-Claire, "De aardwetenschappen", In:Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 227.
  12. den Tex, E. & Zwart, H.J, "Levensbericht Michot Paul Charles Emile", In: Levensberichten en herdenkingen, jaargang 2001, p. 56.
  13. Groessens, Eric & Groessens-Van Dyck, Marie-Claire,"De aardwetenschappen", In:Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 227.
  14. Bellière, Jacques, "Paul Michot", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 8, p. 267.
  15. den Tex, E. & Zwart, H.J, "Levensbericht Michot Paul Charles Emile", In: Levensberichten en herdenkingen, jaargang 2001, p. 58.
  16. Delmer, André, "Paul Michot", In: Annuaire ARB, jaargang 2001, p. 5.
  17. den Tex, E. & Zwart, H.J, "Levensbericht Michot Paul Charles Emile", In: Levensberichten en herdenkingen, jaargang 2001, p. 60.