Morren, Charles-Jacques-Édouard (1833-1886)
Plantkundige en professor aan de Universiteit van Luik, geboren te Gent op 2 december 1833 en overleden te Luik op 26 februari 1886. Zoon van Charles Morren.
Biografie
Charles was pas twee jaar oud toen het gezin in 1835, na de benoeming van vader Morren aan de Universiteit van Luik, verhuisde naar Bois l'Évêque, in de omgeving van Luik. Ze woonden in een villa. Al tijdens zijn jeugd vergezelde Édouard zijn vader tijdens diens zoektochten naar planten. Hij kreeg hierdoor interesse in de natuur.[1]
Édouard Morren volgde lager onderwijs aan de Lenoir en Malchair school, waarna hij op 10-jarige leeftijd aan zijn humaniora startte aan het College van Saint-Servais. In 1849 schreef hij zich in aan de Universiteit.[2]
In 1851 werd hij kandidaat in de filosofie en de letteren. In deze periode stuurde hij een antwoord op een vraag gesteld door Académie royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles, waarvoor hij een medaille ontving. Hij werkte dit verder uit en presenteerde het als thesis aan de Universiteit van Gent, met als doel het speciale doctoraat in de plantkunde te verwerven.
In 1853 werd hij aan de Universiteit van Luik kandidaat in de natuurwetenschappen. In 1854 schreef hij zich in als leerling-arts, maar in 1855 onderbrak hij zijn opleiding om de functies van zijn zieke vader op zich te nemen. In hetzelfde jaar promoveerde hij tot doctor in de natuurwetenschappen.[3]
Eveneens in dit jaar bestudeerde hij ter plaatse de plantenafdeling van de Wereldtentoonstelling in Parijs.[4]
Hij werd buitengewoon hoogleraar op 31 december 1861 en gewoon hoogleraar op 7 september 1868. Hij schonk aan de Universiteit van Luik de noodzakelijke toestellen voor zijn onderwijs. Hij bezocht verschillende buitenlandse instellingen, waar hij zijn inspiratie haalde om op 24 november 1883 te Luik een botanisch instituut op te richten. Het Instituut bevatte laboratoria, grote serres en botanische collecties. In hetzelfde jaar was hij voorzitter van het Congres voor Botanica en Tuinbouw, dat georganiseerd werd te Antwerpen, ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling.
Buiten zijn academische carrière doceerde Édouard Morren publieke lessen in de zalen van de universiteit en organiseerde conferenties aan de Société d'Emulation. Hij participeerde eveneens aan de activiteiten van de Société royale d'horticulture de Liège, waarvan hij secretaris-stichter was. In 1859 bij de oprichting van de Fédération des Sociétés d'Horticulture de Belgique, werd hij hiervan secretaris en bleef dit tot aan zijn dood. Hij gaf ook het tijdschrift uit. In 1884 en 1885 was hij vice-voorzitter van dit instituut.[5] Hij werd op regelmatige basis door de Belgische regering gevraagd om in het buitenland op tentoonstellingen en congressen ons land te vertegenwoordigen.
In 1869 trouwde hij met Euphémie Xhibitte.
Hij werd op 15 december 1861 benoemd tot corresponderend lid van de Académie royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles, effectief lid op 15 december 1871 en directeur van de Klasse Wetenschappen in 1885.
Hij was lid van een hele reeks van Belgische en buitenlandse genootschappen waaronder de Académie impériale des Curieux de la Nature, de Société botanique de France, de Société linnéenne de Bordeaux en de Royal Horticultural Society of London.
Morren bezat een collectie van aquarellen van bromelia's, bestaande uit meer dan 300 stuks. De Royal Botanic Gardens te Kew (Richmond, Surrey, Engeland) bewaard er 250, deze waren geschilderd door Jean Cambresier, P. Stroobant en François de Tollenaere.
Werken
Morren bevorderde de wetenschappelijke tuinbouw. Hij verzekerde van 1855 tot 1885 de directie van het Journal d'Agriculture pratique du Royaume de Belgique en van La Belgique Horticole, beiden waren opgericht door zijn vader.
In 1858 publiceerde Édouard Morren zijn doctoraat: Dissertation sur les feuilles vertes et colorées.
In 1885 schreef Morren L'Institut botanique de l'Université de Liège in de La Belgique Horticole.
Hij publiceerde in de les Actes préliminaires van een Congres over botanica en tuinbouw het artikel Note sur les progrès réalisés depuis 1878 dans l'enseignement de la botanique à l'Université de Liège.
In 1872 werd Morren door de Koninklijke Academie belast met het opstellen van een Rapport séculaire sur les travaux de botanique et de physiologie végétale.[6]
Vanaf 1875 wijdde hij verschillende publicaties aan vleesetende planten.[7]
Hij publiceerde meer dan 80 werken, deze behandelden de morfologie en de fysiologie van planten, de taxonomie, de phytographie (beschrijving van planten) en de tuinbouw. Hij stelde ook publicaties op over huidmondjes op planten, de voeding van vleesetende planten en over de evolutie en de kwetsbaarheid van het plantenrijk. Hij interesseerde zich eveneens voor de geschiedenis van de plantkunde en voor Belgische plantkundigen. Hij beschreef een hele reeks van nieuw geïntroduceerde planten in tuinen of serres.
Kort voor zijn dood, ving hij aan met de redactie van een monografie over de bromeliafamilie. Het bleef echter onafgewerkt.
Publicaties
- "Notions élémentaires de minéralogie", Luik, 1852.
- "Promenade botanique autour du monde dans le palais de l 'Exposition universelle de 1855",
- in Journal d'agriculture pratique de Belgique, Brussel, 1856.
- in "Rapport sur le contingent botanique de l’Exposition universelle de Paris adressé à M. le Ministre de l’intérieur", in Annales des universités de Belgique, 1859.
- Dissertation sur les feuilles vertes et colorées. Gent, 1858.
- "Les arbres : études sur leur structure et leur végétation par le Dr. H. Schacht traduction d’après la 2e édition allemande", Brussel ; 1862.
- L'acclimatation des plantes, Gent, 1865.
- "L'enseignement de la botanique en Allemagne", Gent, 1865.
- "La question universitaire", Gent, 1865.
- "Recherches expérimentales pour déterminer l'influence de certains gaz industriels, spécialement du gaz acide sulfureux, sur la végétation", in Report of the Botanical Congress, Londen, 1866.
- "L'origine des variétés sous l'influence du climat artificiel des jardins", in Archives des sciences de la Bibliothèque universelle, Genève : 1867.
- "La lumière et la végétation", in Compte rendu du congrès horticole de Saint-Pétersbourg, 1869.
- "Énumération des familles du règne végétal dans l'ordre de la méthode naturelle", in Compte-rendu des fêtes jubilaires de l'Université de Liège, 1869.
- "Catalogue synonymique des Broméliacées", Gent, 1873.
- "La botanique au pays de Liège", in Bulletin de la Société botanique de France, 1873.
- "Description de l'Oncidium Limminghei", in La Belgique horticole, 1856.
- "Quelques considérations sur les organes des végétaux", in La Belgique horticole, 1857.
- "La digénèse végétale et les variétés horticoles", in La Belgique horticole, 1857.
- "Notice sur le Veronica syrianica R. et S., ou Véronique de Syrie", in La Belgique horticole, 1857.
- "Quelques considérations sur la variation des plantes", in La Belgique horticole, 1857.
- "Campanula peregrina, L. ou Campanule voyageuse", in La Belgique horticole, 1857.
- Salvia propyrantha. Dene, ou sauge à fleur pourpres, 1857.
- "Notice sur les changements de couleur des feuilles pendant l'automne, l'hiver et le printemps", in La Belgique horticole, 1858.
- "Description et iconographie du Lamprococcus Weilbachii", in La Belgique horticole, 1861.
- "La lumière et la végétation", in La Belgique horticole, 1863.
- "Note sur l'Haplophytum calyculatum", in La Belgique horticole, 1865.
- "Description et iconographie du Peperomia argyreia", in La Belgique horticole, 1867.
- "Deux notes au sujet de l'évolution spontanée des variétés", in La Belgique horticole, 1867.
- "La duplication des fleurs et panachure du feuillage, en particulier chez le Kerria japonica", in La Belgique horticole, 1867.
- "Seconde notice sur la duplication des fleurs et la panachure des feuilles à propos du Camellia japonica var. François Wiot", in La Belgique horticole, 1868.
- "Histoire et description du Tillandsia Lindeni", in La Belgique horticole, 1869.
- "Description du Tillandsia Hamaleana", in La Belgique horticole, 1870.
- "Description du Maxillaria triloris", in La Belgique horticole, 1870.
- "Notice sur le Cytisus purpureo-Laburnum ou C. Adami", in La Belgique horticole, 1871.
- "Le Bilbergia (Helicodia) Leopoldi", in La Belgique horticole, 1871.
- "Notice sur l'Aceras hircina var. romana", in La Belgique horticole, 1871.
- "Notice sur les Lycopodium du Mexique", in La Belgique horticole, 1871.
- "Notice sur le Tillandsia staticaeflora", in La Belgique horticole, 1871.
- "Notice sur les Bilbergia Euphemiae, Karatas Legrellae, Calathea Makoyana et Pinguicula Flosmulionis", in La Belgique horticole, 1878.
- "Notice sur les Haplophytum Lindeni, Canistrum aurantiacum et Caraguata Zahni", in La Belgique horticole, 1873.
- "Note sur la Joubarbe d'Aywaille (Sempervivum Funki var. aqualiense) ", in La Belgique horticole, 1873.
- "Notice sur le genre Masdevallia", in La Belgique horticole, 1873.
- "Notice sur le Matdevallia myriosigma", in La Belgique horticole, 1873.
- "Note sur la Joubarbe d'Aywaille", in La Belgique horticole, 1873.
- "Esquisse du genre Trichopilia", in La Belgique horticole, 1874.
- "Esquisse du genre Echeveria", in La Belgique horticole, 1874.
- "Notice sur les Tacsonia cultivés", in La Belgique horticole, 1874.
- "Notices sur les Vriesea Malzinei et Canistrum viride", in La Belgique horticole, 1874.
- "Notices sur les Pavonia Wioti, Calathea crocata, Maranta leuconeura, Vriesea Platzmanni et Pitcairnia excelsa", in La Belgique horticole, 1875.
- "Nouvelles Marantacées du Brésil, à feuillage orné et coloré, introduites par MM. Jacob-Makoy et Cie", in La Belgique horticole, 1873.
- "Note sur les Aerides cultivés", in La Belgique horticole, 1876.
- "Descriptions des Masdevallia troglodites, Oncidium Massangei, Massangea musaica et Odontoglossum Kegeljani", in La Belgique horticole, 1877.
- "Notices sur les Bilbergia Saundersi, Pavonia Makoyana, Ananas macrodontes, Oncidium Rogersi , Warsewiczella Wailesiana, marginata, discolor et velata, Tillandsia brachycaulos, Nicotiana suaveolens, Anoplophytum strictum, Vriesea viminalis, Tetramema mexicanum, Laelia pumila var. mirabilis, Tillandsia streptophylla et Schlumbergeria Roezli", in La Belgique horticole, 1878.
- "Notices sur les Torrenia, Aechmea Furstenbergi, Begonia tubéreux, Maranta Kerchoviana, Tillandsia Balbisiana, Bollea coelestis, Tillandsia tricolor, Ganistrum eburneum, Phytarrhiza Lindeni et anceps, Hohenbergia exsudans et Schlumbegeria Roezli", in La Belgique horticole, 1879.
- "Notices sur les Vriesea guttata, Stephanophysum longifolium, Maranta depressa, Bilbergia Bakeri, Laelia Dayana, Anoplophytum geminiflorum, Aechmea hystrix, Odontoglossum vexillarium, Vriesea scalaris, Drosera capensis et spathulata, Choisya ternata et Maxillaria ochroleuca", in La Belgique horticole, 1880.
- "Broméliacées nouvelles", in La Belgique horticole, 1880.
- "Notice historique sur les Tydaea cultivés, à propos des Tydaea hybrides", in La Belgique horticole, 1881.
- "Notices sur les Quesnelia roseo-marginata, Vriesea chrysostachis, Bilbergia Lietzei , Anoplophytum incanum, Aechmea Glaziovi, Montbretia crocosmiaeflora (hybrida), Cryptanthus Beuckeri et Quesnelia Van Houttei", in La Belgique horticole, 1881.
- "Notice historique, économique et statistique sur la floriculture en Belgique", in La Belgique horticole, 1882.
- "Notices sur les Vriesea incurvata, Masdevallia rosea, Quesnelia rufa, Phytarrhiza monodelpha, Kerchovea floribunda, Vriesea psittacina var. Morreniana, Masdevallia chimaera et Vriesca tessellata", in La Belgique horticole, 1882.
- "Notices sur les Streptocalyx Valerandi, Vriesea Barilleti, Schlumbergera Morreniana et Lindeni, Guzmania Devansayana, Begonia Lubbersi , Canistrum roseum, Anoplophytum amoenum et Aphelandra Margaritae", in La Belgique horticole, 1883.
- "Notices sur les Bilbergia Sanderiana, Masdevallia be l la, Vriesea fenestralis et Duvaliana, Ornithocephalus grandiflorus, Nidularium acanthocrater, Vriesea retroflexa, Warmingi et amethystina", in La Belgique horticole, 1884.
- "Note sur le genre Microstylis", in La Belgique horticole, 1884.
- "Institut botanique de l'Université de Liège", in La Belgique horticole, 1885.
- "Notices sur les Vriesea hieroglyphica, Nidularium ampullaceum et Caraguata Osyana", in La Belgique horticole, 1885.
- "Les Cyrtanthus : Esquisse du genre à propos du Cyrtanthus Macowani", in La Belgique horticole, 1885.
- "Souvenirs d'Allemagne : Août-septembre", in Bulletin de la fédération des sociétés d’horticulture de Belgique, 1864, 1865.
- "Flore exotique qu'il convient de cultiver dans les serres d'un jardin botanique, par A. Schnizlein. Traduction", in Bulletin de la fédération des sociétés d’horticulture de Belgique, 1866.
- "Correspondance botanique", in Bulletin de la fédération des sociétés d’horticulture de Belgique, 1873-1880.
Publicaties aan de Académie
- "Détermination du nombre des stomates chez quelques végétaux indigènes ou cultivés en Belgique", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 2de reeks, vol. 16, 1863.
- "La vie et les oeuvres de Remacle Fusch, botaniste belge", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 2de reeks, vol. 16, 1863.
- "Chorise du Gloxinia speciosa pélorisé", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 2de reeks, vol. 19, 1865.
- " Hérédité de la panachure (variegatio)", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 2de reeks, vol. 19, 1865.
- "Contagion de la panachure (variegatio)", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 2de reeks, vol. 28, 1869.
- "Introduction à l'étude de la nutrition des plantes", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 2de reeks, vol. 34, 1872.
- "Les relations entre la chaleur et la végétation, spécialement au point de vue de l'intervention dynamique de la chaleur dans la physiologie des plantes ", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 2de reeks, vol. 36, 1873.
- "Observations sur les procédés insecticides des Pinguicula ", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 2de reeks, vol. 39, 1875.
- " Note sur les procédés insecticides du Drosera rotundifolia ", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 2de reeks, vol. 40, 1877.
- "Note sur le Drosera binata Labill., sa structure et ses procédés insecticides", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 2de reeks, vol. 40, 1877.
- "La théorie des plantes carnivores et irritables", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 2de reeks, vol. 40, 1877.
- "Rôles des ferments dans la nutrition des plantes", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 2de reeks, vol. 42, 1879.
- "La sensibilité et les mouvements chez les végétaux", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 2de reeks, vol. 10, 1879.
Biografische bijdragen
- "Notice sur Charles Morren, membre de l'Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1860, p. 167-251.
Bibliografie
- BOUILLENNE, R., "Edouard Morren", in Liber Memorialis: L'université de Liège de 1867 à 1935, vol. 2, Liol, 1936, p. 60-68.
- CRÉPIN, François, "Notice sur Charles-Jacques-Édouard Morren, membre de l’Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1887, p. 419-452.
- CRÉPIN, François, "Notice biographique sur Charles-Jacques-Edouard Morren", in Bulletin de la Société royale de Botanique de Belgique, vol. 26, 1887, p. 7-40.
- DELHEZ, R., "Quelques aspects du début de la carrière de C. J. Edouard Morren, d'après une correspondance inédite avec J.S. Stas et A. Quetelet", in Lejeunia, Nieuwe reeks, vol. 48, 1969.
- FOURNIER, E., "Sur les collections de M. Ed. Morren", in Bulletin de la Société botanique de France, vol. 20, 1874, p. CXIX-CXXI.
- GRAVIS, A., "La Botanique en Belgique, de 1830 à 1905", in Le mouvement scientifique en Belgique, Luik, 1907.
- JORISSENNE, G., "Edouard Morren, sa vie et ses oeuvres", in: La Belgique Horticole, vol. 35, 1885, p. 327-384.
- LAWARLÉE, André, "Morren, Charles", in Nouvelle Biographie Nationale, vol. 5, p. 265-267.
- "Morren (Charles-Jacq.-Édouard)", in LE ROY, Alphonse, Liber memorialis, l’université de Liége depuis sa fondation, Luik: imprimerie de J.-G. Carmanne, 1869, kol. 880-889.
- PADILA, V., "The Legacy of C. Jacques Edouard Morren", in Journal of The Bromeliad Society, vol. 34, 1984, p. 4-5.
- RODIGAS, E, "Le Professeur Edouard Morren, Notice biographique", Gent, 1886.
- SMITH, L. B, "Morren's Paintings", in Journal of the Bromeliad Society, vol. 34-38, 1984-1988.
- WASSEIGE, M. "Documents pour servir à la biographie de Ed. Morren", in La Belgique Horticole, vol. 35, 1885, p. 261-284.
Noten
- ↑ CRÉPIN, François, "Notice sur Charles-Jacques-Édouard Morren, membre de l’Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1887, p. 420.
- ↑ LAWARLÉE, André, "Morren, Charles", in Nouvelle Biographie Nationale, vol. 5, p. 266.
- ↑ LAWARLÉE, André, "Morren, Charles", in Nouvelle Biographie Nationale, vol. 5, p. 266.
- ↑ CRÉPIN, François, "Notice sur Charles-Jacques-Édouard Morren, membre de l’Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1887, p. 424.
- ↑ CRÉPIN, François, "Notice sur Charles-Jacques-Édouard Morren, membre de l’Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1887, p. 439.
- ↑ CRÉPIN, François, "Notice sur Charles-Jacques-Édouard Morren, membre de l’Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1887, p. 427.
- ↑ CRÉPIN, François, "Notice sur Charles-Jacques-Édouard Morren, membre de l’Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1887, p. 428-430.