Selys Longchamps, Marc Aurèle Gracchus baron de (1875-1963)
Dierkundige en mariene bioloog, geboren te Parijs op 30 juni 1875 en overleden te Sint-Lambrechts-Woluwe op 11 mei 1963.
Biografie
Marc Aurèle Gracchus de Selys Longchamps werd geboren te Parijs op 30 juni 1875. Na de dood van zijn zusje in 1884 verhuisde het gezin definitief naar Namen, naar het landgoed van de familie d'Halloy. De familie de Selys Longchamps was immers verwant aan de familie d'Halloy. Hij kreeg les van een privé-leraar en van zijn vader.[1]
Op 14-jarige leeftijd reisde hij met zijn vader naar de Wereldtentoonstelling in Parijs en in 1890 doorkruisde hij de Condroz en het gebied tussen Samber en Maas. Op 25-jarige leeftijd maakte hij een rondreis door Brazilië.[2]
Ter voorbereiding voor zijn inschrijving aan de Faculteit Wetenschappen aan de Universiteit van Luik volgde hij de lessen dierkunde gedoceerd door Édouard Joseph Louis Marie Van Beneden. Deze was geen onbekende voor de familie de Selys Longchamps. Hij was immers de reisgezel van de vader van Marc.
In 1901 promoveerde hij tot doctor in de natuurwetenschappen aan de ULg. Zijn thesis behandelde het embryo van de Phoronis.[3] Hij won een reisbeurs waarmee hij verschillende marinestations in Europa bezocht waar de Phoronis werd geobserveerd. In 1902 verbleef hij aan het laboratorium van Sète dat geleid werd door professor Clavet. Hier verzamelde hij Phoronis Sebatieri. Daarnaast werkte hij aan het laboratorium van Helgoland en aan het zoölogische station te Napels.[4]
In 1905 trouwde hij met Olga Orloff. Beiden werkten aan het zoölogische station van Napels. In 1907 keerde hij terug naar België. Hij werkte een korte periode aan het laboratorium van Albert Brachet. Het was aan dit laboratorium dat hij nauwe banden opbouwde met Auguste Lameere. Lameere stelde hem aan als assistent aan de afdeling dierkunde voor de praktische oefeningen voor de vakken microscopie en dissectie.
In 1912 volgde hij Lameere op als docent aan de Ecole des Sciences politiques et sociales. Hij doceerder er biologie in relatie tot de sociale wetenschappen.[5]
De Eerste Wereldoolog bracht hij door in Frankrijk samen met zijn familie.[6]
In 1919 werd hij aan de Faculteit Wetenschappen aan de ULB aangesteld als titularis van de leerstoelen embryologie en dierenmorfologie. Hij bleef deze functies uitoefenen tot in 1936 wanneer hij werd aangesteld als eeuwig secretaris van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique .[7]
Hij overleed te Sint-Lambrechts-Woluwe op 11 mei 1963.
Werken
Hij deed van 1903 tot 1906 onderzoek naar de phoronidiens (hoefijzerwormen).[8] In 1903 schreef hij aan het maritieme station van Helgoland: Actinotrocha bei Helgoland.
In 1904 verscheen de publicatie: Développement postembryonnaire et affinités des Phoronis. Dit werk werd bekroond door de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique .[9]
In 1907 publiceerde hij de monografie Phoronis in het verzamelwerk Fauna und Flora des Golfes von Neapel.[10] De publicatie bevat een beschrijving van de anatomische structuur en de genetische ontwikkeling van deze phoronis.[11]
Aan het laboratorium van Albert Brachet hield hij zich bezig met het bestuderen van de ontwikkelingsstadia van de petromyzon (lampreien).[12]
Een ander belangrijk onderzoeksdomein waren de Tuniciers (manteldieren). Hij bestudeerde onder meer de manteldieren die de Belgica expeditie (1897-1899) had meegebracht. Hij schreef hierover twee belangrijke volumes in de reeks: Résultats de l'expédition de la Belgica. Het eerste volume verscheen in 1913, het tweede in 1940. Hij zette hiermee het werk verder van de overleden Édouard Joseph Louis Marie Van Beneden.[13]
Hij deed ook onderzoek naar de kieuwen van zeedieren. Hij publiceerde hierover ondermeer: L'étude de la branchie chez Ascidiella scabroïdes (1899) en L'étude du développement postembryonnaire et l'anatomie définitive de Molgula ampulloïdes (1900).[14]
Aan het Solvay Instituut publiceerde hij verschillende bijdragen in de reeks Archives sociologiques over de sociale biologie, bijvoorbeeld over dierengemeenschappen.[15]
Publicaties
- Lijst met publicaties in: Brien, Paul, "Baron Marc Aurèle Gracchus, de Selys Longchamps", In: Annuaire ARB, jaargang 1965, p. 130-137.
Bibliografie
- Brien, Paul, "Baron Marc Aurèle Gracchus, de Selys Longchamps", In: Annuaire ARB, jaargang 1965, p. 59-130.
- Brien, Paul, "Baron Marc Aurèle Gracchus, de Selys Longchamps", In: Biographie Nationale, vol. 37, kol. 727-736.
Nota’s
- ↑ Brien, Paul, "Baron Marc Aurèle Gracchus, de Selys Longchamps", In: Biographie Nationale, vol. 37, kol. 728.
- ↑ Brien, Paul, "Baron Marc Aurèle Gracchus, de Selys Longchamps", In: Annuaire ARB, jaargang 1965, p. 86.
- ↑ Brien, Paul, "Baron Marc Aurèle Gracchus, de Selys Longchamps", In: Annuaire ARB, jaargang 1965, p. 88.
- ↑ Brien, Paul, "Baron Marc Aurèle Gracchus, de Selys Longchamps", In: Biographie Nationale, vol. 37, kol. 729.
- ↑ Brien, Paul, "Baron Marc Aurèle Gracchus, de Selys Longchamps", In: Biographie Nationale, vol. 37, kol. 730.
- ↑ Brien, Paul, "Baron Marc Aurèle Gracchus, de Selys Longchamps", In: Annuaire ARB, jaargang 1965, p. 90.
- ↑ Brien, Paul, "Baron Marc Aurèle Gracchus, de Selys Longchamps", In: Annuaire ARB, jaargang 1965, p. 91.
- ↑ Brien, Paul, "Baron Marc Aurèle Gracchus, de Selys Longchamps", In: Biographie Nationale, vol. 37, kol. 729.
- ↑ Brien, Paul, "Baron Marc Aurèle Gracchus, de Selys Longchamps", In: Biographie Nationale, vol. 37, kol. 732.
- ↑ Brien, Paul, "Baron Marc Aurèle Gracchus, de Selys Longchamps", In: Biographie Nationale, vol. 37, kol. 733.
- ↑ Brien, Paul, "Baron Marc Aurèle Gracchus, de Selys Longchamps", In: Annuaire ARB, jaargang 1965, p. 100.
- ↑ Brien, Paul, "Baron Marc Aurèle Gracchus, de Selys Longchamps", In: Biographie Nationale, vol. 37, kol. 730.
- ↑ Brien, Paul, "Baron Marc Aurèle Gracchus, de Selys Longchamps", In: Biographie Nationale, vol. 37, kol. 734.
- ↑ Brien, Paul, "Baron Marc Aurèle Gracchus, de Selys Longchamps", In: Annuaire ARB, jaargang 1965, p. 114.
- ↑ Brien, Paul, "Baron Marc Aurèle Gracchus, de Selys Longchamps", In: Biographie Nationale, vol. 37, kol. 731.