Universitaire Stichting-Fondation Universitaire
Andere namen:
- Fondation Universitaire
- University Foundation
Historiek
De Universitaire Stichting is een instelling van openbaar nut, opgericht door de wet van 6 juli en het koninklijk besluit van 31 augustus 1920. Deze instelling komt voort uit twee organisaties die tijdens de oorlog van 1914-1918 zijn opgericht om de economische crisis als gevolg van de Duitse invasie het hoofd te bieden. Enerzijds werd het Nationaal Hulp- en Voedingscomité (Comité National de Secours et d'Alimentation (CNSA)) opgericht door Ernest Solvay en georganiseerd door Emile Francqui, anderzijds werd de Commissie voor de Hulp aan België (CRB) opgericht en georganiseerd door de Amerikaanse zakenman Herbert Hoover. Reeds in 1916 richtte Francqui een "Commissie voor de Universitaire Stichting" op, samengesteld uit leden van de verschillende Belgische universiteiten en belast met het beraad over het gebruik van de resterende middelen van de CNSA (waarvan het merendeel door de Belgische staat was verstrekt) om het hoger onderwijs na het conflict te herstellen.[1] In 1919 ondertekenden Francqui en Herbert Hoover, voorzitter van de CRB, in het kader van deze commissie een overeenkomst waarbij de vier universiteiten, de École des mines de Mons en de École coloniale supérieure d'Anvers een verhoging van hun vermogen kregen. Deze overeenkomst voorziet ook in een schenking aan twee stichtingen: de Commission for Relief in Belgium Educational Foundation in New York. Het wetsontwerp tot oprichting van de FU werd op 24 april 1920 door de minister van Wetenschappen en Kunsten, Jules Destrée, bij de Senaat ingediend en op 6 juli 1920 aangenomen. Het opende zijn deuren in 1922, in het pand dat het nog steeds bewoont, aan de Egmontstraat 11 (Brussel).
Van bij de aanvang nam Emile Francqui het voorzitterschap van de Universitaire Stichting waar. Onder zijn leiding ging de instelling van start met het volgend programma :
- de financiering van studiebeurzen en leningen aan studenten van minder begoede families
- de betoelaging van jonge navorsers in de onderzoekscentra en laboratoria van de Belgische universiteiten
- de coördinatie van het wetenschappelijk onderzoek in ons land, met financiële steun aan wetenschappelijke publicaties
- de organisatie van een universitaire Club (met restaurant en hotel) die opgezet werd om als ontmoetingscentrum te dienen voor de Belgische en buitenlandse hoogleraren en navorsers.
De Universitaire Stichting werkte actief mee aan de oprichting van verschillende wetenschappelijke instellingen alsook van organisaties voor steunverlening aan studenten. De voornaamste zijn :
- de Hoover-Stichting voor de ontwikkeling van de Universiteit van Brussel;
- de Hoover-Stichting voor de ontwikkeling van de Universiteit van Leuven;
- de Nationale Stichting voor de Bestrijding van Kanker;
- het Instituut voor Tropische Geneeskunde Prins Leopold, het huidige Tropisch Instituut;
- het Nationaal Instituut voor Agronomische Studie in Belgisch-Congo NILCO;
- het Instituut van de Nationale Parken in Belgisch-Congo;
- het IWOCA (Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek in Centraal Afrika);
- het werk voor de Belgische studerende jeugd in het buitenland;
- de Biermans-Lapôtre Stichting.[2]
Voorzitters
- de 1920-1935 : Émile Francqui
- de 1935 à1970 : Jean Willems
- de 1970 à 1979, Het voorzitterschap werd afwisselend toevertrouwd aan iedere rector van de 6 belangrijkste universiteiten van het land voor een mandaat van telkens één jaar.
- de 1979 à 1982 : le Baron André Vlerick
- de 1982 à 2001: Baron Gilbert de Landsheere
- 2001-: J. Willems
Publicaties
- Cahiers van de Universitaire Stichting
- Universitaire statistieken in België
Bibliografie
- Le site Internet de la Fondation Universitaire, geraadpleegd op 22 maart 2011.
- Le site Internet de Belspo, geraadpleegd op 22 maart 2011.
- A. Despy-Meyer, Instellingen en netwerken, in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België. 1815-2000, Brussel, deel 1, 2001, p. 71-89.
- Ranieri L., Émile Francqui ou l’intelligence créatrice, Parijs, Duculot, 1985.
Nota’s
- ↑ DESPY-MEYER, André, Institutions et réseaux, in Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1 p. 82.
- ↑ Federaal Wetenschapsbeleid, Universitaire Stichting geconsulteerd op 08/09/2010 om 13u.30.