Velghe, Albert G. (1916-1986)

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search

Sterrenkundige, geboren te Gent op 22 september 1916 en overleden te Mariakerke (Gent) op 27 oktober 1986.

Biografie

Albert Velghe werd geboren op 22 september 1916 in Gent. In 1940 verwierf hij aan de Rijksuniversiteit van Gent de graad van licentiaat in de wiskunde. In 1941 werd hij geaggregeerde van het hoger secundair onderwijs. Hij behaalde in 1945 het doctoraat in de wiskunde met de grootste onderscheiding. Zijn promotor was Henri Vanderlinden. In 1951 behaalde hij aan de Universiteit van Leuven de graad van geaggregeerde van het hoger onderwijs. Velghes belangstelling ging echter vooral uit naar de sterrenkunde. In 1942 werd hij aan de Koninklijke Sterrenwacht tot assistent benoemd. In 1951 werd hij tot adjunct-sterrenkundige gepromoveerd en in 1952 tot sterrenkundige. In 1963 werd hij directeur benoemd, ter vervanging van Paul Bourgeois. Bij zijn afscheid in 1983 ontving hij de titel van ere-directeur.


Parallel hiermee bouwde Velghe een academische carrière uit. Hij was buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit van Leuven en doceerde hier van 1960 tot 1981 statistische sterrenkunde. Vanaf 1966 was hij docent aan de Universiteit van Antwerpen.[1] Dankzij een beurs van het NFWO kon Velghe van 1946 tot 1947 onderzoek verrichten aan de Universiteit van Uppsala (Zweden). Vanaf 1954 tot 1955 was hij Acting Superintendant aan het Boyden Observatory (Zuid-Afrika). Tevens was hij van 1960 tot 1961 directeur van dit observatorium. Aan de Harvard University was hij van 1955 tot 1957 Research Follow en na 1961 Visiting Professor. In 1976 keerde hij terug naar Zuid-Afrika en verbleef daar aan verschillende universiteiten en aan het Nationaal Centrum voor Wetenschappelijke Navorsing. In 1983 was hij gast-professor aan de Oranje-Vrijstaat Universiteit in Bloemfontein.


In 1945 was Velghe laureaat van de Klasse der Wetenschappen aan de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten. In 1966 werd hij corresponderend lid, in 1973 werkend lid en in 1977 bestuurder van de Klasse Wetenschappen. Hij werd in hetzelfde jaar ook voorzitter van de Academie. Velghe zetelde in de commissie van het J.Gillisfonds, die de J.Gillisprijs uitreikt, van het Vanderlindenfonds, in de Bestendige Commissie voor de Geschiedenis van de Wetenschappen en in de Bestuurscommissie als afgevaardigde van de Klasse Wetenschappen. Daarnaast was hij erelid van het Nationaal Comité voor Sterrenkunde.[2] Aan het NFWO was hij ondervoorzitter (1975-1980) en later voorzitter (1980-1985) van de Wetenschappelijke Commissie Sterrenkunde en geofysica. Hij was eveneens in 1942 medestichter van de Vlaamse Vereniging voor Sterrenkunde, waarvan hij van 1952 tot 1955 voorzitter was. Velghe was lid van verschillende internationale wetenschappelijke genootschappen. Hij was lid van de Astronomical Union en van de Astronomical Society of Southern Africa, corresponderend lid van de Academie van de Universiteit van Coïmbra (Portugal) en buitenlands lid van de Koninklijke Wetenschapsmaatschappij (Uppsala, Zweden).[3] Van 1963 tot 1975 was hij lid van de Raad van Beheer van de European Southern Observatory (Chili). Ook was hij in ongeveer dezelfde periode lid van de Raad van Beheer van het Boyden Observatory.


Hij ontving verschillende onderscheidingen: herinneringsmedaille met gekruiste sabels (1945), Officier in de Orde van Leopold II (1958), Commandeur in de Kroonorde (1968) en in 1984 Grootofficier in de Leopoldsorde. Daarnaast kreeg hij de burgerlijke medaille 1ste klasse (25 jaar openbaar dienstbetoon) en het burgerkruis 1ste klasse (35 jaar openbaar dienstbetoon).[4]

Werken

In 1943 verscheen in het tijdschrift van de Koninklijke Sterrenwacht Velghes artikel Détermination de longueurs d’onde effectives. Het was het eerste van een reeks fotometrische studies van zijn hand. Dit onderwerp zou hem tot in 1954 bezighouden.
Velghe publiceerde een verbeterde methode voor de bepaling van de afstanden, de uitgestrektheid en het lichtabsorberend vermogen van donkere nevels. Een uitgebreide studie wijdde hij aan de lage dispersie-spectra in het geel-rode uiteinde van het spectrum. Tevens gaf hij meerdere werken uit over het onderzoek naar en van sterren met H-emmissie in diverse streken van de hemel. In samenwerking met Jason John Nassau van het Warner en Swasey Obervatory (Ohio) maakte hij een classificatie van bijzondere koude sterren op basis van spectra verkregen met behulp van een objectiefprisma in het nabije infrarood.[5]
In dit verband interesseerde hij zich ook voor stellaire statistiek. Hij wijdde verschillende publicaties aan de classificatie van rode sterren voor statistisch onderzoek. Gespreid in de tijd publiceerde hij persoonlijke waarnemingen van maan-en zonsverduisteringen, van spectra van kometen,...[6]

Publicaties

  • "Adolphe Quetelet, stichter en eerste directeur van de Koninklijke Sterrenwacht.", In: Mededelingen van de koninklijke Vlaamsche academie voor wetenschappen, letteren en schoone kunsten van België -Klasse der Wetenschappen., Paleis der Academiën, Brussel, Jaargang XXXVII, 1975, nr 2.
  • Over de bepaling van afstanden uitgestrektheden en absorpties van donkere melkwegnevels, 1950.
  • (met J., Denoyelle, A., de Kersgieter), "Halpha -emission objects in two selected regions of the southern Milky Way (Centaurus and Norma).", In: Astron. Astrophys., Vol. 8, p. 123-133.
  • "Low dispersion spectra in the yellow-red region, and their usefulness in some distribution problems.", In: Astronomical Journal, Vol. 62, p. 35.
  • "Onderzoekingen betreffende de kleuren en helderheden in den spiraalnevel Messier 51", In: Verhandelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België: Klasse der Wetenschappen, vol. 2: 16, 1945, Standaard, Antwerpen, 62 p.
  • "Sterrengids 1950", In: Ciel et Terre, Vol. 66, p. 149.
  • "Studies of dark nebulae based on truncated distributions of stars.", In: Astronomical Journal, 1956, Vol. 61, p. 241
  • Communications de l'Observatoire royal de Belgique, N°s 110-130, 1957.
  • Oplossing van het extinctievraagstuk met behulp van cumulatieve stergetallen, 1956.


Bibliografie

  • Van Hoof, A., "In Memoriam A.G. Velghe", In: Jaarboek 1986, Brussel: KVAB, p. 292-295.
  • Houziaux, L., "De sterrenkunde", In: Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000 onder leiding van Robert Halleux, vol 2, Brussel, Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, p. 136.
  • "Velghe Albert G.", In: De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden, Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p.306.


Nota’s

  1. Van Hoof, A., "In Memoriam A.G. Velghe", In: Jaarboek 1986, Brussel: KVAB, p. 292.
  2. Van Hoof, A., "In Memoriam A.G. Velghe", In: Jaarboek 1986, Brussel: KVAB,p. 293.
  3. "Velghe, Albert G.", In: De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden, Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p. 306.
  4. Van Hoof, A.,"In Memoriam A.G. Velghe", In: Jaarboek 1986, Brussel: KVAB, p. 293.
  5. Houziaux, L., "De sterrenkunde", In: Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000 onder leiding van Robert Halleux, vol 2, Brussel: Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, p.136.
  6. Van Hoof, A.,"In Memoriam A.G. Velghe", In: Jaarboek 1986, Brussel: KVAB, p. 295.