Difference between revisions of "Fassin, Louise"
m |
m |
||
(One intermediate revision by the same user not shown) | |||
Line 5: | Line 5: | ||
<br/> | <br/> | ||
===Biografie=== | ===Biografie=== | ||
− | Over Fassins achtergrond en opleiding is zo goed als niets bekend. Ze woonde in haar tienerjaren in ieder geval in Tihange. Ze volgde een opleiding aan de faculteit geneeskunde van de [[Universiteit van Luik]], waar ze in 1905 met onderscheiding afstudeerde.<ref>[https://archive.org/stream/ouverturesolenn00unkngoog#page/n40/mode/2up ''Université de Liège. Ouverture solennelle des cours''], Luik, 1905, 39.</ref> Ze behoorde er samen met [[Kerens, Berthe (1881-?)|Berthe Kerens]] tot de kleine kliek van vrouwelijke studenten. In het overzichtswerk ''Le mouvement scientifique en Belgique'' (1907) wordt Fassin een “leerling” van de hoogleraar bacteriologie [[Malvoz, Ernest (1862-1938|Ernest Malvoz]] genoemd.<ref> “Une élève de Malvoz.” Le mouvement scientifique, deel 2, 25.</ref> Al tijdens haar studies en ook nadien was Fassin als onderzoekster actief aan het [[Institut Provincial d’Hygiène et de Bacteriologie]], waarvan Malvoz directeur was.<ref> Althans, Joseph Grassat verwijst in zijn ''Traité de physiopathologie clinique'' naar “Mlle Fassin, à l'Institut bactériologique de Liège”. Joseph Grassat, ''Traité de physiopathologie clinique'', 1915, 843.</ref> In deze publieke instelling konden lokale geneesheren terecht voor de gratis analyse van allerlei infectiestalen en water. Tot de dienstverlening behoorde ook de productie van serums (en vaccins), tegen vooral cholera, difterie en tyfus. Een ambulante ontsmettingsdienst stond ter beschikking van artsen en klinieken. Het instituut was een autonome provinciale instelling, maar was, als resultaat van een compromis met het [[Universiteit van Luik|universiteitsbestuur]] in de lokalen van de Luikse faculteit wetenschappen ondergebracht. De provincieoverheid kon zich op deze manier de exorbitante uitgaven voor bouw en inrichting van een nieuw pand besparen. In ruil daarvoor mochten hoogleraren en studenten voor hun onderzoek vrij gebruikmaken van het vele studiemateriaal (biopten, culturen, stalen etc.) in het instituut.<ref> Ernest Malvoz, ''Les laboratoires régionaux de bactériologie: Situation actuelle et avenir de ces institutions'', Luik, 1898.</ref> | + | Over Fassins achtergrond en opleiding is zo goed als niets bekend. Ze woonde in haar tienerjaren in ieder geval in Tihange. Ze volgde een opleiding aan de faculteit geneeskunde van de [[Universiteit van Luik]], waar ze in 1905 met onderscheiding afstudeerde.<ref>[https://archive.org/stream/ouverturesolenn00unkngoog#page/n40/mode/2up ''Université de Liège. Ouverture solennelle des cours''], Luik, 1905, 39.</ref> Ze behoorde er samen met [[Kerens, Berthe (1881-?)|Berthe Kerens]] tot de kleine kliek van vrouwelijke studenten. In het overzichtswerk ''Le mouvement scientifique en Belgique'' (1907) wordt Fassin een “leerling” van de hoogleraar bacteriologie [[Malvoz, Ernest (1862-1938|Ernest Malvoz]] genoemd.<ref> “Une élève de Malvoz.” ''Le mouvement scientifique'', deel 2, 25.</ref> Al tijdens haar studies en ook nadien was Fassin als onderzoekster actief aan het [[Institut Provincial d’Hygiène et de Bacteriologie]], waarvan Malvoz directeur was.<ref> Althans, Joseph Grassat verwijst in zijn ''Traité de physiopathologie clinique'' naar “Mlle Fassin, à l'Institut bactériologique de Liège”. Joseph Grassat, ''Traité de physiopathologie clinique'', Montpellier, 1915, 843.</ref> In deze publieke instelling konden lokale geneesheren terecht voor de gratis analyse van allerlei infectiestalen en water. Tot de dienstverlening behoorde ook de productie van serums (en vaccins), tegen vooral cholera, difterie en tyfus. Een ambulante ontsmettingsdienst stond ter beschikking van artsen en klinieken. Het instituut was een autonome provinciale instelling, maar was, als resultaat van een compromis met het [[Universiteit van Luik|universiteitsbestuur]] in de lokalen van de Luikse faculteit wetenschappen ondergebracht. De provincieoverheid kon zich op deze manier de exorbitante uitgaven voor bouw en inrichting van een nieuw pand besparen. In ruil daarvoor mochten hoogleraren en studenten voor hun onderzoek vrij gebruikmaken van het vele studiemateriaal (biopten, culturen, stalen etc.) in het instituut.<ref> Ernest Malvoz, ''Les laboratoires régionaux de bactériologie: Situation actuelle et avenir de ces institutions'', Luik, 1898.</ref> |
− | <br/>In het instituut waren twee soorten medewerkers aan de slag, zij die door de provincie waren aangesteld en de universitaire medewerkers. Directeur Malvoz was erg strikt in het onderscheid tussen beide. Hij liet niet toe dat medewerkers van de provincie zich met onderzoek inlieten.<ref>Archief Universiteit Luik, 361. Rectorat, L 40-46: Rapport Malvoz: Une nouvelle répartition des services de l’institut provincial de Bac et de Hyg. Rapport présenté au Comité de surveillance et à la | + | <br/>In het instituut waren twee soorten medewerkers aan de slag, zij die door de provincie waren aangesteld en de universitaire medewerkers. Directeur Malvoz was erg strikt in het onderscheid tussen beide. Hij liet niet toe dat medewerkers van de provincie zich met onderzoek inlieten.<ref>Archief Universiteit Luik, 361. Rectorat, L 40-46: Rapport Malvoz: Une nouvelle répartition des services de l’institut provincial de Bac et de Hyg. Rapport présenté au Comité de surveillance et à la Députation Permanente.</ref> Dit doet vermoeden dat Fassin, die onderzoek uitvoerde, na haar studies geen provinciaal ambtenaar werd, maar verbonden bleef aan de universiteit. Fassins eerste onderzoek als student behandelde de verschillende reacties bij de diagnose van tyfuskoorts. Ze zond hierover een mémoire in naar de redactie van de ''Bulletin de l’Académie de Médecine'' (1905). Deze werd na een positieve evaluatie van de Gentse hoogleraar [[Van Ermengem, Emile (1851-1932)|Emile Van Ermengem]] gepubliceerd.<ref>Van Ermengem oordeelde dat “le travail que nous venons d’analyser mérite l’attention, car il a une portée pratique considerable”. Emile Van Ermengem, in: ''Bulletin de l'Académie de Médecine de Belgique'', 1905, 592.</ref> Later onderzoek wijdde Fassin onder meer aan de families van de colibacteriën en de tyfusbacillen. Ze toonde ook als eerste aan dat de schildklier een belangrijke rol speelt in het gehalte alexine, een bacteriedodende proteïne in het bloedplasma, die een rol speelt in het immuunsysteem.<ref>Ernest Malvoz,[http://www.biodiversitylibrary.org/item/108558#page/77/mode/1up "Corps thyroïde et immunité"], in: ''Comptes rendus hebdomadaires des séances et mémoires de la Société de biologie'', 63 (1908), deel II, 69. In deze nota meldt Malvoz, in reactie op een publicatie van Marbé over hetzelfde thema, dat ''zijn'' laboratorium, en in het bijzonder Mademoiselle Fassin, de vondst al twee jaar eerder deed.</ref> Fassin publiceerde onder meer in het Franse wetenschapstijdschrift ''Annales de l’Institut Pasteur''. |
<br/>Als onderzoeker aan het Institut de bactériologie maakte Fassin deel uit van het speerpuntonderzoek van een nieuw opkomende discipline. De bacteriologie had zich in het laatste kwart van de negentiende eeuw in razendsnel tempo ontwikkeld en kon al buigen op een aantal spectaculaire vondsten die een nieuw tijdperk binnen de geneeskunde leken in te luiden. Onder meer het tuberculosevaccin, het difterieserum en de antiseptische stoffen voor de chirurgie redden talloze levens.<ref> William Bynum, [https://books.google.be/books?id=tv65dPNmdsgC&printsec=frontcover&hl=nl&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=onepage&q&f=false ''Science and the practice of medicine in the nineteenth century''], Cambridge,1996.</ref> Het is niet duidelijk of Fassin na haar laatst bekende publicatie in 1910 als onderzoeker actief bleef. | <br/>Als onderzoeker aan het Institut de bactériologie maakte Fassin deel uit van het speerpuntonderzoek van een nieuw opkomende discipline. De bacteriologie had zich in het laatste kwart van de negentiende eeuw in razendsnel tempo ontwikkeld en kon al buigen op een aantal spectaculaire vondsten die een nieuw tijdperk binnen de geneeskunde leken in te luiden. Onder meer het tuberculosevaccin, het difterieserum en de antiseptische stoffen voor de chirurgie redden talloze levens.<ref> William Bynum, [https://books.google.be/books?id=tv65dPNmdsgC&printsec=frontcover&hl=nl&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=onepage&q&f=false ''Science and the practice of medicine in the nineteenth century''], Cambridge,1996.</ref> Het is niet duidelijk of Fassin na haar laatst bekende publicatie in 1910 als onderzoeker actief bleef. |
Latest revision as of 09:13, 7 February 2018
Bacteriologe. Verbonden aan de Universiteit van Luik. Verdere persoongegevens ontbreken.
Contents
Biografie
Over Fassins achtergrond en opleiding is zo goed als niets bekend. Ze woonde in haar tienerjaren in ieder geval in Tihange. Ze volgde een opleiding aan de faculteit geneeskunde van de Universiteit van Luik, waar ze in 1905 met onderscheiding afstudeerde.[1] Ze behoorde er samen met Berthe Kerens tot de kleine kliek van vrouwelijke studenten. In het overzichtswerk Le mouvement scientifique en Belgique (1907) wordt Fassin een “leerling” van de hoogleraar bacteriologie Ernest Malvoz genoemd.[2] Al tijdens haar studies en ook nadien was Fassin als onderzoekster actief aan het Institut Provincial d’Hygiène et de Bacteriologie, waarvan Malvoz directeur was.[3] In deze publieke instelling konden lokale geneesheren terecht voor de gratis analyse van allerlei infectiestalen en water. Tot de dienstverlening behoorde ook de productie van serums (en vaccins), tegen vooral cholera, difterie en tyfus. Een ambulante ontsmettingsdienst stond ter beschikking van artsen en klinieken. Het instituut was een autonome provinciale instelling, maar was, als resultaat van een compromis met het universiteitsbestuur in de lokalen van de Luikse faculteit wetenschappen ondergebracht. De provincieoverheid kon zich op deze manier de exorbitante uitgaven voor bouw en inrichting van een nieuw pand besparen. In ruil daarvoor mochten hoogleraren en studenten voor hun onderzoek vrij gebruikmaken van het vele studiemateriaal (biopten, culturen, stalen etc.) in het instituut.[4]
In het instituut waren twee soorten medewerkers aan de slag, zij die door de provincie waren aangesteld en de universitaire medewerkers. Directeur Malvoz was erg strikt in het onderscheid tussen beide. Hij liet niet toe dat medewerkers van de provincie zich met onderzoek inlieten.[5] Dit doet vermoeden dat Fassin, die onderzoek uitvoerde, na haar studies geen provinciaal ambtenaar werd, maar verbonden bleef aan de universiteit. Fassins eerste onderzoek als student behandelde de verschillende reacties bij de diagnose van tyfuskoorts. Ze zond hierover een mémoire in naar de redactie van de Bulletin de l’Académie de Médecine (1905). Deze werd na een positieve evaluatie van de Gentse hoogleraar Emile Van Ermengem gepubliceerd.[6] Later onderzoek wijdde Fassin onder meer aan de families van de colibacteriën en de tyfusbacillen. Ze toonde ook als eerste aan dat de schildklier een belangrijke rol speelt in het gehalte alexine, een bacteriedodende proteïne in het bloedplasma, die een rol speelt in het immuunsysteem.[7] Fassin publiceerde onder meer in het Franse wetenschapstijdschrift Annales de l’Institut Pasteur.
Als onderzoeker aan het Institut de bactériologie maakte Fassin deel uit van het speerpuntonderzoek van een nieuw opkomende discipline. De bacteriologie had zich in het laatste kwart van de negentiende eeuw in razendsnel tempo ontwikkeld en kon al buigen op een aantal spectaculaire vondsten die een nieuw tijdperk binnen de geneeskunde leken in te luiden. Onder meer het tuberculosevaccin, het difterieserum en de antiseptische stoffen voor de chirurgie redden talloze levens.[8] Het is niet duidelijk of Fassin na haar laatst bekende publicatie in 1910 als onderzoeker actief bleef.
Publicaties
- "Sur la valeur comparée des réactions agglutinante, sensibilisatrice et bactéricide pour le diagnostic de la fièvre typhoïde", in: Bulletin de l'Académie de Médecine de Belgique, 1905, 661-674. En bespreking door de Gentse hoogleraar Emile Van Ermengem, 592.
- ? , in: Annales de l’Institut Pasteur, ? (vóór 1907).
- "Influence de l’ingestion de corps thyroïde sur les propriétés alexiques du serum", in: Comptes rendus hebdomadaires des séances et mémoires de la Société de biologie, 59 (1907), deel I, 388-389, 467-468
- "Modifications de la teneur du sérum en alexine chez les animaux thyroïdectomisés", in: Comptes rendus hebdomadaires des séances et mémoires de la Société de biologie, 59 (1907), deel I, 388-389, 647-648.
- ?, 1909.
- ?, 1910.
Bibliografie
- Le Mouvement scientifique en Belgique, 1830-1905, Brussel, 1907, 25 en 79.
Noten
- ↑ Université de Liège. Ouverture solennelle des cours, Luik, 1905, 39.
- ↑ “Une élève de Malvoz.” Le mouvement scientifique, deel 2, 25.
- ↑ Althans, Joseph Grassat verwijst in zijn Traité de physiopathologie clinique naar “Mlle Fassin, à l'Institut bactériologique de Liège”. Joseph Grassat, Traité de physiopathologie clinique, Montpellier, 1915, 843.
- ↑ Ernest Malvoz, Les laboratoires régionaux de bactériologie: Situation actuelle et avenir de ces institutions, Luik, 1898.
- ↑ Archief Universiteit Luik, 361. Rectorat, L 40-46: Rapport Malvoz: Une nouvelle répartition des services de l’institut provincial de Bac et de Hyg. Rapport présenté au Comité de surveillance et à la Députation Permanente.
- ↑ Van Ermengem oordeelde dat “le travail que nous venons d’analyser mérite l’attention, car il a une portée pratique considerable”. Emile Van Ermengem, in: Bulletin de l'Académie de Médecine de Belgique, 1905, 592.
- ↑ Ernest Malvoz,"Corps thyroïde et immunité", in: Comptes rendus hebdomadaires des séances et mémoires de la Société de biologie, 63 (1908), deel II, 69. In deze nota meldt Malvoz, in reactie op een publicatie van Marbé over hetzelfde thema, dat zijn laboratorium, en in het bijzonder Mademoiselle Fassin, de vondst al twee jaar eerder deed.
- ↑ William Bynum, Science and the practice of medicine in the nineteenth century, Cambridge,1996.