Difference between revisions of "De Bruyker, Caesar (1878-1924)"

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
m
 
(One intermediate revision by one other user not shown)
Line 5: Line 5:
 
<br/>
 
<br/>
 
===Biografie===
 
===Biografie===
Caesar De Bruycker studeerde geneeskunde aan de [[Universiteit van Gent]] waar hij afstudeerde in 1902. Daarna legde hij zich volledig toe op de plantkunde. Hij werd preparator aan de universiteit, eerst aan het Biogeografisch, later aan het Botanisch Instituut. Hij promoveerde in 1906 tot doctor in de natuurwetenschappen.<br/>
+
Caesar De Bruyker studeerde geneeskunde aan de [[Universiteit van Gent]] waar hij afstudeerde in 1902. Daarna legde hij zich volledig toe op de plantkunde. Hij werd preparator aan de universiteit, eerst aan het Biogeografisch, later aan het Botanisch Instituut. Hij promoveerde in 1906 tot doctor in de natuurwetenschappen.<br/>
 
Al van in zijn studietijd raakte De Bruyker onder de invloed van [[MacLeod, Julius (1857-1919)|Julius MacLeod]]. De Bruyker werd een vurig pleitbezorger van de Vlaamse wetenschap en de vernederlandsing van de Gentse universiteit. In 1906 werd hij secretaris van het [[Vlaams Natuur- en Geneeskundig Congres]]. In 1913 werd hij bevorderd tot werkleider. Intussen was hij in 1908 al benoemd tot leraar aan het Atheneum voor Meisjes en aan de toegevoegde Middelbare Normaalschool. In 1911 werd hij door de stad Gent belast met een leergang in de biologie voor de onderwijzeressen der Gemeentescholen en twee jaar later werd hij benoemd tot leraar aan de stedelijke Normaalschool voor juffrouwen.
 
Al van in zijn studietijd raakte De Bruyker onder de invloed van [[MacLeod, Julius (1857-1919)|Julius MacLeod]]. De Bruyker werd een vurig pleitbezorger van de Vlaamse wetenschap en de vernederlandsing van de Gentse universiteit. In 1906 werd hij secretaris van het [[Vlaams Natuur- en Geneeskundig Congres]]. In 1913 werd hij bevorderd tot werkleider. Intussen was hij in 1908 al benoemd tot leraar aan het Atheneum voor Meisjes en aan de toegevoegde Middelbare Normaalschool. In 1911 werd hij door de stad Gent belast met een leergang in de biologie voor de onderwijzeressen der Gemeentescholen en twee jaar later werd hij benoemd tot leraar aan de stedelijke Normaalschool voor juffrouwen.
  
<br/>Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd De Bruyker, in afwezigheid van [[MacLeod, Julius (1857-1919)|MacLeod]] die naar Engeland was gevlucht, belast met het bestuur van de universitaire plantentuin. In de zomer van 1915 beslisten de Gentse hoogleraren echter om de universiteit niet te heropenen, om zo Duitse inmenging te vermijden. De bezetter greep dit moment aan om, mede op vraag van de activisten, de Gentse universiteit zelf te heropenen, maar dan als een [[Wetenschap aan de Von Bissinguniversiteit|Vlaamse Hoogeschool]]. De eis van Nederlands als universitaire voertaal had al vóór de oorlog sterk geklonken. Nu bracht de vervulling ervan een pijnlijke scheuring in flamingantische rangen teweeg. De Bruycker schaarde zich onmiddellijk aan de zijde van de activistische voorstanders van de Vlaamse universiteit. Hij werkte mee aan de voorbereidingen voor de oprichting van de nieuwe universiteit en gaf gehoor aan het bevel van de bezetter om de lessen te hervatten, net als zeven van zijn collega's. In juli 1916 werd hij bevorderd tot buitengewoon hoogleraar in de plantkunde en de erfelijkheidsleer en het daaropvolgende jaar volgde zijn promotie tot gewoon hoogleraar. In het bijzonder zette De Bruycker zich in voor de oprichting van een Hogere Land- en Tuinbouwschool, die inderdaad op 28 mei 1917 werd opgericht. Hij werd bestuurder van deze school. Ook was hij decaan van de Faculteit Wis- en Natuurkunde en maakte deel uit van de raad van beheer en het curatorium van de Gentse Universiteit. Daarnaast gaf hij ook tijdelijk les aan 's Rijks Middelbare Normaalschool voor jongens te Gent en was hij lid van de verbeteringsgraad van het Middelbaar onderwijs voor Vlaanderen.
+
<br/>Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd De Bruyker, in afwezigheid van [[MacLeod, Julius (1857-1919)|MacLeod]] die naar Engeland was gevlucht, belast met het bestuur van de universitaire plantentuin. In de zomer van 1915 beslisten de Gentse hoogleraren echter om de universiteit niet te heropenen, om zo Duitse inmenging te vermijden. De bezetter greep dit moment aan om, mede op vraag van de activisten, de Gentse universiteit zelf te heropenen, maar dan als een [[Wetenschap aan de Von Bissinguniversiteit|Vlaamse Hoogeschool]]. De eis van Nederlands als universitaire voertaal had al vóór de oorlog sterk geklonken. Nu bracht de vervulling ervan een pijnlijke scheuring in flamingantische rangen teweeg. De Bruyker schaarde zich onmiddellijk aan de zijde van de activistische voorstanders van de Vlaamse universiteit. Hij werkte mee aan de voorbereidingen voor de oprichting van de nieuwe universiteit en gaf gehoor aan het bevel van de bezetter om de lessen te hervatten, net als zeven van zijn collega's. In juli 1916 werd hij bevorderd tot buitengewoon hoogleraar in de plantkunde en de erfelijkheidsleer en het daaropvolgende jaar volgde zijn promotie tot gewoon hoogleraar. In het bijzonder zette De Bruyker zich in voor de oprichting van een Hogere Land- en Tuinbouwschool, die inderdaad op 28 mei 1917 werd opgericht. Hij werd bestuurder van deze school. Ook was hij decaan van de Faculteit Wis- en Natuurkunde en maakte deel uit van de raad van beheer en het curatorium van de Gentse Universiteit. Daarnaast gaf hij ook tijdelijk les aan 's Rijks Middelbare Normaalschool voor jongens te Gent en was hij lid van de verbeteringsgraad van het Middelbaar onderwijs voor Vlaanderen.
  
 
<br/>Drie academiejaren later was de oorlog voorbij. De repressie trad ongenadig op tegen al wie zich aan het activistisch verhaal had verbrand. De Bruyker ontsnapte niet. Hij werd uit al zijn functies ontzet, opgesloten en in 1920 door het Assisenhof van Oost-Vlaanderen veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. Nadat hij om gezondheidsredenen voortijdig was vrijgelaten, vestigde hij zich als geneesheer te Antwerpen. Hij overleed kort nadien op 22 maart 1924. Het ontslag van De Bruyker had ook tot gevolg dat hij werd verwijderd uit het [[Vlaams Natuur- en Geneeskundig Congres]].<br/>
 
<br/>Drie academiejaren later was de oorlog voorbij. De repressie trad ongenadig op tegen al wie zich aan het activistisch verhaal had verbrand. De Bruyker ontsnapte niet. Hij werd uit al zijn functies ontzet, opgesloten en in 1920 door het Assisenhof van Oost-Vlaanderen veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. Nadat hij om gezondheidsredenen voortijdig was vrijgelaten, vestigde hij zich als geneesheer te Antwerpen. Hij overleed kort nadien op 22 maart 1924. Het ontslag van De Bruyker had ook tot gevolg dat hij werd verwijderd uit het [[Vlaams Natuur- en Geneeskundig Congres]].<br/>
Line 21: Line 21:
 
De Bruykers wetenschappelijk werk lag volledig in de lijn van het botanisch onderzoeksprogramma van MacLeod. Centraal stond het gebruik van statistische methoden om de invloed van de levensomstandigheden op de ontwikkeling van de erfelijke eigenschappen kwantitatief te bepalen. De Bruykers proefschrift ''De statistische methode in de Plantkunde en hare toepassingen op de studie van den invloed der levensvoorwaarden'' werd in 1908 bekroond in de Algemene Wedstrijd voor het Hoger Onderwijs, Groep Plantkunde.
 
De Bruykers wetenschappelijk werk lag volledig in de lijn van het botanisch onderzoeksprogramma van MacLeod. Centraal stond het gebruik van statistische methoden om de invloed van de levensomstandigheden op de ontwikkeling van de erfelijke eigenschappen kwantitatief te bepalen. De Bruykers proefschrift ''De statistische methode in de Plantkunde en hare toepassingen op de studie van den invloed der levensvoorwaarden'' werd in 1908 bekroond in de Algemene Wedstrijd voor het Hoger Onderwijs, Groep Plantkunde.
  
<br/>De Bruyker baseerd zich op het onderzoek van de Duitse botanicus Friedrich Ludwig en op gelijkaardig onderzoek van Hugo de Vries in Amsterdam. Zijn kwantitatieve methode bleef evenwel sterk beschrijvend, wat hem distantieerde van het biometrisch onderzoek.<br/>
+
<br/>De Bruyker baseerde zich op het onderzoek van de Duitse botanicus Friedrich Ludwig en op gelijkaardig onderzoek van Hugo de Vries in Amsterdam. Zijn kwantitatieve methode bleef evenwel sterk beschrijvend, wat hem distantieerde van het biometrisch onderzoek.<br/>
 
De Bruykers onderzoek was sterk gericht op de landbouwpraktijk. In het spoor van de Deense geneticus Wilhelm Johannsen verklaarde De Bruyker zich een tegenstander van de Darwinistische selectiemethode in de landbouw en stelde hiervoor de stamboomselectie, gebaseerd op de wetten van Mendel, in de plaats. In 1918 publiceerde hij ''Elementaire lessen over erfelijkheidsleer in verband met het veredelen der gekweekte gewassen'', dat in 1926 postuum opnieuw werd uitgegeven.<br/>
 
De Bruykers onderzoek was sterk gericht op de landbouwpraktijk. In het spoor van de Deense geneticus Wilhelm Johannsen verklaarde De Bruyker zich een tegenstander van de Darwinistische selectiemethode in de landbouw en stelde hiervoor de stamboomselectie, gebaseerd op de wetten van Mendel, in de plaats. In 1918 publiceerde hij ''Elementaire lessen over erfelijkheidsleer in verband met het veredelen der gekweekte gewassen'', dat in 1926 postuum opnieuw werd uitgegeven.<br/>
 
<br/>
 
<br/>
Line 41: Line 41:
 
*Geert Vanpaemel, "Bruyker, Caesar de", in: ''Nationaal Biografisch Woordenboek'', XV, kol. 84-89.
 
*Geert Vanpaemel, "Bruyker, Caesar de", in: ''Nationaal Biografisch Woordenboek'', XV, kol. 84-89.
 
*Geert Vanpaemel, " 'Als 't ware een nieuwe wetenschap'. De toepassing van de statistische methode door de Gentse botanici rond 1900", in: I.H. Stamhuis en A. De Knecht-Van Eekelen (red.), ''De met cijfers bedekte negentiende eeuw'', Rotterdam, 1992, p. 51-61.
 
*Geert Vanpaemel, " 'Als 't ware een nieuwe wetenschap'. De toepassing van de statistische methode door de Gentse botanici rond 1900", in: I.H. Stamhuis en A. De Knecht-Van Eekelen (red.), ''De met cijfers bedekte negentiende eeuw'', Rotterdam, 1992, p. 51-61.
*J. Brans, "Bruycker [sic], Caesar de", in ''Encyclopedie van de Vlaamse Beweging'', Tielt-Utrecht, 1973, dl. 1, p. 260.
+
*J. Brans, "Bruyker [sic], Caesar de", in ''Encyclopedie van de Vlaamse Beweging'', Tielt-Utrecht, 1973, dl. 1, p. 260.
 
<br/>
 
<br/>

Latest revision as of 11:18, 16 October 2018

Bron: © Collectie Universiteitsarchief Gent, © Edgard Claessens.

Plantkundige, geboren te Ledeberg op 8 augustus 1878 en overleden te Antwerpen op 22 maart 1924.

Biografie

Caesar De Bruyker studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Gent waar hij afstudeerde in 1902. Daarna legde hij zich volledig toe op de plantkunde. Hij werd preparator aan de universiteit, eerst aan het Biogeografisch, later aan het Botanisch Instituut. Hij promoveerde in 1906 tot doctor in de natuurwetenschappen.
Al van in zijn studietijd raakte De Bruyker onder de invloed van Julius MacLeod. De Bruyker werd een vurig pleitbezorger van de Vlaamse wetenschap en de vernederlandsing van de Gentse universiteit. In 1906 werd hij secretaris van het Vlaams Natuur- en Geneeskundig Congres. In 1913 werd hij bevorderd tot werkleider. Intussen was hij in 1908 al benoemd tot leraar aan het Atheneum voor Meisjes en aan de toegevoegde Middelbare Normaalschool. In 1911 werd hij door de stad Gent belast met een leergang in de biologie voor de onderwijzeressen der Gemeentescholen en twee jaar later werd hij benoemd tot leraar aan de stedelijke Normaalschool voor juffrouwen.


Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd De Bruyker, in afwezigheid van MacLeod die naar Engeland was gevlucht, belast met het bestuur van de universitaire plantentuin. In de zomer van 1915 beslisten de Gentse hoogleraren echter om de universiteit niet te heropenen, om zo Duitse inmenging te vermijden. De bezetter greep dit moment aan om, mede op vraag van de activisten, de Gentse universiteit zelf te heropenen, maar dan als een Vlaamse Hoogeschool. De eis van Nederlands als universitaire voertaal had al vóór de oorlog sterk geklonken. Nu bracht de vervulling ervan een pijnlijke scheuring in flamingantische rangen teweeg. De Bruyker schaarde zich onmiddellijk aan de zijde van de activistische voorstanders van de Vlaamse universiteit. Hij werkte mee aan de voorbereidingen voor de oprichting van de nieuwe universiteit en gaf gehoor aan het bevel van de bezetter om de lessen te hervatten, net als zeven van zijn collega's. In juli 1916 werd hij bevorderd tot buitengewoon hoogleraar in de plantkunde en de erfelijkheidsleer en het daaropvolgende jaar volgde zijn promotie tot gewoon hoogleraar. In het bijzonder zette De Bruyker zich in voor de oprichting van een Hogere Land- en Tuinbouwschool, die inderdaad op 28 mei 1917 werd opgericht. Hij werd bestuurder van deze school. Ook was hij decaan van de Faculteit Wis- en Natuurkunde en maakte deel uit van de raad van beheer en het curatorium van de Gentse Universiteit. Daarnaast gaf hij ook tijdelijk les aan 's Rijks Middelbare Normaalschool voor jongens te Gent en was hij lid van de verbeteringsgraad van het Middelbaar onderwijs voor Vlaanderen.


Drie academiejaren later was de oorlog voorbij. De repressie trad ongenadig op tegen al wie zich aan het activistisch verhaal had verbrand. De Bruyker ontsnapte niet. Hij werd uit al zijn functies ontzet, opgesloten en in 1920 door het Assisenhof van Oost-Vlaanderen veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. Nadat hij om gezondheidsredenen voortijdig was vrijgelaten, vestigde hij zich als geneesheer te Antwerpen. Hij overleed kort nadien op 22 maart 1924. Het ontslag van De Bruyker had ook tot gevolg dat hij werd verwijderd uit het Vlaams Natuur- en Geneeskundig Congres.

Werken

Groepsfoto eerste congres.jpg
De Bruyker was, samen met onder meer Julius MacLeod aanwezig op het eerste Vlaams Natuur- en Geneeskundig Congres in 1897. Bron: A.J.J. Van de Velde, Het Vlaamsch Natuur- en Geneeskundig Congres van zijn oorsprong in 1897 tot in 1944.

De Bruykers wetenschappelijk werk lag volledig in de lijn van het botanisch onderzoeksprogramma van MacLeod. Centraal stond het gebruik van statistische methoden om de invloed van de levensomstandigheden op de ontwikkeling van de erfelijke eigenschappen kwantitatief te bepalen. De Bruykers proefschrift De statistische methode in de Plantkunde en hare toepassingen op de studie van den invloed der levensvoorwaarden werd in 1908 bekroond in de Algemene Wedstrijd voor het Hoger Onderwijs, Groep Plantkunde.


De Bruyker baseerde zich op het onderzoek van de Duitse botanicus Friedrich Ludwig en op gelijkaardig onderzoek van Hugo de Vries in Amsterdam. Zijn kwantitatieve methode bleef evenwel sterk beschrijvend, wat hem distantieerde van het biometrisch onderzoek.
De Bruykers onderzoek was sterk gericht op de landbouwpraktijk. In het spoor van de Deense geneticus Wilhelm Johannsen verklaarde De Bruyker zich een tegenstander van de Darwinistische selectiemethode in de landbouw en stelde hiervoor de stamboomselectie, gebaseerd op de wetten van Mendel, in de plaats. In 1918 publiceerde hij Elementaire lessen over erfelijkheidsleer in verband met het veredelen der gekweekte gewassen, dat in 1926 postuum opnieuw werd uitgegeven.


Publicaties

Een volledige lijst van publicaties vindt men in C. De Bruyker, Prof. C. De Bruyker en de Vlaamsche Hoogeschool voor het Belgisch gerecht, Gent, 1920.

  • De statistische methode in de plantkunde en hare toepassingen op de studie van den invloed der levensvoorwaarden, Koninklijke Vlaamsche academie voor taal- en letterkunde. 7e reeks: Uitgave van het Van de Ven-Heremansfonds 6, Gent: Siffer, 1910, 226 p.
  • Handleiding bij het aanleeren der plantkunde, Gent: Hoste, 1911, 140 p.
  • Handleiding bij het Aanleeren der Plantkunde, Gent: Vanderpoorten, 1913, xv, 264 p.
  • Elementaire lessen over erfelijkheidsleer in verband met het veredelen der gekweekte gewassen, Gent: Hoste, 1914-1918, 132 p.
  • Prof. C. De Bruyker en de Vlaamsche hoogeschool voor het Belgisch gerecht: 5-17 juli 1920, Gent: Plantijn, viii, 112 p.
  • Dr. C. de Bruyker’s elementaire lessen over erfelijkheidsleer in verband met het veredelen der gekweekte gewassen. Bezorgd door R. Naveau, Antwerpen: De Sikkel, 1927, 254 p.
  • Handleiding bij het aanleeren der plantkunde, Gent: Vanderpoorten, 1928. xiv, 376 p.


Bibliografie

  • Geert Vanpaemel, "Bruyker, Caesar de", in: Nationaal Biografisch Woordenboek, XV, kol. 84-89.
  • Geert Vanpaemel, " 'Als 't ware een nieuwe wetenschap'. De toepassing van de statistische methode door de Gentse botanici rond 1900", in: I.H. Stamhuis en A. De Knecht-Van Eekelen (red.), De met cijfers bedekte negentiende eeuw, Rotterdam, 1992, p. 51-61.
  • J. Brans, "Bruyker [sic], Caesar de", in Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt-Utrecht, 1973, dl. 1, p. 260.