Difference between revisions of "Société royale d'horticulture de Liège"

Latest revision as of 15:46, 26 November 2024

Historiek

De Société royale d'horticulture de Liège werd op 4 april 1830 gesticht door professor-botanist Richard Courtois en de tuinbouwer Jacob dit Makoy. De eerste voorzitter was professor Henri Gaëde. Het doel van de nieuwe vereniging was om alle deelgebieden van de land- en tuinbouw te perfectioneren en aan te moedigen. Een eerste tentoonstelling werd georganiseerd in Le grand Salon van het Luikse stadhuis op 20 juni 1830. In de beginjaren kon de vereniging haar voordeel doen met de botanische kennis van haar stichter en secretaris Richard Courtois en zijn invloed op de nationale tuinbouwsector. Ze organiseerde regelmatig voordrachten en bloemententoonstellingen. In 1836 volgde Charles Morren Gaëde en Courtois, die beiden vroegtijdig stierven in 1834 en 1835, op. Morren startte in 1851 met de publicatie van La Belgique Horticole, waarmee hij op de groeiende interesse voor tuinbouw, bloemen en planten inspeelde en waarin hij de tuinders methodes en tips aan de hand deed om hun planten te verbeteren. Het tijdschrift verscheen van 1851 tot 1883. Na een aantal succesvolle jaren begon de Société royale d'horticulture de Liège aan een achteruitgang, om in 1858, na de lange ziekte en dood van Charles Morren, te verdwijnen.

De Société d'horticulture de Liège werd heropgestart op 14 augustus 1860, met als secretaris Edouard Morren, de zoon van Charles, en Gustave Lambinon als voorzitter.^[1] Op 23 augustus 1860 kreeg de vereniging de steun van de Société libre d'émulation de Liège die de leden een lokaal ter beschikking stelde. De vereniging organiseerde haar eerste grote tentoonstelling ter gelegenheid van het bezoek van de koning op 28, 29 en 30 oktober 1860.^[2] Naar aanleiding van deze tentoonstelling werden 82 wedstrijden georganiseerd en 180 medailles uitgereikt, waarvan drie in goud, 53 in verguld zilver, 80 in zilver en 45 in brons. De vereniging organiseerde vanaf dan twee en daarna drie tentoonstellingen per jaar. Wedstrijden werden uitgeschreven en medailles toegekend voor diverse categorieën. De exposanten werden geselecteerd uit de leden. ^[3] Ze bouwde ook een bibliotheek uit.

In 1919 fusioneerde de Société d'horticulture de Liège met de Cercle royal d'arboriculture, gesticht in 1871, en met de Royale Union horticole, gesticht in 1883. Tegenwoordig (2011) wordt de vereniging voorgezeten door Joseph Marnette, professor aan de tuinbouwschool van Luik). Ze heeft haar zetel op het adres Rue du Laveu 307, 4000 Liège.

Stichtende leden

In 1830 waren er 34 stichtende leden. Onder hen bevonden zich Beaufays, Graaf van Sarolée de Cheratte, Graaf van Geloes, Deville, Darimont, Dozin, Galopin, Henrard, Libert, Legraye en Malaise. ^[4] Bij de heropstart van de vereniging in 1860 waren er 97 stichtende leden waaronder Edouard Morren.

Organisatie

• Reglement van 1830

De vereniging bestond uit :

• • effectieve leden
  • ere-leden
  • corresponderende leden ^[5]

Effectieve leden zijn verplicht om deel te nemen aan exposities en een jaarlijkse bijdrage van drie gulden te betalen. Ze zijn ook verplicht aan de vergaderingen deel te nemen. De administratieve leden van de vereniging zijn de voorzitter, de vicevoorzitter, de secretaris, de adjunct-secretaris en de penningmeester. Ze worden voor drie jaar verkozen. In 1830 was het dagelijks bestuur van de vereniging als volgt samengesteld :

• • Voorzitter: H. Gaëde
  • Vice-voorzitter: A. Vanderstraten
  • Secretaris : Richard Courtois
  • Adjunct-secretaris en penningmeester: D. Zoude

De vereniging hield twee bloemententoonstellingen per jaar : één in de winter en één in de zomer. Bij elke tentoonstelling hoorde een wedstrijd, waarbij de kwekers van de mooiste, de beste of de zeldzaamste planten beloond werden.

• Reglement van 1860

De vereniging bestond toen uit :

• • leden aandeelhouders ^[6]
  • ereleden ^[7]
  • corresponderende leden ^[8]

Ze werd vertegenwoordigd door een Raad van Bestuur bestaande uit 20 leden die elk tenminste twee aandelen hadden, die verkozen waren door de Algemene vergadering en gekozen waren uit zowel professionele als amateur tuinbouwers en botanisten. De Raad van Bestuur benoemde een Dagelijks Bestuur die bestond uit een voorzitter, twee vice-voorzitters, een secretaris, een adjunct-secretaris en een penningmeester.

In 1860 was de samenstelling als volgt:

• • Voorzitter: Gustave Lambinon
  • Vice-voorzitters: Dawance-Orban en Richard-Lamarche
  • Penningmeester: Jules Pirlot
  • Secretaris: [Morren, Charles-Jacques-Édouard (1833-1886) |Edouard Morren]]
  • Adjunst-secretarissen: Jules Bourdon et Edmond Houzeur

De vereniging had toen ongeveer 300 leden.

Zetel

Vanaf 1860 in het lokaal van de Société libre d'émulation de Liège.
Tegenwoordig (2011) is dat op het adres: 307 rue du Laveu te 4000 Luik.^[9]

Publicaties

• Règlement de la Société d'horticulture de Liège, 1830.

KBR: II 89.502 A III 53(Magazijn – Algemene Leeszaal)

• Règlement de la Société d'horticulture de Liège, établie sous le patronage de la Société libre d'émulation, 1860.

KBR: II 22.366a A (Kostbare werken)

• Bulletin de la Société d'horticulture de Liège, 1860 - 1862, Nos 1 à 11.

KBR: II 22.366a A (Kostbare werken)

• La Belgique horticole , 1851 à 1885.

KBR: II 2.674 A (Magazijn – Algemene Leeszaal)

Bibliografie

• MONOYER, A., "La Société royale d'Horticulture de Liège" (pp. 40-47) in : Les Sociétés scientifiques liégeoises, uittreksel uit: Bulletin de l'Association des amis de l'Université de Liège, nr. 2., 1952.

KBR : IV 15.612 A 12 (Magazijn – Algemene Leeszaal)

• MORREN, Charles, "Rapport sur la première période décennale de la Société d'Horticulture de Liège", in: Quelques notes sur l'historie de l'horticulture , 1836, p.9-16.

Externe linken

• Pomologen en amateurs uit de streek van Luik
• Op het spoor van vroegere schatten uit de botanica en de land- en tuinbouw in Luik
• Société libre d'émulation de Liège – Portretten van plantkundigen

Noten

1. ↑ Zie rapport "Floralies de Liège", in: Bulletin de la Société d'horticulture de Liège, 1860-1862, Nrs. 1 tot 11. KBR: II 22.366a A (Kostbare werken)
2. ↑ Een paar dagen daarvoor, op 24 oktober 1860, had de koning de vereniging de koninklijke titel toegekend.
3. ↑ Zie details in Bulletin de la Société d'horticulture de Liège, 1860-1862, Nrs. 1 tot 11. KBR : II 22.366a A (Kostbare werken)
4. ↑ Enkele biografieën zijn te vinden op Pomologues et amateurs de fruits au Pays de Liège.
5. ↑ Leden die meer dan 2 mijl van Luik wonen.
6. ↑ Op vraag van de Algemene Vergadering. Bijdrage van 6 frank per aandeel per jaar.
7. ↑ Voor bewezen diensten verstrekt aan de tuinbouw.
8. ↑ Leden die niet in Luik wonen.
9. ↑ Zie voor de huidige statuten sinds 2004.